Subsidieregel lokale aanpak isolatie gemeente Heerlen

Geldend van 23-08-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregel lokale aanpak isolatie gemeente Heerlen

Doel van de subsidie

Het klimaatakkoord gaat uit van een CO2-neutrale en aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050. Met deze regeling worden inwoners gestimuleerd om aan de slag te gaan met de verduurzaming van hun woningen en op deze manier wordt energiebesparing en CO2-reductie bevorderd.

De subsidieregeling richt zich op eigenaar-bewoners, waarbij op basis van het energielabel en de WOZ-waarde de verwachting is dat een grote energiebesparing te realiseren is in de woning via het treffen van energiebesparende isolatiemaatregelen.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor deze subsidieregel gelden de omschrijvingen zoals hieronder vermeld.

  • 1.

    Activiteit: werkzaamheden ten behoeve van verhoging van de energetische kwaliteit van de woning.

  • 2.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen.

  • 4.

    Eigenaar-bewoner: een natuurlijke persoon die een bestaande grondgebonden woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofd-verblijf heeft of dit direct na renovatie van deze woning zal hebben;

  • 5.

    Energiebesparende isolatiemaatregel: maatregel ten behoeve van verhoging van de energetische kwaliteit van de woning, zoals isola-tie en HR++-glas.

  • 6.

    Energielabel: een energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit energieprestatie gebouwen.

  • 7.

    Energietoeslag: een vergoeding die bedoeld is om huishoudens met een laag inkomen deels te compenseren voor de gestegen energieprijzen.

  • 8.

    Energiezuinige ventilatiemaatregel: het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor een CO2-gestuurde ventilatie of het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balans-ventilatie met warmte terugwinning met een rendement van ten minste 90%.

  • 9.

    Hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

  • 10.

    ISDE subsidie: de investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing, zijnde een subsidie voor isolatiemaatregelen.

  • 11.

    Meldcode product: de code van een energiebesparende isolatie-maatregel die is opgenomen in de ISDE meldcodelijst Isolatie en Hoogrendementsglas van RVO, beschikbaar gesteld door de minis-ter:

    • a.

      per type en merk installatie voor de productie van duurza-me energie;

    • b.

      per soort isolatiemateriaal voor energiebesparende isola-tiemaatregelen.

  • 12.

    Natuurlijk persoon: elke persoon die geen rechtspersoon is.

  • 13.

    Offerte: de offerte van de kosten voor het uitvoeren van energie-besparende isolatiemaatregelen.

  • 14.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Heerlen.

  • 15.

    Rc-waarde: een aanduiding van de warmteweerstand van de totale constructie.

  • 16.

    Rd-waarde: een aanduiding van de warmteweerstand van isolatie-materiaal.

  • 17.

    Slecht geïsoleerde woning: een woning met energielabelklasse D,E,F,G of een met die labelklasse vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïso-leerd zijn met bijbehorende indicatoren:

    • c.

      dak:

      • i.

        Hellend/plat dak: Geen, slechte of matige isolatie (minder dan 9 cm isolatiemateriaal aanwezig/Rc ≤ 2,0);

      • ii.

        Zolder-/vlieringvloerisolatie: Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is (als alternatief voor dakisolatie, alleen toe te passen bij een onver-warmde zolder en gesloten vlieringluik of gesloten toegangsdeur (Rc ≤ 0,5).

    • d.

      gevel: Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitenge-velisolatie aanwezig (Rc ≤ 1,1);

    • e.

      vloer-/bodemisolatie: Geen of slechte vloer- en bodemiso-latie aanwezig (minder dan 5 cm aanwezig, Rc ≤ 1,3);

    • f.

      ramen (Glas): Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas (Ug waarde ≥ 1,6).

  • 18.

    Subsidie(aan-)vrager: een natuurlijk persoon die subsidie aan-vraagt.

  • 19.

    Subsidieontvanger: een natuurlijk persoon aan wie subsidie is verleend.

  • 20.

    Ug-waarde: een aanduiding van de hoeveelheid warmteverlies via het glas.

  • 21.

    Uitvoerende partij(en): een entiteit die de energiebesparende isolatiemaatregelen bedrijfsmatig uitvoert.

  • 22.

    WOZ-waarde: waarde Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Het college kan aan eigenaar-bewoners subsidie verstrekken voor het treffen van energiebesparende isolatiemaatregelen, eventueel in samenhang met energiezuinige ventilatiemaatregelen.

Hoofdstuk 2 – Activiteiten

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd voor de volgende energiebe-sparende isolatiemaatregelen:

    • a.

      spouwmuurisolatie;

    • b.

      vloerisolatie;

    • c.

      bodemisolatie;

    • d.

      dakisolatie;

    • e.

      zolder- of vlieringvloerisolatie;

    • f.

      gevelisolatie;

    • g.

      HR++ glas en kozijnpanelen;

    • h.

      HR+++ glas en kozijnpanelen;

    • i.

      isolerende deuren i.c.m. nieuwe isolerende kozijnen;

    • j.

      energiezuinige ventilatiemaatregelen: CO2-gestuurde ven-tilatie of balansventilatie met WTW (evt. in combinatie met CO2 sturing).

  • 2. De energiebesparende isolatiemaatregelen waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt, moeten voldoen aan de technische specifica-ties zoals beschreven in bijlage I Technische Specificaties Energie-besparende Isolatiemaatregelen.

  • 3. Ventilatiemaatregelen worden enkel gesubsidieerd als ook een van de andere energiebesparende isolatiemaatregelen worden getrof-fen.

  • 4. Van alle in het eerste lid genoemde energiebesparende isolatie-maatregelen moet het merk en type op het moment van indienen van de aanvraag zijn opgenomen in de dan geldende ISDE meld-codelijst Isolatie en Hoogrendementsglas van RVO.

  • 5. Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van maatregelen uitbreiden en/of inkorten.

Hoofdstuk 3 – Doelgroep, subsidievoorwaarden en subsidieplafond

Artikel 5. Doelgroep

  • 1. De subsidie kan enkel worden aangevraagd door en verleend worden aan een natuurlijk persoon behorende tot de volgende doelgroep:

    Eigenaar-bewoner.

  • 2. De subsidie kan enkel worden verleend ten behoeve van een slecht geïsoleerde koopwoning die:

    • a.

      binnen de grenzen van gemeente Heerlen ligt, en

    • b.

      op 1 januari 2022 een WOZ-waarde heeft die lager is dan de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen in de ge-meente zoals bepaald in de Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 1 februari 2023, nr. 2022-0000430533 houdende regels met betrek-king tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatie-programma, namelijk € 219.000,--.

Artikel 6. Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie kan alleen aangevraagd worden voor het hoofdge-bouw.

  • 2. De subsidie kan alleen verleend worden voor (een) energiebespa-rende isolatiemaatregel(en) waarvan de voorbereiding en de reali-satie verricht wordt/worden door (een) uitvoerende partij(en).

Artikel 7. Hoogte subsidiebedrag

  • 1. Aan de doelgroep genoemd in artikel 5, eerste lid, kan het volgen-de maximale subsidiebedrag worden verleend:

    • a.

      doelgroep: 70% van de daadwerkelijke kosten aan ener-giebesparende isolatiemaatregelen tot een maximum van € 1.300,-.

  • 2. Het subsidiabele bedrag zal worden bepaald aan de hand van een definitieve offerte van de uitvoerende partij(en).

  • 3. De toegekende subsidie mag er niet toe leiden dat meer dan 100% van de investering in de energiebesparende isolatiemaatre-gel wordt gesubsidieerd door een stapeling met andere gemeen-telijke, provinciale en landelijke subsidies;

Artikel 8. Subsidieplafond en subsidieperiode

  • 1. Het aanvragen van de subsidie is mogelijk vanaf 1 augustus 2024.

  • 2. Het subsidieplafond voor doelgroep is € 1.875.900,-.

  • 3. De uiterste aanvraagdatum is 31 maart 2026.

  • 4. Verlening van subsidie vindt plaats totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 4 – Subsidieverlenings- en vaststellingsprocedure

Artikel 9. Aanvraag voor subsidieverlening

  • 1. De subsidie voor energiebesparende isolatiemaatregelen dient aangevraagd te worden voordat de aanvrager begint met de ge-subsidieerde activiteiten.

  • 2. De aanvraag voor subsidie moet worden ingediend op de door het college aangewezen wijze.

  • 3. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      persoonsgegevens;

    • b.

      adresgegevens over de woning;

    • c.

      IBAN en tenaamstelling waar subsidiebedrag naar kan wor-den overgemaakt;

    • d.

      energielabel van de woning of bewijs van slecht geïsoleer-de bouwdelen;

    • e.

      beschrijving van de toe te passen energiebesparende iso-latiemaatregel inclusief

      • i.

        een omschrijving van het product, met onder ande-re het typenummer, de naam van het merk of de fabrikant;

      • ii.

        meldcode product;

      • iii.

        de hoeveelheid geïsoleerd oppervlak (in m2) per maatregel;

      • iv.

        Rd-isolatiewaarde van de constructie of Ug-waarde in geval van isolatieglas.

    • f.

      de offerte;

    • g.

      de contactgegevens van de beoogde uitvoerende par-tij(en);

Artikel 10. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 kan subsidie worden geweigerd indien of voor zover:

  • 1.

    De energiebesparende isolatiemaatregel voorafgaande aan de subsidieaanvraag is uitgevoerd of in uitvoering is;

  • 2.

    de subsidieaanvraag de maximale subsidiehoogte overschrijdt;

  • 3.

    het subsidieplafond is bereikt;

  • 4.

    de energiebesparende isolatiemaatregel door de woningeigenaar zelf wordt geplaatst;

  • 5.

    de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

  • 6.

    al eerder subsidie is verstrekt op grond van deze regeling voor hetzelfde adres;

  • 7.

    de verstrekte gegevens onjuist zijn;

  • 8.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een bestaand bouwdeel van de woning;

  • 9.

    de energiebesparende isolatiemaatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is;

  • 10.

    de werkelijke kosten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • 11.

    niet voldaan is aan de overige eisen, voorwaarden en criteria genoemd in deze regeling.

