Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR723948
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR723948/1
Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte
Geldend van 28-08-2024 t/m heden
Intitulé
Leidraad Duurzame Inrichting Openbare RuimteHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overwegende dat bij de planontwikkeling van nieuwbouw- en herinrichtingsprojecten een leidraad voor de duurzame inrichting van de openbare ruimte wenselijk is
Besluit het college van de gemeente Doesburg de Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte vast te stellen
Toelichting voor de gebruiker In deze Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (LDIOR) zijn de inrichtingsprincipes uitgewerkt voor alle nieuwbouw- en herinrichtingsprojecten in de gemeente Doesburg. Uitgangspunt bij het gebruik van deze leidraad is onze DoesDuurzaam-methode die is geïnspireerd op de Amsterdamse Puccinimethode (zie: Puccinimethode) en is gebaseerd op 5 overtuigingen. In hoofdstuk 1 wordt dit nader toegelicht. Er zullen onvermijdelijk zaken zijn of komen die verbeterd kunnen worden. Vooral ontwikkelingen op het gebied van Duurzaamheid, Klimaatadaptatie, Inclusie en Verkeerskunde zijn actueel en vragen veel inventiviteit en aanpassingsvermogen van ontwerpers. Op basis van ervaringen en nieuwe inzichten zullen dan ook regelmatig aanpassingen en verbeteringen in deze leidraad worden doorgevoerd. De LDIOR is een richtinggevend document en geen handboek dat bepaalt hoe de openbare ruimte ingericht moet worden. Het is vooral een proces van zorgvuldig afstemmen, ontwerpen en samen creëren. Zeker als je bijvoorbeeld kijkt naar onze Historische Binnenstad die hoge eisen stelt aan beeldkwaliteit. Dat vraagt om slimme maatwerkoplossingen. Deze leidraad is dan ook een dynamisch document en bedoeld om de kwaliteit en leefbaarheid van de buitenruimte in Doesburg continue te verbeteren. |
1 Inleiding
De openbare ruimte is van ons allemaal en moet voor iedereen toegankelijk zijn. Het is de plaats waar zich een groot deel van het maatschappelijke leven afspeelt. De inrichting, het beheer en het gebruik bepalen hoe die ruimte wordt beleefd. En omdat dagelijks vele duizenden mensen deze ruimte gebruiken, stellen we als gemeente ook hoge eisen aan het openbaar gebied. Is het schoon, is het aantrekkelijk, is het goed onderhouden, is het veilig? Al deze vragen spelen een rol bij de beleving van de openbare ruimte. En een fijne buitenruimte is medebepalend voor het woongenot en de leefbaarheid in onze buurten.
In deze Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (LDIOR) zijn de technische en functionele eisen beschreven die de gemeente Doesburg stelt aan de buitenruimte van nieuwbouw- en herinrichtingsprojecten. De LDIOR is samengesteld op basis van bestaand beleid, wetgeving, richtlijnen en normeringen. Het is een dynamisch document en verwijst naar allerlei bepalingen en kader stellende documenten (zie hoofdstuk 2). Als gevolg van wijzigingen in beleid, wetgeving of veranderende inzichten kunnen de eisen die aan de openbare ruimte worden gesteld veranderen. Daarom zal de LDIOR elke 2 jaar worden geëvalueerd en daar waar nodig worden bijgesteld, zodat de leidraad actueel en bruikbaar blijft. De LDIOR is digitaal beschikbaar via de website van de gemeente.
Bij het ontwerpen, realiseren en beheren van de openbare buitenruimte zijn veel partijen betrokken. Allen met hun eigen specifieke kennis en belangen. Dit vraagt om een zorgvuldige afstemming gedurende het gehele planproces. De LDIOR is bedoeld om keuzes bij de inrichting van de openbare ruimte goed af te wegen. Dit om duurzaam en doelmatig beheer mogelijk te maken. Het betreft ontwerpaspecten en eisen ten aanzien van de kwaliteit en afmetingen van constructies en materialen. Maar ook eisen m.b.t. de aan te leveren documenten bij start en na realisatie van het project. Ook komt in grote lijnen het proces om van plan tot uitvoering te komen aan de orde zoals ook wordt beschreven in ons handboek projectmatig werken. De LDIOR stimuleert de samenwerking tussen ontwerpers en beheerders. Dit komt de (duurzame) kwaliteit van de buitenruimte ten goede omdat het ontwerpproces doelgerichter verloopt en ook de doorlooptijd van projecten kan verkorten.
De LDIOR is richtinggevend voor alle nieuwbouw- en herinrichtingsprojecten in de openbare ruimte van Doesburg. Ongeacht of het een gemeentelijk plan of een ontwikkeling van een externe initiatiefnemer is. De toepassing van deze leidraad wordt als randvoorwaarde opgenomen bij elke projectopdracht en maakt deel uit van de overeenkomsten met externe partijen. Iedere projectinitiator moet zich aan deze inrichtingsvoorschriften houden, tenzij anders wordt overeengekomen met de beheerders. De initiator is een verzamelnaam voor de partij die het project initieert. Dit is vaak de opdrachtgever (externe plan- of projectontwikkelaars maar ook de gemeente Doesburg zelf).
Het team Buitenbeheer van de gemeente is met het schrijven van deze leidraad, eigenaar van de LDIOR. Dit team draagt de verantwoordelijkheid voor de evaluatie en indien nodig het aanpassen en verbeteren van de LDIOR.
De LDIOR is bestemd voor iedereen die betrokken is bij het ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte. Dit zijn onder andere:
- •
Stedenbouwers
- •
Landschapsontwerpers
- •
Architecten
- •
Projectleiders
- •
Projectvoorbereiders
- •
Toezichthouders
- •
Beheerders
- •
Ingenieurs- en adviesbureaus
- •
Projectontwikkelaars
Als er ontwerpelementen zijn die niet zijn toegelicht in de LDIOR, moet dit worden afgestemd met de betreffende beheerder/contactpersoon van de gemeente Doesburg.
Naast de randvoorwaarden en kwaliteitseisen ten aanzien van de toe te passen materialen en constructies, zijn enkele andere onderwerpen opgenomen die van belang zijn bij de ontwikkeling van een toekomstbestendige openbare ruimte binnen de gemeente Doesburg.
1.1 Relatie met belangrijke thema’s
1.1.1 Duurzaamheid en Klimaatadaptatie
Een duurzame inrichting van de openbare ruimte is ontzettend belangrijk. Dit omdat in de openbare ruimte de gevolgen van klimaatverandering voelbaar zijn, maar ook omdat we met een goede inrichting de effecten van klimaatverandering kunnen verminderen. Denk hierbij aan ontwerpkeuzes die hittestress of wateroverlast kunnen verminderen. In de toekomstvisie van Doesburg staat duurzaamheid dan ook genoemd als aandachtspunt. Het doel is om “een leefbare en levendige stad te zijn die ook de toekomst aan kan”. Het is dus van belang duurzaamheid een belangrijke plaats te geven in deze Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte.
Er zijn diverse mogelijkheden om de openbare ruimte duurzaam in te richten. Dit kan bijvoorbeeld door materialen te gebruiken, waarvan we weten dat ze een lange levensduur hebben en robuust zijn (best practices), klimaatbestendig en beheergericht te ontwerpen, duurzamere materialen te gebruiken en hergebruik de standaard te maken op basis van een “ja, tenzij” principe. Niet elk project zal geschikt zijn om al deze duurzame maatregelen te nemen, maar per project of gebied zullen er specifieke duurzaamheidskansen zijn. Om ruimte te bieden aan een gebied specifieke duurzame inrichting, bevat de LDIOR een tweede spoor: een duurzame procesaanpak. Deze aanpak bestaat uit het standaard organiseren van een duurzaamheidssessie in een vroeg stadium van het planproces. Tijdens deze sessie komen project- en gebied specifieke duurzaamheids- en DPRA (Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie) kansen in beeld. Op deze manier maken de opbrengsten uit de duurzaamheidssessie vanaf het begin deel uit van het ontwerp. Binnen het thema duurzaamheid zijn er 3 focusthema’s: energie, klimaatadaptatie en circulariteit.
Het klimaat verandert. Het KNMI geeft aan: “In de periode tot 2050 stijgt de jaargemiddelde temperatuur (het wordt warmer), de hoeveelheid neerslag in de zomers neemt sterk af (het wordt droger), de hoeveelheid neerslag neemt toe (het wordt natter en extremer) en de zeespiegel stijgt (grotere kans op overstromingen)”. De leefbaarheid in Doesburg kan onder druk komen te staan door veranderingen in het klimaat. Een goed ontwerp van de straat bereidt zich voor op de negatieve effecten van klimaatverandering. Het toevoegen van groen helpt de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Het draagt bij aan temperatuurbeheersing, het dempen van de gevolgen van hevige regenval, zonder dat we onze rioolcapaciteit hoeven uit te breiden. Met maatregelen wordt de straat bestand tegen extremere weersomstandigheden. Bomen kunnen daarbij een grote rol spelen, ze bieden een toevluchtsoord ten tijde van hete zomerdagen. Een andere belangrijke maatregel is om het rioleringssysteem robuuster te maken, door middel van het aanleggen van gescheiden rioolstelsels.
Hierin scheiden we de afvoer van ‘hemelwater’ (regen, sneeuw en hagel) en de afvoer van afvalwater van huishoudens en bedrijven. Openbaar groen, zoals parken en plantsoenen, kan een essentiële bijdrage leveren. Dit door het hemelwater te bergen gedurende hevige regenbuien en te benutten in drogere perioden.
Windmolenstraat en Kosterstraat, vergroening in de stenige binnenstad
Biodiversiteit en extensief maaibeleid mede door bewonersparticipatie
De werksessie duurzaamheid is een bijeenkomst waarbij alle belanghebbenden van een project samen kansen op het gebied van duurzaamheid vaststellen. Deze werksessie levert de volgende resultaten op:
- •
Inzicht in de gemeentelijke kaders en de mate waarin het project een bijdrage kan leveren aan deze ambities.
- •
Inzicht in specifieke duurzaamheids- en DPRA-kansen voor het project.
- •
Een beeld van de relevante deelnemers-belanghebbenden in het project.
- •
Inzicht in de positieve en negatieve duurzaamheidsimpact van het project op de omgeving en deelnemers-belanghebbenden.
Deze resultaten zijn terug te lezen in een verslag van de werksessie. Indien de resultaten een substantieel financieel effect hebben op de projectbegroting legt de projectleider de resultaten ter besluitvorming voor aan de opdrachtgever/stuurgroep van het project.
1.1.2 Buurtgericht
In de Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2017 is elke buurt van Doesburg beschreven. Van elke buurt zijn de kenmerken en ambities beschreven en de gevolgen hiervan op de openbare ruimte. De doelstelling is om deze buurtgerichte aanpak ook te gebruiken in de projecten en rekening te houden met de kenmerken van de buurt. Het is wel belangrijk om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen en actuele inzichten over klimaatverandering ter harte te nemen. Bijvoorbeeld een stenige hete binnenstad zonder groen is niet meer wenselijk en achterhaald. Daarnaast biedt de woonzorgwelzijnvisie ook waardevolle informatie over de samenstelling van de buurten (woningvoorraad, energie labels, gezinssamenstelling etc.). Op het moment van schrijven wordt er ook een duurzaamheidsplan gemaakt, waarin de buurten nader worden geanalyseerd. Deze resultaten dienen als basis voor toekomstige werkzaamheden.
Inwoners weten heel goed wat er speelt in hun buurt. Daarom wil de gemeente buurtbewoners en ondernemers zoveel mogelijk betrekken bij de inrichting van hun straat of buurt. De wijze van participatie verschilt wel per type project. Hiervoor dient de Doesburgse participatiewijzer (burgerparticipatie) te worden gebruikt.
1.1.3 Toegankelijkheid, inclusie en gezondheid
Onze straten moeten inclusief zijn. Dat betekent toegankelijk voor iedereen, ongeacht inkomen, beperking, geslacht, cultuur of leeftijd. Een inclusieve openbare ruimte vraagt om bijzondere aandacht voor mensen met een beperking, ouderen en kinderen. Kan je met een rolstoel over de drempel? Is er een voelbaar niveauverschil tussen stoep en straat voor blinden en slechtzienden? Of kan je met een scootmobiel comfortabel over de keienbestrating? Door obstakels weg te nemen en vrije maar voelbare doorgangen te realiseren, bevorderen we ontmoeting in de openbare ruimte. Hiermee krijgt iedereen gelijke kansen en is de straat voor iedereen. |
Een inclusieve samenleving waarin echt iedereen kan meedoen vraagt om een goed ingerichte openbare ruimte en een toegankelijk verkeers- en vervoersysteem. Doesburg vindt het belangrijk om een toegankelijke, veilige stad te zijn. Een stad waarin iedereen de mogelijkheid heeft te gaan en staan waar men wil. Dit betekent dat mensen met kinderwagens, rolstoelen en rollators en ouderen of mensen met een visuele of mentale beperking ook veilig van de openbare ruimte gebruik moeten kunnen maken. We zetten ons gezamenlijk in om ervoor te zorgen dat de openbare ruimte voldoet aan de eisen voor toegankelijkheid (zie ook het handboek ‘Toegankelijkheid Openbare Ruimte’). Daarom hebben we ook het VN-verdrag handicap ondertekend. Meer over dit onderwerp is te vinden op Inclusie | Gemeente Doesburg. Deze eisen komen ook terug in hoofdstuk 11 van deze leidraad.
Ook gezondheid vinden we een belangrijk thema. Hittestress kan leiden tot lichamelijke klachten. Om hittestress te voorkomen plaatsen we waar mogelijk bomen. Langs wegen bij voorkeur aan de zonzijde van de weg. Bomen kunnen de (gevoels)temperatuur reduceren met wel 10 C.
Een aantrekkelijke en goed ingerichte leefomgeving stimuleert ook een gezonde leefstijl met voldoende beweging. Wie in een groene omgeving leeft, voelt zich gezonder en bezoekt minder vaak de huisarts. We willen een openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoeten, spelen en bewegen. Allerlei maatregelen waar je dan aan kunt denken zijn: sportaanleidingen in de openbare ruimte, ontmoetingsplekken op beschutte en open plekken, ‘ommetjes’ kunnen maken met voldoende bankjes voor ouderen, voldoende speelplekken, wandel- en hardlooproutes, ruimte om te tuinieren. Allemaal voorbeelden die kunnen bijdragen aan de gezondheid van onze inwoners.
1.1.4 Betaalbaarheid, maakbaarheid en beheerbaarheid
De hieronder beschreven DoesDuurzaam-methode staat voor een werkproces dat een hoogwaardige kwaliteit van de openbare ruimte nastreeft. Dit betekent niet dat deze methode per definitie duurder is, maar draagt op vijf manieren bij aan een betaalbare openbare ruimte:
- 1.
Het voorschrijven van robuuste en eenvoudige materialen. Deze materialen zijn tijdloos, te beheren en betaalbaar.
- 2.
Het aantal verschillende materialen dat toegepast wordt, neemt af. Dit vereenvoudigt het voorraadbeheer en hier is minder ruimte voor nodig.
- 3.
Er kan gebruik gemaakt worden van schaalvoordeel, door het gebruik van standaardmaterialen.
- 4.
Door het gebruik van standaardmaterialen, kunnen de eigendommen efficiënter beheerd worden en zijn ze geschikt voor hergebruik.
- 5.
Door verschillen in toegepaste materialen te beperken, wordt de kwaliteit van de leefomgeving versterkt en komt deze beter tot haar recht. “Less is more”.
1.2 De DoesDuurzaam-methode
De DoesDuurzaam-methode staat voor een kwalitatief goede, fysieke inrichting van de hele Doesburgse openbare ruimte; alle straten, pleinen, parken en plantsoenen. Een kwalitatief goede, fysieke inrichting is gebruiksvriendelijk, veilig, toegankelijk, te beheren, duurzaam, betaalbaar, samenhangend én mooi. Bij de inrichting van de openbare ruimte brengt de DoesDuurzaam-methode al deze belangen en eisen samen in breed gedragen voorstellen en afspraken. De DoesDuurzaam-methode is daarmee niet zozeer één van de belangen die gewogen wordt bij de inrichting van de openbare ruimte, maar juist het eindresultaat van een integrale belangenafweging. De basis voor het succes van de DoesDuurzaam-methode is een intensieve samenwerking met bestuurders, projectleiders, ontwerpers, beheerders, bewoners en overige gebruikers van de openbare ruimte.
De DoesDuurzaam-methode is geïnspireerd op de Amsterdamse Puccinimethode (zie Puccinimethode) en gebaseerd op vijf overtuigingen:
Doesduurzaam-methode leidt tot minder verrommeling van verschillende ontwerpen, goede passende detaillering en materialen, klimaat adaptief en duurzaam en realiseert daarmee tevens een kostenbesparing. |
- 1.
De gebruiker is gebaat bij een eenvoud en vanzelfsprekendheid
De openbare ruimte vormt een ruimtelijk netwerk in de stad. De maat voor succes is de tevredenheid van de gebruiker. Dat betekent: in gesprek gaan met de gebruiker, samen komen tot een goed programma van eisen dat geldt als vertrekpunt voor het ontwerp.
In het algemeen geldt dat het straatdecor niet zelf de aandacht moet opeisen. De behoefte op te vallen of iets unieks te maken, leidt te vaak tot een inrichting die onnodig veel aandacht vraagt van de gebruiker en waarin samenhang met de omgeving ontbreekt. Een functionele, toegankelijke, vanzelfsprekende, tijdloze en eenvoudige vormgeving met een tot in de details kloppende uitvoering is meestal het beste recept. Ook met eenvoudige materialen is dan een hoge kwaliteit te bereiken. Natuurlijk zijn verbijzonderingen mogelijk, maar met mate en op de juiste plek.
- 2.
Ambacht op elk schaalniveau
Het inrichten en ontwerpen van straten, pleinen, parken en plantsoenen is een ambachtelijke discipline. Niet alleen waar het gaat om concept en visievorming, maar juist ook in de technische uitwerking en detaillering. De grote en kleine schaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beide even belangrijk. Detaillering en materiaalgebruik komen voort uit een concept, zeggen daar iets over en versterken het. Met name voor detailleren is gedegen kennis vereist, die soms versnipperd is. Het is belangrijk dat deze kennis wordt gebundeld, gedeeld en uitgedragen. Het ambachtelijk uitwerken en detailleringen van plannen kost tijd. Hiermee moet rekening worden gehouden tijdens de planvorming. Uiteindelijk verdient deze investering zich op de langere termijn terug. Zeker als een plan beter wordt uitgevoerd, beter te beheren en dus duurzamer is. Bovendien heeft elke buurt zijn eigen typologie met specifieke kenmerken wat een mooi vertrekpunt kan zijn bij het ontwerpen.
- 3.
Duurzaamheid en beheergericht ontwerpen
Een goed plan redeneert vanuit duurzaamheid. We bekijken op grote en kleine schaal hoe we een plan zo duurzaam mogelijk kunnen uitvoeren (zie 1.1.1 – duurzaamheid). Een plan is alleen duurzaam als we het goed kunnen beheren. Een straat, plein of park kan er mooi uitzien na de eerste aanleg met 'duurzame' materialen en principes, maar als we het niet goed kunnen beheren, moet er sneller worden ingegrepen. Dit komt de duurzaamheid van de inrichting niet ten goede. Duurzaamheid is dus gebaat bij beheerbaarheid. Eisen vanuit beheer zijn daarom medemaatgevend voor het ontwerp. Voor de definitieve aanleg moet duidelijk zijn dat duurzaam en toekomstige beheer mogelijk is. Het is daarom belangrijk om de beheerders al bij het begin van de planvorming te betrekken. Hierdoor zullen de volgende fases in een project efficiënter verlopen. Het is essentieel het plan te voorzien van een geschreven document waarin ontwerpuitgangspunten, motivaties en instandhoudingsvoorwaarden worden benoemd. Per ontwerpfase dient een SSK-raming (Standaardsystematiek voor Kostenramingen) voor de investerings- en levensduurkosten (onderhoudskosten) opgesteld te worden. Per fase neemt de gedetailleerdheid daarvan toe.
- 4.
Slimme combinatie van best practices én innovatie
Succesvolle gewoonten uit de (Doesburgse) praktijk vormen de basis van de plannen die we ontwikkelen. Zo is Nederland wereldberoemd om zijn 'small element paving' - onze 30x30 betontegels, natuursteen en gebakken klinkers. Deze kleine materialen zijn erg geschikt voor onze slappe, kleiachtige en zandige ondergrond waarop grote zware materialen sneller verzakken en scheef komen te liggen. Uitgaan van deze best practices betreft een vorm van standaardisatie: het vastleggen van een Doesburgse traditie, historie en cultuur bij de inrichting van de openbare ruimte. Dit staat op gespannen voet met het feit dat de samenleving altijd in ontwikkeling is en behoefte heeft aan verandering en innovatie. We moeten daarom steeds op zoek naar een balans tussen deze twee uitersten. In algemene zin is niet te zeggen bij welke standaard een aanpassing of innovatie nodig is. Dit zal per project moeten worden bekeken en we zijn hierbij niet dogmatisch. Eventuele aanpassingen voeren we geleidelijk door en alleen als ze aantoonbaar een verbetering blijken te zijn. Een ander voorbeeld zijn de in Doesburg zo waardevolle en karakteristieke stoepjes en historische bestrating van granietkeien. Dit schuurt met de eisen voor optimale toegankelijkheid en comfort, maar het hoort nu eenmaal bij het historische Doesburg. Hier is dus vakmanschap gevraagd om dit waardevolle beeld in stand te houden en toch te zorgen voor een goed inclusiebeleid.
- 5.
Samen creëren!
Bij het inrichten van de openbare ruimte zijn veel specialisten betrokken: landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, cultuurhistorici, ingenieurs, verkeerskundigen, ecologen, specialisten, beheerders en uitvoerders. Gezamenlijk moeten al deze disciplines de vijf overtuigingen in praktijk brengen. Doorloop daarom samen het hele proces, van het eerste idee tot en met de uitvoering. Samenwerken betekent naast toetsen ook daadwerkelijk samen creëren! Vergeet daarbij ook de inwoner niet. Uiteindelijk is het hun leefomgeving. Citaat van collega uit het sociaal domein: “we kunnen wel bouwen maar in elk huis wonen uiteindelijk toch wel mensen”! Betrek zoveel mogelijk het sociaal domein en vertegenwoordigers uit de buurt om een gedragen ontwerp te creëren. (Bijvoorbeeld de buurtraad, woningstichting, betrokken bewoners uit de straat, gehandicaptenraad, fietsersbond, ondernemers)
We kunnen wel bouwen, maar in elk huis wonen uiteindelijk toch wel mensen!
1.3 Bepalingen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de kader stellende documenten, certificaten en/of keurmerken en verplichtingen waarbinnen deze leidraad opereert. In aanvulling hierop moet de initiator te allen tijde rekening houden met bestaande wet- en regelgeving. Bij de genoemde documenten wordt altijd de meest recente uitgave incl. eventuele errata als vigerende versie bedoeld.
1.3.1 Kader stellende documenten
Onderdeel |
Kader stellende documenten gemeente Doesburg |
Algemene kaders, richtlijnen en richtinggevende publicaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een ontwerp bestaat niet enkel uit tekeningen en bestek maar gaat altijd per fase vergezeld door een tekstdocument met beschrijving van het ontwerp! Elk werk (project) dient vergezeld te worden door een duurzaamheids-, inclusiviteits- en een klimaat (DPRA) document. Dat wil zeggen een tekstdocument waarin is opgenomen en verklaard wat nu de specifieke duurzaamheid-, toegankelijk- en klimaat adaptieve maatregelen zijn. Ook aangeven waarom er niet aan een opgave is voldaan en hoe bepaalde ontwerpkeuzen tot stand zijn gekomen. |
1.3.2 Certificaten en/of keurmerken
De toe te passen producten en materialen dienen, indien van toepassing, te voldoen aan onderstaande keurmerken en/of certificaten.
Onderdeel |
Certificaten en/of keurmerk |
Algemeen |
|
Beton |
|
Hout |
|
Kunststof |
|
Grond en zand |
|
Granulaat |
|
1.3.3 Verplichtingen
In de ontwerpfase of tijdens de uitvoering gelden er diverse afspraken. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende zaken waar de initiator toe verplicht is en bij onduidelijkheid moet afstemmen met de gemeente.
Onderdeel |
Verplichtingen |
Kosten |
|
Onderdeel |
Verplichtingen |
Schouw |
|
Sanering |
|
Ontwerp |
|
Onderdeel |
Verplichtingen |
|
|
Uitvoering |
|
Onderdeel |
Verplichtingen |
Revisie |
|
|
Onderdeel |
Verplichtingen |
|
|
|
|
Opleveren |
|
|
Onderdeel |
Verplichtingen |
|
|
Onderhoud (UAV), inboet, tijdelijk beheer (nazorg), aansprakelijkheid |
|
|
|
|
In aanvulling op de bepalingen uit hoofdstuk 1 zijn de eisen, uitgangspunten en inrichtingsprincipes voor werken in de gemeente Doesburg verder uitgewerkt in hoofdstuk 2 t/m 11. Voor specifiek de historische binnenstad van Doesburg is beeldkwaliteit en uitstraling erg belangrijk en kunnen dan ook afwijkende of aanvullende eisen worden gesteld aan de inrichting van de openbare ruimte.
2 Grondwerk
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Grondbalans |
|
Grondwerk bij groenvoorzieningen |
|
Aanwezigheid invasieve plantensoorten |
|
Archeologie |
|
3 Riolering en water
3.1 Hoofdriolering (vrij verval)
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Leidingen |
|
Putten en afdekkingen |
|
3.2 Infiltratievoorzieningen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
3.3 Huisaansluitingen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Leidingen |
|
Ontstoppingsstuk |
|
Hulpstukken |
|
3.4 Kolk- en kolkaansluitingen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Leidingen |
|
Trottoirkolken |
|
Straatkolken |
|
Hulpstukken |
|
Amfibiekolken |
|
3.5 Afkoppelen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
3.6 Drainage
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
3.7 Duikers en uitstroomvoorziening
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
3.8 Mechanische riolering
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Leidingen |
|
Geluid |
|
Geur |
|
Pompconfiguratie |
|
Ontvangstput |
|
Besturingskast |
|
Bediening |
|
4. Verkeer
4.1 Verhardingen
Onderdeel |
Uitgangspunten beleid |
Algemeen |
|
Verkeersstructuur |
|
Wegtypes |
|
Wegbreedtes/bochtstralen |
|
Overige constructies |
|
4.2 Rijbaan
4.2.1. Rijbaan – geheel in asfalt
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Toepassing |
|
Opbouw |
|
Markering |
|
|
|
Wegtype |
Laagdikte |
Constructie laag |
Materiaal |
ETW I 60 (BUBEKO) ETW II 60 (BUBEKO) |
30 mm |
deklaag |
SMA-NL B D4 |
40 mm |
tussenlaag |
AC 16 bind TL-B |
|
--- mm |
evt uitvullaag |
|
|
60 mm |
onderlaag |
AC 22 base OL-B |
|
300 mm |
puinfundering |
menggranulaat 0/31,5 |
|
>350 mm |
cunet |
zand in zandbed |
|
Fietsstraat/ vrij liggend fietspad |
35 mm |
deklaag |
SMA-NL 11A |
50 mm |
tussenlaag |
AC 16 bind TL-B |
|
80 mm |
onderlaag |
AC 22 base OL-B |
|
350 mm >350 mm |
puinfundering cunet |
menggranulaat 0/31,5 zand in zandbed |
|
Bedrijventerrein |
35 mm |
deklaag |
SMA-NL 11B D4 |
50 mm |
tussenlaag |
AC 16 bind TL-B |
|
--- mm |
evt uitvullaag |
|
|
80 mm |
onderlaag |
AC 32 base OL-B |
|
350 mm |
fundering |
menggranulaat 0/31,5 |
|
>350 mm |
cunet |
zand in zandbed |
|
Kruispunt met opstelstroken |
35 mm |
deklaag |
ZOAB gevuld met cementslurrie |
Rotondes |
35 mm |
deklaag |
SMA-NL B D2 |
Kruisingsvlakken |
35 mm |
deklaag |
SMA-NL B D2 |
4.2.2 Rijbaan - Elementen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Materiaal |
|
Toepassing |
|
Verband |
|
Opbouw |
|
4.2.3 Rijbaan – Deels in elementen, deels in asfalt
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Materiaal |
|
Toepassing |
|
Verband |
|
Opbouw |
|
4.3 Parkeren
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing |
|
Afmetingen |
|
Materiaal |
|
Verband |
|
Opbouw |
|
4.4 Fietspaden
De afweging van het type verharding en kleur ligt bij de wegbeheerder van de gemeente Doesburg. Het uitgangspunt is dat alle fietspaden worden uitgevoerd in asfalt. Op de hoofdwegen en buiten de bebouwde kom, worden bij voorkeur betonnen fietspaden toegepast.
4.4.1 Fietspaden - Asfalt
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Toepassing |
|
Opbouw |
|
Markering |
|
4.4.2 Fietspaden - Beton
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Toepassing |
|
Opbouw |
|
Materiaal |
|
Markering |
|
4.4.3 Fietspaden – Elementen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Materiaal |
|
Opbouw |
|
Verband |
|
4.5 Trottoirs en inritten naar particulier terrein
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Toepassing |
|
Opbouw |
|
Materiaal |
|
Verband |
|
4.6 Gootconstructies
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing en materiaal |
|
4.7 Kantopsluitingen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing en materiaal |
|
Opbouw |
|
Beton per strekkende meter band |
|
4.8 Inritconstructies (overgang naar een andere wegencategorie)
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing en materiaal |
|
Opbouw |
|
4.9 Half-verhardingen en element verharding van grasbetonstenen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Materiaal |
|
4.10 Voorbeeldprofiel per wegcategorie
In onderstaand overzicht wordt per wegcategorie een voorbeeldprofiel weergegeven. (Bron Wegencategoriseringsplan Doesburg) Deze profielen geven een voorbeeld voor de inrichting van de weg.
