Beleidsregels Studietoeslag gemeente Wageningen 2024

Geldend van 06-09-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2024

Intitulé

Beleidsregels Studietoeslag gemeente Wageningen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen;

gelezen het voorstel van 27 augustus 2024;

overwegende dat:

  • -

    het college het nodig vindt kaders te maken voor de studietoeslag;

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 36b van de Participatiewet;

besluit

vast te stellen de beleidsregels Studietoeslag 2024 gemeente Wageningen

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een verzoek om studietoeslag als bedoeld in artikel 36b lid 1 Pw

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • c.

      Pw: Participatiewet

    • d.

      Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

    • e.

      WSF: Wet studiefinanciering 2000

    • f.

      WTOS: Hoofdstuk 4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Artikel 2. Voorwaarden

Het college verleent belanghebbende op verzoek studietoeslag indien hij voldoet aan de voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 36b van de Pw en deze beleidsregel.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. De belanghebbende moet door een structurele medische beperking naast de studie/opleiding niet in staat zijn inkomsten te verwerven om in aanmerking te kunnen komen voor de studietoeslag.

  • 2. Onder structurele medische beperking verstaat het college: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het niet in staat zijn van het verdienen van inkomsten naast de studie door belanghebbende. De medische beperking is tevens structureel wanneer geen verbetering te verwachten is binnen afzienbare termijn.

Artikel 4. Geneeskundig advies

  • 1. Wanneer het college niet kan vaststellen of de belanghebbende voldoet aan de voorwaarden, wordt er een geneeskundig advies opgevraagd bij de door de gemeente gecontracteerde partij. Uit het geneeskundig advies moet blijken dat de belanghebbende als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek structureel niet in staat is om naast de studie inkomsten te verwerven. Ook moet blijken voor welke periode hiervan sprake is.

  • 2. Geneeskundig advies kan achterwege blijven wanneer direct duidelijk is dat er recht bestaat op studietoeslag gelet op de ernst/aard van de structurele medische beperking. Dit kan onder andere blijken uit een deskundigenverklaring.

  • 3. Wanneer het geneeskundig advies daartoe aanleiding geeft, bepaalt het college of en binnen welke periode een nieuw geneeskundig advies zal worden gevraagd om te beoordelen of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie inkomsten te verdienen.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. De aanvraag voor studietoeslag wordt digitaal of schriftelijk ingediend via het aanvraagformulier studietoeslag.

  • 2. Belanghebbende verstrekt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      kopie van een geldig paspoort of identiteitsbewijs;

    • b.

      een bewijs van het ontvangen van studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS;

    • c.

      bij stage: een kopie van de stageovereenkomst waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijkt.

  • 3. Belanghebbende kan bij de aanvraag een deskundigenverklaring verstrekken waarin staat waarom belanghebbende niet kan werken naast de studie.

Artikel 6. Toekennen en uitbetalen

  • 1. Als door het college is vastgesteld dat recht op studietoeslag bestaat, wordt de studietoeslag toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 2. De studietoeslag wordt toegekend voor de periode dat belanghebbende aan de voorwaarden voldoet.

  • 3. Eens in de twaalf maanden wordt een controle uitgevoerd waarin wordt beoordeeld of aanvrager nog aan de gestelde voorwaarden voldoet.

  • 4. In afwijking van lid 1 wordt studietoeslag met terugwerkende kracht ook toegekend over een periode die is gelegen voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend als:

    • a.

      belanghebbende daarom verzoekt; en

    • b.

      belanghebbende over deze periode voldoet aan de voorwaarden voor het recht op studietoeslag;

  • 5. In afwijking van lid 4 wordt studietoeslag niet met terugwerkende kracht toegekend over een periode die is gelegen:

    • a.

      vóór 1 april 2022;

    • b.

      5 jaar voorafgaand aan de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 6. De studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

  • 7. De studietoeslag die met terugwerkende kracht wordt toegekend, wordt na toekenning als een bedrag ineens uitbetaald.

