Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724309
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724309/1
Nadere regels subsidie voorschoolse educatie gemeente Emmen 2025
Geldend van 12-09-2024 t/m heden
Intitulé
Nadere regels subsidie voorschoolse educatie gemeente Emmen 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;
- -
gelet op artikel 2 lid 1 en artikel 3 lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2017;
- -
overwegende, dat het wenselijk is een subsidieregeling vast te stellen voor het realiseren van voorschoolse educatie voor het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor Emmense peuters en voorschoolse educatie te realiseren die voldoet aan de Emmense kwaliteitseisen ten behoeve van Emmense peuters;
besluit:
vast te stellen de ‘Nadere regels subsidie voorschoolse educatie gemeente Emmen 2025’.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2017 of haar opvolger;
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;
- c.
doelgroeppeuter: alle peuters in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar uit de gemeente Emmen;
- d.
geïndiceerde peuters: peuters voor wie de GGD een indicatie voorschoolse educatie heeft afgegeven omdat er risico is op ontwikkelingsachterstand;
- e.
houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert in de gemeente Emmen;
- a.
indicatie voorschoolse educatie: door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat deelname aan VE geïndiceerd is, gebaseerd op afspraken die de gemeente met de GGD heeft gemaakt over de toeleiding naar voorschoolse educatie;
- b.
inzet VE-coach: wettelijk genormeerde inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker voor voorschoolse educatie conform artikel 2.a. van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;
- c.
kindercentrum: een voorziening als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang, gevestigd in de gemeente Emmen en geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang;
- d.
kinderopvangtoeslag (hierna aan te duiden met KOT): de toeslag die kinderopvangtoeslaggerechtigden ontvangen van de Belastingdienst als bijdrage in de kosten voor kinderopvang;
- e.
kostprijs: de maximaal te subsidiëren prijs voor een uur peuteropvang.
- f.
LRK: landelijk register kinderopvang, register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;
- g.
ouder: persoon als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;
- h.
ouderbijdrage: bijdrage die de ouder aan de houder betaalt voor deelname van de peuter aan voorschoolse educatie;
- i.
toezichthouder: toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de Wet Kinderopvang;
- j.
voorschoolse educatie (hierna aan te duiden met VE): aanbod als bedoeld in artikel 1.1., eerste lid van de Wet Kinderopvang;
Artikel 2 Doel en reikwijdte
-
1. Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders te stimuleren om hun kinderen te laten deelnemen aan een voorschoolse voorziening met voorschoolse educatie.
-
2. De ASV is van toepassing, tenzij er is vermeld dat daarvan wordt afgeweken.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de volgende activiteiten:
- a.
het verzorgen van VE opvang voor groepen met minimaal 5 doelgroeppeuters;
- b.
de inzet van een VE coach voor maximaal 10 uur per kalenderjaar per geïndiceerde peuter;
- c.
het verstrekken van een controleverklaring van een accountant als die op grond van artikel 16 lid 4 van de ASV vereist is voor de subsidieverantwoording.
- a.
-
2. Voor de activiteiten genoemd onder a, wordt voor maximaal 6 uur per dag met een maximum van 640 uur per (kalender) jaar subsidie verstrekt.
-
3. In afwijking van het eerste lid onder a, kan voor startende groepen met minder dan 5 doelgroeppeuters voor maximaal 6 maanden subsidie worden verstrekt. Indien de bezetting van de groep gegroeid is naar 5 of meer doelgroeppeuters, kan de subsidie, na het indienen van een aanvraag, worden voortgezet onder de voorwaarden van deze regeling.
Artikel 4 Doelgroep
-
1. Subsidie wordt uitsluitend verleend aan houders van een LKR geregistreerd kindcentrum dat voldoet aan de wettelijke én de aanvullende kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in het Kwaliteitskader Voorschoolse Educatie Gemeente Emmen waar voorschoolse educatie wordt geboden in de gemeente Emmen.
Artikel 5 De aanvraag en aanvraagtermijn
-
1. In afwijking van artikel 7 lid 1 van de ASV wordt een subsidieaanvraag per kalenderjaar uiterlijk vóór 15 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college ingediend.
-
2. In afwijking van artikel 7 lid 2 van de ASV worden andere aanvragen om subsidie ingediend tenminste 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
-
3. De subsidie wordt aangevraagd met een door het college vastgesteld aanvraagformulier waarop is vermeld welke gegevens voor het behandelen van de aanvraag moeten worden verstrekt.
Artikel 6 Subsidiehoogte
-
1. Jaarlijks stelt het college, voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, de hoogte vast van:
- a.
het maximum aantal te subsidiëren uren per doelgroeppeuter per jaar;
- b.
de maximum te subsidiëren kostprijs per uur;
- c.
de ouderbijdrage;
- d.
de vaste voet VE subsidie per groep met een capaciteit van 16 peuters en een aanbod van tenminste 16 uur per week);
- e.
de subsidie voor de inzet van de VE-coach;
- f.
de subsidie voor de controleverklaring van de accountant indien dit noodzakelijk is voor de vaststelling van de subsidie.
- a.
-
2. In de bijlage A en B zijn de onderdelen genoemd in het eerste lid, nader gespecificeerd.
-
3. De subsidie per peuter wordt als voorschot verleend en is het verschil tussen de maximaal te subsidiëren en de toe te passen ouderbijdrage, waarbij geldt dat voor de verlening uitgegaan wordt van de bijdrage genoemd in de tweede tree van de advies tabel van de VNG, bijlage B.
Artikel 7 Weigeringsgronden
Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de ASV, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:
- 1.
de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;
- 2.
niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;
- 3.
de behoefte aan het te subsidiëren aanbod onvoldoende is onderbouwd;
- 4.
de subsidie wordt aangevraagd voor groepen die in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar een gemiddelde bezetting hebben van minder dan 5 peuters.
Artikel 8 Verantwoording en vaststelling subsidie
-
1. De aanvrager dient in het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, uiterlijk 1 juni een aanvraag tot subsidievaststelling in.
-
2. Verlening, vaststelling en betaling van de subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de ASV.
-
3. De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal opgevangen peuters en opvanguren per peuter aan de hand van de afgesproken subsidiehoogte en de berekende ouderbijdrage.
Artikel 9 Subsidieplafond
-
1. Voor subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling geldt jaarlijks een subsidieplafond. Dit subsidieplafond wordt voorafgaand aan een nieuw kalenderjaar vastgesteld door het college.
-
2. Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, zou leiden tot overschrijding van bovengenoemd subsidieplafond, hebben ingediende aanvragen ten behoeve van de deelname van doelgroeppeuters bij houders die reeds gesubsidieerde peuteropvang met voorschoolse educatie in de gemeente exploiteerden voorrang boven andere aanvragen.
-
3. Indien honorering van de in het tweede lid genoemde aanvragen het subsidieplafond zou overschrijden, worden de in de aanvragen benoemde aantallen van de (VE) peuteropvangplaatsen conform de onderstaande volgorde van criteria in rangorde geplaatst:
- a.
de mate waarin het aantal aanvragen van de houder overeenkomt met de bezetting bij de houder in de periode voorafgaand aan het subsidietijdvak waar subsidie voor wordt aangevraagd.
- b.
de mate van onderbouwing van prognoses van de deelname van peuters voor het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
- a.
Artikel 10 Hardheidsclausule
In aansluiting op artikel 20 lid 2 van de ASV kan het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 11 Slotbepalingen en overgangsrecht
Onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling voorschoolse educatie gemeente Emmen 2024, treedt deze subsidieregeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst, en is van toepassing op subsidies voor activiteiten die vanaf het jaar 2025 worden uitgevoerd.
De vaststelling van de onder de Subsidieregeling voorschoolse educatie gemeente Emmen 2024, vindt plaats op grond van in die regeling gestelde.
Artikel 12 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling voorschoolse educatie gemeente Emmen 2025”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 september 2024.
Gemeentesecretaris,
Burgemeester,
Bijlage A Subsidietarieven 2025 - Subsidieregeling voorschoolse educatie gemeente Emmen 2025
Subsidiecomponenten
Conform artikel 6 lid 1 van de Subsidieregeling voorschoolse educatie worden de componenten van de subsidie jaarlijks door het college vastgesteld. Het betreft de volgende componenten:
- a.
het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;
- b.
de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor voorschoolse educatie;
- c.
de toe te passen ouderbijdrage;
- d.
de vaste voet VE subsidie per groep met een capaciteit van 16 peuters en een aanbod van 16 uur per week;
- e.
de subsidie voor de inzet van de VE-coach.
A. Maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar
Voor peuters (van 2,5 tot 4 jaar) geldt een maximum van 640 uur per jaar met een maximum van 6 uur per dag.
B. Maximum te subsidiëren kostprijs
De maximum te subsidiëren kostprijs voor voorschoolse educatie bedraagt € 10,71 per geleverd uur.
C. Bruto-ouderbijdrage KOT en Niet-KOT
De subsidie wordt berekend door de ouderbijdrage in mindering te brengen op de maximum te subsidiëren kostprijs (zie b. onder subsidiecomponenten).
- a.
Het normtarief voor de ouderbijdrage voor KOT ouders zonder VE indicatie bedraagt € 10,71 per uur (KOT tarief).
- b.
Het normtarief voor de ouderbijdrage voor niet-KOT ouders zonder VE indicatie bedraagt in 2025 gemiddeld € 0,43 conform de 2e trede van de VNG adviestabel (zie bijlage B.).
Voor ouders mét een VE indicatie geldt geen ouderbijdrage.
D. Vaste voet VE subsidie per groep
De vaste voet VE subsidie per groep bedraagt € 5.486 per groep per jaar. Een groep heeft een capaciteit van 16 peuters en een VE aanbod van tenminste 16 uur per week.
E. Subsidie coach voorschoolse educatie
Het maximale subsidietarief per uur bedraagt € 56,50 en wordt berekend over het geraamde aantal geplaatste VE peuters per 1/1 van het subsidiejaar. De subsidie wordt als volgt betekend:
- •
geraamd aantal geplaatste VE peuters per 1/1 van het subsidiejaar x 10 uur x subsidietarief per uur.
F. Subsidie controleverklaring
In artikel 15 lid 4. Van de ASV staat dat een aanvraag tot vaststelling van een subsidie hoger dan € 75.000 een controleverklaring bevat, opgesteld door een onafhankelijk accountant.
Indien deze controleverklaring vereist is dan bedraagt de subsidie de werkelijke kosten tot een maximum van € 3.000.
Bijlage B VNG adviestabel 2025
(zie https://vng.nl/nieuws/vng-adviestabel-ouderbijdrage-peuteropvang-2025)
VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2025
Op 7 juni 2024 heeft de Minister de Tweede Kamer geïnformeerd over het voornemen om het maximumtoeslagtarief voor kinderopvang voor 2025 te verhogen en de toeslagtabel aan te passen. Dezevoorgenomen wijziging is verwerkt in de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2025.
De VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2025 kunt u gebruiken om voor degesubsidieerde peuteropvang een inkomensafhankelijke tariefstelling vast te stellen.
Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2025
Gezamenlijktoetsingsinkomen gezin 2025 |
Ouderbijdrage peuteropvang 2025 per uur |
||
1e kind |
2e kind e.v. |
||
lager dan |
€ 23.211 |
€ 0,43 (2024: € 0,41) |
€ 0,43 (2024: € 0,41) |
€ 23.212 |
€ 35.687 |
€ 0,43 (2024: € 0,52) |
€ 0,43 (2024: € 0,45) |
€ 35.688 |
€ 49.108 |
€ 0,44 (2024: € 1,11) |
€ 0,43 (2024: € 0,56) |
€ 49.109 |
€ 66.794 |
€ 0,89 (2024: € 1,73) |
€ 0,58 (2024: € 0,57) |
€ 66.795 |
€ 96.010 |
€ 2,23 (2024: € 3,01) |
€ 0,88 (2024: € 0,84) |
€ 96.011 |
€ 133.045 |
€ 4,43 (2024: € 5,12) |
€ 1,37 (2024: € 1,31) |
€ 133.046 |
en hoger |
€ 6,91 (2024: € 6,80) |
€ 2,56 (2024: € 2,45) |
Inkomensbegrip
Via deze link is een hulpmiddel beschikbaar om het toetsingsinkomen vast te stellen:
https://www.belastingdienst.nl/rekenhulpen/toetsingsinkomen/
Ouderbijdrage algemeen
De ouderbijdrage is berekend als een bijdrage per uur peuteropvang. Zo kan met deze adviestabel gewerktworden voor peuteropvang met verschillende openingstijden. Als standaarduurtarief is het maximum-uurtarief van de toeslagregeling voor dagopvang 2025 gebruikt. Dat bedraagt in 2024 € 10,71.
Ouderbijdrage Voorschoolse Educatie (VE)
De standaard ouderbijdrage voor 1 kind met een aanbod voorschoolse educatie gedurende 40 weken perjaar en 16 uur per week bedraagt bij gezinnen in de laagste inkomenscategorie: 40 weken x 16 uur x €0,43 = € 275,- per jaar.Om de drempels te verlagen voor de doelgroepen van voorschoolse educatie (VE) kunnen gemeenten deouderbijdrage voor deze peuters baseren op een maximale afname van 8 uur en voor de extra 8 uur - dieals eis wordt gesteld aan het VE-programma (minimaal 960 uur vanaf 2,5 jaar tot instroom basisschool) -geen extra ouderbijdrage in rekening laten brengen.In een gemeente met zo’n regeling bedraagt de standaard ouderbijdrage voor een kind in VE-peuteropvanggedurende 40 weken per jaar en 16 uur per week uit een gezin in de laagste inkomenscategorie: 40 wekenx 8 uur x € 0,43 = € 138,- per jaar in plaats van € 275,-.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl