Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724440
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724440/1
Treasurystatuut gemeenschappelijke regeling Cure
Geldend van 19-09-2024 t/m heden
Intitulé
Treasurystatuut gemeenschappelijke regeling CureHet Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Cure,
Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden,
op artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Cure en artikel 9 van de Financiële
en controleverordening van Cure;
overwegende, dat
- •
de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) (2001) een gezonde financiering van openbare lichamen bevordert en normen bevat voor risicobeheersing;
- •
de Wet fido in 2013 is gewijzigd in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ‘s Rijks schatkist alle decentrale overheden verplicht om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist;
- •
de Financiële beheers- en controleverordening Gemeenschappelijke Regeling Cure in artikel 9 Financiering, beperkte mogelijkheden geeft voor het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties;
- •
de gemeenschappelijke regeling Cure financiële middelen verkrijgt van de deelnemende gemeenten;
- •
artikel 31 van de gemeenschappelijke regeling bepaalt dat elk der deelnemende gemeenten de betaling waarborgt van rente en aflossing van de door Cure op basis van de vastgestelde begrotingen en/of begrotingswijzigingen te sluiten geldleningen en in rekening-courant op te nemen gelden naar rato van de kostenverdeling genoemd in artikel 30;
- •
dit concreet betekent dat de rente en aflossing van leningen voor investeringen via de begroting worden toegerekend aan de gemeente waarvoor een investering wordt gedaan;
- •
financiële instellingen er van uit kunnen gaan dat waarborgen van deelnemende gemeenten uitsluitend zijn bedoeld voor leningen die door de gemeenschappelijke regeling Cure zijn aangegaan;
- •
Cure Uitvoeringsdienst B.V., zijnde een 100 % dochteronderneming van de gemeenschappelijke regeling Cure, een financieringsbehoefte heeft voor jaarlijks weerkerende investeringen in activa, waaronder voertuigen en inzamelmiddelen;
- •
deze financieringsbehoefte kan worden gedekt door het doorlenen vanuit de gemeenschappelijke regeling van leningen die zij heeft aangegaan, aan Cure Uitvoeringsdienst B.V.;
- •
hiervoor een Treasurystatuut met beperkte reikwijdte kan worden gehanteerd, gezien het voorstel van het dagelijks Bestuur,
BESLUIT:
vast te stellen:
Treasurystatuut gemeenschappelijke regeling Cure
I Begrippenkader
Artikel 1.
In dit statuut wordt verstaan onder:
- •
Cure Gemeenschappelijke regeling Cure;
- •
Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;
- •
Financiële instellingen Kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen;
- •
Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar;
- •
Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden betalingsverkeer);
- •
Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van Cure bij aanvang van het jaar;
- •
Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;
- •
Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van liquiditeitsproblemen;
- •
Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
- •
Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;
- •
Liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
- •
Rating Een classificatie die de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier aangeeft.
- •
Rating agency Een creditrating wordt afgegeven door een bureau (‘rating agency’) dat gespecialiseerd is in het analyseren van kredietwaardigheid; De erkende agencies zijn Standard&Poors, Moody’s en Fitch IBCA;
- •
Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van Cure door rentewijzigingen;
- •
Renterisiconorm De som van de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen mag niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal;
- •
Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
- •
Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
- •
Rentevisie Toekomstverwachting over de rente-ontwikkeling;
- •
Solvabiliteitsratio van 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;
- •
Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
- •
Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
II Doelstellingen van de treasuryfunctie
Artikel 2.
De treasuryfunctie van Cure dient tot:
- 1.
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
- 2.
Het beschermen van de vermogens- en (rente-)resultaten van Cure tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s;
- 3.
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- 4.
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.
Risicobeheer
III Uitgangspunten risicobeheer
Artikel 3.
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
- 1.
Cure mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan Cure Uitvoeringsdienst B.V.
- 2.
Cure kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
- 3.
Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
IV Renterisicobeheer
Artikel 4.
-
1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;
-
2. De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;
-
3. Nieuwe leningen of uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;
-
4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van nieuwe leningen of uitzettingen wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
-
5. Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft Cure tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.
V Koersrisicobeheer
Artikel 5.
Cure beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend producten te hanteren waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is en verder beperkt tot: rekening courant, spaarrekening en daggeld.
VI Kredietrisicobeheer
Artikel 6.
-
1. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
- a.
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
- -
Nederlandse instellingen, voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt, zijnde overheden en andere publiekrechtelijke lichamen;
- -
Nederlandse financiële instellingen in Nederland met ten minste een A-rating van twee erkende rating agencies voor looptijden tot 3 maanden;
- -
Nederlandse financiële instellingen met ten minste een AA-rating van twee erkende rating agencies voor looptijden van 3 maanden of langer;
- -
's Rijks schatkist in het kader van schatkistbankieren op grond van de Wet Fido
- -
- b.
Financiële instellingen moeten vallen onder Nederlands of anderszins EERtoezicht, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.
- a.
-
2. Teneinde kredietrisico’s te spreiden wordt maximaal € 15 miljoen van de middelen uitgezet bij één individuele tegenpartij;
-
3. Als de rating van een van de hierboven genoemde financiële instellingen tijdens de looptijd van een uitzetting daalt tot onder de voorgeschreven minimale rating, zal beoordeeld worden of de belegging wordt beëindigd.
VII Intern liquiditeitsrisicobeheer
Artikel 7.
Cure beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal vier jaar.
VIII Valutarisicobeheer
Artikel 8.
Valutarisico’s worden door Cure uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro).
IX Financiering
Artikel 9.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de taak zoals geformuleerd in artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling Cure;
- 2.
Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;
- 3.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen;
- 4.
Cure vraagt offertes op bij 2 instellingen alvorens een financiering met een looptijd vanaf één jaar wordt aangetrokken.
X Langlopende uitzettingen
Artikel 10.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;
- 2.
Cure vraagt bij drie instellingen offertes op alvorens een uitzetting met een looptijd vanaf één jaar wordt gedaan.
- 3.
Bij tijdelijke overtolligheid van geleende gelden wordt het geld bij dezelfde instelling als waar het geleend is weer uitgezet (nettering) of de schatkist van het Rijk.
XI Relatiebeheer
Artikel 11.
Cure beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor de af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Bankrelaties en hun bancaire condities worden periodiek beoordeeld via de aanbesteding bancaire dienstverlening van Cure;
- 2.
Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te beschikken over een A-rating van twee erkende ratingagencies. Voor uitzettingen uit hoofde van treasury gelden de eisen die zijn gesteld in artikel 6;
- 3.
Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Kasbeheer
XII Geldstromenbeheer
Artikel 12.
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:
- 1.
Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.
- 2.
Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
XIII Saldo- en liquiditeitenbeheer
Artikel 13.
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
- 1.
Cure streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;
- 2.
Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan Cure kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;
- 3.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;
- 4.
Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld en spaarrekeningen.;
- 5.
Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan, met inachtneming van de geformuleerde maximumbedragen;
- 6.
Cure vraagt bij minimaal twee instelling offerte op alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar.
Leningen en garanties aan derden
XIV Uitgangspunten
Artikel 14
-
1. Cure verstrekt uitsluitend leningen of garanties aan de Cure Uitvoeringsdienst B.V. voor investeringen in activa en activiteiten die passen binnen de doelstelling zoals genoemd in artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Cure.
-
2. een lening of garantie van Cure moet passen binnen de hiervoor geldende nationale en internationale kaders, waaronder de wet Fido en de bepalingen die van toepassing zijn op staatssteun.
XV Voorwaarden
Artikel 15
Ter beperking van het risico voor Cure worden hieraan de volgende voorwaarden
gesteld:
- a.
het besluit om een lening of garantie te verstrekken moet worden genomen door het dagelijks bestuur van Cure. De lenings-, garantie- en overige overeenkomsten die op basis van dit besluit worden afgesloten, zijn aan de goedkeuring van het dagelijks bestuur van Cure en dienen, voor zover van toepassing, te voldoen aan de hiervoor geldende nationale en internationale kaders. Indien het onderhavige besluit ingrijpende gevolgen kan hebben voor Cure, wordt het besluit genomen door het algemeen bestuur van Cure.
- b.
Cure Uitvoeringsdienst B.V. betaalt over de lening of garantie jaarlijks aan de Cure dezelfde rente en directe kosten als Cure voor de lening betaalt aan de financiële instellingen.
- c.
met betrekking tot de activa die met de gegarandeerde of verstrekte geldleningen worden aangeschaft kunnen nader in te vullen zekerheidseisen worden gesteld, zoals het vestigen van pandrecht op de activa.
Administratieve organisatie en interne controle
XVI Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Artikel 16.
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.
- 1.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
- 2.
Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd;
- 3.
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
- a.
iedere betalingstransactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);
- b.
de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
- c.
de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.
- a.
- 4.
Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;
- 5.
Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten.
XVII Verantwoordelijkheden
Artikel 17.
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van Cure staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Functie |
Verantwoordelijkheden |
Algemeen bestuur |
|
Dagelijks bestuur |
|
Secretaris-directeur |
|
Controller |
|
Stafmedewerker |
Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteitenconform het treasurystatuut artikel 18. |
XVIII Bevoegdheden
Artikel 18.
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
|
Bevoegd functionaris (eerste handtekening) |
Autorisatie door (tweede handtekening) |
|||
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer |
|
||||
1. Het aantrekken en uitzetten van middelen met looptijd tot één jaar |
Secretaris-directeur |
Dagelijks bestuur |
|||
2. Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen |
Controller |
Secretaris-directeur |
|||
3. Het verlenen van kredietfaciliteiten aan Cure Uitvoeringsdienst B.V. |
Secretaris-directeur |
Dagelijks bestuur |
|||
Bankrelatiebeheer |
|
||||
4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen |
Secretaris-directeur |
Controller |
|||
5. Aanbesteding bancaire dienstverlening |
Secretaris-directeur |
Dagelijks bestuur |
|||
Financiering en uitzetting (voor een periode van één jaar en langer |
|||||
6. Het aantrekken en uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie |
Controller |
Dagelijks bestuur |
|||
7. Het verstrekken van leningen en garanties aan Cure Uitvoeringsdienst B.V. |
Secretaris-directeur |
Dagelijks bestuur |
|||
8. Niet aan het Dagelijks bestuur overgedragen treasuryactiviteiten |
Dagelijks bestuur |
Algemeen bestuur |
XIX Informatievoorziening
Artikel 19.
Met betrekking tot de treasury-activiteiten dient ten minste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Informatie |
Frequentie |
Informatie-verstrekker |
Informatie-ontvanger |
1. Gegevens toekomstige ontvangsten/ uitgaven voor de liquiditeitenplanning |
Incidenteel |
Medewerker |
Controller |
2. Liquiditeitenplanning |
Kwartaal |
Medewerker |
Controller |
3. Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting |
Jaarlijks |
Controller |
Algemeen bestuur |
4. Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van de jaarrekening |
Jaarlijks |
Controller |
Algemeen bestuur |
5. Verantwoording over treasuryactiviteiten |
Periodieke rapportage |
Controller |
Dagelijks bestuur |
6. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido |
Kwartaal |
Secretaris-directeur |
Derden |
XX Inwerkingtreding
Artikel 20.
Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Cure van 20 november 2013.
Voorzitter,
J.B. Helms
Secretaris a.i.
H.P. Potman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl