Subsidieverordening Aardgasvrij of aardgasvrij-klaar 2024 -2028

Geldend van 01-09-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Aardgasvrij of aardgasvrij-klaar 2024 -2028

De raad van de gemeente Doesburg,

Overwegende dat;

  • 1.

    De gemeenteraad van Doesburg in 2018 de ‘Routekaart Energieneutraal Doesburg 2050’ heeft vastgesteld waarin onder andere is opgenomen dat alle woningen zullen moeten overstappen van fossiele naar duurzame energie;

  • 2.

    Dat vooral particuliere woningeigenaren (financiële) ondersteuning nodig hebben om de transformatie naar een energetisch duurzame woning te maken;

  • 3.

    Dat deze ondersteuning de komende jaren nodig zal blijven omdat individuele particuliere woningeigenaren op verschillende momenten in de tijd in staat zijn om hun woning energetisch te verduurzamen;

  • 4.

    Woningeigenaren in wijk De Ooi sinds oktober 2023 gebruik kunnen maken van een subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken, om de woningen aardgasvrij of aardgasvrij-klaar te maken;

  • 5.

    Dat particuliere woningeigenaren met een energielabel D of lager gebruik kunnen maken van een Rijkssubsidie om hun woning te isoleren;

  • 6.

    Dat alle andere particuliere woningeigenaren in Doesburg die geen gebruik kunnen maken van de subsidies zoals beschreven onder punt 4 en 5 ook (financiële) ondersteuning nodig hebben om de transitie naar een energetisch duurzame woning te maken en geholpen moeten worden in het vinden van individuele warmteoplossingen, zoals warmtepompen, en isolatiemaatregelen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 30 april 2024.

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t:

De navolgende Subsidieverordening Aardgasvrij of aardgasvrij-klaar 2024 -2028 vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      aardgasvrij: een particuliere woning waar geen aardgasaansluiting meer aanwezig is. Ruimte- en waterverwarming worden duurzaam en zonder fossiele brandstoffen opgewekt. Er wordt in de particuliere woning elektrisch gekookt;

    • b.

      aardgasvrij-klaar: een particuliere woning die zover is geïsoleerd en/of waarbij de binneninstallatie zover is aangepast dat alleen de stap naar een duurzame energiebron (bijvoorbeeld warmtepomp) nog gemaakt hoeft te worden;

    • c.

      afsluiting: het door de netbeheerder (laten) verwijderen van de aardgasaansluiting waardoor een verblijfsobject of gebouw geen gebruik meer kan maken van aardgas;

    • d.

      bestaand: een gebouw dat niet als nieuwbouw wordt aangemerkt;

    • e.

      binneninstallatie: het samenstel van leidingen en toebehoren ten behoeve van de warmtedistributie in gebouwen;

    • f.

      collectieve gasaansluiting: de door de netbeheerder beheerde aansluiting op het aardgasnet die de collectieve installatie van aardgas voorziet;

    • g.

      collectieve installatie: een installatie de meerdere verblijfsobjecten binnen één pand met meerdere woningen of meerdere aan elkaar verbonden panden met meerdere woningen voorziet van ruimtewarming of warm tapwater;

    • h.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;

    • i.

      gebouwen: woningen, panden met meerdere woningen of appartementencomplexen;

    • j.

      individuele installatie: een installatie die een enkel verblijfsobject binnen één pand met meerdere woningen of meerdere aan elkaar verbonden panden met meerdere woningen voorziet van ruimtewarming of warm tapwater;

    • k.

      kookvoorziening: een toestel waarop een pan geplaatst kan worden om via verwarming van de pan de inhoud van de pan op te warmen, te koken of te bakken zoals een kookplaat, comfort of fornuis;

    • l.

      netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 2 van de Gaswet door de minister is aangewezen om een wettelijke taak omtrent de gasdistributie uit te voeren;

    • m.

      nieuwbouw; een bouwwerk waarvoor nog geen melding of kennisgeving van de afronding van bouw, zoals genoemd in artikel 7, lid g van het Besluit basisregistratie adressen en gebouwen en vereist volgens artikel 1.25, lid 2 van het Bouwbesluit 2012 is gedaan;

    • n.

      projectgebied: het gebied als bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

    • o.

      ruimteverwarmingsinstallatie: technisch bouwsysteem waarin warmte wordt opgewekt, gedistribueerd of afgegeven of een combinatie daarvan, zoals bedoeld in de omschrijving van een verwarmingssysteem in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012;

    • p.

      tapwaterinstallatie: technisch bouwsysteem waarin warm tapwater wordt opgewekt, gedistribueerd of afgegeven of een combinatie daarvan, zoals bedoeld in de omschrijving van een warmtapwatersysteem in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012;

    • q.

      thermische schil: de isolerende laag aan de buitenzijde van een bestaand gebouw. Het gaat om wanden, vloeren, daken, beglazing en deuren, welke grenzen aan de buitenlucht of grond en bedoeld zijn om kou te weren en warmte binnen te houden;

    • r.

      VVE: Vereniging van appartementseigenaren, zoals omschreven in artikel 5:124 van het Burgerlijk Wetboek;

    • s.

      Particuliere woning: een adresseerbaar object dat in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen geregistreerd is met het gebruiksdoel woonfunctie en waarvan de eigenaar tevens bewoner is;

  • 2. De Algemene subsidieverordening gemeente Doesburg is niet van toepassing op subsidies op grond van deze verordening

Artikel 2 Doel

Doel van deze verordening is het stimuleren van maatregelen aan bestaande particuliere woningen in het projectgebied teneinde deze aardgasvrij te maken, dan wel die leiden tot het terugdringen van het aardgasverbruik in deze gebouwen.

Artikel 3 Projectgebied

Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor particuliere woningen gelegen in het projectgebied. Het projectgebied omvat de gemeente Doesburg met uitzondering van de volgende postcodes (wijk De Ooi):

6982AP

6982DE

6982AN

6982AR

6982DG

6982DJ

6982CR

6982BN

6982DM

6982CT

6982BR

6982DK

6982CW

6982BP

6982DN

6982CV

6982BS

6982DL

6982CX

6982BT

6982DP

6982AS

6982BV

6982DR

6982AT

6982DH

6982CJ

6982BM

6982BJ

6982CK

6982DA

6982BK

6982CG

6982AV

6982DS

6982CH

6982AW

6982AA

6982CD

6982DB

6982AB

6982CE

6982AX

6982AG

6982CB

6982DD

6982AC

6982CA

6982DC

6982AH

6982CC

6982BC

6982AD

6982CN

6982BG

6982AJ

6982CP

6982BD

6982AK

6982BX

6982BH

6982AL

6982BZ

6982BA

6982CL

6982 CZ

6982BB

6982CM

6982 AE

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Er geldt een subsidieplafond van € 355.000.

  • 2. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum en het tijdstip waarop de aanvraag volledig is, geldt als moment van binnenkomst.

  • 3. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op hetzelfde tijdstip zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, vindt verdeling van de subsidie naar evenredigheid over die aanvragen plaats.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten: aardgasvrij worden of aardgasverbruik verminderen

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het treffen van de volgende fysieke gebouwgebonden voorzieningen:

  • 1)

    in een bestaande particuliere woning, welke daardoor aardgasvrij wordt of waardoor het aardgasgebruik wordt teruggedrongen:

    • a)

      de gasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie omzetten naar een aardgasvrije ruimteverwarmingsinstallatie;

    • b)

      de gasgestookte tapwaterinstallatie omzetten naar een aardgasvrije tapwaterinstallatie;

    • c)

      de gasgestookte kookvoorziening omzetten naar aardgasvrije kookvoorziening;

    • d)

      het laten afsluiten van het aardgasnet;

    • e)

      het verbeteren van de thermische schil;

    • f)

      het aanpassen van de binneninstallatie.

  • 2)

    in een gebouw met meerdere particuliere woningen, welke daardoor aardgasvrij wordt of waardoor het aardgasgebruik wordt teruggedrongen:

    • a)

      een (collectieve) gasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie omzetten naar een (collectieve) aardgasvrije ruimteverwarmingsinstallatie;

    • b)

      een (collectieve) gasgestookte tapwaterinstallatie omzetten naar een (collectieve) aardgasvrije ruimteverwarmingsinstallatie;

    • c)

      de gasgestookte kookvoorziening omzetten naar aardgasvrije kookvoorzieningen;

    • d)

      het laten afsluiten van een (collectieve) aansluiting aan het aardgasnet;

    • e)

      het verbeteren van de thermische schil;

    • f)

      het aanpassen van de binneninstallatie.

  • Voor het verbeteren van de thermische schil voor alle type gebouwen gelden minimum isolatiewaarden zoals opgenomen in de maatregelenlijst (bijlage 2). Het college is bevoegd om de maatregelenlijst te wijzigen gedurende de looptijd van deze regeling.

Artikel 6 Subsidiehoogte

  • 1) Voor het energetisch verduurzamen van een bestaande particuliere woning is de hoogte van de subsidie 30% van de kosten van de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5, met een maximum van € 4.500 per woning.

  • 2) Voor het verduurzamen van een appartementencomplex van een VVE geldt:

    • a)

      dat de hoogte van de subsidie 30% van de kosten voor de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5 is, met een maximum van €4.500 per woning;

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Bij het aanvragen van subsidie voor de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5, overlegt de aanvrager de volgende gegevens en stukken:

  • a)

    offerte(s) voor uitvoering van de subsidiabele activiteiten, waarop het deel van de kosten dat subsidiabel is voldoende duidelijk uitgesplitst en aangemerkt is;

  • b)

    een overzicht van eventuele andere aangevraagde of verleende subsidies voor dezelfde subsidiabele activiteiten;

  • c)

    het college kan een bewijs vragen dat de bankrekening, waarop de aangevraagde subsidie ontvangen wordt, op naam staat van de aanvrager.

Artikel 8 Subsidieaanvraag VVE

  • 1) Bij het aanvragen van subsidie voor de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5, overlegt de VVE de volgende gegevens en stukken:

    • a)

      een kopie van de notulen van een Algemene Ledenvergadering (ALV) waarin de ALV toestemming geeft voor de aanvraag en de uit te voeren maatregelen. De notulen hoeven nog niet vastgesteld te zijn door de volgende ALV maar dienen wel ondertekend te zijn door het bestuur;

    • b)

      offerte(s) voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten, waarop het deel van de kosten dat subsidiabel is, voldoende duidelijk uitgesplitst en aangemerkt is;

    • c)

      een bewijs dat de bankrekening, waarop de aangevraagde subsidie ontvangen wordt, op naam staat van of gebruikt wordt door de VVE (indien de te naamstelling niet overeenkomt).

  • 2) De VVE vraagt de subsidie voor de subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5 aan door middel van het overleggen van de volgende gegevens en stukken:

    • a)

      een offerte van een jurist en/of energieadviseur;

    • b)

      een kopie van de notulen van een Algemene Ledenvergadering waarin de ALV toestemming geeft voor de aanvraag en de ambitie uitspreekt te onderzoeken hoe het pand/complex van de VVE aardgasvrij kan worden. De notulen hoeven nog niet vastgesteld te zijn in de volgende ALV maar dienen wel ondertekend te zijn door het bestuur.

Artikel 9 Verplichtingen

Aan de subsidieverlening zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a)

    de activiteiten dienen binnen twee jaar na de datum waarop de subsidie is verleend volledig te zijn uitgevoerd, tenzij in de verleningsbeschikking een andere termijn is gesteld. Deze termijn kan door het college op verzoek van de aanvrager worden verlengd, indien de aanvrager binnen de hiervoor bedoelde termijn van twee jaar een verzoek heeft ingediend, voorzien van een motivering. De activiteiten dienen in ieder geval uiterlijk op 31 december 2028, de datum waarop de regeling eindigt, te zijn uitgevoerd;

  • b)

    de subsidieontvanger mag de afsluiting van de gasaansluiting niet ongedaan maken;

  • c)

    een door de gemeente aangestelde inspecteur/toezichthouder moet in de gelegenheid worden gesteld de uitgevoerde activiteiten ter plaatse te inspecteren.

  • d)

    voor zover vereist, dienen voor de subsidiabele activiteiten, de nodige vergunningen te zijn verleend;

  • e)

    Het college kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de in lid a en lid b genoemde verplichtingen.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college een aanvraag voor subsidie indien:

  • a)

    reeds begonnen is met de uitvoering van activiteiten voordat een subsidieaanvraag is ingediend; dan wel voordat op een aanvraag is beslist;

  • b)

    de kosten voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor een subsidieaanvraag is ingediend naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

  • c)

    het subsidieplafond is bereikt;

  • d)

    gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager niet de intentie heeft om zijn of haar woning aardgasvrij of aardgasvrij-klaar te maken of bij te dragen aan het behalen van de doelstellingen van deze regeling;

  • e)

    de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de verordening;

  • f)

    Voor de activiteiten waarvoor al een (andere) subsidie is verstrekt.

Artikel 11 Bevoorschotting

In de verleningsbeschikking kan het college bepalen dat een voorschot op het subsidiebedrag wordt verleend.

Artikel 12 Vaststelling en betaling

  • 1. Subsidieaanvrager dient binnen vier weken nadat de activiteiten zijn uitgevoerd, bij het college een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Bij de aanvraag als bedoeld in het eerste lid overlegt de subsidieontvanger een factuur of facturen van de uitgevoerde activiteiten of vergelijkbare gegevens waaruit voldoende blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd op de wijze zoals die in de subsidieverlening is aangegeven.

  • 3. Het college stelt binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling, de subsidie vast.

  • 4. Het subsidiebedrag wordt binnen 30 dagen na de vaststelling betaald aan de aanvrager.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten beschouwing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 4, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2024.

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening aardgasvrij of aardgasvrij-klaar 2024 - 2028”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Doesburg op 29 mei 2024,

de burgemeester,

drs. L.W.C.M. van der Meijs

de griffier,

J.B. Voorhof

Bijlage 1 – Toelichting

Doel van deze verordening is het stimuleren van maatregelen aan bestaande particuliere woningen in Doesburg teneinde deze aardgasvrij te maken, dan wel die leiden tot het terugdringen van het aardgasgebruik in deze woningen.

Deze subsidieverordening is bijzonder in opzet en wijkt af van andere subsidies die Doesburg verstrekt. Om die reden is een aparte subsidieverordening opgesteld en wordt geen gebruik gemaakt van de Algemene subsidieverordening van Doesburg. De opzet komt overeen met de in oktober 2023 vastgestelde Subsidieverordening Programma Aardgasvrije wijk De Ooi.Per artikel volgt hieronder een toelichting.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit artikel beschrijft de gebruikte begrippen.

Artikel 2 Doel

Dit artikel beschrijft het doel van de regeling, zie inleiding.

Artikel 3 Projectgebied

Het projectgebied omvat de gehele gemeente Doesburg met uitzondering van de postcodes die onder dit artikel zijn opgenomen. Deze postcodes betreffen de wijk De Ooi. Deze wijk kan al gebruik maken van een soortgelijke subsidie die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verstrekt.

Artikel 4Subsidieplafond

Het subsidieplafond is het totaal uit te keren bedrag van deze regeling. De subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst, waarbij datum en tijdstip worden bepaald op het moment dat de aanvraag compleet is.

Artikel 5Subsidiabele activiteiten: aardgasvrij worden of aardgasverbruik verminderen

Dit artikel beschrijft per doelgroep waar de subsidie voor bedoeld is.

Verder is belangrijk dat in de verlening van de subsidie extra isolatie-eisen gesteld kunnen worden. Hierbij zal worden aangesloten bij de eisen die de betreffende doelgroep bij nationale subsidies ook treft. Bijvoorbeeld een bewoner-eigenaar zal minimaal aan de isolatiewaarden moeten voldoen van de ISDE-subsidie. Hiermee verminderen we de administratieve lasten.

Een tweede interessant aspect is dat lucht-lucht-warmtepompen, die ook kunnen functioneren als airconditioningsysteem, onder deze regeling gesubsidieerd worden. Nationale subsidies doen dit niet. Deze systemen zijn energetisch efficiënte verwarmingsoplossingen (mits deze een hoge coëfficiënt of prestatie kennen). Op grond van artikel 10 zullen aanvragen waarvan duidelijk blijkt dat de aanvrager niet de intentie heeft om aardgasvrij te worden (of dit verregaand te verminderen) maar een aanvraag te doen om te koelen in de zomer, geweigerd worden.

Artikel 7Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Dit artikel beschrijft wat moet worden ingediend bij de aanvraag.

Artikel 8Subsidieaanvraag VVE

Dit artikel beschrijft wat moet worden ingediend door VVE’s bij de aanvraag.

Artikel 9Verplichtingen

Dit artikel beschrijft enkele verplichtingen bij de uitkering van de subsidie. Het college kan in bijzondere gevallen voor sommige verplichtingen ontheffing verlenen.

Artikel 10Weigeringsgronden

Dit artikel beschrijft de weigeringsgronden.

Artikel 11Bevoorschotting

Dit artikel geeft het recht de subsidie (gedeeltelijk) als voorschot uit te keren.

Artikel 12Verantwoording, vaststelling en betaling

Dit artikel beschrijft hoe de gemeente de subsidie vaststelt.

Artikel 13Hardheidsclausule

Het college kan op grond van deze bepaling de regeling geheel afwijken als de toepassing ervan zou leiden tot uitzonderlijk onbillijke of onredelijke gevolgen.

Artikel 14Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

Artikel 15Citeerartikel

De verordening wordt aangehaald als ‘Subsidieverordening Aardgasvrij of aardgasvrij-klaar’.

Bijlage 2 – Maatregelenlijst

De volgende maatregelen komen in aanmerking komen voor de subsidie voor verbetering van de thermische schil, gelet op de bijbehorende voorwaarden en kwaliteitscriteria:

  • 1.

    Dakisolatie: Minimaal 20 M2 met Rd-waarde van minimaal 3,5 m2 K/W;

  • 2.

    Zolder-/Vlieringisolatie (een niet-verwarmde vliering) : Minimaal 20 M2 met Rd-waarde van minimaal 3,5 m2 K/W;

  • 3.

    Vloerisolatie: Minimaal 20 M2 met een Rd-waarde van minimaal 3,5 m2 K/W;

  • 4.

    Bodemisolatie: Minimaal 20 M2 met een Rd-waarde van minimaal 3,5 m2 K/W;

  • 5.

    Spouwmuurisolatie: Minimaal 10 M2 met een Rd-waarde van minimaal 1,1 m2 K/W;

  • 6.

    Gevelisolatie: Minimaal 10 M2 met een Rd-waarde van minimaal 3,5 m2 K/W

    • Het aanbrengen van voorzetwanden aan de binnenzijde voor monumenten;

  • 7.

    Isolatieglas van minimaal 8 M2:

    • HR++ glas:

      • U-waarde glas ≤ 1,5 W/m2K;

      • Panelen in kozijn (U-waarde ≤ 1,5 W/m2K) (i.c.m. isolatieglas);

      • Isolerende deur (U-waarde ≤ 1,5 W/m2K) (i.c.m. isolatieglas);

      • Isolatiekozijn (U-waarde ≤ 2,4 W/m2K) (i.c.m. isolatieglas);

    • Triple glas:

      • U-waarde glas ≤ 0,7 W/m2K;

      • Panelen in kozijn (U-waarde ≤ 0,7 W/m2K) (i.c.m. isolatieglas);

      • Isolerende deur (U-waarde ≤ 1,0 W/m2K) (i.c.m. isolatieglas);

      • Isolatiekozijn (U-waarde ≤ 1,5 W/m2K) (i.c.m. isolatieglas);

  • 8.

    Wanneer bij de maatregelen spouwmuurisolatie, dakisolatie, vloerisolatie of bodemisolatie voor het isolatiemateriaal lokaal gespoten PIR of PUR wordt gekozen, dan moet dit worden aangebracht met een HFK-vrij blaasmiddel.