Beleidsregel toepassing artikel 174a Gemeentewet Den Haag 2024

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel toepassing artikel 174a Gemeentewet Den Haag 2024

Toelichting

Het aantal incidenten van excessief geweld rond panden neemt toe. Daarbij gaat het zowel om het plaatsen en laten afgaan van explosieven, als het beschieten van panden. Het betreft onder meer woningen en niet voor publiek toegankelijke lokalen inclusief het bijbehorende erf. De maatschappelijke impact van deze incidenten is groot. Het geweld treft niet alleen bewoners of aanwezigen, maar ook de omgeving. Er zijn veelal jonge daders bij de aanslagen betrokken. Deze incidenten veroorzaken onrust en angst bij omwonenden. Zij voelen zich niet meer veilig in hun eigen omgeving. Het is dan ook vanuit het oogpunt van openbare orde noodzakelijk dat wordt opgetreden tegen dit excessief geweld.

De sluitingsbevoegdheid van de burgemeester is vanwege de bovenstaande ontwikkelingen uitgebreid met de wijziging van artikel 174a van de Gemeentewet. De burgemeester heeft per 1 januari 2024 op grond van (het gewijzigde) artikel 174a van de Gemeentewet de bevoegdheid om een woning of een niet voor publiek toegankelijk lokaal te sluiten op het moment dat de openbare orde rond de woning of het lokaal is verstoord doordat ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal wordt gepleegd, of daar ernstige vrees voor bestaat. Ook kan de burgemeester een woning of lokaal sluiten op het moment dat daar een wapen wordt aangetroffen en daardoor de openbare orde rond de woning of het lokaal wordt verstoord, of daarvoor ernstige vrees bestaat.

De beleidsregel geeft invulling aan de toepassing van artikel 174a van de Gemeentewet. Deze beleidsregel geldt alleen voor woningen en niet voor publiek toegankelijke lokalen.

Besluitvorming

De burgemeester van Den Haag,

gelet op:

  • -

    artikel 174a van de Gemeentewet, en

  • -

    artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht,

besluit vast te stellen de Beleidsregel toepassing artikel 174a van de Gemeentewet Den Haag 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

- burgemeester:

- erf:

de burgemeester van Den Haag;

een bij een pand bijbehorend deel zoals een tuin of binnenplaats;

- lokaal:

een niet voor publiek toegankelijke ruimte van bedrijfspanden, kantoren, loodsen of garageboxen alsmede een daarbij behorend erfen de hierop staande gebouwen;

- pand:

- sluiting:

woning of lokaal;

het volledig ontoegankelijk en onbewoonbaar maken van een pand;

- woning:

een zelfstandige dan wel niet zelfstandige woning, een woonwagen of een woonboot alsmede het daarbij bijbehorende erf en de hierop staande gebouwen, zoals een kelderbox of berging.

Artikel 1:2 Reikwijdte beleidsregel

  • 1.

    Met deze beleidsregel vult de burgemeester in hoe uitvoering wordt gegeven aan de bevoegdheid bedoeld in artikel 174a van de Gemeentewet ten aanzien van woningen en bijbehorende erven en niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven.

  • 2.

    Deze beleidsregel geldt niet voor zover in dit onderwerp wordt voorzien door het handhavingsbeleid met betrekking tot horeca-inrichtingen, of het handhavingsbeleid met betrekking tot seksinrichtingen en escortbedrijven.

Hoofdstuk 2 Toepassing artikel 174a van de Gemeentewet

Artikel 2:1 Toepassing artikel 174a, lid 1 onder a van de Gemeentewet

  • 1.

    De burgemeester kan een pand tijdelijk sluiten op grond van artikel 174a, lid 1 onder a van de Gemeentewet indien door gedragingen in het pand de openbare orde rond het pand wordt verstoord.

  • 2.

    Bij de afweging of een pand tijdelijk wordt gesloten weegt de burgemeester in ieder geval de volgende aspecten mee: de ernst van de verstoring, de aanwezigheid van bewoners, de achtergrond van het incident, of er eerder incidenten hebben plaatsgevonden, de duur en de frequentie van de overlast en het risico voor de omgeving.

Artikel 2:2 Toepassing artikel 174a, lid 1 onder b van de Gemeentewet

  • 1.

    De burgemeester kan een pand tijdelijk sluiten op grond van artikel 174a, lid 1 onder b van de Gemeentewet als door ernstig geweld of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van het pand de openbare orde rond het pand ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.

  • 2.

    Er is in ieder geval sprake van een (dreigend) ernstig geweldsincident in het geval een pand wordt beschoten met een vuurwapen of bij het pand een explosief wordt geplaatst en uit politie informatie blijkt dat de openbare orde hiermee ernstig is verstoord, of in het geval uit politie informatie blijkt dat er een ernstige vrees bestaat dat er ten aanzien van een pand een ernstig geweldsincident zal plaatsvinden.

  • 3.

    Bij de afweging van de ernstige vrees of een ernstig geweldsincident (opnieuw) zal plaatsvinden weegt de burgemeester in ieder geval de volgende aspecten mee: de achtergrond van het incident, of er aanhoudingen zijn verricht, de ernst van de verstoring, de kwetsbaarheid van de wijk en of er eerdere incidenten hebben plaatsgevonden.

  • 4.

    Indien op basis van concrete aanwijzingen een vrees voor herhaling bestaat, wordt de noodzaak van een tijdelijke sluiting van het pand versterkt.

Artikel 2:3 Toepassing artikel 174a, lid 1 onder c van de Gemeentewet

  • 1.

    De burgemeester kan een pand tijdelijk sluiten op grond van artikel 174a, lid 1 onder c van de Gemeentewet als er een of meerdere wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie in een pand worden aangetroffen en daarmee de openbare orde rond het pand ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.

  • 2.

    Van een openbare ordeverstoring, of de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is in ieder geval sprake als de in het pand gevonden wapens worden verhandeld of er aanwijzingen zijn dat een of meerdere vuurwapens in of in de nabijheid van het pand wordt gebruikt voor (af)dreiging of daartoe ernstige vrees bestaat.

  • 3.

    Bij de afweging of een pand tijdelijk wordt gesloten weegt de burgemeester in ieder geval de volgende aspecten mee: de locatie van het wapen of de wapens, of het vuurwapen of de vuurwapens was/waren doorgeladen, of er munitie aanwezig was, het type wapen of wapens, en of er nog andere goederen aanwezig waren.

Artikel 2:4 Toepassing artikel 174a, lid 2 van de Gemeentewet

  • 1.

    De burgemeester kan een pand tijdelijk sluiten op grond van artikel 174a, lid 2 van de Gemeentewet in het geval dat er ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde is op de grond dat een rechthebbende een pand op een zodanige wijze heeft gebruikt of doen gebruiken dat een pand op grond van het artikel 174a Gemeentewet, eerste lid, onderdeel a, is gesloten, en er aanwijzingen zijn dat betrokkene een pand waarvan hij rechthebbende is eveneens op een zodanige wijze zal gebruiken of doen gebruiken.

  • 2.

    Bij de afweging van de ernstige vrees of er een verstoring van de openbare orde zal plaatsvinden weegt de burgemeester in ieder geval de volgende aspecten mee: de achtergrond van het eerdere incident, of er aanhoudingen zijn verricht, de ernst van de eerdere verstoring en de kwetsbaarheid van de wijk.

Artikel 2:5 Afweging evenredigheid

In de afweging over de evenredigheid van de tijdelijke sluiting van een pand weegt de burgemeester in ieder geval de volgende aspecten en persoonlijke omstandigheden mee: de mate van persoonlijke verwijtbaarheid, de aanwezigheid van alternatieve huisvesting, de aanwezigheid van minderjarige kinderen, de gezondheidstoestand van de bewoners en de consequenties voor de huurrelatie.

Artikel 2:6 Sluitingstermijn

  • 1.

    De burgemeester sluit panden op grond van artikel 174a van de Gemeentewet voor een periode van één maand.

  • 2.

    De burgemeester zal in het geval dat er ten tijde van de sluitingstermijn nieuwe feiten en omstandigheden bekend worden die een bedreiging vormen voor de openbare orde en veiligheid in of in de nabijheid van het pand of de dreigende situatie waardoor het pand in eerste instantie is gesloten onverminderd voortduurt, de sluitingstermijn met één maand verlengen.

  • 3.

    De burgemeester zal in het geval van directe gevaarzetting voor een ernstige verstoring van de openbare orde of fysieke veiligheid waarbij zich een spoedeisende situatie voordoet, direct een bevel tot sluiting geven voor een periode van ten hoogste twee weken.

Artikel 2:7 Toepassen feitelijke sluiting

  • 1.

    De burgemeester sluit bij de toepassing van bestuursdwang als uitgangspunt het gehele pand.

  • 2.

    De burgemeester gaat bij aanvang van de sluiting over tot feitelijk handelen door het betreffende pand te sluiten.

  • 3.

    Sluiting houdt in dat het pand door niemand mag worden betreden gedurende de sluitingstermijn. Alleen personen voor wie aanwezigheid wegens dringende redenen in het pand noodzakelijk is, mogen het pand nog betreden na uitdrukkelijke toestemming van de burgemeester of de politie hiervoor.

  • 4.

    Bij de sluiting wordt het pand verzegeld en worden aanduidingen op het pand aangebracht waarop staat dat het pand gesloten is op grond van artikel 174a Gemeentewet.

  • 5.

    Als uitgangspunt ligt de verantwoordelijkheid voor het vinden van alternatieve huisvesting gedurende de sluiting van een pand, bij de bewoner(s) van het pand.

Artikel 2:8 Opheffen sluiting

  • 1.

    Een belanghebbende kan de burgemeester schriftelijk en gemotiveerd verzoeken om het besluit tot tijdelijke sluiting van het pand op te heffen.

  • 2.

    De burgemeester stemt alleen in met een verzoek tot opheffing van de tijdelijke sluiting in het geval het voldoende zeker is dat de doelen die met de sluiting worden beoogd, reeds zijn bereikt.

Hoofdstuk 3 Hardheidsclausule en slotbepalingen

Artikel 3:1 Hardheidsclausule

De burgemeester kan in bijzondere en dringende gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de belanghebbende, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 3:2 Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3:3 Citeertitel en intrekking

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel toepassing artikel 174a Gemeentewet Den Haag 2024.

Den Haag, 27 augustus 2024

De burgemeester van Den Haag,

Jan van Zanen