Regeling vervallen per 12-06-2015

Participatie maatschappelijke ondersteuning

Geldend van 19-12-2007 t/m 11-06-2015

Intitulé

Participatie maatschappelijke ondersteuning

Vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2007

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1

    • a.

      Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

    • b.

      Raad: de gemeenteraad;

    • c.

      College: het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      Wmo-raad: de raad die is ingesteld om op gestructureerde wijze belanghebbenden, natuur-lijke en rechtspersonen te betrekken bij de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evalua-tie van het gemeentelijke Wmo beleid;

    • e.

      Leden: personen die vanuit hun affiniteit met de Wmo in de Wmo-raad zitting hebben en vanuit die functie actief contact zullen onderhouden met ingezetenen, natuurlijke personen en rechtspersonen teneinde het dezen mogelijk te maken hun mening over zaken te geven conform artikel 150 van de Gemeentewet;

    • f.

      Gemeente: gemeente Aalburg.

Artikel 2 Doelstelling van participatie

  • 1 Het doel van de participatie is dat ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen invloed kunnen uitoefenen op het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van dienstverlening van de wet.Teneinde vorm te geven aan deze participatie binnen de Wmo wordt een organisatie in het le-ven geroepen die zal opereren onder de naam Wmo-raad. Deze raad kan gevraagd en onge-vraagd advies uitbrengen. 

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1. De Wmo-raad adviseert over het beleid in het kader van de wet én over aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening betreffen.

  • 2. De Wmo-raad adviseert bij de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie van het beleid.

  • 3. De Wmo-raad krijgt tijdig inzage in alle beleidsstukken die de gemeenteraad worden voor-gelegd en betrekking hebben op de Wmo.

  • 4. De Wmo-raad wordt betrokken bij het opstellen van de programmaeisen ten behoeve van de aanbesteding en de evaluatie van de uitvoering door de (zorg)aanbieders.

  • 5. De Wmo-raad houdt zich niet bezig met individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken die een individueel karakter dragen, dan wel betrekking hebben op individuele cliën-ten.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De Wmo-raad wordt zo samengesteld dat de doelgroepen van de wet direct of indirect ver-tegenwoordigd worden.

  • 2. De Wmo-raad bestaat minimaal uit zeven en maximaal uit elf leden.

  • 3. De leden worden door het college benoemd voor een periode van 4 jaar en zijn één maal opnieuw benoembaar. De benoeming wordt bij voorkeur zo geregeld dat telkens maximaal de helft van het aantal leden van de Wmo-raad tegelijkertijd aftreedt.

  • 4. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris.

  • 5. Het lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de ge-meenteraad of het college.

Artikel 5 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap eindigt indien het lid verhuist uit de gemeente.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt indien het lid aftreedt.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, derde lid van de verordening is verlopen.

  • 4. Het lidmaatschap eindigt indien het college besluit het lid te ontheffen uit de functie.

  • 5. De leden van de Wmo-raad kunnen door het college slechts uit hun functie worden onthe-ven, nadat de overige leden van de Wmo-raad over dit voornemen zijn gehoord.

  • 6. In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vaca-ture is voorzien, met een maximum van zes maanden.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. Het college vraagt de Wmo-raad om advies over het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 5 van deze verordening.

  • 2. De Wmo-raad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen over het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 5 van deze verordening.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming aan de raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 4. In het geval de Wmo-raad advies heeft uitgebracht aan het college en het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad is afgeweken. Het advies van de Wmo-raad wordt toegevoegd aan het voorstel aan de gemeenteraad.

  • 5. Wanneer de Wmo-raad een advies wil uitbrengen over de verschillende doelgroepen of on-derwerpen die hen aangaan, zal de Wmo-raad allereerst de achterban raadplegen.

  • 6. In het advies van de Wmo-raad staat omschreven hoe de achterban is geraadpleegd.

  • 7. Er is minimaal een keer per jaar een overleg tussen de betrokken wethouder en de Wmo-raad, waarbij beide partijen onderwerpen kunnen agenderen. Het overleg vindt plaats onder voorzitterschap van de wethouder Wmo.

  • 8. Contacten tussen de Wmo-raad en de gemeente lopen via de voorzitter en de voor de Wmo verantwoordelijke ambtenaar.

  • 9. De adviezen van de Wmo-raad worden schriftelijk ingediend.

  • 10. De voor de WMO verantwoordelijke ambtenaar nodigt de Wmo-raad, in samenspraak met de voorzitter, en de betrokken wethouder uit voor overleg, zorgt dat de agenda en de beno-digde stukken worden verstuurd en notuleert deze bijeenkomst.

  • 11. De voor de WMO verantwoordelijke ambtenaar biedt ondersteuning en bewaakt de voort-gang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1 Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg tussen het college en de Wmo-raad naar behoren te laten verlopen. Verder draagt het college bij aan deskundigheids-bevordering onder de leden van het Wmo-raad. Ter bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten van taken en bevoegdheden van de Wmo-raad stelt het college aan de Wmo-raad jaarlijks een vast bedrag ter beschikking.

Artikel 8 Citeertitel

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening participatie maatschappelijke on-dersteuning.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van vaststelling.

Artikel 10 Slotbepaling

  • 1. Het college kan nadere regels vaststellen.

  • 2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.