Regeling vervalt per 31-12-2026

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie Verlengde schooldag (Subsidieregeling Verlengde schooldag 2024)

Geldend van 25-09-2024 t/m 30-12-2026

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie Verlengde schooldag (Subsidieregeling Verlengde schooldag 2024)

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2025-2026;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te faciliteren die bijdragen aan de taalontwikkeling van kinderen, met als doel het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden zoals omschreven in artikel 158 Wet op het primair onderwijs;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

  • b.

    Kinderen: kinderen uit groep 7 en 8 van het primair onderwijs, die de leerpotentie hebben om vmbo – theoretische leerweg of havo te doorlopen, maar het risico lopen niet in deze onderwijsvormen terecht te komen, omdat hun taalvaardigheid onvoldoende is;

  • c.

    Verlengde schooldag: extra lesuren aan het einde van de schooldag om de taalvaardigheden en studievaardigheden van kinderen te vergroten.

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Burgemeester en wethouders verstrekken uitsluitend subsidie voor het op een of meerdere locatie(s) van een of meerdere scho(o)l(en) voor primair onderwijs van de aanvrager realiseren van Verlengde schooldag(en), waarbij de activiteit minimaal aan de volgende cumulatieve eisen voldoet:

  • a.

    de extra onderwijstijd bedraagt minimaal 2 uur per week gedurende minimaal 38 weken per kalenderjaar en bereikt minimaal 80 kinderen;

  • b.

    er wordt gewerkt met een bewezen effectieve methode, waarbij de focus ligt op het vergroten van taal- en studievaardigheden;

  • c.

    de lessen worden verzorgd door gekwalificeerde leerkrachten die in dienst zijn bij één van de deelnemende schoolbesturen;

  • d.

    de kwaliteit van het programma is aantoonbaar geborgd en er is sprake van spin-off naar het reguliere onderwijsprogramma;

  • e.

    opvoeders worden betrokken bij het programma;

  • f.

    er is sprake van een doorgaande lijn naar het voortgezet onderwijs.

Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag

Een aanvrager dient de subsidieaanvraag in vóór 1 januari 2025.

Artikel 4. Eisen aan de aanvrager

Subsidie kan enkel gezamenlijk worden aangevraagd door drie of meer schoolbesturen met ieder (een) locatie(s) voor primair onderwijs in Amersfoort.

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op het door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 6 Asv, wordt de aanvraag enkel in behandeling genomen als uit het bij de aanvraag overgelegde activiteitenplan blijkt:

    • a.

      hoeveel kinderen en opvoeders worden bereikt met de activiteit;

    • b.

      op welke manier de activiteit wordt gemonitord en hoe de resultaten van de activiteit worden gemeten.

  • 3. De aanvraag wordt ingediend voor de periode van de kalenderjaren 2025 en 2026.

  • 4. Aanvragen die niet voldoen worden niet in behandeling genomen.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  • 1. In aanvulling op artikel 10, eerste lid, Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      personeelskosten;

    • b.

      kosten voor materialen;

    • c.

      licentiekosten voor het gebruik van methoden;

    • d.

      kosten voor scholingsactiviteiten voor leerkrachten.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekken burgemeester en wethouders in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • b.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • c.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • d.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • e.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • f.

      kosten betaald aan vrijwilligers, met uitzondering van vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten.

Artikel 7. Hoogte subsidie

De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten.

Artikel 8. Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond vast.

Artikel 9. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, onder d, van de Asv beslissen burgemeester en wethouders afwijzend op de aanvraag als door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd.

Artikel 10. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 11. Bevoorschotting

  • 1. Subsidies van meer dan € 5.000 worden voor 80% bevoorschot.

  • 2. De bevoorschotting wordt maandelijks in gelijke termijnen uitbetaald.

Artikel 12. Verplichtingen

In aanvulling op Hoofdstuk 4 van de Asv is de subsidieontvanger verplicht de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit.

Artikel 13. Vaststelling

In aanvulling op artikel 26 en 27 van de Asv blijkt uit de verantwoording van de subsidieontvanger:

  • a.

    het aantal kinderen en/of opvoeders dat bereikt is met de activiteit;

  • b.

    een beschrijving van de resultaten van de subsidie.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Verlengde schooldag 2024.

  • 3. Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2026.

  • 4. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 10 september 2024

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een subsidieregeling zoals bedoeld in de Asv en is gekoppeld aan het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2025-2026.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Op grond van artikel 2, onder a, moet de extra onderwijstijd minimaal 80 kinderen bereiken. Uiteraard is het ook toegestaan om meer kinderen te bereiken. Hoe meer kinderen worden bereikt, hoe hoger de subsidie is waarvoor de aanvrager in aanmerking komt.