Artikel 7. Hoogte studietoeslag

  • 1. De hoogte van de studietoeslag is gelijk aan de bedragen genoemd in artikel 7a van het Besluit loonkostensubsidie en minimumbedragen studietoeslag Participatiewet 2021.

  • 2. Als uitgangspunt voor het bepalen van de hoogte van de studietoeslag geldt in de maand waarin een belanghebbende jarig wordt, het bedrag dat hoort bij de leeftijd die belanghebbende op de verjaardag heeft bereikt.

Artikel 8. Wijzigingen doorgeven

Voor de studietoeslag is sprake van een inlichtingenplicht als bepaald in artikel 36b lid 4 Pw.

Artikel 9. Overgangsrecht

Indien de studietoeslag is toegekend voor 1 september 2024 wordt de hoogte zoals omschreven in artikel 7 lid 1 van deze beleidsregels per 1 februari 2025 toegepast.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van belanghebbende afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 11. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels en toepassingsbereik

  • 1. Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 september 2024

  • 2. De beleidsregels Studietoeslag gemeente Wageningen 2022 worden ingetrokken.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels studietoeslag gemeente Wageningen 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wageningen op 27 augustus 2024

de secretaris,

J. de Wit

de burgemeester,

F. Vermeulen

Algemene toelichting

Doel van de studietoeslag is om jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te bieden. Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie van december 2018 is gebleken dat de individuele studietoeslag niet aan het gestelde doel voldeed. Aanpassing is nodig om het doel van de regeling te bereiken. Om deze reden is de regeling van studietoeslag gewijzigd.

Geen bijstand meer maar toeslag

De studietoeslag is geen bijstand meer. Daarom is er geen vermogenstoets. Ook de gegevens over de woon/leef situatie (gezinssamenstelling) zijn niet van invloed op het recht. Er geldt geen leeftijdsgrens. Het recht is gekoppeld aan het recht op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.

Ontvangst of recht op studiefinanciering WSF of een tegemoetkoming o.g.v. de WTOS

In de wettekst van artikel 36b Participatiewet staat dat een aanvraag kan worden gedaan als iemand studiefinanciering of WTOS ontvangt. Dit moet zo worden gelezen: er bestaat recht op studietoeslag als er recht bestaat op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Of er recht bestaat blijkt uit een beschikking van DUO. Voor het moment waarop is voldaan aan de voorwaarden voor studietoeslag is niet de datum van ontvangst van studiefinanciering of WTOS van belang, maar de datum vanaf wanneer het recht bestaat.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de artikelen die toelichting nodig hebben zijn uitgewerkt.

Artikel 2. Voorwaarden

Belanghebbende dient een beschikking van DUO te tonen waaruit blijkt dat recht is op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.

Als de belanghebbende werkt dan vervalt het recht op studietoeslag (tijdelijk). Dit geldt ook voor werkzaamheden waar geringe inkomsten verwerft worden, zoals een vakantiebaan. Belanghebbende kan een nieuwe aanvraag doen wanneer deze inkomsten gestopt zijn.

Artikel 3. Doelgroep

Een medische ingreep met een hersteltermijn van een half jaar is volgens de regering geen structurele medische beperking. Hieruit kan worden afgeleid dat als de medische beperking langer duurt dan een half jaar er wel sprake kan zijn van een structurele medische beperking. Ook zijn er medische beperkingen die wel structureel zijn, maar niet voldoende ernstig. In dat geval kan de belanghebbende naast zijn studie inkomsten verwerven. Het beoordelen van de situatie is te allen tijden maatwerk.

Er is in ieder geval geen sprake van een structurele medische beperking bij:

  • -

    het verlenen van mantelzorg;

  • -

    een gebroken bot;

  • -

    kortdurende beperkingen. Denk aan een ziekenhuisopname tot 6 maanden;

  • -

    beperkingen die niet dusdanig ernstig zijn dat iemand naast de studie niet meer kan werken.

Bovenstaande opsomming is niet limitatief.