De daadwerkelijke inrichting blijft echter maatwerk en is onder meer afhankelijk van de lokale verkeersintensiteit, hoeveelheid vrachtverkeer, hoeveelheid fietsers en beschikbare ruimte.
5 Groen
5.1 Algemeen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Bepalingen |
|
Ontwerpeisen groenvoorzieningen |
|
5.2 Bomen
5.2.1 Bomen in groen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
VOORBEREIDINGS FASE Bestaande bomen |
|
VOORBEREIDINGS FASE Nieuwe bomen |
|
UITVOERINGSFASE |
|
5.2.2 Bomen in verharding
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
5.3 Gazon
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
5.4 Vaste planten en bloemperken
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Kwaliteit en kwantiteit |
|
Tijdelijke Maatregelen bij aanleg |
|
Vaste planten en bloemperken |
|
5.5 Heesters
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Bodem bedekkende (Bloem)heesters |
|
Halfopgaande (Bloem)heesters |
|
Opgaande (Bloem)heesters |
|
5.6 Bermen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
5.7 Duurzaamheid
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Groenstructuur |
Groenstructuren behouden en/of versterken volgens de groenstructuur van Doesburg. Speerpunten:
De bomen en groenvoorzieningen inrichten volgens de uitgangspunten van het groenplan. Speerpunten:
|
Oppervlakte groen |
Hanteer de maatlat Groene Klimaat adaptieve inrichting. Hanteer de 3-30-300 regel |
Duurzaam bomenbestand |
|
Positionering groen |
Bij het ontwerp van groenvoorziening rekening houden met de omgeving het voorkomen van het ontstaan van restgroen en versnippering. Dit komt ook tot uiting in logische loop- en zichtlijnen en voldoende doorgangen, zodat er geen olifantenpaadjes ontstaan door het groen. |
Standplaats verbetering |
Voor duurzame bomen is het belangrijk dat de ondergrondse groeiplaats juist wordt ingericht. Houdt rekening met de omstandigheden:
|
Natuurlijker gras |
Waar er ruimte is, is meer extensiever beheer van gras in plaats van gazon. |
Wadi |
Het type beplanting in/rondom een wadi past bij de hoeveelheid waterberging. Het water mag niet te lang in de wadi blijven staan. De infiltratie van het water moet dus snel genoeg zijn om ongewenste insectenplagen te voorkomen. Richtlijn binnen 24 uur leeg. |
Biodiversiteit |
Stem beplantingskeuze af op de geschiktheid voor verhoging van de biodiversiteit. Denk bijvoorbeeld aan bijen, vlinders, nest- en schuilgelegenheid, besdragende en diversiteit bloeiende beplanting (wel beheersbaar). |
Bestaande bomen |
Behoud van gezonde, bestaande bomen. Deze bomen opnemen in de nieuwe inrichtingssituatie. Indien behoud niet mogelijk is, moet verplantbaarheid worden bekeken en afgewogen. |
Bestaande grote heesters |
Behoud van gezonde grote bestaande heesters of solitair groepen waar mogelijk. |
Overgang groen met water |
Voorkeur voor het toepassen van natuurvriendelijke oevers en onderwater beschoeiing, zoals plas-dras berm of begroeiingsrollen. Ter bescherming van de waterlijn kan een grasbetontegel een goede oplossing zijn. |
Integraal |
|
Belevingswaarde en educatieve waarde |
|
6 Openbare verlichting
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
6.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden m.b.t. NEN 3140
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
6.2 Masten - soort materiaal, afmetingen en onderlinge afstanden masten
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
Bij de verschillende wegcategorieën en situaties dienen de volgende mastsoorten, masthoogten, mastafstanden en vrije ruimte tussen de lichtmast en een te planten c.q. aanwezige boom, uitgaande van een opsnoeihoogte van minimaal 2.50 m, te worden gehanteerd. |
Wegcategorie |
|
Buiten bebouwde kom |
|
Binnen bebouwde kom |
|
Binnen bebouwde kom |
|
Binnen bebouwde kom |
|
Overig |
|
Overig |
|
Overig |
|
Overig |
|
Onderdeel |
Materiaal |
Alle masten |
|
6.3 Armaturen – materiaalkeuze
De armaturen dienen ten minste van IP-klasse 65 en vandalismebestendig te zijn en te zijn voorzien van een hoogfrequent elektronisch voorschakelapparaat. Toepassing van afwijkende uitvoeringen en modellen zijn alleen na acceptatie door de team Buitenbeheer van de gemeente Doesburg mogelijk.
