Mandaatbesluit gemeente Lochem

Geldend van 01-09-2024 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Lochem

Mandaatbesluit gemeente Lochem 2024

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Lochem, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;

Overwegingen

Met ingang van 1 september 2024 start de nieuwe ambtelijke organisatie. Met de vastgestelde organisatievisie “Wendbaar zijn en koers houden” en aanpassing van de organisatiestructuur, vastgelegd in het nieuwe Organisatiebesluit, gaat de nieuwe organisatie aan de slag. De belangrijkste doelstellingen zijn “meer focus op de maatschappelijke opgaven en dienstverlening en meer aandacht voor de medewerkers om hen goed en vitaal hun werk te laten verrichten”.

Hierin past dit nieuwe Mandaatbesluit. Niet meer de methodiek met een lijvig register waarin alle gemandateerde bevoegdheden expliciet worden benoemd en in (onder)mandaat toegewezen aan functionarissen, maar een methodiek die uit gaat van een ‘omgekeerd mandaat’. Uitgangspunt is dat de medewerker bevoegd is, tenzij ……..

Deze ‘tenzij’ wordt ingevuld door voorwaarden/beperkingen (artikel 4) en overzichten van bevoegdheden die zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester, de secretaris-directeur, de domeinmanager en de teamleider (artikel 6 en de daarbij behorende bijlagen 1 tot en met 5).

Verder geeft artikel 5 regels over inkoop en aanbesteding, waarbij voor de aanbesteding en het aangaan van overeenkomsten met derden inzake werken, leveringen en diensten de bevoegdheden en regels op basis van de budgethoudersregeling leidend zijn.

Gelet op de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

B E S L U I T E N:

Vast te stellen het Mandaatbesluit gemeente Lochem 2024.

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    besluit: wat daaronder wordt verstaan in artikel 1:3, lid 1 van de Awb;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Lochem;

  • d.

    CAO gemeenten: arbeidsvoorwaardenregeling gemeenteambtenaren;

  • e.

    CAO sociale werkvoorziening: arbeidsvoorwaardenregeling voor de medewerkers Wet sociale werkvoorziening;

  • f.

    CAO aan de slag: arbeidsvoorwaardenregeling voor medewerkers met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen;

  • g.

    domeinmanager: leidinggevende van een domein, verantwoordelijk voor deze organisatie-eenheid en voor integrale afstemming binnen het managementteam;

  • h.

    gemandateerde: degene aan wie de bevoegdheid is gemandateerd om namens het bestuursorgaan besluiten te nemen en andere (rechts)handelingen te verrichten;

  • i.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester feitelijke handelingen te verrichten;

  • j.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • k.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • l.

    medewerker: personen in dienst van de gemeente, ongeacht hun rechtspositie en de (tijdelijke) verbanden waarin zij werkzaam zijn;

  • m.

    organisatiebesluit: het door het college vastgestelde besluit waarin regels worden gegeven voor de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de organisatie van de griffie;

  • n.

    portefeuillehouder: het lid van het college dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor een onderwerp;

  • o.

    raad: de gemeenteraad van Lochem;

  • p.

    secretaris-directeur: hoogste hiërarchische functie binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente Lochem, secretaris van het college en algemeen directeur van de ambtelijke organisatie;

  • q.

    team: iedere organisatie-eenheid binnen een domein die op grond van het organisatiebesluit rechtstreeks valt onder de verantwoordelijkheid van de domeinmanager van het betreffende domein;

  • r.

    teamleider: leidinggevende van een team, verantwoordelijk voor de betreffende organisatie-eenheid en voor integrale afstemming binnen het domein;

  • s.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van de gemeente privaatrechtelijke handelingen te verrichten.

Artikel 2 Mandaat aan medewerker

  • 1.

    Het college en de burgemeester verlenen de medewerker het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte (bij bezwarencommissies en gerechtelijke instanties), die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.

  • 2.

    Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer het passend is binnen de algemene bepalingen en voorwaarden en beperkingen zoals genoemd in de artikelen 3 en 4.

  • 3.

    Het gestelde in het eerste lid geldt niet als de bevoegdheid is voorbehouden zoals in de artikelen 5 en 6 aangegeven.

Artikel 3 Algemene bepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt onder het verlenen van mandaat tevens het verlenen van een volmacht of machtiging verstaan.

  • 2.

    De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid om

    • a.

      voorschriften en beperkingen te stellen;

    • b.

      de beslistermijn te verlengen of op te schorten;

    • c.

      een aanvraag te weigeren of buiten behandeling te stellen;

    • d.

      een besluit te wijzigen of in te trekken;

    • e.

      voorbereidings- en uitvoeringshandelingen te verrichten;

    • f.

      een besluit te ondertekenen met een natte of elektronische handtekening.

  • 3.

    De ondertekening van de krachtens mandaat genomen besluiten geschiedt als volgt: “namens burgemeester en wethouders” of “namens de burgemeester”, gevolgd door de naam, functie en team van de gemandateerde.

  • 4.

    De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen. Hij kan zowel algemene als specifieke instructies geven en voorwaarden aan het mandaat verbinden.

  • 5.

    Als een extern persoon wordt ingehuurd als vervanger, is het mandaat ook op hem/haar van toepassing, met uitzondering van het bepaalde in de Budgethoudersregeling gemeente Lochem.

Artikel 4 Voorwaarden en beperkingen

  • 1.

    Het in artikel 2, eerste lid, bedoelde mandaat komt de gemandateerde slechts toe voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het domein, concernstaf, team, programma of project zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.

  • 2.

    De gemandateerde kan geen gebruik maken van het mandaat als:

    • a.

      het college, de burgemeester of de portefeuillehouder dit kenbaar heeft gemaakt;

    • b.

      de aard en strekking van het besluit of een wettelijke bepaling zich tegen het verlenen van mandaat verzetten;

    • c.

      het een beslissing op een bezwaarschrift betreft waarbij de gemandateerde zelf het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt;

    • d.

      bij de beslissing op een bezwaarschrift wordt afgeweken van het advies van de commissie Bezwaarschriften;

    • e.

      het besluit afwijkt van een beleidsregel, een wettelijk verplicht advies, een benodigd intern advies of een overschrijding van budgetten en kredieten zou inhouden;

    • f.

      het een overeenkomst betreft die strekt tot zekerheidsstelling ten laste van de gemeente zoals borgtocht, garantstelling, pand of hypotheek.

    • g.

      een besluit voor de gemeente naar verwachting ingrijpende bestuurlijke, beleidsmatige, financiële, organisatorische en/of publicitaire consequenties krijgt of vermoedelijk kan krijgen;

    • h.

      op basis van artikel 169, vierde lid, van de Gemeentewet, voorafgaand aan het besluit inlichtingen aan de raad moeten worden verstrekt en/of de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen/bedenkingen kenbaar te maken.

    • i.

      de gemandateerde persoonlijke betrokkenheid heeft bij het besluit.

Artikel 5 Inkoop, aanbesteding en budgetten

  • 1.

    Het verlenen van voorgenomen en definitieve gunningen en afwijzingen bij aanbestedingen voor werken, diensten en leveringen conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid geschiedt op basis van de toegekende bevoegdheden aan functionarissen en de daarover gestelde regels in de Budgethoudersregeling gemeente Lochem.

  • 2.

    Het aangaan (en ontbinden/opzeggen) van overeenkomsten met derden inzake werken, leveringen en diensten conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid geschiedt op basis van de toegekende bevoegdheden en de daarover gestelde regels in de Budgethoudersregeling gemeente Lochem.

  • 3.

    Van het bepaalde onder lid 2 geldt voor de teamleider de uitzondering zoals verwoord in bijlage 5, onder 4.

  • 4.

    Het is toegestaan af te wijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid onder de voorwaarde van een advies van de inkoopcoördinator aan de hoofdbudgethouder.

    • a.

      Bij een negatief advies kan de hoofdbudgethouder besluiten om niet af te wijken maar de voorgeschreven procedure te volgen. Wil de hoofdbudgethouder wel afwijken, dan wordt de afwijking inclusief advies ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Een afwijkingsbesluit wordt vastgelegd in het zaaksysteem.

    • b.

      Bij een neutraal of (gematigd) positief advies kan de hoofdbudgethouder besluiten niet af te wijken maar de voorgeschreven procedure te volgen. Wil de hoofdbudgethouder wel afwijken, dan wordt het afwijkingsbesluit vastgelegd in het zaaksysteem.

  • 5.

    Voor de inhuur van externe medewerkers geldt dat een afwijking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid met een advies van de inkoopcoördinator aan het college moet worden voorgelegd.

  • 6.

    De hoofdbudgethouder is bevoegd tot het verlenen van een volmacht aan een andere gemeente om als aanbestedende dienst de aanbesteding namens de gemeente Lochem uit te voeren en overeenkomsten aan te gaan.

Artikel 6 Uitzonderingen

  • 1.

    De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan (leden van) het college.

  • 2.

    De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de burgemeester.

  • 3.

    De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de secretaris-directeur (in de rol van algemeen directeur van de ambtelijke organisatie).

  • 4.

    De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de domeinmanager voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het domein zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.

  • 5.

    De in bijlage 5 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teamleider voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het team zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.

Artikel 7 Plaatsvervanging

  • 1.

    Voor vervanging van de secretaris-directeur is de regeling van toepassing zoals opgenomen in het Organisatiebesluit.

  • 2.

    Bij afwezigheid van een domeinmanager wordt deze vervangen door de door de secretaris-directeur aangewezen plaatsvervangend domeinmanager.

  • 3.

    Bij afwezigheid van een teamleider wordt deze vervangen door de door de domeinmanager aangewezen teamleider binnen het domein.

Artikel 8 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Algemeen Mandaatbesluit van 12 december 2023 en het Algemeen Machtigingsbesluit van 1 november 2022.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Mandaatbesluit gemeente Lochem 2024”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Lochem in de vergadering van 27 augustus 2024

Het college van burgemeester en wethouders

D. Kerkdijk S.W. van ’t Erve

Secretaris burgemeester

De burgemeester van Lochem

S.W. van ’t Erve

Bijlage 1 Bevoegdheden voorbehouden aan het college

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad, het informeren van de raad, het afleggen van verantwoording aan de raad en het beantwoorden van schriftelijke vragen van (leden van) de raad.

  • 2.

    Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie inclusief het Organisatiebesluit, uitgezonderd de griffie.

  • 3.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van convenanten, intentie-, samenwerkings- en dienstverleningsovereenkomsten. De portefeuillehouder is bevoegd de overeenkomst te ondertekenen nadat het college heeft ingestemd met het aangaan van de overeenkomst.

  • 5.

    De inhuur van externe medewerkers wanneer afgeweken wordt van het inkoop- en aanbestedingsbeleid.

  • 6.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van lokale regelingen die gaan over arbeidsvoorwaarden.

  • 7.

    Het aangaan, wijzigen, schorsen en ontbinden van een arbeidsovereenkomst, het aangaan van een vaststellingsovereenkomst en het uitoefenen van andere bevoegdheden op basis van de Cao Gemeenten en daarop gebaseerde regelingen ten aanzien van de secretaris-directeur.

  • 8.

    Het aangaan van vaststellingsovereenkomsten in verband met het ontbinden van arbeidsovereenkomsten boven een bedrag van € 50.000,-.

  • 9.

    Het uitoefenen van de bevoegdheden op basis van de artikelen 3.1, 4.2 lid 5, 4.3 lid 2, 5.2, 9.15, 11.5 lid 3 en 11.6 Cao Gemeenten en de geldende procedureregeling HR21.

  • 10.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 11.

    Het besluiten tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 12.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 13.

    Het beslissen tot het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van vorderingen. Voor vorderingen onder de € 5.000,- is de wethouder Financiën bevoegd deze oninbaar te verklaren.

  • 14.

    Het nemen van een besluit dat is voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) en waarbij zienswijzen zijn ingediend.

  • 15.

    Het nemen van een beslissing op bezwaar wanneer wordt afgeweken van het advies van de commissie Bezwaarschriften.

  • 16.

    Het nemen van besluiten tot aanwijzing als gemeentelijk monument.

  • 17.

    Het beslissen op verzoeken om nadeelcompensatie op basis van afdeling 15.1 Omgevingswet.

  • 18.

    Het toekennen van namen aan de openbare ruimte.

  • 19.

    Het vestigen van een voorkeursrecht als bedoeld in artikel 9.1, lid 2 van de Omgevingswet.

  • 20.

    Het nemen van verkeersbesluiten als permanente maatregel.

  • 21.

    Het afsluiten van anterieure overeenkomsten bij fysieke leefomgeving projecten.

  • 22.

    Verlening van mandaat aan een derde die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het college (artikel 10:4 Awb). Deze verleende mandaten zijn opgenomen in bijlage 6.

Bijlage 2 Bevoegdheden voorbehouden aan de (loco)burgemeester

  • 1.

    Besluiten op grond van artikel 151b (openbare orde), 151c (cameratoezicht), artikel 151d (woonoverlast) 154a (ophouden personen), 154b (bestuurlijke boete) en 172 (openbare orde) tot en met 176a Gemeentewet (ophouding).

  • 2.

    Alle overige in de Gemeentewet, Hoofdstuk XI, aan de burgemeester toegekende bevoegdheden op het gebied van de openbare orde en veiligheid.

  • 3.

    Het verlenen van een machtiging tot binnentreden in een woning

  • 4.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 5.

    Het beslissen op klachten indien het een gedraging van een lid van het college van burgemeester en wethouders of de secretaris-directeur betreft.

  • 6.

    Een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 7.

    Een besluit op grond van artikel 13b Opiumwet (last onder bestuursdwang, last onder dwangsom of een waarschuwing).

  • 8.

    Een besluit inhoudende een last tot inbewaringstelling in het kader van de wet zorg en dwang (Wzd) en een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

  • 9.

    Het sluiten van een horeca-inrichting en/of de intrekking van een alcoholvergunning (artikel 3).

  • 10.

    Het informeren van de raad, het beantwoorden van schriftelijke vragen van (leden van) de raad en het afleggen van verantwoording aan de raad voor wat betreft de aan de burgemeester toegekende bevoegdheden.

  • 11.

    Het uitoefenen van de bevoegdheden op basis van de artikelen 12.1, 12.2, 12.3, 12.7, 12.8 Cao Gemeenten.

  • 12.

    Het afnemen van de eed of belofte van de secretaris-directeur.

Bijlage 3 Bevoegdheden voorbehouden aan de secretaris-directeur(in de rol van algemeen directeur van de ambtelijke organisatie)

  • 1.

    Het beslissen op klachten indien het een gedraging van een domeinmanager of medewerker van de concernstaf betreft.

  • 2.

    Het opleggen van een ordemaatregel.

  • 3.

    Het aangaan, wijzigen, schorsen en ontbinden van arbeidsovereenkomsten onverminderd het bepaalde in de bijlagen 4 en 5.

  • 4.

    Het aangaan van vaststellingsovereenkomsten in verband met het ontbinden van arbeidsovereenkomsten tot een bedrag van € 50.000,- van domeinmanagers, teamleiders en medewerkers.

  • 5.

    Het uitoefenen van de bevoegdheden op basis van de artikelen 7:629 lid 12 BW, 7:658a BW, 7:669 lid 1 BW, 7:660 BW, 7:650 BW, en de artikelen 8.5 lid 2, 9.5, hoofdstuk 10, 11.4, 11.5 lid 1 en 2 en 13.1 Cao Gemeenten.

  • 6.

    Het afnemen van de eed of belofte tenzij het om de secretaris-directeur zelf gaat.

  • 7.

    Het uitoefenen van bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet op de Ondernemingsraden.

Bijlage 4 Bevoegdheden voorbehouden aan de domeinmanager

De genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de domeinmanager voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het domein zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.

  • 1.

    Het beslissen op klachten indien het een gedraging van een teamleider van het eigen domein betreft.

  • 2.

    Het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten van teamleiders binnen het domein (passend binnen de toegekende loonsom voor het domein).

  • 3.

    Het ontbinden van arbeidsovereenkomsten op eigen verzoek of beëindiging van rechtswege ten aanzien van een teamleider.

  • 4.

    Het toekennen en vaststellen van subsidies boven een bedrag van € 250.000,-.

  • 5.

    Het vervangen, vervreemden en vernietigen van archiefbescheiden, het (vervroegd) overbrengen en het opschorten van het overbrengen van archiefbescheiden en het stellen en opheffen van beperkingen op de openbaarheid van over te brengen archiefbescheiden.

  • 6.

    Het aangaan van overeenkomsten voor de huur van panden en locaties voor de bewoning en opvang van ontheemden.

Bijlage 5 Bevoegdheden voorbehouden aan de teamleider

De genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teamleider voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het team zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.

  • 1.

    Het besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures en administratief beroepsprocedures.

  • 2.

    Het beslissen op een bezwaarschrift tenzij het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat door de teamleider is genomen. In dat geval beslist het college op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het beslissen op klachten indien het een gedraging van een medewerker van het eigen team betreft.

  • 4.

    Het aangaan van verplichtingen en overeenkomsten binnen de personeels- en bedrijfsvoeringsbudgetten zoals vastgesteld in de begroting.

  • 5.

    Alle bevoegdheden op grond van de Cao Gemeenten en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover niet voorbehouden aan het college, de burgemeester, de secretaris-directeur of de domeinmanager.

  • 6.

    Het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten van medewerkers binnen het team (passend binnen de toegekende loonsom voor het team).

  • 7.

    Het ontbinden van arbeidsovereenkomsten op verzoek medewerker of beëindiging van rechtswege.

  • 8.

    Het vaststellen van werktijden en werkroosters op basis van de Cao Gemeenten en Werktijdenregeling.

  • 9.

    De bevoegdheden in de Cao Sociale Werkvoorziening die zien op de volgende hoofdstukken en artikelen: hoofdstuk 2 en 3, artikel 4.2, hoofdstuk 5, artikel 7.8, hoofdstuk 8 en 10 en bijlage 5.

  • 10.

    De bevoegdheden in de Cao Aan de slag die zien op de volgende hoofdstukken en artikelen: hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, artikel 4.2, hoofdstuk 5, artikel 7.3, hoofdstuk 8 en 10.

  • 11.

    Het aanwijzen van ambtenaren als toezichthouders en de afgifte van legitimatiebewijzen voor de toezichthouder.

  • 12.

    Het uitvoeren van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 15 tot en met 21, 28.3 en 82 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

  • 13.

    Het toekennen en vaststellen van subsidies boven een bedrag van € 100.000,- tot een bedrag van

    € 250.000,-.

  • 14.

    Het aangaan en beëindigen van (dienstverlenings)overeenkomsten in het kader van de Wmo 2015 en Jeugdwet.

  • 15.

    Het aangaan van overeenkomsten voor het vestigen van het opstalrecht ten behoeve van een openbaar hoofdriool of een individuele behandeling afvalwater (IBA).

  • 16.

    Het ondertekeningsmandaat voor door de gemeenteraad gevestigde en ingetrokken voorkeursrechten op basis van artikel 9.1, lid 1 Omgevingswet en door het college gevestigde voorkeursrechten op basis van artikel 9.1, lid 2 Omgevingswet.

  • 17.

    Het ondertekeningsmandaat voor anterieure overeenkomsten bij fysieke leefomgeving projecten.

  • 18.

    Het aangaan, wijzigen en opzeggen van verzekeringen.

  • 19.

    Het aankopen, ruilen of verwerven van onroerende zaken met inachtneming van het bepaalde in de Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid en voor de inrichting van de financiële administratie (in overleg met portefeuillehouder).

  • 20.

    Het afsluiten van overeenkomsten ex artikel 13.13 Omgevingswet.

  • 21.

    In optie geven en verkoop van onroerende zaken (in overleg met portefeuillehouder indien het industrieterrein of terrein voor projectmatige bouw betreft.

  • 22.

    Het bezwaren van gemeente-eigendommen voor zo ver het betreft het vestigen en opheffen van beperkte zakelijke rechten.

  • 23.

    Het vertegenwoordigen van de gemeente bij buitengerechtelijke rechtshandelingen bij de aan- en verkoop en ruiling van onroerende zaken, het bezwaren van gemeente-eigendommen, het vestigen van zakelijke rechten t.b.v. de gemeente, het vestigen van rechten ingevolge het bepaalde in hoofdstuk 10 Omgevingswet en het tekenen van volmachten.

Bijlage 6 Mandaten aan niet-ondergeschikten (art. 10:4 Awb)

  • 1.

    Mandaat aan Directeur Stadsbank Oost-Nederland (schuldhulpverlening)

  • 2.

    Mandaat aan Directeur Regionale Organisatie Zelfstandigen (schuldhulpverlening, Bbz, IOAZ, Wsnp)

  • 3.

    Mandaat aan B&W gemeente Deventer (beschermd wonen Wmo 2015)

  • 4.

    Volmacht/machtiging aan gemeentesecretaris gemeente Deventer (beschermd wonen Wmo 2015)

  • 5.

    Volmacht/machtiging aan medewerker Leverancier Wmo-maatwerkvoorzieningen

  • 6.

    Mandaat/volmacht aan teammanager zorgregio Midden-IJssel/Oost-Veluwe (raamovereenkomsten Wmo en Jeugdwet)

  • 7.

    Mandaat aan Veilig Thuis Noord- en Oost-Gelderland/advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (zorgmeldingen)

  • 8.

    Mandaat aan GGD Noord- en Oost-Gelderland (calamiteiten- en incidentenonderzoek Jeugdwet/Wmo)

  • 9.

    Mandaat aan GGNet (meldingen Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)

  • 10.

    Mandaat aan Directeur Omgevingsdienst Achterhoek (Omgevingswet en daarop gebaseerde besluiten)

  • 11.

    Mandaat aan politiechef (legitimatiebewijs toezichthouders regionaal handhavingsteam prostitutie)

  • 12.

    Ondertekeningsmandaat aan Hulpofficier van Justitie (Wet tijdelijk huisverbod)

  • 13.

    Mandaat aan Directeur publieke gezondheid/algemeen directeur GGD Noord- en Oost-Gelderland (benoeming lijkschouwer, Wet op de lijkbezorging)

  • 14.

    Mandaat aan Directeur GGD Noord- en Oost-Gelderland (geven van aanwijzingen aan de houder en de beëindiging ervan, Wet kinderopvang)

  • 15.

    Mandaat aan Rijksdienst voor Wegverkeer (ontheffing bijzondere transporten en ontheffing landbouwvoertuigen buiten de komgrenzen)

  • 16.

    Mandaat aan Directie Circulus (uitvoering gladheidsbestrijding, aanvragen omgevingsvergunning kap gemeentelijk groen)

  • 17.

    Mandaat aan b&w gemeente Hengelo inzake havenbeheer (artikelen 4.19, 4.33 lid 2, 4.37 lid 1, 4.42 lid 1 en 4.43 lid 1 Verordening Fysieke Leefomgeving).

Toelichting

Artikelsgewijs

Artikel 1 Definities

Dit meeste definities spreken voor zich.

Voor wat betreft de definitie van mandaat (j) kan worden verwezen naar hoofdstuk 10, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht. Bij mandaat gaat het om een bevoegdheidsuitoefening waarvoor het mandaterende bestuursorgaan (het college en de burgemeester) verantwoordelijk blijft en waarover het dan ook de zeggenschap blijft behouden. In naam van het bevoegde bestuursorgaan mag de medewerker de bevoegdheid uitoefenen en daarmee besluiten nemen.

In tegenstelling tot het oude mandaatbesluit van de gemeente Lochem kent dit mandaatbesluit alleen het rechtstreekse mandaat aan de medewerker. Het mandaatbesluit bevat niet (meer) de mogelijkheid dat de gemandateerde op zijn beurt mandaat verleent aan een ander, het zogenaamde ondermandaat als bedoeld in artikel 10:9 van de Awb.

Met het Organisatiebesluit (m) wordt het besluit bedoeld dat het college op 14 mei 2024 heeft vastgesteld in het kader van de organisatieontwikkeling. Het legt de hoofdlijnen vast van de inrichting en besturing van de organisatie van de gemeente. Op basis hiervan is de ambtelijke organisatie ingedeeld in de volgende organisatie-eenheden: directeur, concernstaf, domein Fysiek, domein Sociaal, domein Dienstverlening, domein Programma’s en Projecten en teams. Ieder domein bestaat uit meerdere teams, waarvan de hoofdtaken per team in het Organisatiebesluit zijn beschreven.

Artikel 2 Mandaat aan medewerker

Dit artikel vormt de basis van het omgekeerde mandaatbesluit. Met artikel 2, lid 1 verlenen het college en de burgemeester het mandaat aan de medewerker om alle besluiten te nemen en overige rechtshandelingen te verrichten die van belang zijn voor een goede taakoefening. De bevoegdheden worden hiermee zo laag mogelijk in de organisatie gelegd. Maar er gelden voorwaarden, beperkingen en uitzonderingen. Dit is in de leden 2 en 3 geregeld en verder uitgewerkt in de artikelen 3, 4, 5 en 6 en de bij artikel 6 behorende bijlagen 1 tot en met 5.

De medewerker is zowel in dit mandaatbesluit als ook in het Organisatiebesluit gedefinieerd als ‘personen in dienst van de gemeente, ongeacht hun rechtspositie en de (tijdelijke) verbanden waarin zij werkzaam zijn’.

Artikel 2, lid 1 bevat tevens de bevoegdheid om de gemeente als rechtspersoon en de bestuursorganen te vertegenwoordigen in bezwaar- en beroepsprocedures, voorlopige voorzieningen of (spoed)machtigingen (gesloten jeugdhulp) bij bezwarencommissies en gerechtelijke instanties. Om deze reden is het niet meer nodig een separaat Machtigingsbesluit vast te stellen waarin alle medewerkers worden genoemd die hiertoe gemachtigd zijn.

Deze bevoegdheid ziet overigens niet op het besluit namens de gemeente, het college of de raad rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist. Dit is een collegebevoegdheid op grond van artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet en is in dit mandaatbesluit voorbehouden aan de teamleider (zie bijlage 5, punt 1). De uitvoering geschiedt door de burgemeester op grond van artikel 171, lid 1 Gemeentewet en valt wel onder de vertegenwoordiging zoals genoemd onder artikel 2, lid 1.

Artikel 3 Algemene bepalingen

In lid 1 wordt met het verlenen van mandaat gelijkgesteld het verlenen van een volmacht om privaatrechtelijke handelingen te verrichten of een machtiging om feitelijke handelingen te verrichten.

Dit artikel geeft in lid 2 aan welke bevoegdheden er tevens vallen onder de bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen (de reikwijdte). Ook de bevoegdheid om het genomen besluit te ondertekenen. In een uitzonderlijk geval kent dit mandaatbesluit ook alleen het ondertekeningsmandaat. Dit is het geval bij het intrekken/vestigen van een voorkeursrecht (bijlage 5, punt 20) en de anterieure overeenkomst bij fysieke leefomgeving projecten (bijlage 5, punt 21).

Op basis van lid 5 is het mandaat van artikel 2, lid 1, ook van toepassing op een extern ingehuurd persoon als vervanger (met uitzondering van het bepaalde in de Budgethoudersregeling). Dit sluit aan bij de definitie van een medewerker in artikel 1 onder l.

Artikel 4 Voorwaarden en beperkingen

Het mandaat aan de medewerker komt hem of haar slechts toe voor zover diens taak en bevoegdheid is ondergebracht bij de organisatie-eenheid waar hij/zij werkzaam is. In lid 1 is een directe link gelegd met het vastgestelde Organisatiebesluit waarin de taken van het domein, concernstaf, team, programma of project zijn vastgelegd. Een medewerker van het ene team is niet bevoegd tot de uitoefening van bevoegdheden die ondergebracht zijn bij een ander team.

Lid 2 geeft aan wanneer er geen gebruik kan worden gemaakt van het mandaat. Onderdeel g verdient een korte toelichting: ‘een besluit dat voor de gemeente naar verwachting ingrijpende bestuurlijke, beleidsmatige, financiële , organisatorische en/of publicitaire consequenties krijg t of kan krijgen’.

Dit onderdeel is niet concreet omschreven, maar het geeft wel aan dat de medewerker zou moeten aanvoelen dat, wanneer hij gebruik zou maken van een gemandateerde bevoegdheid, dit ingrijpende consequenties heeft zoals beschreven. In dat geval bespreekt de medewerker dit met zijn of haar teamleider en vervolgens met de portefeuillehouder. Ook bij enige twijfel. De portefeuillehouder beslist of de medewerker van het mandaat gebruik kan maken of dat het betreffende bestuursorgaan zelf een besluit moet nemen. Dit uitgangspunt kan worden gezien als een algemene instructie als bedoeld in artikel 3, lid 4 van dit mandaatbesluit.

Artikel 5 Inkoop, aanbesteding en budgetten

Dit artikel geeft regels over aanbestedingen en het aangaan van overeenkomsten inzake werken, leveringen en diensten. Er is een verband gelegd met de gemeentelijke budgethoudersregeling.

Verder geeft het een werkinstructie als afwijking wenselijk is van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de inkoopcoördinator en de hoofdbudgethouder.

Artikel 6 Uitzonderingen

In dit artikel zijn de verwijzingen opgenomen naar de bijlagen 1 tot en met 5 waarin de genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college, de burgemeester, de secretaris-directeur, de domeinmanager en de teamleider.

Artikel 7 Plaatsvervanging

Voor de vervanging van de secretaris-directeur is aangegeven dat de regeling in het Organisatiebesluit van toepassing is. Daarin staat dat de secretaris-directeur twee rollen heeft: de secretaris van het college en algemeen directeur van de organisatie. Het college wijst bestuursadviseurs aan als vervanging van de secretaris voor een periode van maximaal drie maanden. Voor vervanging van de algemeen directeur wijst het college een domeinmanager aan als plaatsvervangend algemeen directeur voor een periode van maximaal drie maanden. Duurt de vervangingsperiode langer dan drie maanden, dan wordt uitgeweken naar andere oplossingen.

De bevoegdheden die zijn opgenomen in bijlage 3 (bevoegdheden voorbehouden aan de secretaris-directeur) zijn allemaal bevoegdheden die ondergebracht kunnen worden bij de algemeen directeur van de organisatie. Vervanging vindt dan plaats door een door het college aangewezen domeinmanager (indien minder dan drie maanden).

Artikel 8 Inwerking en overgangsbepaling

De bekendmaking geschiedt in het Gemeenteblad op www.overheid.nl.

Artikel 9 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.