Artikel 4. Geneeskundig advies

Begrip inkomsten kunnen verwerven

In de regel beoordeelt een onafhankelijk medisch adviseur of belanghebbende recht heeft op studietoeslag. Dit blijkt uit artikel 36b lid 2 Pw. Het advies bevat nadrukkelijk geen medische gegevens van belanghebbende. Uit het advies dient enkel duidelijk te worden of belanghebbende in staat is eigen inkomsten te verwerven naast een voltijd studie. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p. 6.

Afzien geneeskundig advies

Artikel 36b lid 2 Pw biedt de mogelijkheid om af te zien van een geneeskundig advies. Het college kan dit doen op grond van bij het college bekende gegevens of door de belanghebbende verstrekte gegevens. Het college mag niet ten nadele van belanghebbende afzien van het medisch advies. De belanghebbende houdt de mogelijkheid een beroep te doen op een onafhankelijk medisch oordeel. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p.7. Het college kan van het geneeskundig advies afzien wanneer vaststaat dat er geen recht bestaat op studietoeslag.

Nieuw geneeskundig advies bij zicht op verbetering

Het onafhankelijk geneeskundig advies kan aanleiding vormen voor het college om de duur van de studietoeslag niet af te stemmen op de duur van de studiefinanciering, bijvoorbeeld wanneer zicht is op verbetering van de medische situatie van betrokkene. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394 nr. 5, p. 9. In dat geval bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw geneeskundig advies zal worden gevraagd.

Het college moet bij de advisering de zorgvuldigheidsnormen van Hoofdstuk 3 van de Awb in acht nemen.

Artikel 5. Aanvraag

Het inleveren van een deskundigenverklaring kan betekenen dat het onafhankelijk geneeskundig advies overbodig is. Dit is enkel het geval wanneer de verklaring bewijst dat sprake is van een structurele medische beperking. En wanneer de deskundigenverklaring naar het oordeel van de gemeente ook onafhankelijk tot stand is gekomen.

Stagevergoeding

Stages die plaatsvinden in het kader van de studie (zowel verplicht als onverplicht) vallen onder de vrijlatingsregeling. Zie Tweede kamer, 2019-2020, 35394, nr. 5, p. 8. Inkomsten uit een stage worden vrijgelaten tot een maximumbedrag als vastgelegd bij AMvB, zie artikel 36b lid 5 Pw. Bij de inwerkingtreding van de wetswijziging is dit bedrag €180,-. Wanneer een stagevergoeding hoger is dan het maximumbedrag, dan wordt het meerdere in mindering gebracht op de studietoeslag. Belanghebbende dient hiertoe een kopie van een stageovereenkomst toe te voegen bij de aanvraag.

Artikel 6. Toekennen en uitbetalen

Het college hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of een belanghebbende met terugwerkende kracht recht heeft op studietoeslag. Dit gebeurt alleen als belanghebbende het college daartoe verzoekt.

Artikel 7. Hoogte studietoeslag

In de maand dat belanghebbende jarig wordt en dit leidt tot een hoger bedrag aan studietoeslag, wordt de studietoeslag in die maand gebaseerd op het bedrag dat geldt voor de leeftijd waarop belanghebbende jarig is. Dit is geregeld in lid 2.

Artikel 8. Wijzigingen doorgeven

Op grond van artikel 36b lid 4 Pw geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 Pw.

Artikel 9. Overgangsrecht

Studenten die de toeslag ontvangen voordat deze beleidsregels van kracht zijn ontvangen hogere bedragen dan de nieuw toegekende aanvragen. Om deze studenten te laten wennen aan de verlaagde studietoeslag geldt het nieuwe bedrag voor hen pas 6 maanden na ingang van deze beleidsregels. Hiermee wordt de gelegenheid geboden om zich in stellen op een nieuwe situatie.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college mag van de eigen beleidsregels afwijken als toepassing ervan in een individueel geval door bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb.

Artikel 11. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels en toepassingsbereik

Behoeft geen toelichting.

Artikel 12. Citeertitel

Behoeft geen toelichting.