6.4 Eisen aan uitvoering
Onderdeel |
Uitgangspunten beleid |
Grondwerk en ontgraving |
|
Onderdeel |
Uitgangspunten beleid |
Aansluiten armaturen |
|
Plaatsing |
|
Stickers |
|
6.5 Duurzaamheidseisen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Ledverlichting |
Standaard in alle gevallen ledverlichting |
Duurzaam materiaalgebruik |
Het gebruik van duurzame, recyclebare en minder milieubelastende materialen moet voldoen aan de Nederlandse Emissie Richtlijnen (NER) en aan de Eural (Europese Afvalstoffenlijst). |
Verlaten kabels |
Bij de gehele of gedeeltelijke vervanging van een kabelnet, moeten verlaten voedingskabels OVL worden verwijderd |
7 Nutsvoorzieningen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Technisch |
|
Laadpalen |
|
8 Afvalvoorzieningen
8.1 Algemeen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Duurzaamheid |
|
8.2 Container inzamelplaatsen (minicontainers)
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing |
|
8.3 Ondergrondse containers
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Toepassing |
|
8.4 Appartementencomplexen en hoogbouw: in- of uitpandige rolcontainer
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing |
Bij nieuwbouwlocaties (appartementen/hoogbouw) en herinrichtingen dient op eigen terrein ruimte gereserveerd te worden voorin- of uitpandige minicontainers voor GFE. |
8.5 Afvalbakken in openbare ruimte
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Toepassing |
|
Documenten die van toepassing zijn:
9 Inrichtingselementen
9.1 Bebording en markering inclusief recreatieve/toeristische bewegwijzering
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Toepassing |
|
Straatnaamborden |
|
Verkeersborden |
|
Bewegwijzering |
|
Zoneportalen |
|
Markering |
|
9.2 Straatmeubilair
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Parkbank |
|
9.3 Fietsvoorzieningen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Fiets parkeren anker |
|
Fiets parkeren fietsklem |
|
Fiets parkeren leunhek |
|
Geleidehekken |
|
9.4 Autowerende voorzieningen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
Schampblokken |
|
Diamantkoppaal |
|
Diamantkoppaal |
|
9.5 Artistieke Kunstwerken- kunstuitingen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Algemeen |
|
10 Kunstwerken
10.1 Algemeen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Bevorderen onderhoudbaarheid. |
|
Bevorderen toegankelijkheid. |
|
Bevorderen bruikbaarheid. |
|
Vergroten levensduur. |
Ontwerp levensduur constructies:
Bij het ontwerp en detaillering dient aannemelijk gemaakt te worden dat bovengenoemde levensduren gehaald worden. |
10.2 Tunnels
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Tegengaan van wateroverlast. |
|
Veiligheid |
Bevorderen van de veiligheid van de gebruikers.
|
Beeld/vormgeving |
Bevorderen bereikbaarheid voor al het gangbare verkeer.
|
10.3 Bruggen en viaducten
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Beheer |
Tegengaan vuilophoping tussen dek en houten of kunststof staanders.
|
Veiligheid |
Bevorderen van de veiligheid van de gebruikers.
Voorkomen van uitglijden.
|
Beeld/vormgeving |
Bevorderen van de functionaliteit.
Handhaven zichtlijn watergang.
Bevorderen doorvaarbaarheid.
Nastreven slank uiterlijk.
Bevorderen uniform straatbeeld.
Fundering op onderheide betonnen landhoofden. |
Duurzaamheid |
Vergroten levensduur.
Alle bevestigingsmiddelen uitvoeren in roestvast staal (RVS). |
10.4 Duiker
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Beheer |
Bevorderen van het uitvoeren van inspecties.
Beperken onderhoudskosten.
Bereikbaar voor onderhoud.
Voorkomen van uitschuring van de bodem.
|
Beeld/vormgeving |
Optimalisering van de functionaliteit.
|
Duurzaamheid |
Vergroten levensduur.
|
10.5 Aanlegvoorzieningen/vlonders/steigers
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Beheer |
Beperken onderhoudskosten.
|
Veiligheid |
Bevorderen van de veiligheid van de gebruikers.
|
Beeld/vormgeving |
Bevorderen van de functionaliteit.
|
10.6 Trappen
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Beheer |
Bevorderen van de onderhoudbaarheid.
|
Veiligheid |
Bevorderen veiligheid van de gebruikers.
|
Beeld/vormgeving |
Bevorderen functionaliteit.
|
11 Toegankelijkheid mindervaliden
Onderdeel |
Eisen en uitgangspunten |
Wegen/verharding |
|
Blindegeleidelijnen |
|
Hoogteverschillen overbruggen |
|
Trappen |
|
Liften |
|
Doorgangs- en manoeuvreerruimte |
|
Kruisingen en oversteekplaatsen |
|
Openbaar vervoer |
|
Parkeren |
|
Entrees |
|
Bestrating en materialisering |
|
Rustmogelijkheden |
|
Afvalinzamelsystemen |
|
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van 20 augustus 2024
De Gemeentesecretaris,
P. Werkman
De Burgemeester,
drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl