Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724271
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR724271/1
Beleidsregels Schuldhulpverlening Gouda 2024
Geldend van 12-09-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels Schuldhulpverlening Gouda 2024Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Gouda;
Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
besluiten vast te stellen de:
Beleidsregels Schuldhulpverlening Gouda 2024
Artikel 1. Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda;
- b.
inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in de gemeente Gouda staat ingeschreven en daaraan gelijkgesteld de inwonende op grond van artikel 8, onder a tot en met e en I, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig in Nederland verblijf houdt.
- c.
schuldhulpverlening: de financiële dienstverlening uitgevoerd door zowel de gemeente onder verantwoordelijkheid van het college, ingezet op het signaleren, voorkomen, beheersbaar maken of het regelen van schulden, aanvraag Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) en nazorg.
- d.
Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
- e.
Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Gouda kunnen zich bij de gemeente melden voor schuldhulpverlening of ingaan op een hulpaanbod van de gemeente Gouda.
Artikel 3. Het aanmeldgesprek
-
1. Tijdens het aanmeldgesprek kan de hulpvraag over de financiële problemen en/of schulden worden gesteld. Gezamenlijk wordt de situatie besproken en worden mogelijke oplossingen bekeken.
-
2. Het college streeft ernaar om het aanmeldgesprek maximaal tien werkdagen na de melding te laten plaatsvinden.
-
3. Wanneer er sprake is van een crisissituatie vindt binnen drie werkdagen het aanmeldgesprek plaats.
Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening
-
1. Het college neemt een besluit over de toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening naar aanleiding van het aanmeldgesprek. Er wordt bekeken in hoeverre ondersteuning nodig is. De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals beschreven in het beleidsplan Armoede en Schulden. Het college maakt dit besluit maximaal 6 weken na het aanmeldgesprek conform de Verordening beslistermijn Schuldhulpverlening Gouda.
-
2. De vorm waarin het college schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:
- a.
zwaarte en/of omvang van de schulden.
- b.
psychosociale situatie.
- c.
houding en gedrag (motivatie).
- d.
een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.
- a.
-
3. Voor wat betreft de producten schuldhulpverlening conformeert het college zich aan de Gedragscode en Modules van de NVVK. Waar nodig biedt beleid nadere invulling.
De volgende producten kunnen o.a. worden ingezet:
- a.
Vroegsignalering en preventie;
- b.
Crisisinterventie;
- c.
Informatie en advies bij het zelfstandig oplossen van de schulden;
- d.
Stabilisatie van inkomen en uitgaven
- e.
Herfinanciering;
- f.
Betalingsregeling;
- g.
Schuldregeling voor het opstellen van een regeling voor het aflossen van de schuld;
- h.
Budgetbeheer;
- i.
Budgetcoaching
- j.
Duurzame financiële dienstverlening door langdurige stabilisatie;
- k.
Breed Moratorium;
- l.
Beschermingsbewind;
- m.
Toeleiding naar de Wsnp;
- n.
Nazorg door contactmomenten na het traject schulddienstverlening.
- a.
-
4. Bij het opzetten van een schuldregeling wordt de voorkeur gegeven aan het aanvragen van een saneringskrediet, tenzij aannemelijk is dat de beschikbare afloscapaciteit tijdens de looptijd van de schuldregeling kan veranderen. Dan ligt de voorkeur bij een schuldbemiddeling.
-
5. Het college kan nadere voorwaarden stellen om te komen tot het aanbod schuldhulpverlening via het plan van aanpak of de schuldregelingsovereenkomst.
Artikel 5. Verplichtingen
-
1. Als de inwoner schuldhulpverlening accepteert is er een verplichting tot het geven van alle benodigde informatie, zoals beschreven in de inlichtingenplicht van artikel 6 Wgs, en de verplichting tot medewerking van artikel 7 Wgs, na te leven vanaf het moment dat hij schuldhulpverlening heeft aanvaard.
-
2. De verplichting tot medewerking, bestaat onder andere uit:
- a.
het nakomen van afspraken.
- b.
geen nieuwe schulden aangaan.
- c.
het zich houden aan de bepalingen van het plan van aanpak en/of de schuldregelingsovereenkomst
- d.
het, zo mogelijk op advies van het college, binnen de grenzen van het redelijke, maximaliseren van de beschikbare afloscapaciteit ten behoeve van de schulden.
- a.
Artikel 6. Afwijzen en beëindigen
-
1. Indien de inwoner niet of te weinig de gestelde verplichtingen nakomt zoals beschreven in artikel 5, kan het college besluiten om de aanvraag schuldhulpverlening af te wijzen dan wel de schuldhulpverlening te beëindigen. Voordat wordt besloten tot afwijzing dan wel beëindiging, wordt cliënt eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.
-
2. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot afwijzing van de schuldhulpverlening wanneer:
- a.
de inwoner zijn beschikbare afloscapaciteit niet wil gebruiken om zijn schulden af te lossen;
- b.
de inwoner zich ten opzichte van personen, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het traject schuldhulpverlening, misdraagt of heeft misdragen.
- a.
-
3. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, besluit het college tot beëindiging van de schuldhulpverlening wanneer:
- a.
de inwoner verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling;
- b.
het traject schuldhulpverlening succesvol is afgerond;
- c.
de inwoner wil zijn beschikbare afloscapaciteit niet gebruiken ter afdoening van zijn schulden;
- d.
blijkt dat op grond van onjuiste informatie schuldhulpverlening aan de inwoner is toegekend, terwijl de juiste informatie tijdens de besluitvorming bekend was bij het college, er een andere beslissing zou zijn genomen;
- e.
de inwoner zich ten opzichte van personen, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het traject schuldhulpverlening, misdraagt of heeft misdragen;
- f.
indien de schuldhulpverlening door het college niet langer passend wordt geacht.
- a.
Artikel 7. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Schuldhulpverlening Gouda 2024.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van 3 september 2024,
Burgemeester en wethouders van Gouda,
de secretaris,
drs. R.C. Bakker
de burgemeester,
mr. drs. P. Verhoeve
Toelichting
Voor schuldhulpverlening geldt sinds 1 juli 2012 de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Artikel 2 van de Wgs verplicht gemeenten om een plan op te stellen dat richting geeft aan integrale schuldhulpverlening.
Het beleid voor schuldhulpverlening staat in het Beleidskader Armoede en Schulden Gouda. De beleidsregels voor schuldhulpverlening dienen ter ondersteuning van zowel het beleidsplan als de daadwerkelijke uitvoering van schuldhulpverlening. Ze bieden waar nodig verdere toelichting op wet- en regelgeving, en leggen uit hoe het beleidsplan wordt toegepast. In deze regels legt het college vast welke voorwaarden er zijn voor schuldhulpverlening, de rechten en plichten van inwoners.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In artikel 1 worden begrippen uitgelegd die gebruikt worden in de beleidsregels.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Iedere inwoner van Gemeente Gouda kan zich aanmelden voor schuldhulpverlening. Inwoners zijn vanaf 18 jaar financieel verantwoordelijk voor hun geldzaken. Ook jongeren onder de 18 jaar kunnen zich aanmelden voor schuldhulpverlening, er wordt besproken welke hulp passend is.
Daklozen uit Gouda kunnen zich ook bij de gemeente melden voor schuldhulpverlening. Er moet een inschrijving bij de gemeente worden geregeld. Dit kan via het Loket dak- en thuislozen. De schuldhulpverlening voor daklozen is er ook voor mensen uit de regio Midden Holland. Dit zijn de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas.
Zelfstandigen biedt de gemeente Informatie & Advies, inclusief een doorverwijzing naar het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) in Rotterdam. Het RBZ doet onderzoek naar de levensvatbaarheid. Wanneer de onderneming levensvatbaar is, kan besloten worden tot het verstrekken van een bedrijfskapitaal waarmee de schulden worden geherfinancierd. Wanneer een zelfstandige stopt met de onderneming en zich laat uitschrijven bij de Kamer van Koophandel, kan de zelfstandige reguliere vormen van schuldhulpverlening ontvangen, bijvoorbeeld een schuldregeling.
Ook wordt aan inwoners een eerste gesprek aangeboden zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van de Wgs, wanneer het college een signaal ontvangt van schuldeisers over betalingsachterstanden. Dit kan een indicatie zijn van meer problematische schulden (vroegsignalering).
Artikel 3. Aanmeldgesprek
Er is sprake van een crisissituatie wanneer er sprake is van:
- •
Een gedwongen woningontruiming
- •
Een beëindiging van de levering van gas, water, elektriciteit of stadsverwarming
- •
Een opzegging of ontbinding van de zorgverzekering
Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening
Naar aanleiding van het aanmeldgesprek wordt de inwoner een passend aanbod gedaan. Dit kan zowel betekenen dat er een traject voor schuldhulpverlening opgestart wordt waarbij de inwoner wordt ondersteund bij het stabiliseren van de situatie en het eventueel opzetten van een schuldregeling en/of dat er doorverwezen wordt naar andere hulp.
De inzet van producten kan per situatie verschillen. Het gaat om maatwerk. Het resultaat van schuldhulpverlening kan per persoon verschillend zijn (schuldenvrij, hanteerbare schulden). In alle trajecten wordt waarde gehecht aan vergroting van het zelfstandig kunnen regelen van geldzaken en het minimaliseren van het risico op terugval. Ook wordt er met de inwoner besproken of (aanvullende) hulp of ondersteuning belangrijk is voor het meer zelfstandig regelen van geldzaken tijdens en na het traject, bijvoorbeeld via het sociaal team.
Bij problematische schulden wordt door het college vaak ingezet op het treffen van een schuldregeling. Inwoners hebben in dit geval te hoge schulden om met het inkomen binnen een redelijke termijn de schulden volledig af te lossen. Schulden oplossen kan via twee verschillende routes, met inzet van een saneringskrediet of schuldbemiddeling. In beide oplossingen vindt een gedeeltelijke terugbetaling plaats op het volledige schuldenpakket tegen finale kwijting. Schuldeisers gaan akkoord met een percentage van het aflosbedrag. Dat bedrag wordt vastgesteld aan de hand van het inkomen van de inwoner en zijn of haar lasten. Het inkomen dat hoger is dan het zogenaamde Vrij Te Laten Bedrag (VLTB), wordt gedurende de looptijd van de aflosperiode gereserveerd en uitgekeerd aan de schuldeisers volgens afgesproken verdeling.
Bij voorkeur wordt een saneringskrediet inzet, waarbij vooraf duidelijk is hoe hoog het aflossingsbedrag is en daarmee duidelijkheid biedt aan de inwoner. Ondanks de voordelen die een saneringskrediet met zich meebrengt, behoort dit niet altijd tot de mogelijkheden:
- -
De kredietbank Nederland kan een aanvraag voor een saneringskrediet afwijzen. Zij beoordeelt volgens de eigen criteria en op basis van geldende wetgeving of een krediet verantwoord is en of er voldoende vertrouwen is in het aflossingsgedrag van de kredietnemer. Bijvoorbeeld op basis van motivatie en toekomstperspectief;
- -
In situaties waarbij verwacht wordt dat de afloscapaciteit van de cliënt gaat stijgen, wordt het maximaal haalbare aflosbedrag niet benut. Schuldeisers lopen hierdoor een hogere afkooppercentage mis;
- -
Bij sterk wisselende inkomsten is de kans groot dat het vaste aflosbedrag niet elke maand afgelost wordt en daarmee de kans wordt verhoogd op voortijdig beëindigen van het schuldsaneringstraject, zonder schone lei;
- -
Dit geldt ook als voorzienbaar is dat het inkomen gaat dalen gedurende de aflosperiode, bijv. als cliënt met pensioen gaat.
Wanneer een saneringskrediet niet mogelijk is, wordt er gekozen voor schuldbemiddeling.
Schuldregelen lukt niet voor iedere inwoner. Soms is eerst andere ondersteuning nodig. Schuldhulpverleners kunnen als laatste stap, zich wenden tot de rechter om een dwangakkoord tot stand te brengen om de schuldregeling te realiseren. Wanneer dit niet lukt, wordt geprobeerd om Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) te realiseren.
Artikel 5. Verplichtingen
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van inwoners om op tijd de benodigde informatie te geven en medewerking te verlenen. Deelname aan de schuldhulpverlening is niet vrijblijvend. Voor de inwoner zijn een aantal algemene en (verdere) individuele verplichtingen van toepassing. De verplichtingen worden vastgelegd in een Plan van Aanpak en/of een schuldregelingsovereenkomst. Verplichtingen moeten worden nagekomen. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de inwoner.
Wanneer het niet lukt om afspraken na te komen, moedigen we inwoners aan om contact op te nemen. In bijzondere situaties kunnen afspraken worden gewijzigd. Zo kan er in unieke situaties een nieuwe schuld ontstaan, met toestemming van de schuldhulpverlener.
Artikel 6. Afwijzen en beëindigen
In dit artikel wordt beschreven wanneer de aanvraag schuldhulpverlening kan worden afgewezen of worden beëindigd.
Voordat het college besluit tot weigeren of beëindigen, wordt een hersteltermijn geboden. Dit betekent dat inwoners de mogelijkheid hebben om alsnog binnen een redelijke termijn aan hun verplichtingen te voldoen. Wat een redelijke termijn is, hangt samen met het type verplichting.
Het college zal (bijvoorbeeld in het geval er nieuwe schulden zijn ontstaan) niet direct overgaan tot beëindiging van de schuldhulpverlening, maar altijd proberen de schuldhulpverlening voort te zetten.
In alle gevallen probeert het college bij inwoners een andere vorm van hulpverlening in te zetten. Bijvoorbeeld het bieden van informatie en advies.
Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging. Als de inwoner binnen de hersteltermijn zijn verplichtingen niet nakomt, kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening.
Artikel 7. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Artikel 8. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Schuldhulpverlening Gouda 2024.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl