Subsidieregeling zwembadhuur zwemverenigingen Apeldoorn

1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen in de Asv.

2. In deze regeling wordt verstaan onder:

• –

  Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;

• –

  Awb: Algemene wet bestuursrecht;

• –

  badhuur: huur van badwater in een zwembad;

• –

  college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

• –

  zwembad: overdekte zwemaccommodatie gelegen in de gemeente Apeldoorn dat van het college direct of indirect een doorlopende financiële bijdrage ontvangt ten behoeve van de exploitatie;

• –

  zwemvereniging: binnen de gemeente Apeldoorn gevestigde sportvereniging op het terrein van de zwemsport, onderwatersport of reddingszwemmen.

1. Subsidie kan worden verstrekt voor de badhuur.

2. Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

• a.

  de aanvrager is een zwemvereniging;

• b.

  de badhuur is ten behoeve van de door de zwemvereniging georganiseerde zwemsportactiviteiten voor haar leden.

1. Subsidie wordt aangevraagd door een zwemvereniging.

2. In afwijking van artikel 8, eerste lid van de Asv wordt de aanvraag ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

3. Een aanvraag wordt ingediend op het daarvoor door het college ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulier en gaat vergezeld van:

• a.

  de door bestuur of leden laatst goedgekeurde begroting voor het jaar waar de aanvraag betrekking op heeft, waarbij de badhuur en de gevraagde 60% subsidie van de badhuur uitgesplitst per zwemactiviteit inzichtelijk zijn gemaakt; en

• b.

  de door bestuur of leden laatst goedgekeurde jaarrekening, waarbij de badhuur specifiek inzichtelijk is gemaakt.

1. De subsidie tot en met € 10.000,00 wordt direct vastgesteld en de betaling van het subsidiebedrag vindt in één keer plaats.

2. Bij subsidies van meer dan € 10.000,00 verstrekt het college een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag.

3. Het voorschot, bedoeld in het tweede lid, wordt in vier gelijke termijnen betaald.

4. Het college bepaalt in de beschikking tot subsidieverlening de hoogte van en de tijdstippen waarop de termijnen, bedoeld in het derde lid, worden betaald.

5. De subsidieontvanger dient uiterlijk 1 mei na afloop van het kalenderjaar verzoek in tot vaststelling van de subsidie voor het voorgaande kalenderjaar.

6. De aanvraag wordt ingediend op het daarvoor door het college ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulier.