Nadere subsidieregeling gemeente Best cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid 2024

Geldend van 21-08-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere subsidieregeling gemeente Best cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best;

Overwegende dat:

  • De gemeenteraad op 8 januari 2018 voor de herijking van het subsidiebeleid de volgende uitgangspunten voor vrijwilligersorganisaties heeft vastgesteld:

    • o

      De gemeente kiest bij de subsidiëring van vrijwilligersorganisaties de rol van de responsieve, participerende overheid. De gemeente biedt dus ruimte en ondersteuning aan maatschappelijke initiatieven en springt bij als dat noodzakelijk is.

    • o

      De gemeente scherpt het uitgangspunt dat subsidie het sluitstuk is aan door te stellen dat ledenorganisaties geen subsidie ontvangen voor activiteiten waarvan verwacht mag worden dat de leden hiervoor betalen. Hierbij maakt de gemeente een uitzondering voor activiteiten voor jeugdleden en voor incidentele activiteiten die (ook) toegankelijk zijn voor andere inwoners.

    • o

      Vrijwilligers die een activiteit organiseren waarvan verwacht mag worden dat de bezoekers ervan hiervoor betalen, kunnen slechts eenmalig een garantiesubsidie ontvangen om de activiteit binnen een afgesproken opstartperiode rendabel te maken. De raad kan een uitzondering maken voor activiteiten die niet rendabel te maken zijn, maar die onderdeel uitmaken van een basisaanbod aan activiteiten in Best.

    • o

      De gemeente maakt de procedure om subsidie aan te vragen en te verantwoorden waar mogelijk eenvoudiger en transparanter.

  • Het college twee redenen onderscheidt voor het verstrekken van subsidie:

    • o

      Het is een tijdelijke bijdrage om maatschappelijke initiatieven van de grond te krijgen, waarmee een bijdrage geleverd wordt aan de gemeentelijke doelstellingen, of;

    • o

      Het gaat om activiteiten waarbij het economische belang niet direct voor de hand ligt. Verschillende activiteiten zijn zonder subsidie van de overheid niet mogelijk of worden onbetaalbaar voor gebruikers. Door ook hiervoor subsidie te verlenen, wordt het bereiken van de beleidsdoelstellingen van de gemeente gestimuleerd.

  • Het wenselijk is om de diverse subsidieregelingen voor inwoners en organisaties omwille van de eenvoud en transparantie samen te voegen in één regeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende vijf thema’s die in aanmerking komen voor subsidie: Cultuur, Sport en recreatie, Welzijn en gezondheid, Ondernemersklimaat en Duurzaamheid.

  • De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving. Dit is een Best waar iedereen er bij hoort zoals hij of zij is en mee kan doen.

  • De gemeente streeft naar een samenleving waarin het gewoon is om voor elkaar te zorgen en wat terug te doen voor de samenleving.

  • De gemeente investeert in voorwaarden waardoor inwoners zo lang mogelijk gezond, prettig en zelfstandig kunnen meedoen in de maatschappij.

  • De gemeente de eigen verantwoordelijkheid stimuleert en faciliteert met algemeen toegankelijke voorzieningen.

  • De gemeente samenwerking tussen organisaties wil stimuleren. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur, de buurt, cultuur, sport, welzijnswerk, etc. Van organisaties en initiatiefnemers wordt gevraagd om open te staan voor andere partijen met dezelfde doelen of voor initiatieven in de buurt en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt de drempels om deel te nemen aan activiteiten.

  • De gemeente bij het subsidiëren van activiteiten bijzondere aandacht wil geven aan:

    • o

      Inwoners onder de 18 jaar. Dit kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en ontplooiing van talenten en de vaardigheden, gezondheid en het welzijn van de jeugd. Het legt de basis voor een leven lang participeren, ontwikkelen en sporten.

    • o

      Kwetsbare inwoners. Inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben om hun leven vorm en inhoud te geven, bijvoorbeeld door een lichamelijke of verstandelijke beperking, psychosociale (inclusief materiële) problemen, of doordat deze mensen uitgesloten (dreigen) te worden. Activiteiten gericht op deze inwoners leveren een bijdrage aan de zelfredzaamheid en de inclusieve samenleving.

  • De gemeente maatschappelijke initiatieven indien nodig financieel wil ondersteunen om daadwerkelijk te kunnen bijdragen aan (de versnelling van) de duurzaamheids- en materiaaltransitie.

  • De gemeente met Stichting Centrummanagement Best het convenant ‘Reclamebelasting centrummanagement Best 2011’ heeft gesloten en dit wil vertalen in een subsidieregeling.

  • De gemeente met de subsidieregeling een gelijk speelveld voor de aanvragende partijen nastreeft binnen de context van de gemeente Best.

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Best 2020, en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit vast te stellen de:

Nadere subsidieregeling gemeente Best cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Algemeen doel van de subsidieregeling

De gemeente:

  • 1.

    Wil ruimte en ondersteuning bieden aan maatschappelijke initiatieven. Er is in toenemende mate behoefte bij inwoners en organisaties om zelf initiatief te nemen in het veranderen van de samenleving. Hiervoor is ruimte nodig en soms ook een financiële bijdrage, bijvoorbeeld om zaken op te starten.

  • 2.

    Wil de zelfredzaamheid van inwoners vergroten. Inwoners zijn voldoende toegerust om (langer) zelfstandig hun eigen leven inclusief een waardig afscheid daarvan, maar ook de opvoeding en ondersteuning van hun kinderen, vorm en inhoud te geven. Eigen verantwoordelijkheid staat daarbij voorop, maar daar waar nodig stelt de gemeente een financiële bijdrage beschikbaar.

  • 3.

    Wil maatschappelijke participatie en sociale samenhang bevorderen. Er wordt hiermee beoogd dat alle inwoners actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en verbondenheid tussen inwoners ontstaat.

  • 4.

    Wil dat de inwoners van gemeente Best zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien.

  • 5.

    Richt zich op een leven lang sporten en bewegen. Dit draagt bij aan het welbevinden en de gezondheid van de inwoners.

  • 6.

    Richt zich op een goed leef- en woonklimaat en wil dat Best een aantrekkelijke vestigingsplaats voor mens en bedrijf blijft. Inwoners ervaren hun leefomgeving als leefbaar, prettig en veilig en voelen zich hier mede verantwoordelijk voor. En ondernemers en bedrijven kunnen zich blijven ontwikkelen. Er is een grote economische dynamiek en vitaliteit met een groeiende werkgelegenheid.

  • 7.

    Wil cultuurhistorisch erfgoed beschermen.

  • 8.

    Wil een levendig, zichtbaar en toegankelijk cultureel klimaat creëren en streeft hierbij naar een breed en divers aanbod aan culturele activiteiten van jong tot oud. Hierbij worden nieuwe initiatieven gestimuleerd en wordt het culturele veld ondersteund.

  • 9.

    Wil initiatieven stimuleren die een bijdrage leveren aan het vergroten van de gezondheid in de buurt.

  • 10.

    Wil maatschappelijke initiatieven stimuleren waarmee de acceptatie en bewustwording van de duurzaamheidstransitie binnen de gemeente Best wordt vergroot, dan wel daadwerkelijk een bijdrage aan (de versnelling van) de realisatie van de energie- en materiaaltransitie geleverd wordt. Hierbij wordt de focus gelegd op de energietransitie. We zijn ons ervan bewust dat duurzaamheid veel breder is en dat ook items als circulariteit, mobiliteit, biodiversiteit er onder vallen.

  • 11.

    Wenst samenhang tussen de verschillende voorzieningen en samenwerking tussen organisaties te bereiken.

Artikel 2 Algemene begrippen

  • 1. Aanvraag: een verzoek om een besluit te nemen, bijvoorbeeld het verzoek om een subsidie te verlenen.

  • 2. Aanvraagformulier: een vastgesteld formulier, bedoeld om een aanvraag in de zin van deze subsidieregeling te doen.

  • 3. Aanvraag tot vaststelling: een verzoek om een subsidie vast te stellen. Hiermee wordt de besteding van de subsidie verantwoord.

  • 4. Aanvrager: de partij die de subsidie aanvraagt. Dit is bijvoorbeeld een inwoner, groep inwoners, organisatie of onderneming. In de voorliggende subsidieregeling staat per artikel welke partijen een bepaalde subsidie kunnen aanvragen.

  • 5. Algemene verdeelsleutel:

    • o

      Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete subsidieaanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

    • o

      Als de aanvrager de gelegenheid heeft gehad om de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt de datum waarop de aanvulling op de aanvraag is ontvangen als datum van ontvangst.

    • o

      Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

  • 6. ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Best 2020 of de opvolger daarvan.

  • 7. Beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is. Het is bijvoorbeeld een beschikking over subsidieverlening. Deze kan voorafgaand aan de subsidievaststelling worden gegeven. Ook de afwijzing van een aanvraag is een beschikking.

  • 8. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best.

  • 9. Deelplafond: het gedeelte van een subsidieplafond dat gekoppeld is aan een specifieke activiteit of groep activiteiten.

  • 10. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, die door een bestuursorgaan (in deze regeling: het college) worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het gaat niet om een betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • 11. Subsidieontvanger: de partij die de subsidie ontvangt. Dit is bijvoorbeeld een inwoner, groep inwoners, organisatie of onderneming.

  • 12. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van voorliggende subsidieregeling.

  • 13. Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

Artikel 3 Verhouding tot de Algemene subsidieverordening gemeente Best 2020

  • 1. Deze regeling is een nadere regeling als bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Best 2020.

  • 2. Het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Best 2020 is voor zover bij deze regeling niet anders is bepaald onverkort van kracht.

Artikel 4 Algemeen kader

  • 1. De activiteit moet bijdragen aan minimaal één van de doelstellingen zoals genoemd in artikel 1.

  • 2. Activiteiten waarvoor niet eerder subsidie is verleend, moeten een, naar het oordeel van het college, waardevolle aanvulling zijn op het al bestaande (en eventueel gesubsidieerde) aanbod van activiteiten in gemeente Best.

  • 3. De activiteit wordt niet op andere wijze door de gemeente gesubsidieerd. Per activiteit wordt maar één subsidie verleend.

  • 4. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, etc. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.

  • 5. Subsidieverlening vindt alleen plaats als dit doelmatig is. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.

  • 6. Vrijwilligersuren, met uitzondering van de vrijwilligersvergoeding zoals vastgesteld volgens de belastingdienst, zijn niet subsidiabel.

  • 7. Het eigen vermogen van de organisatie mag maximaal 100% van de begroting van de activiteit zijn, inclusief het aangevraagde subsidiebedrag. Het meerdere kan op de subsidie worden ingehouden. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief een realistisch door de organisatie vastgesteld plan en tijdsplanning voor besteding van deze vermogensbestanddelen.

  • 8. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit.

