Instructie directeur publieke gezondheid GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024

1. De directeur publieke gezondheid draagt zorg voor:

• a.

  een goede voorbereiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur;

• b.

  de voor de uitoefening van hun functie benodigde informatievoorziening aan de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur;

• c.

  een gedegen en tijdige advisering aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur;

• d.

  een snel en adequaat verloop van voor het proces van besluitvorming noodzakelijke procedures en het bevorderen van een voortvarende uitvoering van de besluiten van het algemeen en het dagelijks bestuur;

• e.

  het vastleggen van door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur genomen besluiten in een besluitenlijst en het bijhouden van een presentielijst.

2. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de ondersteuning van de voorzitter en de door hem of door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur ingestelde portefeuillehoudersoverleggen en commissies.

1. De directeur publieke gezondheid staat de voorzitter terzijde.

2. De directeur publieke gezondheid bevordert hiertoe samen met de voorzitter een goede afstemming tussen de bestuursorganen en de ambtelijke organisatie.

3. De directeur publieke gezondheid is de voorzitter behulpzaam bij de bewaking van het functioneren van het dagelijks bestuur als collegiaal bestuur.

1. Om de coördinatie en doelmatigheid van de uitvoering van de aan de GGD opgedragen taken te bevorderen, voert de directeur publieke gezondheid regelmatig gezamenlijk overleg met de strategisch managers van de clusters van de ambtelijke organisatie.

2. De directeur publieke gezondheid ziet toe op een vlot verloop van de informatiestromen. Hij doet, in overleg met de strategisch managers, voorstellen aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur ter zake.

3. De directeur publieke gezondheid kan in overleg met de strategisch managers procedures vaststellen voor de behandeling van zaken die door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur aan de ambtelijke organisatie ter voorbereiding of uitvoering zijn opgedragen.

1. De directeur publieke gezondheid bevordert een goede samenwerking met de deelnemende gemeenten.

2. Ter uitvoering van de aan de GGD opgedragen taken bevordert de directeur publieke gezondheid:

• a.

  het optreden van de GGD als vertrouwd adviseur voor de gemeenten op regionaal, subregionaal en lokaal niveau;

• b.

  het inrichten van het besluitvormingsproces van gemeenten en GGD vanuit goed partnerschap van alle actoren en hun eigen rol;

• c.

  het verbinden van alle actoren en het gezamenlijk werken aan maatschappelijke opgaven op het gebied van publieke gezondheid met de GGD (als erkend en vertrouwd adviseur) in de rol van spelverdeler, trekker of regisseur;

• d.

  vraagstukken uit te zetten in het veld van publieke gezondheid, na overleg met of in opdracht van betrokken gemeenten of zelf als professionele GGD-organisatie;

• e.

  het transparant zijn over keuzes en voornemens, ook om het vertrouwen in de vakkennis van de GGD te bestendigen en te verstevigen;

• f.

  het voortouw nemen bij veranderingen en innovaties op het gebied van de publieke gezondheid, en daarbij gemeenten en samenwerkingspartners vroegtijdig te betrekken.

1. De directeur publieke gezondheid bevordert een goede samenwerking met de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, in het bijzonder met het oog op zijn taken en verantwoordelijkheden voor de leiding aan de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR, onderdeel van het Veiligheidsregio).

2. De directeur publieke gezondheid bevordert dat over de samenwerking nadere bestuurlijke en ambtelijke afspraken worden gemaakt en neemt deze in acht.

1. Indien de directeur publieke gezondheid meer dan zeven dagen verhinderd is zijn ambt te vervullen, doet hij daarvan tijdig mededeling aan het dagelijks bestuur en de voorzitter.

2. Voor een afwezigheid van langer dan vier weken behoeft de directeur publieke gezondheid toestemming van het dagelijks bestuur.

3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de directeur publieke gezondheid vervangen door de adjunct-directeur.

1. De adjunct-directeur publieke gezondheid vervangt de directeur publieke gezondheid in diens langer durende afwezigheid of op diens verzoek in diens aanwezigheid. De adjunct-directeur publieke gezondheid is dan als zodanig belast met de dagelijkse leiding van GGD Noord- en Oost-Gelderland.

2. Op de adjunct-directeur publieke gezondheid zijn de Instructie, de functie- en taakomschrijving en overige regelingen voor de directeur publieke gezondheid van toepassing. Hij oefent binnen de bestaande kaders de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de algemeen directeur uit, voor zover nodig met het oog op een goede voortgang van de uitvoering van beleid en activiteiten van de GGD.

3. De adjunct-directeur publieke gezondheid raadpleegt in bijzondere omstandigheden zo mogelijk de directeur publieke gezondheid.

4. De adjunct-directeur publieke gezondheid is ter zake verantwoording verschuldigd aan de directeur publieke gezondheid en zo nodig het dagelijks bestuur.

1. In gevallen waarin deze Instructie niet voorziet, voorziet de directeur publieke gezondheid, voor zover nodig in overleg met het dagelijks bestuur of de voorzitter.

2. De Instructie voor de directeur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelre-IJssel, vastgesteld op 17 juni 2005, en de Instructie voor de plaatsvervangend directeur van GGD Gelre-IJssel, vastgesteld op 14 september 2011, worden ingetrokken.

3. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

4. Dit besluit is aan te halen als "Instructie directeur publieke gezondheid GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024".