Artikel 11. Wijze van toekenning

  • 1. Verlening van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen.

  • 2. Het college beslist op een subsidieaanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Het college kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste 4 weken verdagen.

  • 4. In de beschikking tot verlening van de subsidie worden de volgen-de elementen opgenomen:

    • a.

      De hoogte van het subsidiebedrag;

    • b.

      voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend;

    • c.

      de verplichtingen van de subsidieontvanger.

Artikel 12. Subsidieverantwoording en -vaststelling

  • 1. De aanvrager dient een verzoek tot vaststelling van de subsidie in binnen 8 weken na afronding van de werkzaamheden.

  • 2. Het verzoek tot vaststelling van de subsidie voor uitgevoerde energiebesparende isolatiemaatregelen, wordt vergezeld van:

    • a.

      een factuur;

    • b.

      beschrijving van de toegepaste isolatiemaatregel inclusief

      • i.

        een omschrijving van het product, met onder ande-re het typenummer, de naam van het merk of de fabrikant;

      • ii.

        meldcode product;

      • iii.

        het aantal m2 isolatiemateriaal dat is aangebracht

      • iv.

        Rd-isolatiewaarde van de constructie of Ug-waarde in geval van isolatieglas.

    • c.

      de datum van de aanschaf en installatie;

    • d.

      de contactgegevens van de uitvoerende partij(en);

    • e.

      foto’s van de uitvoering voor, tijdens en na het treffen van de energiebesparende isolatiemaatregelen.

  • 3. Het college stelt de subsidie binnen 8 weken na een aanvraag tot subsidievaststelling vast.

  • 4. Het college kan een controle uitvoeren. Indien bij de controle blijkt dat de activiteiten niet of niet geheel zijn verricht, kan het college de subsidievaststelling intrekken dan wel de subsidie op een lager bedrag vaststellen en overgaan tot het terugvorderen van de sub-sidie.

Artikel 13. Uitbetaling

  • 1. Indien de eigenaar-bewoner heeft gekozen voor de door de gemeente aangeboden uitvoerende partij(en), dan wordt de vast-gestelde subsidie uitbetaald aan de uitvoerende partij(en).

  • 2. Indien de eigenaar-bewoner niet heeft gekozen voor de door de gemeente aangeboden uitvoerende partij(en), dan wordt de vast-gestelde subsidie uitbetaald aan de eigenaar-bewoner.

Hoofdstuk 5 – Verplichtingen

Artikel 14. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het college.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schrifte-lijk over:

    • a.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • b.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen.

  • 3. De aanvrager is verantwoordelijk voor het verkrijgen van eventuele vereiste vergunning(en) en ontheffing(en). De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de zorgplicht zoals die is opgenomen in artikel 11.27 van het Besluit activiteiten leefomge-ving( Bal). Subsidieverlening biedt geen garantie dat de vereiste vergunningen en/of ontheffingen worden verleend.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan steekproefsgewijze controles, al dan niet ter plaatse, door of van-wege het college.

Hoofdstuk 6 – Slotbepalingen

Artikel 15. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd om de verordening/regeling op de volgende punten aan te passen:

  • 1.

    Doelgroepen;

  • 2.

    Hoogte bedragen;

  • 3.

    Verplichtingen van de subsidieontvanger.

Artikel 17. Hardheidsclausule

Het college kan van deze regeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregel Lokale Aanpak Isolatie gemeente Heerlen”

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 2 juli 2024

Het college van burgemeester en wetshouders

de secretaris,

drs. V.N. Gosselink-Van Dijk

de burgemeester,

drs. R. Wever

Bijlage I Technische Specificaties Energiebesparende Isolatiemaatre-gelen

  • 1.

    Dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van het be-staande dak in de bestaande thermische schil dan wel, indien de zolder of vliering onverwarmd is, van ten minste 20 vierkante me-ter van de oppervlakte van de bestaande zolder- of vlieringvloer, wordt geïsoleerd;

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en in geval van een monument is aangebracht na 31 december 2023 en een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft; en

    • c.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • 2.

    Gevelisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van de binnen- of buitengevel van de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd; en

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en in geval van een monument is aangebracht na 31 december 2023 en een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft.

  • 3.

    Glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door:

    • a.

      het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de opper-vlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2022, van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

    • b.

      het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de opper-vlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2022, van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

    • c.

      het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van een monument indien een maatregel is aangebracht na 31 december 2023, van glas, kozijn-panelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of

    • d.

      het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van een monument indien een maatregel is aangebracht na 31 december 2023 van glas, kozijn-panelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een U-waarde van ten hoogste 1,5W/m2K, of triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K.

  • 4.

    Spouwmuurisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van bestaande spouwmuren in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 1,1 m2K/W heeft; en

    • c.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • 5.

    Vloer- dan wel bodemisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de be-staande vloer of de bestaande bodem in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft; en het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.