Regeling vervalt per 01-03-2025

Subsidieregeling inzet woningcorporaties vanuit specifieke rijksuitkering energiearmoede

Geldend van 26-09-2024 t/m 28-02-2025

Intitulé

Subsidieregeling inzet woningcorporaties vanuit specifieke rijksuitkering energiearmoede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur Stadsontwikkeling van 26 augustus 2024 met kenmerk M2408-4169;

gelet op de artikelen 3, derde lid, 6, derde lid, en 12a van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende, dat het wenselijk is een subsidieregeling vast te stellen voor woningcorporaties waarmee zij extra of versneld verduurzamingsmaatregelen kunnen treffen;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder woningcorporatie: instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet voor zover deze instelling actief is in de gemeente Rotterdam.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor energiebesparende of energieopwekkende activiteiten uitgevoerd in of aan sociale huurwoningen waaronder wordt verstaan huurwoningen in bezit van een woningcorporatie met een aanvangshuurprijs onder de grens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag en die zijn gelegen in de gemeente Rotterdam.

  • 2. De te subsidiëren activiteiten:

    • a.

      leiden niet tot huurverhoging voor de zittende huurder;

    • b.

      leiden tot een verlaging van de energierekening van de huurder;

    • c.

      worden uitgevoerd bij woningen met een energielabel D, E, F, of G; en

    • d.

      worden versneld en bovenop de lopende onderhoudsplannen uitgevoerd.

  • 3. Activiteiten gericht op het vervangen van cv-installaties en plaatsen van warmtepompen komen niet in aanmerking voor subsidie indien er in de betreffende wijk een warmtenet ligt of er plannen zijn, al dan niet geïnitieerd door de gemeente, om dit binnen vijf jaar aan te leggen.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan woningcorporaties.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten die voorafgaand aan de subsidieverlening of na afloop van de periode waar subsidie voor wordt verleend, zijn gemaakt.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de voor in subsidie in aanmerking komende kosten met een minimum van € 150.000 en een maximum van € 1.000.000 per aanvraag.

Artikel 7 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling geldt voor de periode tot en met 28 februari 2025 een subsidieplafond van € 1.900.000.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten effectief zijn, uitgedrukt in;

      • 1°.

        besparing energiekosten per woning in euro per jaar;

      • 2°.

        investering per woning in euro en de totale investering in euro;

    • b.

      of warmte of elektriciteit wordt bespaard of opgewekt;

    • c.

      of biobased materiaal wordt toegepast.

  • 3. Aan de rangschikkingscriteria worden punten toegekend op de wijze, bedoeld in de bijlage.

  • 4. Enkel subsidieaanvragen met een minimale score van zes punten worden in de rangschikking meegenomen.

  • 5. Indien het subsidieplafond zou worden overschreden door het verlenen van subsidie voor meerdere aanvragen die op basis van de criteria, bedoeld in artikel 4 een gelijke rangorde hebben, wordt de onderlinge rangschikking van deze aanvragen door middel van loting vastgesteld.

  • 6. Indien het subsidieplafond zou worden overschreden door het verlenen van de volledig aangevraagde subsidie aan de laatste aanvrager in de rangschikking die voor subsidie in aanmerking komt, dan wordt de subsidie verstrekt tot het bedrag waarmee het subsidieplafond is bereikt, mits de aanvrager aantoont dat de gedeeltelijke verstrekking doelmatig is.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1. De subsidie wordt digitaal aangevraagd onder gebruikmaking van de formulieren die op de website www.rotterdam.nl/subsidies beschikbaar zijn gesteld.

  • 2. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een ingevuld sjabloon ‘projectplan’ met een inhoudelijke onderbouwing van de maatregel toegespitst op in ieder geval de criteria, bedoeld in artikel 8, tweede lid, alsmede:

      • 1°.

        in welke wijk en straat, met inbegrip van het huisnummer, een maatregel als bedoeld in artikel 3 wordt uitgevoerd;

      • 2°.

        het energielabel per huishouden;

      • 3°.

        het aantal huishoudens dat profiteert van deze maatregel;

      • 4°.

        wanneer de maatregel wordt uitgevoerd en afgerond.

    • b.

      een ingevuld sjabloon ‘begroting’ met een financiële specificatie naar kostensoort van de maatregel, voor zover mogelijk bestaande uit eenheden en tarieven;

    • c.

      offerte(s) waarmee de begroting wordt onderbouwd;

    • d.

      het staatssteunadvies, met daarin onderbouwd waarom subsidie voor de uit te voeren maatregel geoorloofde staatssteun is, gelet op het DAEB-vrijstellingsbesluit.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag wordt ingediend in de periode vanaf de inwerkingtreding van deze regeling tot en met 8 november 2024.

Artikel 11 Beslistermijn

Het college beslist binnen 12 weken na sluiting van de aanvraagtermijn op de subsidieaanvraag.

Artikel 12 Aanvullende verplichting subsidieontvanger

De activiteiten zijn uiterlijk 31 december 2025 uitgevoerd.

Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 maart 2025.

  • 2. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die krachtens deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling inzet woningcorporaties specifieke rijksuitkering energiearmoede.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 september 2024.

De secretaris,

G.J.D. Wigmans

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Bijlage: Beoordelingsmethodiek als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de subsidieregeling Inzet woningcorporaties vanuit specifieke rijksuitkering energiearmoede

Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

Criterium 1: Mate van effectiviteit van de investering uitgedrukt in euro ten aanzien van de besparing per woning en de investering per woning.

Navolgbaar gemaakt met de volgende onderdelen;

  • a.

    besparing energiekosten uitgedrukt in euro per jaar per woning;

  • b.

    totale investering en investering per woning.

Bij de beoordeling op dit criterium worden alleen de huishoudens meegenomen die ook daadwerkelijk financieel profiteren van de activiteit. In het geval van:

  • a.

    dakisolatie gaat het alleen om de woningen op de bovenste twee verdiepingen;

  • b.

    spouw of gevelisolatie gaat het alleen om de woningen die grenzen aan de buitenmuren die geïsoleerd worden;

  • c.

    vloerisolatie gaat het alleen om de woningen op de onderste twee verdiepingen.

Tenzij de energiekosten collectief worden afgerekend, bijvoorbeeld in het geval van studentenhuisvesting.

Indien sprake is van verschillende maatregelen binnen één complex, worden alle huishoudens meegenomen die profiteren van één of meer van de activiteiten.

Om de besparing te berekenen wordt gewerkt met de volgende tarieven:

  • a.

    gas kleinverbruik € 1,30/m3;

  • b.

    elektriciteit kleinverbruik € 0,35/kWh;

  • c.

    warmtenet kleinverbruik € 44,82/GJ.

De score wordt berekend door de gekapitaliseerde besparing per woning te delen door de investering per woning.

Punten

0,25 en hoger

5 punten

0,20 t/m 0,24

4 punten

0,15 t/m 0,19

3 punten

0,10 t/m 0,14

2 punten

0,05 t/m 0,09

1 punt

0,04 en lager

0 punten

Criterium 2: Besparen op of opwek van warmte of elektriciteit

Onder besparen op warmte en elektriciteit valt in ieder geval:

  • a.

    vervangen van enkel glas naar HR++ of triple glas;

  • b.

    isoleren van het dak;

  • c.

    isoleren van de gevel of spouwmuurisolatie;

  • d.

    isoleren van de vloer;

  • e.

    ketelvervanging voor efficiëntere dan wel duurzamere oplossing;

  • f.

    waterzijdig inregelen;

  • g.

    warmteterugwinning in combinatie met mechanische ventilatie;

  • h.

    verbeteren kierdichting;

  • i.

    oude ventilatieboxen vervangen en kanaalreiniging.

Onder opwek valt in ieder geval het plaatsen van zonnepanelen.

Indien de activiteiten binnen één complex gericht zijn op zowel besparen als opwek, worden 5 punten toegekend.

Punten

Besparen op warmte of elektriciteit

5 punten

Opwek van elektriciteit

3 punten

Criterium 3: Toepassing van biobased materiaal

Onder biobased materiaal wordt verstaan hernieuwbare materialen van biologische oorsprong.

Punten

Wel toegepast

1 punten

Niet toegepast

0 punten

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Toelichting Subsidieregeling Inzet Woningcorporaties vanuit Specifieke Rijksuitkering energiearmoede

Algemene toelichting

Uit data van TNO blijkt dat ongeveer 65% van de Rotterdammers die kampen met energiearmoede in 2023 wonen in een sociale huurwoning (onlinekaart op energiearmoede.tno.nl – geraadpleegd op 1 juli 2024). Met deze regeling wil het college de woningcorporaties ondersteunen om extra of versneld hun sociale huurwoningen binnen de gemeente Rotterdam te verduurzamen. Het doel hiervan is dat het energieverbruik van de huurders daalt of de energie zelf wordt opgewekt en daarmee de energierekening daalt.

De subsidie wordt opgezet met de beschikbare middelen vanuit de Specifieke Rijksuitkering energiearmoede. De gemeente Rotterdam heeft deze rijksmiddelen ontvangen met als doel de energierekening van Rotterdammers met (een kans op) energiearmoede structureel te verlagen door middel van verduurzaming.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3 Activiteiten

Eerste lid

Het gaat hierbij expliciet om activiteiten waarbij het DAEB-vrijstellingsbesluit de mogelijkheid biedt, met inachtneming van afspraken over een terugvorderingsmechanisme, op te subsidiëren.

Tweede lid, sub a

Er mag geen huurverhoging plaatsvinden voor de zittende huurder op basis van de gesubsidieerde activiteit. Er hoeft immers geen investering ‘terug verdiend’ te worden, aangezien de activiteit is gesubsidieerd.

Tweede lid, sub c

We kiezen expliciet voor energielabel D, E, F en G omdat hier de grootste besparing is te behalen voor de huurders.

Derde lid

Wij subsidiëren vanuit deze regeling geen activiteiten die conflicteren met een aardgasvrije aanpak vanuit de gemeente of vanuit andere partijen geïnitieerd. Om die reden wordt het vervangen van cv-installaties en plaatsen van warmtepompen uitgesloten in wijken waar een warmtenet ligt en wijken waar binnen vijf jaar een aanpak start om een warmtenet aan te leggen. In wijken waar geen warmtenet ligt en ook niet binnen vijf jaar een aanpak start, is het vervangen van cv-installaties of plaatsen van warmtepompen wel geoorloofd.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Onder het eerste lid vallen de kosten die noodzakelijk zijn om de activiteit goed uit te voeren, denk hierbij bijvoorbeeld aan het plaatsen van bouwsteigers en het vervangen of optimaliseren van de meterkast voor individueel aangesloten PV-panelen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Het staat de indiener vrij om vergelijkbare activiteiten te bundelen in één aanvraag, zodat wordt voldaan aan het minimumbedrag. Indien wordt gekozen voor een complex aanpak met verschillende activiteiten, is de wens om dit in te dienen als één subsidieaanvraag.

Artikel 7 Subsidieplafond

Indien het subsidieplafond in de eerste ronde niet volledig wordt uitgenut, kan ervoor worden gekozen een tweede ronde open te stellen met het overgebleven budget. Dit gebeurt dan uiterlijk voor 1 maart 2025.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Zesde lid

Indien de eerstvolgende aanvraag in de rangschikking het subsidieplafond overschrijdt, wordt in overleg getreden met de indiener. Het projectplan en de begroting mogen dan worden gewijzigd, zodat het past binnen het overgebleven subsidieplafond. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat de indiener aantoont dat de aangepaste aanvraag minimaal evenveel punten behaald als de oorspronkelijke aanvraag. Om dit te bewerkstelligen kan de indiener er onder andere voor kiezen de kosten en activiteiten evenredig te verlagen om binnen het subsidieplafond te blijven, en dezelfde puntentoekenning te behouden. De indiener kan er ook voor kiezen het deel wat buiten het subsidieplafond valt, zelf te financieren. In dit geval wordt als prestatie de activiteiten opgenomen die vanuit de subsidie worden bekostigd.

Binnen de inhoudelijke beoordeling vanuit de gemeente wordt het aantal behaalde punten opnieuw berekend. Indien het aantal behaalde punten minimaal even hoog is, zien wij de gedeeltelijke verstrekking als doelmatig.

Artikel 9 Aanvraag

Tweede lid, sub d

Voor het staatssteunadvies kan de indiener verwijzen naar het Rapport Staatssteun dat in opdracht van de Gemeente Rotterdam is uitgevoerd door Lysias. Dit rapport is op te vragen bij het college.