Het heeft de voorkeur dat de lessen worden verzorgd door gekwalificeerde leerkrachten die in dienst zijn bij één van de deelnemende schoolbesturen. Spin-off naar het reguliere onderwijsprogramma is namelijk beter geborgd als de Verlengde schooldag wordt uitgevoerd door een leerkracht die in dienst is bij een van de schoolbesturen en onderdeel uitmaakt van een schoolteam. In dit verband betekent ‘bij voorkeur’ dat de school zich inspant om de lessen te laten verzorgen door leerkrachten die in dienst zijn bij één van de deelnemende schoolbesturen, maar dat het waar nodig mogelijk is om een externe leerkracht in te huren.

Op grond van artikel 2, onder d, moet de kwaliteit van het programma aantoonbaar zijn geborgd. Dit betekent bijvoorbeeld dat leerkrachten deelnemen aan scholingsactiviteiten, zodat het programma ook wordt uitgevoerd zoals bedoeld. Daarnaast moet sprake zijn van spin-off naar het reguliere onderwijsprogramma. Dit betekent dat werkwijzen en inzichten vertaald kunnen worden naar het reguliere onderwijsprogramma.

Op grond van artikel 2, onder f, moet sprake zijn van een doorgaande lijn naar het voortgezet onderwijs. Dit betekent bijvoorbeeld dat de kinderen die worden bereikt met de activiteit, ook als leerlingen in het voortgezet onderwijs extra aandacht krijgen.

Alleen de activiteit die in dit artikel is benoemd komt voor subsidiëring in aanmerking. Aanvragen die op andere activiteiten zien niet en worden afgewezen.

Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

Bij de aanvraag moet een activiteitenplan worden gevoegd, dat inzicht moet geven in alle in het tweede lid opgesomde gegevens. Het activiteitenplan moet worden ingediend op grond van artikel 6, derde lid, onder a, van de Asv en in artikel 7 van de Asv is aangegeven aan welke criteria het activiteitenplan moet voldoen. De gegevens die zijn opgesomd in artikel 5, tweede lid, vormen een aanvulling op deze criteria.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Op grond van artikel 6, eerste lid, onder c, kan subsidie worden verstrekt voor licentiekosten. Het gaat hierbij om de licentiekosten die scholen moeten betalen om gebruik te mogen maken van bewezen effectieve methoden en concepten die door derden zijn ontwikkeld.

Voor de duidelijkheid staan in lid 2 enkele kostenposten opgesomd die niet subsidiabel zijn als deze in de kosten zouden worden opgevoerd. Deze kostenposten zijn een aanvulling op de kostenposten uit artikel 10, tweede lid, van de Asv.

Artikel 7 Hoogte subsidie

De Verlengde schooldag moet minimaal 80 kinderen bereiken. Uiteraard is het ook toegestaan om meer kinderen te bereiken. Hoe meer kinderen worden bereikt, hoe hoger de subsidie is waarvoor de aanvrager in aanmerking komt. In dit verband is artikel 10, eerste lid, van de Asv van belang, op grond waarvan subsidie uitsluitend wordt verstrekt voor kosten die doelmatig zijn, redelijkerwijs nodig zijn voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten en rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.

Artikel 8 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen een subsidieplafond vast. Zij kunnen een subsidieplafond verlagen als het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd én de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd. In die situatie wordt bij de bekendmaking van het subsidieplafond gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan subsidies die voor meerdere jaren worden verleend; de begroting voor het tweede jaar van de subsidie is op het moment van subsidieverlening nog niet vastgesteld.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Subsidieaanvragen worden afgewezen als door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd. Deze weigeringsgrond is een aanvulling op de weigeringsgronden uit de Asv.

Artikel 10 Wijze van verdeling

Subsidies worden verstrekt op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Dit betekent “wie het eerst komt, het eerst maalt”, waarbij aanvragen in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag worden behandeld. Als het subsidieplafond wordt bereikt, worden de volgende aanvragen afgewezen.

Artikel 11 Bevoorschotting

Subsidies van meer dan € 5.000 worden na verlening voor 80% bevoorschot. Subsidies van ten hoogste € 5.000 worden direct vastgesteld op grond van artikel 25, eerste lid, Asv.

Artikel 12 Verplichtingen

Subsidieontvangers moeten voldoen aan de in dit artikel opgesomde verplichting. Deze verplichting is een aanvulling op de verplichtingen uit de artikelen 16 tot en met 19 van de Asv.

Artikel 13 Vaststelling

In aanvulling op de indieningsvereisten uit artikel 26 onderscheidenlijk artikel 27 van de Asv, moet bij de aanvraag tot vaststelling inzicht worden gegeven in alle in dit artikel opgesomde gegevens.

Op grond van artikel 13, onder b, moeten de resultaten van de subsidie worden beschreven. Resultaten zijn bijvoorbeeld het verschil in de toetsscore van kinderen voor en na de interventie of de doorstroming van kinderen naar vervolgonderwijs.

Artikel 14 Slotbepalingen

In afwijking van artikel 3, derde lid, van de Asv, vervalt deze subsidieregeling al eerder dan na vier jaar. Deze subsidieregeling is namelijk gekoppeld aan het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2025-2026.