Beleidsregels waterbassins bouwwerken zijnde buiten bouwvlak gemeente Schouwen-Duiveland 2024

Geldend van 05-09-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels waterbassins bouwwerken zijnde buiten bouwvlak gemeente Schouwen-Duiveland 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;

gelezen het voorstel van de afdeling Ruimte en Milieu, cluster omgevingsbeleid, d.d. 8 augustus 2024;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

heeft besloten tot het vaststellen van de Beleidsregels waterbassins bouwwerken zijnde buiten bouwvlak gemeente Schouwen-Duiveland 2024.

Inleiding

De beschikbaarheid van zoetwater is een opgave voor de landbouwsector. Enerzijds moet wateroverlast en -schade worden voorkomen in perioden van veel neerslag. Anderzijds dreigt er droogteschade bij droge en warme perioden. Waterbassins kunnen een oplossing bieden om de zoetwaterbeschikbaarheid te verbeteren; door het regenwater op te vangen en langer vast te houden in perioden van neerslagoverschot en dit opgeslagen water te gebruiken ten tijde van droogte. Hiermee wordt de kans op droogteschade verkleind. Tegelijkertijd hebben waterbassins ruimtelijke impact op de omgeving en de landschappelijke kwaliteit. Daarom wil de gemeente het landschappelijk inpassen van deze bassins regelen.

Dit wordt ondersteund door het provinciaal beleid. De Provinciale Omgevingsverordening is op 15 december 2023 op dit punt aangepast en bevat een instructieregel ten aanzien van waterbassins voor het omgevingsplan (art. 5.22 onder d van de omgevingsverordening Zeeland). Deze beleidsregels passen binnen de Provinciale Omgevingsverordening. Daarnaast is er door de provincie de handreiking “Landschappelijke inpassing zoetwaterbassins Zeeland” opgesteld. Deze beleidsregels passen binnen het provinciaal beleid ten aanzien van waterbassins.

Afdeling 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Bouwstede: een op een omgevingsplankaart aangeduide locatie waar ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf mag worden gebouwd.

Bouwvlak: een op een plankaart als zodanig aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

Innamepunt: een beschikbare waterbron waaruit zoetwater onttrokken mag worden.

Meervoudig ruimtegebruik: het combineren van functies om nieuw ruimtebeslag op land en water zoveel mogelijk te beperken door middel van nevenfuncties (positieve bijkomstigheden) en dubbelfuncties (ruimtebesparend).

Waterbassin: voorziening, een bouwwerk zijnde, ten behoeve van de opslag van water. Het betreft een waterbassin met voorzieningen zoals leiding(en), pomp(en) en aan- en afvoerbuizen.

Artikel 2 Werkingssfeer

Waterbassins binnen een agrarische bestemming, die gelegen zijn buiten het bouwvlak of bouwstede en die worden gebruikt ten behoeve van het (eigen) agrarisch bedrijf, vallen onder de werkingssfeer van deze beleidsregels.

Afdeling 2 Situering waterbassins

Artikel 3 Situering en locatie

  • 1. Een waterbassin kan buiten het bouwvlak of bouwstede, maar binnen de agrarische bestemming worden gerealiseerd, indien aannemelijk wordt gemaakt dat:

    • a.

      aanleg op of aansluitend aan een bouwvlak niet mogelijk is door het ontbreken van een adequaat innamepunt voor zoet water; en

    • b.

      aanleg niet ten koste gaat van beschermde natuurwaarden en bijzondere landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden in het betreffende gebied.

  • 2. De maximale inhoud van een waterbassin is aantoonbaar gebaseerd op het eigen zoetwatergebruik. Bij meerdere gebruikers wordt de gezamenlijke behoefte in beeld gebracht. Hiervoor kan advies worden ingewonnen van de agrarische adviescommissie.

  • 3. De afstand van het waterbassin tot percelen met een woonfunctie bedraagt minimaal 100 meter.

Artikel 4 Gebruik

  • 1. Het waterbassin vervult een functie voor de nabijgelegen gronden.

  • 2. Het water uit een waterbassin wordt alleen toegepast op de percelen behorende bij het eigen agrarisch bedrijf. Bij collectieve waterbassins mogen dit meerdere percelen van verschillende agrarische bedrijven zijn.

  • 3. Het gebruik van een waterbassin ten behoeve van handelsdoeleinden is niet toegestaan.

  • 4. Meervoudig ruimtegebruik (neven en dubbelfuncties) geniet de voorkeur (bijvoorbeeld zonnepanelen op het waterbassin of het gebruik van kruidenrijke beplanting voor landschappelijke inpassing ter versterking van de biodiversiteit).

Artikel 5 Landschappelijke inpassing / ruimtelijke uitstraling

Het waterbassin wordt voldoende ruimtelijk ingepast, met inachtneming van het volgende:

  • a. De richting, maat en schaal van het waterbassin zijn in lijn met de verkavelingsstructuur van het landschap;

  • b. Het waterbassin wordt, aan de vanaf de openbare weg zichtbare zijden, voorzien van een landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 5 meter. De volgroeide hoogte bedraagt minimaal de hoogte van het hoogste punt van het talud;

  • c. In afwijking van onderdeel b kan gebruik worden gemaakt van flauwe taluds met een helling van 1 op 3 (elke meter verticaal betekent 3 meter horizontaal) aan de vanaf de openbare weg zichtbare zijden van het bassin. Hierbij dient rekening te worden gehouden met een afstand van minimaal 20 meter vanaf de as van de weg tot aan het hoogste punt van het talud van het waterbassin. Het talud dient begroeid en/of afgedekt te zijn met kruidenrijke gras of streekeigen beplanting met een teeltlaag van 0,5 meter of meer. De folie mag niet zichtbaar zijn.

  • d. Voor de landschappelijke inpassing en de instandhouding ervan wordt een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten.

  • e. De hoogte van de grondlichamen bedraagt maximaal 3 meter ten opzichte van het omliggende maaiveld;

  • f. De landschappelijke inpassing wordt getoetst door een landschapsdeskundige aan de hand van het “Landschappelijk Raamwerk”

Afdeling 3 Slotbepalingen

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels.

  • 3. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels waterbassins bouwwerken zijnde buiten bouwvlak gemeente Schouwen-Duiveland 2024”.

  • 4. De beleidsregels worden na een periode van drie jaar geëvalueerd.

Ondertekening

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland, voor zover het haar bevoegdheid betreft, in haar vergadering van 27 augustus 2024,

S.J.A. Bronsveld, Secretaris

J.Chr. van der Hoek, Burgemeester