  • 9. Kosten voor consumpties, tenzij bedoeld voor de waardering van mantelzorgers (of zorgvrijwilligers), komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 10. Kosten voor de aanschaf en het onderhoud van gebruiksgoederen en overige materiele investeringen komen niet in aanmerking voor subsidie, tenzij aangetoond kan worden dat deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 11. Kosten waarvoor eerder subsidie is verleend, komen – voor zover deze hoger zijn geïndexeerd dan de Consumentenprijsindexcijfers (CPI), Alle Huishoudens, als gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek – niet in aanmerking voor subsidie.

  • 12. Kosten die voor de subsidieverlening worden gemaakt, komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 13. De subsidieplafonds voor de in deze regeling genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Voor de verdeling van de subsidieplafonds wordt de algemene verdeelsleutel zoals beschreven in artikel 2 gehanteerd.

  • 14. Alle vrijwilligers die de mogelijkheid hebben om met jeugdigen en/of kwetsbare personen te zijn of werken beschikken over een verklaring omtrent gedrag die niet ouder is dan 3 jaar.

  • 15. De activiteiten mogen niet tot segregatie leiden.

  • 16. De aanvraag moet worden ingediend met behulp van een aanvraagformulier.

  • 17. Subsidies voor bedragen tot € 5.000 kunnen direct worden vastgesteld.

HOOFDSTUK 2 UITWERKING PER THEMA

THEMA 2:1 CULTUUR

Artikel 1 Begrippen voor het thema Cultuur

  • 1. Aanbieder cultuureducatie: een natuurlijk persoon en/of rechtspersoon die door de gemeente erkend is voor de uitvoering van onderwijs in de onder lid 7 genoemde thema’s.

  • 2. Beschermd monument: onroerende en roerende goederen die zijn opgenomen in het monumentenregister van de gemeente Best, zoals bedoeld in de Erfgoedverordening gemeente Best, evenals monumenten welke zijn opgenomen in het rijksmonumentenregister zoals bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet.

  • 3. Cursusjaar cultuureducatie: het cursusjaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van twee aangesloten kalenderjaren.

  • 4. Erfgoed: dat wat we van de voorouders erven. De term erfgoed wordt toegekend aan zaken die mensen waarderen, waarmee ze zich identificeren en die ze willen bewaren voor toekomstige generaties. We maken het volgende onderscheid:

    • o

      Materieel erfgoed, bestaande uit:

      • o

        Roerend erfgoed, dit is verplaatsbaar en niet grondgebonden. Bijvoorbeeld: bibliotheken, archieven, collecties, verzamelingen, schilderijen, beeldhouwwerken, mobiel erfgoed en levend erfgoed.

      • o

        Onroerend erfgoed dit is niet verplaatsbaar en grondgebonden. Bijvoorbeeld: landschappen, veteraanbomen, natuurerfgoed en archeologie.

    • o

      Immaterieel erfgoed. Bijvoorbeeld: tradities, dialecten, verhalen, liederen, feesten, rituelen, processies en geuren.

  • 5. Instandhouding: periodieke werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een beschermd monument, zoals beschreven bij lid 2 van dit artikel, in goede staat te houden c.q. in bestaande staat te behouden en/of toekomstig onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen.

  • 6. Kunstdiscipline cultuureducatie: muziek, dans/musical, drama, theater, circus, filmeducatie/multimedia en beeldende kunst.

  • 7. Leerling cultuureducatie: Inwoner van de gemeente Best die onderwijs volgt op het gebied van muziek, dans/musical, theater, circus, filmeducatie/multimedia of beeldende kunst en die op 1 augustus van het cursusjaar minimaal vier jaar is en de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

  • 8. Leidraad Subsidiabele Instandhoudingkosten: leidraad voor de subsidiabele kosten voor onderhoud en restauratie, opgesteld door de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (RCE).

  • 9. Maatschappelijke activiteiten: publiekelijk toegankelijke evenementen. Deze activiteiten zijn vastgesteld door het college van B&W. Deze evenementen zijn zichtbaar in het dorp en dragen bij aan de levendigheid van Best, hebben een groot en breed publieksbereik, werken samen met andere partijen in Best (binnen en buiten de eigen sector), zoals inwoners en ondernemers.

  • 10. Professionele uitvoerenden: een uitvoerend kunstbeoefenaar die kunst beoefent tegen minimaal marktconforme vergoeding en hiermee voor een aanzienlijk deel in diens levensonderhoud kan voorzien.

ONDERWERP 2:1:1 ERFGOED

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 6 en 7. Om dit te bereiken wordt ingezet op het borgen en ontwikkelen van het cultuurhistorisch erfgoed binnen de gemeente Best en het vergroten van de beleving hiervan.

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan het uitdragen en beleven van erfgoed in gemeente Best, waaronder activiteiten ten behoeve van veteranen of initiatieven die jaarlijks terugkeren zoals de landelijke Open Monumentendagen.

  • 2. De initiatieven vinden plaats in de gemeente Best of hebben betrekking op het grondgebied van de gemeente. Deze regeling is niet van toepassing op (klein) onderhoud of restauratie aan monumenten of bouwwerken.

Artikel 3 Doelgroep

De aanvrager is een instelling, vereniging of stichting met als oogmerk het leveren van een positieve bijdrage aan de borging en ontwikkeling van erfgoed binnen de gemeente Best en aan de beleving hiervan.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per aanvraag.

Artikel 5 Aanvraag

De aanvraag moet minimaal 8 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

ONDERWERP 2:1:2 INSTANDHOUDING BESCHERMDE MONUMENTEN

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 6 en 7.

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die zich richten op de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van een beschermd monument op een sobere en doelmatige wijze. Het gaat om conserverende herstelwerkzaamheden van het bestaande monument of object, die (bouwtechnisch) noodzakelijk zijn voor het behoud van een beschermd monument, die tot normaal onderhoud behoren en/of dit te boven gaan.

  • 2. Het college kan besluiten om:

    • a.

      Subsidie te verlenen voor werkzaamheden gericht op maximaal behoud van cultuurhistorische waarden, in het bijzonder het gebruik van historische materialen en constructies.

    • b.

      Subsidie te verlenen voor werkzaamheden, die gericht zijn op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade én/óf vervanging van materialen door reconstructie van de historische waarden, die bouwtechnisch en aantoonbaar niet meer de functie kunnen vervullen.

    • c.

      Een aanvullende subsidie te verlenen voor onvermijdelijk en onvoorzien meerwerk, dat zich openbaart ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden

Artikel 3 Doelgroep

De aanvrager is een natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht op het monument heeft, dan wel krachtens persoonlijk recht het genot heeft van een monument.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per aanvraag.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. De aanvraag moet minimaal 8 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

  • 2. In afwijking van artikel 6 van de ASV overlegt de aanvrager de volgende gegevens bij een aanvraag om subsidie:

    • a.

      Een recent (maximaal 4 jaar oud) bouwkundig inspectierapport, volgens de methodiek van de Monumentenwacht, opgesteld door een onafhankelijke deskundige of instantie. Deze kunt u kosteloos laten opstellen bij de Monumentenwacht Noord-Brabant binnen het lopende abonnement van de gemeente Best. Tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

    • b.

      Plattegrond van iedere verdieping van het monument (schaal 1:100);

    • c.

      Lengte en dwarsdoorsneden (schaal 1:100);

    • d.

      Alle gevelaanzichten (schaal 1:100);

    • e.

      Relevante details die verband houden met het uiterlijk van het monument (schaal 1:100, 1:50, 1:20, 1:10, 1:5).

    • f.

      Een situatietekening (schaal 1:1000) gebaseerd op door of namens het college verstrekt kaartmateriaal, die inzicht geeft in de situering van het monument op het te bebouwen terrein.

    • g.

      Foto’s van de huidige en de historische toestand.

    • h.

      Een werkomschrijving c.q. bestek.

    • i.

      Een begroting die is gespecificeerd naar activiteit, uren en materialen. Een kopie van de zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, gebaseerd op de(herbouw)waarde van het monument.

    • j.

      Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende zijn. Dit kan mede op advies van de monumentencommissie.

Artikel 6 Specifieke kaders

  • 1. De subsidieverplichtingen gelden zowel voor de eigenaar aan wie de subsidie wordt verleend als voor iedere volgende eigenaar van het monument (zgn. kettingbeding).

  • 2. De noodzakelijke vergunningen zijn verleend voor het verrichten van de activiteiten.

  • 3. Er is nog niet met de uitvoering van de werkzaamheden begonnen.

  • 4. Het college kan de ingediende subsidieaanvragen voor advies aan de gemeentelijke monumentencommissie voorleggen.

  • 5. Er is een positief advies van de monumentencommissie over de (vergunningplichtige en -vrije) activiteiten:

    • a.

      Uit het te overleggen bouwkundig inspectierapport (maximaal 4 jaar oud) blijkt de noodzaak tot uitvoering van de werkzaamheden.

    • b.

      De karakteristiek van het pand wordt niet aangetast.

    • c.

      De werkzaamheden worden in overeenstemming met de certificering URL restauratievoorwaarden uitgevoerd, zoals is vastgelegd bij de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM).

  • 6. Werkzaamheden waarvoor dekking is door verzekeringsgelden worden niet gesubsidieerd.

  • 7. De subsidiabel gestelde werkzaamheden dienen binnen de redelijke termijn en naar behoren te zijn uitgevoerd.

  • 8. Het monument voldoet na het uitvoeren van de werkzaamheden naar het oordeel van het college aan de (gestelde) eisen vanuit het oogpunt van monumentenzorg.

  • 9. Het monument is blijvend voldoende verzekerd tegen brand-, storm- en bliksemschade.

  • 10. De eigenaar is verplicht om kort vóór aanvang van de werkzaamheden melding te maken bij het college en aan, door het college aangewezen, personen van de gemeente toegang tot de werkplaats(en) en het werk te verlenen, alsook inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

ONDERWERP 2:1:3 CULTUUREDUCATIE

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 8.

Artikel 2 Activiteiten

Op basis van deze regeling kunnen aanvragen worden ingediend voor de toekenning van een subsidie aan leerlingen voor het volgen van onderwijs in de onder het begrip kunstdiscipline cultuureducatie genoemde thema’s, bij een erkende aanbieder die voldoet aan het gestelde in artikel 7.

Artikel 3 Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50 % van het lesgeld, met een jaarlijks door het college vast te stellen maximum, waarbij het onderwijs in de onder het begrip kunstdiscipline cultuureducatie genoemde thema’s minimaal bestaat uit tien aaneengesloten lessen in dezelfde kunstdiscipline.

  • 2. Voor zover voldaan wordt aan het bepaalde in lid 1, kan voor meerdere disciplines per cursusjaar subsidie worden verleend.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager in ieder geval een op naam van de aanvrager gestelde factuur, waarop tevens wordt vermeld de naam van de leerling, de cursus en op welk cursusjaar/periode de rekening betrekking heeft.

  • 2. De aanvraag voor subsidie wordt ondertekend door de ouders of verzorgers van de leerling.

  • 3. Een aanvraag voor een subsidie dient uiterlijk acht weken na aanvang van de eerste les te worden ingediend.

Artikel 5 Beslistermijn

Na ontvangst van een volledige aanvraag beslist het college binnen acht weken.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. Een subsidieaanvraag kan worden geweigerd in geval een leerling zes jaar gebruik heeft gemaakt van deze subsidieregeling of het subsidieplafond voor deze regeling is bereikt.

  • 2. De in lid 1 genoemde termijn van zes jaren hoeft niet aaneengesloten te zijn.

Artikel 7 Specifieke kaders

  • 1. De gemeente stelt een lijst ter beschikking met erkende aanbieders.

  • 2. Een natuurlijk persoon wordt als aanbieder erkend indien hij/zij:

    • a.

      is gekwalificeerd om les te geven in de betreffende cursus:

      • i.

        op basis van een erkende opleiding die daarvoor beschikbaar is;

      • ii.

        op basis van aangetoonde ervaring en competenties voor het geven van de cursus.

    • b.

      een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overlegt waaruit blijkt dat zijn/haar gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het uitvoeren van de functie docent. Bij de aanmelding bij de gemeente mag deze verklaring maximaal 12 maanden oud zijn. De ingediende VOG-verklaring is voor vijf cursusjaren geldig.

    • c.

      staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en/of een btw-nummer kan overleggen of in loondienst is bij een rechtspersoon als kunstvakdocent binnen de onder het begrip kunstdiscipline cultuureducatie genoemde thema’s.

  • 3. Een rechtspersoon wordt als aanbieder erkend indien deze werkt met docenten die aan de voorwaarden uit lid 2 voldoen.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere voorwaarden stellen aan het erkennen van de aanbieder van onderwijs in de onder het begrip kunstdiscipline cultuureducatie genoemde thema’s.

Artikel 8 Vaststelling

De verleende subsidie wordt direct vastgesteld. Het college controleert de subsidies steekproefsgewijs.

ONDERWERP 2:1:4 CULTURELE ACTIVITEITEN

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 8.

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. Het college verleent subsidie voor publiekelijk toegankelijke activiteiten in het kader van een cultureel thema gericht op muziek, dans/musical, drama, theater, circus, filmeducatie/multimedia of beeldende kunst, in de gemeente Best.

  • 2. Een reeks gelijksoortige activiteiten onder dezelfde noemer kan worden beschouwd als één activiteit.

Artikel 3 Kosten

Kosten voor professionele uitvoerenden komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

Per activiteit kan maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag worden verleend.

Artikel 5 Aanvraag

Een incidentele aanvraag voor subsidie gedurende het loopjaar dient uiterlijk 8 weken voorafgaand aan het uitvoeren van de activiteit te worden ingediend.

ONDERWERP 2:1:5 MAATSCHAPPELIJKE EVENEMENTEN

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 8.

Artikel 2 Activiteiten

Het college verleend subsidie voor de volgende maatschappelijke evenementen:

  • a.

    Carnavalsoptocht

  • b.

    Koningsdag

  • c.

    Dodenherdenking 4 mei

  • d.

    Bevrijdingsdag 5 mei

  • e.

    Bevrijdingsdag Best 24 oktober

  • f.

    Sinterklaasintocht

  • g.

    Schaatsbaan oftewel winteractiviteit

  • h.

    Tienercarnaval

Artikel 3 Hoogte van de subsidie

Per evenement kan maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag worden verleend.

ONDERWERP 2:1:6 LOKALE OMROEP

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 1, 3 en 6.

Artikel 2 Activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor het houden van één lokale omroep met zendmachtiging.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

  • 2. Uitsluitend de omroep die door het Commissariaat voor de Media is aangewezen als lokale omroep in de gemeente Best komt in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van het aantal woningen maal een vast bedrag. Dit vaste bedrag wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 5 Vaststelling

De verleende subsidie wordt direct vastgesteld. Het college controleert de subsidies steekproefsgewijs.

THEMA 2:2 SPORT EN RECREATIE

Artikel 1 Begrippen voor het thema Sport en recreatie

  • 1. Jeugdlid sport: lid van een vereniging dat op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft minimaal 4 jaar en maximaal 17 jaar oud is.

  • 2. Jeugdlid scouting: lid van een vereniging dat in aansluiting op de doorlopende leerlijn van Scouting Nederland op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft minimaal 4 jaar en maximaal 21 jaar oud is.

ONDERWERP 2:2:1 SPORT – JEUGDLEDEN

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 5, maar de subsidie draagt tevens bij aan de doelstellingen die zijn beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 3 en 4.

Artikel 2 Activiteit

Subsidie kan worden verleend voor sportbeoefening met betrekking tot:

  • 1.

    Jeugdleden woonachtig in gemeente Best. Onder jeugdlid wordt verstaan het lid van de vereniging dat op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft minimaal 4 jaar en maximaal 17 jaar oud is.

  • 2.

    Zwembadhuur bij ZIB Zwemcentrum Best.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet en is aangesloten bij een landelijke en bij NOC*NSF aangesloten sportbond of sportkoepel.

  • 2. De aanvrager heeft minimaal 10 jeugdleden woonachtig in gemeente Best.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt:

    • a.

      Een vast bedrag per jeugdlid voor de verenigingen die inkomsten genereren uit baractiviteiten.

    • b.

      Een vast bedrag per jeugdlid voor de verenigingen die geen inkomsten genereren uit baractiviteiten, bijvoorbeeld omdat ze gebruik maken van een sporthal.

    • c.

      Een vast bedrag per jeugdlid én een vast bedrag per uur dat het zwembad per jaar (gerekend over 46 weken) wordt gebruikt voor de verenigingen die gebruik maken van het zwembad.

  • 2. De bedragen zoals genoemd in lid 1 worden jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 5 vaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld. Het college controleert de subsidies steekproefsgewijs.

ONDERWERP 2:2:2 SCOUTING

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 3, 4 en 5. Scoutingverenigingen moeten in staat worden gesteld activiteiten voor jeugdige inwoners te organiseren door middel van het scoutingspel. Aangepast aan de leeftijdsgroep van de kinderen wordt met creatieve thema’s aan de kinderen de ruimte gegeven om fysiek te bewegen, sociaal te experimenteren en zich te ontwikkelen.

Artikel 2 Activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor scoutingactiviteiten voor jeugdleden woonachtig in gemeente Best.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet en is aangesloten bij Scouting Nederland en zich specifiek richt op het organiseren van scoutingsactiviteiten.

  • 2. De aanvrager heeft minimaal 10 jeugdleden woonachtig in gemeente Best.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt een vast bedrag per jeugdlid.

  • 2. Het bedrag zoals genoemd in lid 1 worden jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 5 vaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld. Het college controleert de subsidies steekproefsgewijs.

THEMA 2:3 WELZIJN EN GEZONDHEID

Artikel 1 Begrippen voor het thema Welzijn en gezondheid

  • 1. Kwetsbare inwoners: inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben om hun leven vorm en inhoud te geven, bijvoorbeeld door een lichamelijke of verstandelijke beperking, psychosociale (inclusief materiële) problemen, of doordat deze mensen uitgesloten (dreigen) te worden.

  • 2. Zes-minuten zones: een gebied waar binnen zes minuten een AED beschikbaar is met iemand die deze kan bedienen zodat gestart kan worden met reanimeren.

ONDERWERP 2:3:1 ZELFREDZAAMHEID, PARTICIPATIE EN MANTELZORGONDERSTEUNING

Artikel 1 doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 1, 2, 3, 4 en 11. Alle inwoners van gemeente Best moeten zo lang, zo gezond, zo prettig en zo zelfstandig mogelijk wonen en leven in Best. Preventie, eigen verantwoordelijkheid en een inclusieve samenleving staan daarbij voorop. Met deze subsidieregeling wordt beoogd:

  • a.

    De zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners te vergroten zodat zij beter zijn toegerust om hun leven zelfstandig vorm en inhoud te geven;

  • b.

    De maatschappelijke participatie van kwetsbare inwoners te vergroten zodat zij actief deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer;

  • c.

    De overbelasting van mantelzorgers van kwetsbare inwoners tegen te gaan.

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. De activiteit moet gericht zijn op de (potentieel) kwetsbare inwoners van gemeente Best. Activiteiten gericht op deze inwoners leveren een bijdrage aan een draagkrachtige en inclusieve samenleving en kunnen de inzet van professionele zorg, hulpmiddelen en diensten verminderen.

  • 2. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die gericht zijn op:

    • a.

      Zelfredzaamheid: activiteiten die de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners versterken zoals informatiebijeenkomsten. Of preventieve activiteiten die bijdragen aan de gezondheid en daarmee (zwaardere) vormen van ondersteuning voorkomen.

    • b.

      Maatschappelijke participatie: activiteiten die eraan bijdragen dat kwetsbare inwoners actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Bijvoorbeeld activiteiten gericht op het tegengaan van eenzaamheid of op het toegankelijk maken van reguliere activiteiten.

    • c.

      Ondersteuning mantelzorgers: activiteiten die mantelzorgers van kwetsbare inwoners ondersteunen of ontlasten. Bijvoorbeeld activiteiten op het gebied van respijtzorg in de vorm van dagopvang, logeeropvang of aanwezigheidszorg.

    • d.

      Het verlenen van hulp bij het huishouden in de vorm van het schoon en leefbaar houden van appartementen en algemene ruimten van Bijna-thuis-huizen ten behoeve van inwoners in de laatste levensfase.

  • 3. De volgende activiteiten worden niet gesubsidieerd:

    • a.

      Activiteiten die niet openbaar toegankelijk zijn voor (potentieel) kwetsbare inwoners, met uitzondering van de activiteiten zoals genoemd in lid 2 sub d.

    • b.

      Activiteiten gericht op de instandhouding van organisaties.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. De aanvrager is een inwoner of groep inwoners van gemeente Best of een rechtspersoon of een rechtspersoon in oprichting in Best en zonder winstoogmerk, die functioneert op basis van vrijwillig inzet.

  • 2. De aanvrager voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 2 lid 2 sub d is een hospice of Bijna-thuis-Huis en is gevestigd in gemeente Best.

Artikel 4 De hoogte van de subsidie

De subsidie voor activiteiten zoals genoemd in artikel 2 lid 2 sub d bedraagt maximaal het tarief voor huishoudelijke ondersteuning zoals is vastgesteld in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning vermenigvuldigd met maximaal 2,5 uur per week per appartement.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. Een incidentele aanvraag voor subsidie gedurende het loopjaar dient uiterlijk 8 weken voorafgaand aan het uitvoeren van de activiteit te worden ingediend.

  • 2. Bij de subsidieaanvraag voor activiteiten zoals genoemd in artikel 2 lid 2 sub d dient inzichtelijk te zijn welk urenaantal en benodigd bedrag geraamd wordt voor het leveren van hulp bij het huishouden ten behoeve van inwoners.

Artikel 6 Specifieke kaders

Het college stelt jaarlijks de volgende twee subsidieplafonds vast:

  • a.

    Een algemeen subsidieplafond voor activiteiten die in het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd al gesubsidieerd zijn.

  • b.

    Een subsidieplafond dat uitsluitend beschikbaar is voor incidentele initiatieven ten aanzien van (potentiële) kwetsbare inwoners.

ONDERWERP 2:3:2 AED

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 6 en 8. Gemeente Best vindt het belangrijk dat er in de gemeente een dekkend netwerk is van aed’s en burgerhulpverleners. Door het creëren van voldoende ‘zes-minuten zones’ kan het leven worden gered van iemand met een hartstilstand.

Artikel 2 Activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor activiteiten gericht op:

  • a.

    Het aanschaffen, plaatsen, onderhouden en vervangen van aed’s.

  • b.

    Het opleiden van vrijwillige burgerhulpverleners over het gebruik van de aed’s.

Artikel 3 Doelgroep

Uitsluitend Stichting Hartslag Best komt in aanmerking voor subsidie.

ONDERWERP 2:3:3 SOCIALE SAMENHANG EN LEEFBAARHEID (BUURTBUDGET)

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 1, 3 en 6.

Artikel 2 Activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die de leefbaarheid en /of sociale verbondenheid in de buurt verbeteren die:

  • a.

    Zorgen voor een toename van de betrokkenheid van inwoners bij hun buurt en buurtgenoten.

  • b.

    Aansluiten op de behoefte in de buurt of de wijk.

  • c.

    (Meer) inwoners en groepen in de buurt de kans geven om mee te doen.

  • d.

    Tevens betrekking kunnen hebben op het plaatsen of aanpassen van voorzieningen in de openbare ruimte.

Artikel 3 Doelgroep

De aanvrager is een inwoner of een groep inwoners van gemeente Best of een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet zoals een buurt- of wijkorganisatie in gemeente Best of een door het college erkende bewonersgroep.

Artikel 4 De hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie voor buurtbarbecues, straat- en buurtfeesten of vergelijkbare activiteiten bedraagt maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per deelnemer met een maximum van een eveneens jaarlijks door het college vast te stellen bedrag.

  • 2. De subsidie voor een eventueel aan buurtbarbecues, straat- en buurtfeesten of vergelijkbare activiteiten gekoppelde activiteit bedraagt maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag.

  • 3. De subsidie voor andere dan de in lid 1 genoemde activiteiten bedraagt per activiteit maximaal een jaarlijks door het college bedrag vast te stellen bedrag.

Artikel 5 Aanvraag

De aanvraag moet minimaal 8 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

Artikel 6 Specifieke kaders

  • 1. De activiteit is ten gunste van meer inwoners dan alleen de initiatiefnemer(s).

  • 2. Er moet draagvlak zijn voor de activiteit, tenzij het een aanvraag van een bewonersgroep betreft.

  • 3. De inwoners leveren zelf een actieve bijdrage aan de activiteit.

  • 4. De activiteit moet in het jaar van toekenning worden uitgevoerd.

  • 5. Het college kan eisen dat de activiteit in gemeente Best of in de eigen wijk plaatsvindt.

  • 6. Vooraf moet de gemeente toestemming geven voor ingrepen en voorzieningen in de openbare ruimte. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en verzekering van voorzieningen die in de openbare ruimte worden aangebracht. Voorafgaand aan de activiteit maken de gemeente en aanvrager afspraken over deze zaken en over het onderhoud. De activiteiten vinden pas plaats nadat deze afspraken zijn vastgelegd.

  • 7. Voor buurtbarbecues, straat-, buurt- of wijkfeest (of een vergelijkbaar initiatief) wordt alleen eten en drinken (excl. alcohol) vergoed.

Artikel 7 vaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld. Het college controleert de subsidies steekproefsgewijs.

THEMA 2:4 ONDERNEMERSKLIMAAT

ONDERWERP 2:4:1 CENTRUMMANAGEMENT

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 1 en 6.

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten gericht op:

    • a.

      Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het centrum en winkelgebieden van de gemeente Best.

    • b.

      Het verbeteren van het ondernemersklimaat en de economische positie van het centrum en winkelgebieden van Best.

    • c.

      De promotie van het centrum en winkelgebieden van de gemeente Best, door het verbeteren van het imago en de bekendheid van Best.

    • d.

      Het versterken van de lokale en bovenlokale verzorgingspositie en het onderscheidende vermogen van gemeente Best ten opzichte van de omliggende gemeenten.

    • e.

      Het versterken van de koopkrachtbinding en het verhogen van het aantal en de hoogte van de bestedingen in het centrum en winkelgebieden van Best.

    • f.

      Het verbeteren van de aankleding en uitstraling van het centrum en winkelgebieden van Best.

    • g.

      Het versterken van de samenwerking tussen het bedrijfsleven onderling.

  • 2. Subsidie kan verleend worden voor de kosten van een winkelgebiedenmanager.

Artikel 3 Doelgroep

Uitsluitend Stichting Centrummanagement, de winkeliersvereniging Wilhelminadorp en de gezamenlijke winkeliers Heivelden komen in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4 De hoogte van de subsidie

De subsidie ten behoeve van de winkeliersvereniging Wilhelminadorp en de subsidie ten behoeve van de gezamenlijke winkeliers Heivelden bedragen maximaal een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag.

Artikel 5 Specifieke kaders

  • 1. Activiteiten moeten een collectief belang van de ondernemers in het centrum of winkelgebieden van Best dienen.

  • 2. Er is een spreiding van activiteiten over het centrum en winkelgebieden van Best.

  • 3. Er is sprake van cofinanciering.

THEMA 2:5 DUURZAAMHEID

ONDERWERP 2:5:1 DUURZAME INITIATIEVEN

Artikel 1 Doel

De doelstelling van deze subsidie is beschreven in hoofdstuk 1 artikel 1 lid 9. Maatschappelijke initiatieven op het gebied van duurzaamheid worden gestimuleerd om de bewustwording en eigen kracht van de inwoners in de duurzaamheidstransitie te bevorderen.

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan verleend worden voor:

    • a.

      Initiatieven en activiteiten die leerlingen van het primair en/of middelbaar onderwijs in gemeente Best kennisgeven van de duurzaamheidsproblematiek, zoals stimuleren om lopend of op de fiets naar school te gaan.

    • b.

      Initiatieven en activiteiten die gericht zijn op kennisoverdracht rondom milieuproblematiek, duurzaamheid en/of de energie- en materiaaltransitie en inwoners en organisaties verleiden om een bijdrage te leveren aan de energie- en materiaaltransitie. Hierbij wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij (inter)nationale activiteiten/dagen, zoals bijvoorbeeld Dag van de Duurzaamheid, Earth Hour, Warme truiendag, actie winkelen op de fiets.

    • c.

      Initiatieven en activiteiten die in voldoende mate eraan bijdragen dat bewoners in gezamenlijkheid werk maken van de energietransitie. Denk hierbij aan de activiteiten die nodig zijn om te komen tot een gezamenlijke inkoop van energiebesparende maatregelen en het opzetten van collectieve duurzame energie-initiatieven. De investering zelf, zoals de aanschaf van isolatieglas, zonnepanelen of een warmtepomp, wordt niet gesubsidieerd.

    • d.

      Het volgen van een (ontwikkel) cursus door vrijwilligers waarmee het bijvoorbeeld mogelijk is om inwoners, organisaties en bedrijven (beter) te begeleiden in de duurzaamheidstransitie.

  • 2. De activiteit moet zijn gericht op de inwoners, organisaties, instellingen en bedrijven van gemeente Best.

Artikel 3 Doelgroep

De aanvrager is een inwoner of groep inwoners van gemeente Best of een rechtspersoon of een rechtspersoon in oprichting uit gemeente Best en zonder winstoogmerk, die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

Artikel 4 Kosten

De kosten die in aanmerking komen voor subsidie zijn in ieder geval de kosten voor de aanschaf van lespakketten en materialen, sprekers, zaalhuur etc. De uren van vrijwilligers komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal een door het college jaarlijks vast te stellen bedrag per kalenderjaar per subsidieaanvrager, voor alle activiteiten gezamenlijk.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten. Dit kan zijn kosten van activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de bewustwording van/kennisoverdracht aan de doelgroep of van cursussen of gericht op de ontwikkeling van de vrijwilligers.

Artikel 6 Specifieke kaders

  • 1. Een schrijfcursus resulteert in minimaal 5 artikelen, blogs etc. binnen één jaar na de subsidieverlening.

  • 2. De training tot energiecoach resulteert in minimaal 5 duurzaam wonen adviezen. Een specifiek advies of traject mag door maximaal één persoon als verantwoording worden ingediend.

  • 3. Bij andere cursussen is de tegenprestatie nader te bepalen in overleg met de gemeente.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 1 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan van één of meer artikelen afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen doelen.

  • 2. Toepassing van de afwijkingsmogelijkheid uit lid 1wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 2 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2024 en is van toepassing op aanvragen om subsidie voor de uitvoering van activiteiten die op of na 1 januari 2025 plaatsvinden.

  • 2. De “Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid 2021”, de “Nadere subsidieregeling cultuureducatie jeugd gemeente Best 2021” en de “Maatschappelijke en culturele activiteitensubsidie gemeente Best 2021” worden ingetrokken en vervangen door deze regeling.

  • 3. Ten aanzien van subsidies voor het jaar 2024 blijven de ingetrokken regelingen van kracht.

Artikel 3 Overgangsregeling

Voor zover de ingetrokken regelingen gunstiger zijn dan deze regeling, gelden de ingetrokken regelingen voor aanvragen voor 2025.

Artikel 4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid 2024”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 16 juli 2024

Burgemeester en wethouders van Best

Namens deze,

Hans Ubachs

Burgemeester

Jolie Hasselman

Secretaris

Toelichting

Deze regeling is een nadere regeling als bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Best 2020 (ASV). Deze regeling bestaat uit een algemeen deel en een specifiek deel. Voor elk specifiek onderwerp is ook het algemeen gedeelte van toepassing en – voor zover bij deze regeling niet anders is bepaald – ook de bepalingen uit de ASV. Daarnaast gelden uiteraard ook de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht.

Elk onderwerp is opgebouwd met de volgende bepalingen:

  • Doel

  • Activiteiten

  • Doelgroep

  • Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • Hoogte van de subsidie

  • Aanvraag

  • Beslistermijn

  • Weigeringsgronden

  • Specifieke kaders

  • Vaststelling

Wanneer een bepaling niet is opgenomen bij een onderwerp, gelden alleen de bepalingen uit het algemene deel van de regeling en de bepalingen uit de ASV.