Verordening controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 Gemeentewet)

Geldend van 26-09-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 26-01-2024

Intitulé

Verordening controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 Gemeentewet)

Besluit van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Basismobiliteit, tot vaststelling van de Verordening controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 Gemeentewet) Gemeenschappelijke Regeling Basismobiliteit 2023)

Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Regeling Basismobiliteit;

gelezen het voorstel van de directie van 28 maart 2024;

gelet op artikel 213, eerste lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening controle financiële beheer en organisatie (artikel 213 Gemeentewet)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • accountant: een door het bestuur aangewezen accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet;

  • accountantscontrole: controle van de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening door de accountant;

  • deelverantwoording: een in opdracht van het bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een deel van de gemeenschappelijke regelingsorganisatie, welke verantwoording onderdeel uitmaakt van de jaarrekening;

  • jaarrekening: jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling als bedoeld in artikel 197 van de Gemeentewet;

  • managementletter: verslag van de accountant gericht aan het algemeen bestuur met belangrijke bevindingen en adviezen voor verbetering van de interne beheersing, de IT-omgeving en actuele ontwikkelingen;

  • rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van de directie waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1.

    De accountantscontrole vindt plaats door een accountant. De aanwijzing van de accountant geschiedt voor een periode van 6 jaar.

  • 2.

    De directie bereidt in overleg met het bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

    • a.

      In afwijking van artikel 2 kan de directie aan het bestuur voorstellen om de dienstverlening van de accountant via een onderhandse aanbesteding te gunnen.

  • 3.

    Het bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. Het programma van eisen bevat voor de jaarlijkse accountantscontrole in ieder geval:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties bij de accountantscontrole, de verantwoordingsgrens door het bestuur en afwijkende rapportagegrenzen;

    • b.

      de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases; en goedkeuringstoleranties en afwijkende rapporteringstoleranties;

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering (zoals de management- en/of boardletter);

    • f.

      de posten van de jaarrekening met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn accountantscontrole specifiek aandacht dient te besteden;

    • g.

      de producten of organisatieonderdelen binnen de gemeenschappelijke regeling met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn accountantscontrole specifiek aandacht dient te besteden;

  • 4.

    In afwijking van het derde lid, aanhef, kan het bestuur in het programma van eisen opnemen, dat het bestuur jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant de onder f en g genoemde onderdelen vaststelt.

  • 5.

    Het bestuur stelt de selectiecriteria en per selectiecriterium de bijbehorende wegingsfactoren vast.

Artikel 3. Overige controles en opdrachten

  • 1.

    De directie kan de accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de doelmatigheid en doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. De directie informeert het bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2.

    De directie draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries.

  • 3.

    De directie draagt de zorg voor de verantwoording aan derden en nemen hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Als een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is de directie bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur aangewezen accountant, indien dit in het belang van de Gemeenschappelijke Regeling Basismobiliteit is.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de frequentie, de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant kan de werkzaamheden in het kader van de accountantscontrole ook zonder vooraankondiging uitvoeren. De voor de controle benodigde dossierstukken vraagt de accountant zoveel mogelijk vooraf schriftelijk op bij een vertegenwoordiger van de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek overleg plaats tussen de accountant en een vertegenwoordiging vanuit de gemeenschappelijke regeling.

Artikel 5. Informatieverstrekking door de directie

  • 1.

    De directie is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening, met de rechtmatigheidsverantwoording, conform de geldende wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor accountantscontrole.

  • 2.

    De directie draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende bescheiden voor de accountant ter inzage liggen en onbelemmerd toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt de directie schriftelijk aan de accountant, dat alle bij de directie bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    De directie biedt één week voor besluitvorming, (besluitvorming op uiterlijk 30 maart van elk jaar), door het bestuur de gecontroleerde jaarrekening aan samen met de accountantsverklaring, het verslag van bevindingen met een reactie vanuit de directie.

  • 5.

    Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door de directie aan het bestuur en de accountant gemeld.

  • 6.

    De accountant maakt voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording door de directie zo veel mogelijk gebruik van het namens de directie uitgevoerde onafhankelijke onderzoek.

  • 7.

    De accountant maakt in de accountantscontrole zo veel mogelijk gebruik van de aanwezige interne beheersing van de werkzaamheden van de interne auditfunctie van de Gemeenschappelijke Regeling Basismobiliteit en stimuleert door een zo veel mogelijke organisatiegerichte accountantscontrole de verdere kwaliteitsverbetering en professionalisering van de ambtelijke organisatie.

Artikel 6. Toegang tot informatie door accountant

  • 1.

    De directie draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle relevante werkplaatsen van de gemeente.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle in de organisatie werkende personen mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. De directie draagt er zorg voor, dat de in de organisatie werkende personen hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    De directie draagt er zorg voor, dat alle in de organisatie werkende personen zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over het gevoerde financiële beheer, de getrouwheid van zowel het financiële beeld als de verklaring omtrent de rechtmatige totstandkoming van de baten en lasten.

Artikel 7. Rapportering door accountant

  • 1.

    Indien de accountant bij een accountantscontrole tot het oordeel komt dat de rechtmatigheidsverantwoording door de directie niet getrouw is, dan wel afwijkingen constateert die op zichzelf leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende controleverklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het bestuur en zendt een afschrift hiervan aan de directie.

  • 2.

    In aanvulling op het verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde controles verslag uit over zijn bevindingen die niet van bestuurlijk belang zijn aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • 3.

    De controleverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het bestuur door de accountant aan de directie voorgelegd met de mogelijkheid voor de directie om op deze stukken te reageren.

  • 4.

    De accountant bespreekt, indien door het bestuur gewenst, voorafgaand aan de behandeling van de jaarstukken, binnen het bestuur het verslag van bevindingen met een voor dit doel door het algemeen bestuur ingestelde vertegenwoordiging van het bestuur.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 26 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening en deelverantwoordingen van het verslagjaar 2023 en later.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening controle financiële beheer en organisatie (artikel 213 Gemeentewet) Gemeenschappelijke Regeling Basismobiliteit 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het bestuur, gehouden op 28 maart 2024,

De voorzitter,

De secretaris,