Beleidsregel Parkeernormen Helmond 2024 - schil en overig gebied

Bij de toetsing van nieuwe ontwikkelingen in Helmond wordt beoordeeld of er in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. De Beleidsregel Parkeernormen Helmond is hiervoor voornamelijk het toetsingskader.

Vanwege de ambities voor het centrum, die zijn verwoord in de Visie parkeren en Bereikbaarheid Centrum (2019), de Herijking van het Centrumperspectief (2020), de Actualisatie Parkeerbeleid (2021) en de Mobiliteitsvisie (2023) wordt voor het kernwinkelgebied, het Stationskwartier en het Centrum een nieuwe beleidsregel vastgesteld. Dit betreft de beleidsregel Parkeernormen Helmond 2024– Centrum, Stationskwartier en kernwinkelgebied. De parkeernormen voor de schil en het overig gebied uit de beleidsregel parkeernormen Helmond 2020 blijven in principe gewoon van kracht. Gezien de noodzakelijke wijzigingen wordt hiervoor wel een nieuwe beleidsregel vastgesteld. Deze is volledig gebaseerd op de beleidsregel parkeernormen Helmond 2020, waarbij alleen de volgende zaken geschrapt of aangepast worden:

• -

  Alle zaken refererend aan het kernwinkelgebied, het Stationskwartier en het Centrum worden geschrapt;

• -

  De gebiedsindeling wordt aangepast omdat in de beleidsregel Parkeernormen Helmond 2024 een nieuwe begrenzing van het Centrum wordt gehanteerd. Hier zal de gebiedsindeling van de ‘beleidsregel Parkeernormen Helmond 2024 – schil en overig gebied’ op worden afgestemd.

De parkeernormen uit de Beleidsregel Parkeernormen Helmond 2020 zijn verder één op één overgenomen.

Bij alle bouwinitiatieven en functiewijzigingen wordt er getoetst op het aspect parkeren. Indien de parkeernormen in het ter plaatse geldende omgevingsplan zijn opgenomen, wordt op basis van die parkeernorm bepaald hoeveel parkeerplaatsen er benodigd zijn. In de paraplunota, vastgesteld door de raad in 2018, is benoemd in welke omgevingsplannen wordt verwezen naar de actuele beleidsregels voor het vaststellen van het aantal benodigde parkeerplaatsen.

In deze Beleidsregel parkeernormen Helmond 2024 – schil en overig gebied wordt aangegeven aan welke parkeereis in die gevallen moet worden voldaan.

Voor de automotive campus en het voormalige Brainport Smart District / Nieuw Brandevoort geldt ook een specifieke beleidsregel: ‘Beleidsregel parkeernormen Automotive Campus Helmond 2018’. en ‘Beleidsregel parkeernormen Brainport Smart District 2022’.

Uitgangspunten bij het opstellen en toepassen van de parkeernormen zijn:

• a.

  De CROW publicatie 182 "parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering" van juni 2003 en de CROW uitgave "ASVV 2004" van april 2004 vormen, net zoals in 2017, de leidraad. Binnen de door de CROW gehanteerde categorie-indeling wordt Helmond als "sterk stedelijk" beschouwd.

• b.

  De parkeernormen zijn afhankelijk van de locatie waar de functie zich bevindt en van de aard en omvang van de functie.

• c.

  Voor de bepaling van de parkeernorm van een project moet een parkeer-balans voor het project opgesteld worden. Hierbij kan het noodzakelijk zijn om voor de parkeerbalans ook het direct aanliggende gebied mee te nemen.

• d.

  De uit de parkeerkencijfers te bepalen parkeernormen zijn minimum normen waaraan voldaan moet worden..

• e.

  Het is onder voorwaarden en in overleg toegestaan om meer parkeerplaatsen dan de aangegeven norm te realiseren.

• f.

  Afhankelijk van de locatie waarvoor de parkeernormen vastgesteld moeten worden, wordt de volgende tweedeling gehanteerd: schil en overig gebied van Helmond (zie bijlage 1)

• g.

  Het in de parkeernormen aangegeven aandeel voor bezoekers moet altijd toegankelijk en beschikbaar zijn en blijven ten behoeve van het parkeren van bezoekers van het betreffende object. Het is dus niet noodzakelijk dat de parkeernorm voor bezoekers daarmee automatisch op gemeentelijk terrein gerealiseerd moet worden. De parkeernorm voor bezoekers kan dus bijvoorbeeld niet in een afgesloten parkeerkelder gerealiseerd worden welke niet vrij toegankelijk is voor bezoekers.

  De te hanteren parkeernormen zijn afhankelijk van de functie van het gebouw/ project. Per functie/ categorie zijn de te hanteren parkeernormen onderstaand weergegeven.

4.1 Parkeernormen Categorie Wonen

Tabel 1: Indeling prijssegmenten koopwoningen voor 2024:

Toelichting: Een indeling naar b.v. duur/middenklasse/goedkoop is flexibel in de tijd. Deze indeling gaat met de tijd mee. Cluster mobiliteit maakt aanpassingen zodra andere wezenlijke indeling plaats vindt tussen de indeling van prijssegmenten.

Tabel 2: Indeling huurwoningen voor 2024

Toelichting: De indeling van de huurwoningen is vastgesteld op basis van de maximale huursubsidiegrens, vastgesteld door het Ministerie van BZ. Dit wordt jaarlijks geïndexeerd.

Sociale koop- en huurwoningen vallen altijd in de klasse ‘goedkoop’. De parkeernorm voor de bewoners moet op eigen terrein gerealiseerd worden met een minimum van 1 parkeerplaats per woning. Het aangegeven "aandeel bezoekers" moet minimaal gerealiseerd worden ten behoeve van bezoekers. Deze parkeerplaatsen moeten zodanig gerealiseerd worden dat deze altijd toegankelijk en beschikbaar zijn en blijven voor bezoekers. In de praktijk worden de beschikbare parkeergelegenheden op eigen terrein niet altijd als zodanig gebruikt. Voor parkeervoorzieningen op eigen terrein worden daarom de rekenwaarden gehanteerd uit tabel 3.

Tabel 3: rekenwaarden parkeervoorzieningen op eigen terrein

1. Voor een tuinparkeerplaats wordt een lagere norm dan 1 aangehouden omdat de ervaring leert dat in een aantal gevallen na verloop van tijd een deel van de tuinparkeerplaatsen verwijderd worden en de ruimte bij de tuin wordt gevoegd . Als het niet juridisch vastligt dat de parkeerplaats ook altijd een parkeerplaats moet blijven is dit niet te voorkomen .

2. Indien juridisch is vastgelegd dat de tuinparkeerplaats ook altijd een parkeerplaats moet blijven, kan wel van een berekeningswaarde van 1 , 0 uitgegaan worden in plaats van de aangegeven 0 , 85 . Indien er sprake is van een zeer brede of lange oprit (of in geval van een ruim erf) kan de rekenwaarde opgehoogd worden tot een maximum van de norm die bij de betreffende woning gesteld wordt. Dit moet per situatie beoordeeld worden.

3. Met een "dubbele parkeerplaats" wordt bedoeld een brede oprit (tenminste 4,50m.) op particulier terrein. De inrit vanaf de openbare weg kan smaller zijn als de parkeerplaatsen maar bereikbaar zijn. De breedte van de inrit vanaf de openbare weg wordt bepaald op basis van de "Beleidsregels uitritten" en niet op basis van de breedte van de oprit op particulier terrein.

4. Bij ten minste een binnenmaat van 6,00 meter lengte en 3,00 meter breedte is er voor de berekening van de parkeernorm sprake van een garage.

4.2 Parkeernormen Categorie Winkels:

Grootschalige detailhandel: winkel formules die vanwege de omvang en aard van het assortiment een groot oppervlak nodig hebben en welke bij voorkeur gelegen zijn op perifere locaties, bijvoorbeeld verkooppunten van auto's, boten en caravans, keukens en sanitair , woninginrichting en meubels, bovenregionale bouwmarkten.

Perifeer: alle terreinen of locaties binnen de bebouwde kom, in of nabij bedrijventerreinen, met een goede autobereikbaarheid, die niet binnen of nabij een bestaand of gepland winkelgebied liggen.

Showroom: autoverkoop (excl. garage deel), meubelverkoop e.d.

Toelichting Winkels:

De parkeernormen moeten volledig op eigen terrein gerealiseerd worden.

De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

Bij voorzieningen in deze categorie moet ook nagegaan worden of er van de te realiseren parkeerplaatsen één of meer parkeerplaatsen aangewezen moeten worden als Gehandicaptenparkeerplaats (GPP), waarbij de afmetingen van de GPP ook aangepast is.

4.3 Parkeernormen Categorie Kantoren:

Toelichting Kantoren:

De parkeernormen moeten volledig op eigen terrein gerealiseerd worden. De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

Bij voorzieningen in deze categorie moet ook nagegaan worden of er van de te realiseren parkeerplaatsen één of meer parkeerplaatsen aangewezen moeten worden als Gehandicaptenparkeerplaats (GPP), waarbij de afmetingen van de GPP ook aangepast is.

4.4 Parkeernormen Categorie Bedrijven:

Toelichting Bedrijven:

De parkeernormen moeten volledig op eigen terrein gerealiseerd worden. De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

4.5 Parkeernormen Categorie Recreatie:

• *

  Ha. Netto terrein : Het betreft hier de sportvelden zelf inclusief de kantine, maar niet het bijbehorende parkeerterrein.

• **

  Ha. Netto terrein: Het betreft hier de ruimte voor de attracties waar de bezoekers ook voor komen. Het is excl. het parkeerterrein, evt. wandelbossen, grote vijvers (zonder attractie erbij) e.d. waar bezoekers niet specifiek voor komen.

Toelichting Recreatie

Richtlijn is dat de parkeernormen volledig op eigen terrein gerealiseerd worden. Per functie en locatie is een afweging hiervan noodzakelijk.

De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

Bij voorzieningen in deze categorie moet ook nagegaan worden of er van de te realiseren parkeerplaatsen ook één of meer parkeerplaatsen aangewezen moeten worden als Gehandicaptenparkeerplaats (GPP), waarbij de afmetingen van de GPP ook aangepast is.

4.6 Parkeernormen Categorie Zorgvoorzieningen:

Toelichting Zorgvoorzieningen:

De parkeernormen moeten volledig op eigen terrein gerealiseerd worden. De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

Bij voorzieningen in deze categorie moet ook nagegaan worden of er van de te realiseren parkeerplaatsen één of meer parkeerplaatsen aangewezen moeten worden als Gehandicaptenparkeerplaats (GPP), waarbij de afmetingen van de GPP ook aangepast is.

4.7 Parkeernormen Categorie Onderwijsvoorzieningen:

De parkeernorm bij nieuwbouw of uitbreiding van basisscholen/kinderdagverblijven e.g. bestaat uit twee componenten:

• •

  De aangegeven norm per leslokaal t.b.v. personeel.

• •

  Een norm van het aantal parkeerplaatsen wat nodig is voor het wegbrengen en halen van kinderen.

Toelichting Onderwijsvoorzieningen:

Bij kinderdagverblijven is kenmerkend dat bijna alle kinderen met de auto worden gebracht en gehaald. Ook bij basisscholen worden veel kinderen met de auto gebracht en gehaald. Er is hierbij wel sprake van een zekere spreiding, niet iedereen brengt of haalt zijn/haar kind op hetzelfde tijdstip. Voor de bepaling van het aantal parkeerplaatsen voor het halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven wordt de rekenmethode van bijlage 2 gehanteerd.

Voor een school met een regionale functie moet bij de dimensionering van de parkeervakken rekening gehouden worden met het feit dat ook personenbusjes gebruikmaken van de parkeervoorzieningen.

De parkeernormen moeten volledig op eigen terrein gerealiseerd worden. De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

Bij voorzieningen in deze categorie moet ook nagegaan worden of er van de te realiseren parkeerplaatsen één of meer parkeerplaatsen aangewezen moeten worden als Gehandicaptenparkeerplaats (GPP), waarbij de afmetingen van de GPP ook aangepast is.

Arbeidsplaats = maximaal gelijktijdig aanwezige werknemers.

4.8 Parkeernormen Categorie Overige voorzieningen:

Toelichting Overige voorzieningen:

De parkeernormen moeten volledig op eigen terrein gerealiseerd worden.

De parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers moeten altijd toegankelijk en beschikbaar blijven als zodanig.

Bij voorzieningen in deze categorie moet ook nagegaan worden of er van de te realiseren parkeerplaatsen één of meer parkeerplaatsen aangewezen moeten worden als Gehandicaptenparkeerplaats (GPP), waarbij de afmetingen van de GPP ook aangepast is.

Voor functies waarvan hier geen parkeernormen beschreven bepaalt het college de te hanteren parkeernorm.

Werkwijze vaststellen parkeernorm voor bouwactiviteiten en functiewijzigingen:

• a.

  De regiegroep, en indien deze er niet is, het projectteam van de betreffende ontwikkeling en indien deze er niet zijn, het cluster Mobiliteit, doet een voorstel over de parkeernorm en het aantal vereiste parkeerplaatsen.

• b.

  Op grond van eigenschappen van de parkeersituatie (onder andere aantrekkelijkheid, kwaliteit en invloedgebied van de functie) in verhouding tot concurrenten of alternatieven en op grond van mobiliteitskenmerken van de gebruikers / bezoekers kan er gekozen worden om een lagere parkeernorm te hanteren. In bijlage 3 staat voor een groot aantal functies de parkeernorm met een bandbreedte aangegeven. De geldende parkeernorm is de hoogste waarde binnen deze bandbreedte.

  De regiegroep, en indien deze er niet is het projectteam van de betreffende ontwikkeling, motiveert of binnen de bandbreedte een lagere parkeernorm dan de maximale norm toegepast kan worden. Het projectteam doet hiervoor een voorstel aan de regiegroep.

• c.

  Indien er geen projectteam is om een voorstel te doen voor de te hanteren parkeernorm zal het cluster Mobiliteit een voorstel doen.

• d.

  Alleen Burgemeester & Wethouders kunnen tot een lagere parkeernorm besluiten dan volgens de aangegeven bandbreedte in bijlage 3 noodzakelijk is.

• e.

  Afronding van de parkeernormen binnen de op te stellen parkeerbalans vindt als volgt plaats: < 0,5 = 0 en 0,5 = 1. De afronding vindt plaats in de allerlaatste fase bij de bepaling van het totaal noodzakelijke aantal parkeerplaatsen.

Voor het vaststellen van het aantal te realiseren parkeerplaatsen op basis van de parkeernorm kan gebruik gemaakt worden van een parkeerbalans. Met een parkeerbalans kan de (on)balans tussen parkeervraag en parkeeraanbod binnen een bepaald gebied worden berekend. Vaak valt de parkeervraag van functies niet samen in de tijd. Gecombineerd gebruik van parkeerplaatsen is dan mogelijk. De mogelijkheid tot gecombineerd gebruik binnen een gebied hangt af van de mate van openbaarheid en de locatie van de parkeervoorzieningen en van de loopafstanden naar de bestemming.

De opgenomen parkeernormen en aanwezigheidspercentages geven een indicatie van de omvang van de benodigde aantal parkeerplaatsen. De te hanteren aanwezigheidspercentages voor de verschillende periodes van de dag/week zijn weergegeven in tabel 4.

Tabel 4: Aanwezigheidspercentages

Het kan ook zijn dat één gebouw meerdere functies heeft. De parkeernorm voor het gebouw wordt dan bepaald door een parkeerbalans voor het gebouw op te stellen. Voor alle functies binnen het gebouw wordt de parkeernorm vastgesteld en wordt nagegaan of gecombineerd gebruik van parkeerplaatsen mogelijk is.

Indien het voor een bouwplan werkelijk onmogelijk is om aan de gestelde parkeernormering te kunnen voldoen worden er enkele oplossingen aangegeven om het afgeven van een bouwvergunning toch mogelijk te maken. De parkeermogelijkheden op eigen terrein moeten daarbij wel altijd maximaal ingevuld worden. De aangegeven oplossingen dienen dus alleen voor de nog ontbrekende parkeerplaatsen.

• 1.

  Alternatieve oplossing buiten openbaar gebied.

  De initiatiefnemer komt zelf met een oplossing, waardoor het parkeren niet in openbaar gebied hoeft te gebeuren. De parkeerplaatsen worden op een terrein gerealiseerd dat op zeer korte loopafstand is gelegen. Hierbij moet schriftelijk vastgelegd worden dat deze parkeerplaatsen bij het betreffende bouwplan horen en als zodanig gehandhaafd moeten blijven.

  Burgemeester & Wethouders van de gemeente moet deze constructie goedkeuren.

• 2.

  Alternatieve oplossing in openbaar gebied.

  Burgemeester & Wethouders zien mogelijkheden om in de directe omgeving de parkeerplaatsen te realiseren in openbaar gebied (al dan niet in een parkeergarage) en acht dit ook wenselijk. De lasten, inclusief de beheerslasten, van deze parkeerplaatsen moeten opgenomen worden in de exploitatieovereenkomst met de initiatiefnemer. Beide partijen moeten akkoord gaan met deze constructie.

• 3.

  Toepassen van een afkoopsom.

  De parkeerplaatsen worden afgekocht met een afkoopsom per parkeerplaats, als beide partijen hiermee schriftelijke akkoord gaan.

Alleen Burgmeester & Wethouders kunnen tot het toepassen van bovenstaande mogelijkheden besluiten

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst. Tegelijk met deze inwerkingtreding wordt de Beleidsregel Parkeernormen Helmond 2020 ingetrokken.

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Parkeernormen Helmond 2024 – schil en overig gebied’.