Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst

Geldend van 04-09-2024 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst

Het college van burgemeester en wethouders van Staphorst;

gelet op:

  • -

    de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Staphorst’

B E S L U I T :

vast te stellen het:

Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    grafbedekking: gedenkteken en/of vaste en winterharde grafbeplanting;

  • b.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • c.

    gedenktegel: een herdenkingsmonument op een grafje van een immatuur;

  • d.

    grafbeplanting: vaste en winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

  • e.

    duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof of metaal, welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, en dergelijke gewaarborgd is;

  • f.

    Immaturengraf: een grafje voor een menselijke vrucht die voor 24 complete weken (168 dagen) van de zwangerschap levenloos ter wereld is gekomen.

  • g.

    Immaturenveld: een daarvoor aangewezen gedeelte van de begraafplaats, bij de gemeente in beheer, waardoor aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een immatuur.

  • h.

    het bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken wordt ambtshalve met het ‘Bewijs uitgifte van de grafrechten’ verstrekt door het college van burgemeester en wethouders. De verschuldigde leges worden tegelijk met de grafrechten in rekening gebracht bij de rechthebbende of de uitvaartverzorger.

  • 2. Een vergunning voor het vervangen van het gedenkteken kan worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders. Hiervoor worden leges in rekening gebracht bij de rechthebbende.

  • 3. De tekst op de gedenktegel op het immaturenveld is vormvrij met inachtneming van wat in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Daarbij dient ook rekening te worden gehouden met de afmetingen, genoemd in artikel 3 lid 4.

  • 4. Voor het moment van plaatsing van het gedenkteken neemt de steenhouwerij of de rechthebbende contact op met de beheerders van de begraafplaats.

Artikel 3 Het gedenkteken

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort;

    • a.

      De gedenktegel op het immaturenveld mag ook bestaan uit beton.

  • 2. De maximum afmetingen voor het staande gedeelte van een grafmonument zijn:

    • a.

      op een enkel graf: breedte 90 cm en hoogte 100 cm;

    • b.

      op een dubbel graf: breedte 180 cm en hoogte 100 cm.

  • 3. De maximum afmetingen voor het liggende gedeelte van een grafmonument zijn:

    • a.

      op een enkel graf: breedte 90 cm en lengte 200 cm;

    • b.

      op een dubbel graf: breedte 180 cm en lengte 200 cm.

  • 4. De maximum afmetingen voor de liggende gedenktegel van een immaturengraf zijn 30 cm bij 30 cm.

  • 5. De maximum afmetingen voor het staande gedeelte van een grafmonument op een kindgrafje (0 - 1 jr) zijn: breedte 50 cm en hoogte 100 cm.

  • 6. De maximum afmetingen voor het liggende gedeelte van een grafmonument op een kindgrafje (0 – 1 jr) zijn: breedte 50 cm en lengte 100 cm.

  • 7. De maximum afmetingen voor het staande gedeelte van een grafmonument op een kindgraf (1 – 10 jr) zijn: breedte 70 cm en hoogte 100 cm.

  • 8. De maximum afmetingen voor het liggende gedeelte van een grafmonument op een kindgraf (1 – 10 jr) zijn: breedte 70 cm en lengte 120 cm.

Artikel 4 Losse materialen, bloemen en planten

  • 1. Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of een ander breekbaar materiaal op een graf te leggen;

  • 2. Het is niet toegestaan op een graf voor of naast het gedenkteken of voor of naast de beplantingen één of meerdere kantafzettingen, in welke vorm dan ook, aan te brengen;

  • 3. Winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden en moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte worden gehouden. De vaste planten en winterharde gewassen dienen te worden omheind door duurzame materialen en mogen niet hoger worden dan 100 cm;

  • 4. Gewassen die buiten de in het derde lid bedoelde ruimte geplant of materialen die buiten die ruimte geplaatst worden, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is;

  • 5. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in kunststofvazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen of kransen te leggen.

  • 6. Op immaturengraven mogen voorwerpen op de gedenktegel geplaatst worden en tegen de borderrand. Indien het immaturengraf niet beschikt over een gedenktegel dan mogen de voorwerpen enkel aan de borderrand worden geplaatst. Hiervoor geldt dat de eisen uit lid 1 in acht genomen dienen te worden.

Artikel 5 Afval

  • 1. Alle sporen van afval dienen van de begraafplaats te worden meegenomen.

Artikel 6 Beschadigingen door werkzaamheden

  • 1. Beschadigingen, ontstaan ten gevolge van gemeentelijke werkzaamheden op of aan het gedenkteken, dienen te worden hersteld door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • a.

    Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als: ‘Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen Staphorst’.

  • b.

    Deze voorschriften treden in de plaats van alle voorgaande voorschriften met betrekking tot grafbedekkingen.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Staphorst,

Staphorst, 27 augustus 2024

J. ten Kate, de burgemeester

M. van de Wetering, de secretaris