Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724306
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724306/1
Handhavingsbeleid van de gemeente Neder-Betuwe inzake het niet-recreatief gebruiken van gronden en opstallen met een recreatieve functie
Geldend van 12-09-2024 t/m heden
Intitulé
Handhavingsbeleid van de gemeente Neder-Betuwe inzake het niet-recreatief gebruiken van gronden en opstallen met een recreatieve functieHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe;
gelezen het voorstel van 27 augustus 2024;
overwegende dat,
- •
vitalisering van de recreatieparken binnen de gemeente gewenst is;
gelet op
- •
artikel 125 Gemeentewet
- •
artikel 4:81 e.v. en afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
het modelbeleid van het Ariadne project.
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Handhavingsbeleid van de gemeente Neder-Betuwe inzake het niet-recreatief gebruiken van gronden en opstallen met een recreatieve functie
Onderwerp beleid
Handhaving tegen het gebruiken van gronden en/of opstallen met een recreatieve functie in strijd met het omgevingsplan.
Doel van het beleid
Het doel van dit beleid is om het gebruiken van gronden en/of opstallen met een recreatieve functie voor niet-recreatieve activiteiten te beëindigen en beëindigd te houden, zodat recreatieve activiteiten “terug” kunnen komen.
Handelwijze
Wanneer wordt gehandeld in strijd met het omgevingsplan zijn er vaak meerdere overtreders c.q. overtredingen. De volgende drie overtreders worden onderscheiden:
- 1.
gebruiker niet zijnde recreant;
- 2.
eigenaar grond en/of opstallen, en;
- 3.
tussenpersoon.
De handelswijze die wij – het college van burgemeester en wethouders – hanteren verschilt per overtreder en ziet er als volgt uit:
1. Gebruiker niet zijnde recreant
Omschrijving overtreding
De gebruiker van het recreatieobject, niet zijnde de eigenaar daarvan, handelt in strijd met artikel 5.1 van de Omgevingswet, doordat de activiteit niet past binnen het omgevingsplan.
Concreet voorbeeld:
Gedacht kan worden gedacht aan een gebruiker die een recreatieobject huurt voor wonen.
Prioritering handhavend optreden
Toezichthouden op en optreden tegen deze overtreder heeft niet onze prioriteit. Alleen wanneer een overtreder zelf kenbaar maakt in strijd met het omgevingsplan te handelen of wanneer een derde-belanghebbende ons verzoekt op te treden, zullen wij handhavend optreden tegen deze overtreder. Het voorgaande laat onverlet dat wij tegen de (eventuele) andere overtreder(s) c.q. overtreding(en) wel handhavend zullen optreden.
Wijze van handhavend optreden
Wanneer wij handhavend optreden, volgen wij de volgende werkwijze:
Vooraankondiging
De overtreder krijgt allereerst een vooraankondiging. Hierin wordt aangegeven dat geconstateerd is dat sprake is van een overtreding en dat overwogen wordt hiertegen op te treden. De overtreder krijgt de gelegenheid binnen een week zijn zienswijze schriftelijk of mondeling kenbaar te maken.
Last onder dwangsom
Wanneer wij ook na de beoordeling van de zienswijze van oordeel zijn dat sprake is van een overtreding zullen wij optreden door een last onder dwangsom op te leggen.
Deze last zal inhouden dat de niet-recreatieve activiteit(en) binnen drie maanden moet worden beëindigd en beëindigd moet worden gehouden. Na deze periode zal voor iedere drie maanden, of gedeelte daarvan een dwangsom worden verbeurd van €2.500 met een maximum van €10.000.
Wanneer de overtreding na het verbeuren van het maximumbedrag niet is beëindigd zal een nieuw handhavingsbesluit worden genomen, waarvan de inhoud afhankelijk is van de feiten en omstandigheden.
Flankerend optreden (verbijzondering)
Wanneer ons blijkt dat de gebruiker tevens eigenaar is van het recreatieobject, zal de gebruiker/eigenaar overeenkomstig hetgeen onder 2. Eigenaar grond en/of opstallen omschreven worden aangeschreven.
2. Eigenaar grond en/of opstallen
Omschrijving van de overtreding:
De eigenaar van de grond en/of opstallen niet zijnde de gebruiker als hiervoor bedoeld, handelt in strijd met artikel 5.1 van de Omgevingswet wanneer hij toelaat dat zijn grond en/of opstallen in strijd met het omgevingsplan wordt gebruikt.
Concrete voorbeelden:
Gedacht kan worden aan een eigenaar die in de tijd dat hij niet zelf in het recreatieverblijf recreëert, deze verhuurt aan derden, waarvan een of meer van deze derden het recreatieverblijf gebruikt om te bewonen. Een ander voorbeeld is een eigenaar die zijn grond geheel of gedeeltelijk verhuurt aan derden, die er vervolgens een recreatieobject op plaatsen om daarin te gaan wonen.
Prioritering
Optreden tegen bovengenoemde gedragingen heeft hoge prioriteit.
Wijze van handhavend optreden
Wanneer wij handhavend optreden zal de volgende procedure worden gevolgd:
Vooraankondiging
De overtreder krijgt allereerst een vooraankondiging. Hierin wordt aangegeven dat geconstateerd is dat sprake is van een overtreding en dat overwogen wordt hiertegen op te treden. De overtreder krijgt de gelegenheid binnen twee weken zijn zienswijze schriftelijk of mondeling kenbaar te maken.
Last onder dwangsom
Wanneer wij ook na de beoordeling van de zienswijze van oordeel zijn dat sprake is van een overtreding zullen wij optreden door een last onder dwangsom op te leggen.
Deze last zal inhouden dat de niet-recreatieve activiteit(en) op het betreffende kadastrale perceel (dus voor alle opstallen op dat perceel) binnen zes maanden moet worden beëindigd en beëindigd moet worden gehouden. Na deze periode zal voor iedere maand, of gedeelte daarvan een dwangsom worden verbeurd van €10.000 met een maximum van €60.000.
Wanneer de overtreding na het verbeuren van het maximumbedrag niet is beëindigd zal een nieuw handhavingsbesluit worden genomen, waarvan de inhoud afhankelijk is van de feiten en omstandigheden.
Overleg
Het doel van het beleid is het bevorderen dat de gronden en/of opstallen conform de recreatieve functie als opgenomen in het omgevingsplan worden gebruikt. Mocht de overtreder overleg wensen over de beëindiging van de overtreding en het verdere gebruik van de gronden en/of opstallen dan staan wij daarvoor open.
Om op constructieve wijze te kunnen overleggen en geen onjuiste verwachtingen te wekken geven wij hierbij aan wat wij van de overtreder verwachten en wat hij van ons kan verwachten.
Wij verwachten van de overtreder dat hij een waarheidsgetrouw beeld van het gebruik van de betreffende gronden en/of opstallen geeft, onderbouwd met stukken. De overtreder kan van ons verwachten dat wij vanuit onze bevoegdheden zullen meedenken over de mogelijkheden de betreffende grond en/of opstallen daadwerkelijk conform het omgevingsplan te gebruiken dan wel het ruimtelijk regiem te wijzigen (één park één plan). Vanzelfsprekend zijn de wet en het ruimtelijk beleid gegeven kaders en blijft het de verantwoordelijkheid van de overtreder om de overtreding te beëindigen en daartoe de noodzakelijke stappen te ondernemen.
Flankerend beleid
Wanneer ons blijkt dat de eigenaar niet tevens de gebruiker van de grond en/of opstallen is, zal overeenkomstig hetgeen hiervoor onder 1. Gebruiker niet zijnde recreant is geschreven, worden overwogen om ook tegen de gebruiker(s) op te treden. Bij deze afweging speelt de ambtelijke capaciteit een rol van betekenis.
Wanneer sprake is van gesplitst eigendom zal aan de hand van de feiten en omstandigheden worden beoordeeld tegen wie wordt opgetreden, waarbij ook tegen beiden kan worden opgetreden.
3. Tussenpersoon
Omschrijving van de overtreding
Het is mogelijk dat het betreffende recreatieobject wordt gehuurd door een (rechts)persoon die het niet zelf gebruikt maar verder verhuurt of anderszins beschikbaar stelt aan derden.
Concreet voorbeeld:
Een uitzendbureau huurt een recreatieobject van de eigenaar en stelt het zelf ter beschikking aan zijn medewerkers.
Wijze van handhavend optreden
Voor deze overtreders wordt, mutatis mutandis, dezelfde handelwijze gevolgd als omschreven onder 2. Eigenaar grond en/of opstallen.
4. Slotbepalingen
Derde-belanghebbende
Mochten er bij een concrete kwestie derde-belanghebbenden zijn, dan zullen hun belangen worden meegewogen. Wanneer een derde-belanghebbende om handhaving verzoekt dan zal, wanneer sprake is van een overtreding, in principe tegen de overtreding worden opgetreden ongeacht hetgeen hiervoor is omschreven. Dit is onder meer anders wanneer sprake is van concreet zicht op legalisatie.
Overgangsrecht
Alle handhavingszaken gestart vóór bekendmaking van dit beleid worden afgewikkeld conform het toen geldende handhavingsbeleid. Een handhavingszaak is gestart wanneer er een vooraankondiging is verzonden.
Voorbehoud
Dit beleid geeft de algemene wijze van prioritering en de algemene handelwijze aan. Hiermee is niet beoogd om overtredingen te gedogen. In die zin kan aan dit beleid niet het vertrouwen worden ontleend dat tegen bepaalde overtredingen niet (meer) zal worden opgetreden.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe in de vergadering van 27 augustus 2024.
De secretaris,
N. de Geus – de Bruijn
de burgemeester,
A.J. Kottelenberg
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl