Beleidsregels doortocht Nijmeegse Vierdaagse Heumen

Geldend van 01-05-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels doortocht Nijmeegse Vierdaagse Heumen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen:

Gelet op:

De Algemene wet bestuursrecht (Awb), de artikelen 2.2 en 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de artikelen 1:8, 2:10 leden 1 en 2, 4:6, 4:15 lid 3 en 5:17-5:20 van de Algemene plaatselijke verordening Heumen 2009 en het Mandaatbesluit van het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 19 maart 2014;

Overwegende dat:

  • de wandelroute van de Nijmeegse Vierdaagse over de provinciale Rijksweg gaat met als gevolg dat voor activiteiten op aan of over deze weg het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (mede) bevoegd gezag is, voor zover het gaat om het gebruik van deze weg en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen (en de burgemeester van Heumen daar waar het gaat om de evenementenvergunning die buiten de reikwijdte van deze beleidsregels valt) het bevoegde gezag is voor zover het gaat om activiteiten in de openbare ruimte naast deze weg;

  • het door de gemeente Heumen en de provincie Gelderland wenselijk wordt geacht om tijdens de doortocht van de Nijmeegse Vierdaagse in de gemeente Heumen meer afstemming en eenduidigheid tot stand te brengen in de tijdens de doortocht toegestane activiteiten en feestelijkheden;

  • het daarvoor noodzakelijk is meer samenwerking te zoeken en regie vanuit de gemeente te voeren;

  • dit mede kan worden bereikt door bevoegdheden van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland aan het hoofd van de afdeling Publiekszaken van de gemeente Heumen te mandateren;

  • het wenselijk is dat naast het beleid met betrekking tot vergunningverlening op basis van de Wegenverordening Gelderland 2010, vastgelegd in de Nadere regels behorend bij die verordening, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen met het oog op een transparante, doelmatige, uniforme en rechtvaardige verdeling van de benodigde vergunningen, beleidsregels vaststelt;

Besluit:

Vast te stellen de volgende: "Beleidsregels doortocht Nijmeegse Vierdaagse Heumen”

Afdeling 1 Begripsomschrijvingen en algemene bepalingen.

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In dit beleid wordt verstaan onder:

    • a.

      Geluid, afdeling 2

    • b.

      Bruikbaarheid en aanzien van de weg / Handelsreclame, afdeling 3

    • c.

      Standplaats, afdeling 4 dat wat daaronder wordt verstaan in de Algemene plaatselijke verordening Heumen 2009 (verder af te korten als: APV)

  • 2.

    Bevoegde gezag: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanvragen

  • 1.

    Aanvragen die betrekking hebben op geluid, bruikbaarheid en aanzien van de weg / handelsreclame en standplaatsen worden ingediend bij het bevoegde gezag.

  • 2.

    Een aanvraag voor een vergunning voor een standplaats wordt schriftelijk aangevraagd op een daartoe door het bevoegde gezag beschikbaar gesteld aanvraagformulier zoals wordt bedoeld in artikel 4:4 Awb.

  • 3.

    Aanvragen voor een vergunning of ontheffing kunnen jaarlijks tussen 1 januari en 1 maart van enig jaar worden ingediend bij het bevoegde gezag. Hetzelfde geldt voor het doen van een melding.

  • 4.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij een later volledig en ontvankelijk ingediende aanvraag in rangorde voorrang heeft op een eerder onvolledig ingediende aanvraag.

  • 5.

    Indien in de aanvraag de in deze beleidsregels genoemde gegevens niet zijn vermeld dan wel de daartoe benodigde gegevens en/of bescheiden niet zijn overgelegd, geeft het bevoegde gezag de aanvrager een termijn van 14 dagen waarbinnen de aanvraag moet worden aangevuld. Als binnen deze termijn geen aanvulling van de aanvraag plaatsvindt, wordt de aanvraag op de voet van artikel 4:5 Awb buiten behandeling gesteld.

Afdeling 2 Geluid.

Artikel 3

  • 1.

    Bij het verlenen van een ontheffing ingevolge artikel 4:6 lid 2, van de APV, van het verbod in artikel 4:6, lid 1, van de APV om toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Indien gebruik wordt gemaakt van elektronisch versterkte muziek dienen de geluidsboxen zodanig te worden opgesteld dat deze niet direct op woningen of winkels zijn gericht.

    • b.

      Begintijd: Op de donderdag van de 4-daagse 04.00 uur, op de vrijdag 09.00 uur.

    • c.

      Eindtijd: Op de donderdag van de 4-daagse 12.00 uur, op de vrijdag 18.00 uur.

  • 2.

    Het geluidsniveau gemeten op 2 meter uit de gevel van een woning mag niet meer zijn dan 70dB(A) / 83 dB(C), en op 1 meter voor de luidspreker(s) niet meer zijn dan 95 dB(A) / 108 dB(C).

  • 3.

    Er mogen maximaal 2 luidsprekers worden opgesteld/gebruikt.

  • 4.

    Reclame uitingen zijn niet toegestaan.

Afdeling 3 Bruikbaarheid en aanzien van de weg en handelsreclame.

Artikel 4

Bij het verlenen van een (omgevings)vergunning ingevolge artikel 2:10 leden 1 en 2 van de APV respectievelijk het accepteren van een melding ingevolge artikel 4:15 lid 3 van de APV wordt indirecte relatie met de van toepassing zijnde weigeringsgronden uit de APV rekening gehouden met het aantal, de omvang, de afstand en de constructieve veiligheid van de te plaatsen voorwerpen en/of reclame -uitingen.

Afdeling 4 Standplaatsen.

Artikel 5

  • 1.

    Aanvragen in de zin van artikel 5:18 , eerste lid, van de APV gaan vergezeld van:

    • a.

      kopie geldig paspoort/identiteitsbewijs;

    • b.

      bewijs van voldoende verzekerd is tegen vorderingen van schadevergoeding

    • c.

      indien gekookt, gebakken, gefrituurd e.d. wordt een bewijs van veiligheid van de apparatuur;

    • d.

      een opgave van de gewenste afmetingen van de stand.

  • 2.

    Indien sprake is van een aanvraag van een commercieel bedrijf/instelling dan dient tevens een afschrift van de inschrijving bij de kamer van koophandel op grond van de handelsregisterwet bijgevoegd te worden.

  • 3.

    Aanvragers kunnen hun voorkeur voor een locatie bekendmaken in hun aanvraag. Dit geeft geen garantie dat deze locatie ook daadwerkelijk wordt toegewezen aan de aanvrager. De uiteindelijk toewijzing geschiedt door het bevoegde gezag.

Artikel 6

  • 1.

    Standplaatsenvergunningen mogen uitsluitend worden ingenomen op de bij deze beleidsregels behorende lijst aangegeven locaties.

  • 2.

    Het maximum aantal standplaatsvergunningen en vergunningen of toestemmingen voor verzorgingsposten dat per dag wordt verleend tijdens de vierdaagse staan vermeld in onderstaand overzicht.

     

    Malden

     

    Heumen

     

    Overasselt

     

    Nederasselt

     
     

    Standpl.

    verzorging

    Standpl.

    verzorging

    standpl.

    verzorging

    standpl.

    verzorging

    woensdag

     
     
     
     

    1

    1

     
     

    donderdag

    10

    10

    2

    4

     
     
     
     

    vrijdag

    3*

    10

    1

    3

    10

    12

    1

     
  • 3.

    De exacte locatie en afmeting van de vierdaagse standplaats wordt vermeld op de vergunning middels een bijgevoegde situatiekaart.

  • 4.

    De doorgang voor de wandelaars en hulpdiensten mag niet belemmerd worden. Dit houdt in dat de kraam of onderdelen van de kraam zich niet op, aan of boven de weg mogen bevinden en dat het fietspad volledig vrijgehouden moet worden.

  • 5.

    Standplaatsen worden voor de gehele dag in gebruik genomen. Het is niet toegestaan tijdens de doortocht te vertrekken. De doorgaande wegen zijn afgesloten en het is niet toegestaan zich op de route te begeven.

  • 6.

    De gekleurde kaart, die de vergunninghouder ontvangt bij afgifte van de vergunning, dient goed zichtbaar in/op de stand aanwezig te zijn.

Artikel 7

  • 1.

    Op de standplaatsvergunning en op de vergunning of toestemming voor een verzorgingspost wordt ten minste vermeld:

    • a.

      naam en voorletters, alsmede de woonplaats en adres van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats, met vermelding van de afmetingen(eventueel toevoegen van een situatietekening);

    • c.

      de dag en het tijdvak waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt.

  • 2.

    Op de standplaatsvergunning worden ook nog vermeld de artikelen of de groep van artikelen die door de vergunninghouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

Artikel 8

Het bevoegde gezag bepaalt ten aanzien van standplaatsen de afmetingen en de opstelling. Het bevoegde gezag kan grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaten.

Artikel 9

Het is de vergunninghouder verboden gebruik te maken van luidsprekers of versterkers.

Artikel 10

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien heeft.

  • 2.

    Bij het ontruimen dient de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren.

  • 3.

    Indien op basis van de vergunning eet- en drinkwaren mogen worden bereid, moet de standplaatshouder aan de voorzijde van de standplaats een tweetal afvalbakken van voldoende grootte plaatsen.

Artikel 11

De prijsaanduiding van de voor verkoop aangeboden zaken moet voor het publiek duidelijk leesbaar zijn.

Artikel 12

  • 1.

    Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 13

  • 1.

    De vergunninghouder moet zich kunnen legitimeren via een officieel identiteitsbewijs dat op aanvraag aan de toezichthouder moet worden getoond. Op een duidelijk zichtbare plaats moet de naam van de rechthebbende op de standplaats worden vermeld.

  • 2.

    De vergunning of een kopie van de vergunning dient altijd aanwezig te zijn en dient getoond te worden op aanvraag van politie of bevoegde ambtenaar van de gemeente.

  • 3.

    Eventueel door of namens politie, brandweer of de bevoegde medewerkers van de gemeente Heumen te geven aanwijzingen of bevelen dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

Afdeling 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    Voor aanvragers aan wie sinds jaar en dag een vergunning en/of ontheffing is verleend, geldt dat zij- met in achtneming van het bepaalde in artikel 2 lid 3 van deze beleidsregels - voor 2015 en 2016 voorrang hebben op eventuele nieuwe aanvragers. Voor 2016 geldt daarbij wel dat deze aanvragers slechts dan voorrang hebben, in het geval er sprake is van een volledig en ontvankelijk ingediende aanvraag.

  • 2.

    Voor 2017 en de jaren erna is er geen sprake meer van een voorrangspositie voor bestaande vergunning- en/of ontheffinghouders, maar geldt het beginsel wie het eerst komt, wie het eerst maalt.

Artikel 15 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin dit beleid niet voorziet, respectievelijk alle andere onvoorziene situaties wordt beslist door het bevoegde gezag.

Artikel 16 Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels worden bekendgemaakt in de Regiodiek op pagina Gemeente Heumen actueel van de gemeente.

  • 2.

    De beleidsregels treden in werking op 1 mei 2014.

  • 3.

    Deze beleidsregels beleid kan worden aangehaald als: Beleidsregels doortocht Nijmeegse Vierdaagse Heumen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 1 mei 2014.

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;

De secretaris,

mr. D. van Eeten

De burgemeester,

P. Mengde