Beleidsnotitie standplaatsen gemeente Roermond 2024

Geldend van 21-08-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie standplaatsen gemeente Roermond 2024

De raad van de gemeente Roermond,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 mei februari 2024;

gezien het advies van de commissie Ruimte van 23 mei 2024;

besluit :

  • 1.

    de Beleidsnotitie standplaatsen gemeente Roermond 2024 vast te stellen.

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid in de openbare ruimte en zodoende voor de regelgeving omtrent standplaatsen in openbaar gebied. Het bestaande beleid van de gemeente Roermond dateert uit 2006: de ‘Beleidslijn standplaats- en ventvergunningen’. Naar aanleiding van recente jurisprudentie omtrent de Europese Dienstenrichtlijn heeft de gemeente behoefte aan een actuele beleidsnotitie voor de ambulante handel. Het huidige standplaatsenbeleid voldoet namelijk niet aan de voorwaarden die de Dienstenwet hieraan stelt.

De Europese Dienstenrichtlijn regelt dat alle potentiële gegadigden voor een schaarse vergunning (zoals een standplaatsvergunning) hier in gelijke mate voor in aanmerking kunnen komen. Voor zowel bestaande vergunninghouders als (potentiële) nieuwe gegadigden dient er een gelijk speelveld te zijn. Daarom stelt de Dienstenwet drie hoofdvoorwaarden aan schaarse vergunningen:

  • 1.

    Geen vergunningverlening voor onbepaalde tijd. Bij vergunningen voor onbepaalde tijd is er immers geen ruimte voor nieuwe toetreders;

  • 2.

    Openbare bekendmaking van vergunningen voor standplaatsen die beschikbaar komen. Alle potentiële gegadigden voor de vergunning moeten op tijd kunnen weten dat er een standplaats beschikbaar komt. Vergunningen mogen dus niet stilzwijgend worden verlengd;

  • 3.

    Geen beperkingen in de mededingingsruimte. Aan alle gegadigden dient in gelijke mate de ruimte te worden geboden een vergunningsaanvraag in te dienen. De voorwaarden waar de aanvraag aan moet voldoen dienen transparant te zijn, evenals de uiteindelijke verdelingsprocedure.

In deze beleidsnotitie wordt het standplaatsenbeleid voor de gemeente Roermond weer in lijn gebracht met de voorwaarden vanuit de Europese Dienstenrichtlijn.

1.2 Doel standplaatsenbeleid

De doelstelling van het standplaatsenbeleid gemeente Roermond is tweeledig. Enerzijds zet de gemeente in op het verrijken van het voorzieningenaanbod voor inwoners van gemeente Roermond, met als uiteindelijk doel om een zo goed mogelijke leefbaarheid in de wijken en kernen van de gemeente te behouden. Anderzijds zet de gemeente in op het bieden van een goed ondernemersklimaat voor (potentiële) ambulante handelaren in de gemeente Roermond, met duidelijke en transparante regelgeving.

Om dit te bereiken streeft de gemeente naar:

  • Het aanvullen van het lokale voorzieningenaanbod met standplaatshouders, die een divers assortiment aanbieden;

  • Het hanteren van toekomstbestendige beleidsregels, die voldoende beargumenteerd zijn en gebaseerd op bestaande beleidsambities;

  • Het bieden van heldere en eenduidige kaders om een inhoudelijke afweging te maken voor nieuwe aanvragen, inclusief overgangsbeleid, rekening houdend met bestaande rechten.

1.3 Lokale context

De gemeente Roermond is een historische gemeente met ruim 60.000 inwoners. De voornaamste winkelgebieden in de gemeente zijn de binnenstad en het Roermond Outlet Center, beide met een regionale functie

In de kern Roermond zijn er de wijkcentra Maasniel en Donderberg en daarnaast verschillende kleinere buurtcentra. Ook de historische dorpscentra van Swalmen en Herten herbergen een lokaalverzorgend aanbod. Verder zijn er in de gemeente Roermond de perifere detailhandelsclusters Retailpark Roermond de Huis- en Tuinboulevard en Dr. Philipslaan. In de kerkdorpen Asenray en Boukoul is geen detailhandelsaanbod (meer) aanwezig.

afbeelding binnen de regeling

Huidige detailhandelsstructuur gemeente Roermond

1.4 Visie op de dagelijkse voorzieningenstructuur

Standplaatsen zijn onderdeel van de detailhandelsstructuur en hebben een sterke relatie met reguliere dagelijkse voorzieningen, vanwege het vergelijkbare aanbod. Evenals bij permanente dagelijkse voorzieningen (o.a. supermarkten, versspeciaalzaken, cafetaria) bestaat het aanbod op standplaatslocaties hoofdzakelijk uit voor directe dan wel latere consumptie.

Vanwege deze vergelijkbare functie is het interessant te kijken naar de gemeentelijke ambities voor de dagelijkse voorzieningenstructuur, die te vinden zijn in de ‘visie dagelijkse voorzieningenstructuur’1. Voor de toekomstige dagelijkse voorzieningenstructuur zet de gemeente in op de winkelgebieden op onderstaand kaartbeeld.

afbeelding binnen de regeling

Visie dagelijkse voorzieningenstructuur gemeente Roermond. Bron: BRO, 2024

De verschillende dagelijkse winkellocaties worden gecategoriseerd naar verzorgingsfunctie en krijgen het volgende toekomstperspectief:

  • Te versterken: Roermond-Centrum, Swalmen-Centrum, Herten-Centrum, Maasniel: ruimte voor uitbreiding van het voorzieningenniveau binnen of aansluitend aan de bestaande contour van het concentratiegebied.

  • Te behouden: Donderberg, Kempweg , Retailpark, Huis- en Tuinboulevard: ruimte voor kwalitatieve vernieuwing en modernisering binnen of aansluitend aan de contour van het concentratiegebied.

  • Te veranderen: Nassaustraat: ruimte voor functieverandering, transformatie en/of verplaatsing. Uitbreiding binnen of aansluitend aan de bestaande contour is niet wenselijk.

1.5 Locaties en bezetting standplaatsen voorgaand beleid

Het voorgaande standplaatsenbeleid limiteert het maximaal aantal te verlenen standplaatsvergunningen op maximaal 4 per wijk, waarbij er in de binnenstad geen standplaatsvergunningen worden verleend. De gemeente wordt hiertoe opgedeeld in 11 wijken (inclusief Swalmen). Per wijk is een voorkeurslocatie aangewezen. De standplaatslocaties op gemeentelijke grond zijn:

  • 1.

    Leeuwen: Burg. Th. Wackerstraat (parkeerterrein nabij pand no. 4);

  • 2.

    Maasniel: Hoekstraat bij de Boekhandel Kleine Tovenaar;

  • 3.

    Hoogvonderen: Florasingel (parkeerstrook bij de Action);

  • 4.

    Donderberg: Winkelcentrum Donderberg (parkeerterrein);

  • 5.

    Kapel-Kemp-Kitsenberg: Kempweg (nabij de supermarkt);

  • 6.

    ’t Veld: Nassaustraat (trottoir hoek Mgr. Driessenstraat);

  • 7.

    Asenray: Dorpsstraat (nabij voormalige café de Keizer);

  • 8.

    De Weerd en Hatenboer: Parkeerplaats nabij kerkje de Weerd;

  • 9.

    Hammerveld e.o.: Bisschop Schrijnenplein (middenterrein);

  • 10.

    Herten-Merum: Dorpsstraat (parkeerterrein Jan Linders) en Nieuwe Baan (parkeerterrein hoek Molenweg);

  • 11.

    Swalmen: Dr. Crasbornplein op de parkeerplaatsen.

Aanvullend aan deze locatie heeft het college de volgende locaties op particuliere grond aangewezen als standplaatslocatie:

  • Dag- en surfstranden;

  • Campings;

  • DOR (Designer Outlet Roermond);

  • Intratuin;

  • Fletcher Landhotel Bosrijk (voorheen Golden Tulip Landhotel Cox);

  • Retailpark;

  • Hermus Watersport.

Op onderstaand kaartbeeld is de huidige bezetting weergegeven van de standplaatslocaties op gemeentegrond. De standplaatslocaties op particuliere grond worden ook op de kaart weergegeven, maar hier is de huidige bezetting niet bij de gemeente bekend.

afbeelding binnen de regeling

Beschikbare standplaatslocaties voorgaand beleid en huidige bezetting

1.6 Aantal te vergeven vergunningen voorgaand beleid

Voor de standplaatslocaties op gemeentegrond geldt dat het aantal te verlenen standplaats- vergunningen is vastgesteld op maximaal één per branche voor één dagdeel in de week. Voor de wijken Kemp-Kapel-Kitskensberg en het Veld geldt een maximum van twee dagdelen. De maximale bezetting wordt echter niet op alle standplaatslocaties behaald.

Op grond van artikel 5:19 van de APV2 is het niet toegestaan om op particuliere grond zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen. Het aanwijzingsbesluit Particuliere terreinen3 maakt hierop echter een uitzondering voor de dag- en surfstranden, campings, Designer Outlet Centrum (DOR), Intratuin, Fletcher Landhotel Bosrijk Roermond, het Retailpark en Hermus Watersport. Op deze particuliere terreinen kunnen dus op basis van dit aanwijzingsbesluit standplaatsen worden ingenomen zonder vergunning van het college.

2. Nieuw standplaatsenbeleid

2.1 Beleidsuitgangspunten

Voor de standplaatsen in de gemeente Roermond worden de volgende beleidsmatige uitgangspunten gehanteerd:

Standplaatsen zijn aanvulling winkelaanbod

Voor de leefbaarheid in de verschillende wijken en kernen die de gemeente Roermond rijk is, is het aanwezige permanente detailhandelsaanbod van groot belang. Dankzij deze winkels kunnen inwoners vlak bij huis hun dagelijkse en niet-dagelijkse levensbehoeften vinden. De voorzieningen zijn daarnaast vaak een plek voor (toevallige) ontmoetingen en sociaal contact. In tijden van vergrijzing en afnemende mobiliteit zijn basisvoorzieningen vlak bij huis van toenemend belang. In de praktijk blijkt echter dat het, zeker in de kleinere dorpen, lang niet altijd haalbaar is om een basisniveau aan voorzieningen met vaste winkels in de benen te houden.

Onder andere door het toenemend aandeel online winkelen neemt het draagvlak voor de fysieke winkel al jarenlang af.

Door de lage ‘huisvestingslasten’ zijn standplaatsen een laagdrempelige vorm van ondernemen. Door de week heen kunnen ambulante handelaren op verschillende locaties staan en daardoor een groter verzorgingsgebied bedienen dan detaillisten met een vaste winkel. Hierdoor zijn standplaatshouders in staat te functioneren op locaties waar een winkel in diezelfde branche niet (meer) haalbaar is. Door standplaatsen toe te voegen wordt het voorzieningenniveau op peil gehouden en is het mogelijk een gevarieerd aanbod voor de inwoners van de gemeente te behouden, ook op plaatsen waar dit met permanente detailhandel niet meer mogelijk is.

Tegelijkertijd wil de gemeente voorkomen dat de aanwezigheid van (veel) standplaatsen leidt tot een afname van het lokale permanente voorzieningenniveau. De permanente voorzieningen zijn de hele week voor inwoners beschikbaar en leveren daarmee een grotere bijdrage aan het voorzieningenniveau. Dit vernieuwde standplaatsenbeleid is er dan ook op gericht de permanente detailhandelsstructuur waarop de gemeente beleidsmatig inzet te behouden (zie §1.4 visie dagelijkse voorzieningenstructuur). Het gevoerde assortiment op standplaatslocaties zou zoveel mogelijk aanvullend moeten zijn aan het aanbod dat te vinden is bij de permanente winkels op deze locaties.

Een duurzaam en gevarieerd aanbod

Gemeente Roermonds treeft ernaar de verkoop van geproduceerde producten uit de streek op standplaatsen te vergroten. Dit is duurzaam (korte keten), leerzaam (waar komt mijn voedsel vandaan?), goed voor de lokale economie en versterkend voor de eigen identiteit van Roermond. In algemene zin geldt dat de consument van vandaag steeds meer waarde hecht aan duurzaam geproduceerde producten, van bijvoorbeeld gerecyclede of herbruikbare materialen, en het belangrijk vindt dat er zorgvuldig met afval(preventie) wordt omgesprongen. De Omgevingsvisie van de gemeente Roermond zet dan ook in op de ‘duurzame stad’, waarbij kleinschalige initiatieven in de woon- en leefomgeving die bijdragen aan duurzaam ruimtegebruik worden gestimuleerd4.

Voor de consument is een zo divers mogelijk lokaal voorzieningenaanbod aantrekkelijk. Hieronder valt dus ook een zo divers mogelijk aanbod op een standplaatslocatie. Daarom is het verstandig door middel van branchering te sturen op een zoveel mogelijk onderling aanvullend aanbod van de standplaatsondernemers doorheen de week.

Standplaatsen hebben meerwaarde bij ontmoetingsplekken

Standplaatsen kunnen levendigheid en een bezoekmotief toevoegen aan centrumgebieden, waar inwoners en bezoekers van een gemeente al vaak komen. Vanwege de reeds aanwezige passanten zijn deze locaties ook aantrekkelijk voor standplaatshouders. Standplaatsen kunnen met name op deze centrale koop- en ontmoetingslocaties een belangrijke economische meerwaarde hebben als aanvulling/uitbreiding op het hier aanwezige aanbod.

Op ontmoetingsplekken waar het commerciële voorzieningenaanbod niet (meer) aanwezig is, kunnen standplaatsen juist van toegevoegde waarde zijn voor de leefbaarheid in een wijk of dorp, zoals bijvoorbeeld aan het pleintje voor een buurthuis, een buurtpark, de dorpskerk of de bibliotheek.

Ruimtelijke kwaliteit en veiligheid

Voor de inwoner van een gemeente is het van belang dat standplaatsen op een veilige, bereikbare plaats staan, geen overlast bezorgen en bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Dit betekent dat de gemeente geen standplaatsen toestaat op locaties waar ze overlast bezorgen of de ruimtelijke kwaliteit van een gebied ondermijnen. Ongewenste locaties zijn plekken waar standplaatsen:

  • Een goede doorstroom van verkeer (voetgangers, fietsers, auto’s) in de weg staan;

  • De doorgang voor rolstoelgangers belemmeren;

  • Een onevenredig groot aantal parkeerplaatsen in beslag nemen;

  • De toegang tot woningen of voorzieningen belemmeren;

  • Belangrijke zichtlijnen belemmeren, zoals voor etalages van winkels of voor monumentale gebouwen.

Balans tussen dynamiek en herkenbaarheid/ondernemerszekerheid

Vanuit de Europese Dienstenrichtlijn is het verplicht over te gaan op een vergunningsduur voor bepaalde tijd, zodat nieuwe toetreders in gelijke mate kans kunnen maken op een standplaats- vergunning. Zo ontstaat er dynamiek en vernieuwing in de markt en komt er ruimte voor andere concepten die een verbetering kunnen betekenen voor het voorzieningenniveau. Anderzijds waarderen inwoners van de gemeente Roermond ook de herkenbaarheid en de bekende gezichten op standplaatslocaties. Ambulante handelaren vervullen ook een duidelijke sociale functie. Ook hecht de gemeente Roermond waarde aan het bieden van voldoende ondernemerszekerheid voor ambulante handelaren, zodat investeringen kunnen worden terugverdiend. Inschatting is dat de terugverdientijd in de gemeente Roermond ongeveer gelijk is aan het landelijk gemiddelde (waarover meer op p.15). De vergunningsduur zal een balans moeten weerspiegelen tussen ruimte voor dynamiek enerzijds en herkenbaarheid en onder- nemerszekerheid anderzijds.

2.2 Beleidskeuzes

Om invulling te geven aan de bovenstaande beleidsuitgangspunten worden in deze paragraaf de hoofdkeuzes uit het standplaatsenbeleid benoemd. In hoofdstuk 3 worden deze doorvertaald naar de precieze beleidsregels.

Standplaatslocaties op publieke grond

De gemeente Roermond zet in op een gespreid aanbod aan standplaatslocaties op ontmoetingsplekken in de publieke ruimte. Zo kunnen standplaatshouders een aanvulling zijn op het permanente detailhandelsaanbod in beleidsmatig ondersteunde winkelcentra en de leefbaarheid vergroten op ontmoetingsplekken waar geen permanent aanbod meer aanwezig is.

Concreet betekent dit dat standplaatsen worden toegestaan op één aangewezen locatie binnen de te versterken of te behouden dagelijkse voorzieningencentra uit de Visie Dagelijkse Voorzieningenstructuur5. Daarbuiten worden standplaatsen, om een goede spreiding te waarborgen, toegestaan bij een aantal ontmoetingsplekken in dorps- en wijkcentra.

Standplaatsvergunningen zijn daarom te verkrijgen voor de volgende locaties binnen te versterken of te behouden winkelgebieden:

  • 1.

    Maasniel: Hoekstraat bij de Boekhandel Kleine Tovenaar;

  • 2.

    Donderberg: Winkelcentrum Donderberg (parkeerterrein);

  • 3.

    Kapel-Kemp-Kitsenberg: Kempweg (nabij de supermarkt);

  • 4.

    Herten: Dorpsstraat (parkeerterrein);

  • 5.

    Swalmen: Dr. Crasbornplein op de parkeerplaatsen.

Aanvullend worden in het kader van een fijnmazige spreiding en het verhogen van de lokale leefbaarheid de volgende standplaatslocaties beschikbaar gesteld:

  • 6.

    Station: Stationsplein (voor het stationsgebouw, buiten de singel);

  • 7.

    Leeuwen: Rector Boostplein;

  • 8.

    Hoogvonderen: Florasingel (op de parkeerstrook van de Action);

  • 9.

    Hammerveld e.o.: Bisschop Schrijnenplein (middenterrein);

  • 10.

    ’t Veld: Nassaustraat (trottoir hoek Mgr. Driessenstraat);

  • 11.

    Merum: Nieuwe baan op parkeerterrein hoek Molenweg;

  • 12.

    Asenray: Dorpsstraat (nabij voormalige café de Keizer);

  • 13.

    Boukoul: Bij het kapelletje op de hoek Beneden Boukoul/Graeterhofweg of nabij de kerk.

In de binnenstad van Roermond worden uitdrukkelijk geen standplaatsen toegestaan, omdat er reeds een ruim voorzieningenaanbod aan permanente winkels en warenmarkten aanwezig is. Een aanvulling met standplaatsen is voor het voorzieningenpeil hier niet nodig. Ook zijn stand- plaatsen in de historische binnenstad ongewenst om de hier aanwezige beeldkwaliteit te beschermen.

Standplaatslocaties op private grond

Op private grond kan zonder vergunning van het college een standplaats worden ingenomen wanneer de locatie binnen een winkelgebied valt dat op zichzelf een grote publieksaantrekkende werking heeft, met een duidelijke eigen doelgroep. In de gemeente Roermond kan daarom op private grond een standplaats worden ingenomen bij het DOR, het Retailpark en de Huis- en tuinboulevard.

De gemeente Roermond heeft ook op deze particuliere locaties behoefte om adequater te kunnen sturen op het aanbod aan standplaatsen. Aangezien de mogelijkheid om een ontheffing van een vergunning voor een standplaats op privégronden aan te vragen is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), zal dit worden meegenomen bij de volgende herziening van de APV. In de tussentijd onderzoekt de gemeente welke sturingsmaatregelen kunnen worden gebruikt of toegepast.

afbeelding binnen de regeling

Visie standplaatslocaties in de publieke en private ruimte i.r.t. dagelijkse voorzieningenstructuur

Gewijzigde locaties ten opzichte van voorgaand beleid

De weergegeven standplaatslocaties komen grotendeels overeen met de beschikbare locaties in het voorgaande standplaatsenbeleid. Er zijn de volgende wijzigingen:

  • In Boukoul wordt een nieuwe standplaatslocatie toegevoegd. Vanuit leefbaarheidsoogpunt is het wenselijk hier een standplaats mogelijk te maken. De gekozen locatie ligt vlakbij de kerk in Boukoul, een logische ontmoetingsplek;

  • Het Stationsplein (bij het stationsgebouw, buiten de singel) is als locatie toegevoegd. Het station trekt op zichzelf veel passanten/reizigers. Daarbij is een standplaats passend. Op het Stationsplein is slechts plek voor één standplaats. Gedurende de overgangstermijn van 15 jaar (zie beleidsregels) krijgt de huidige oliebollenkraam (seizoensgebonden standplaats) op deze plek in het winterseizoen (november t/m januari) daarom voorrang.

  • De standplaatslocatie bij De Weerd en Hatenboer komt te vervallen. Deze standplaats- locatie heeft geen toegevoegde waarde vanuit spreidings- of leefbaarheidsoogpunt. Ook het aanbieden van seizoensgebonden producten heeft hier geen toegevoegde waarde, vanwege de reeds aanwezige horeca;

  • Voor verzoeken voor een standplaats op particuliere grond geldt niet langer de richtlijn dat het college medewerking verleend wanneer de aanvrager een bedrijf uit de toeristisch-recreatieve sector (inclusief perifere detailhandel) heeft. Op de dag- en surfstranden, campings, Hermus Watersport en het Fletcher Landhotel Bosrijk mag niet meer zonder vergunning van het college een standplaats worden ingenomen.

Seizoensgebonden standplaatsen

Seizoensgebonden standplaatsen zijn standplaatsen die alleen in de winter of zomer mogelijk gemaakt worden, voor de verkoop van seizoensgebonden producten zoals ijs, oliebollen of kerstbomen.

Gemeente Roermond kiest ervoor geen seizoensgebonden standplaatsen mogelijk te maken in het zomerseizoen. Bij de verschillende recreatielocaties die Roermond rijk is, is er reeds reguliere horeca die in de behoefte aan een zomerse snack voldoet aanwezig. Er is dan ook geen aantoonbare vraag naar aanvullende standplaatsen bij recreatielocaties.

De verkoop van kerstbomen en oliebollen gedurende het winterseizoen wordt wél mogelijk gemaakt, en evenals in het vorige beleid gefaciliteerd bij de reguliere standplaatslocaties. Hier wordt gedurende het winterseizoen een extra standplaats toegestaan die seizoensgebonden producten aanbiedt. Uitzondering hierop is het Stationsplein, waar slechts fysiek ruimte is voor één standplaats. Hierover meer in de beleidsregels.

Een divers algeheel dagelijks voorzieningenaanbod

Standplaatsen dienen als aanvulling op het permanente winkel- en horeca-aanbod in de te versterken dagelijkse voorzieningenstructuur. Voor standplaatslocaties die gelegen zijn in een te behouden of te versterken (dagelijks) winkelgebied geldt daarom dat een gegadigde die een aanvullend assortiment aanbiedt aan het reeds aanwezige permanente voorzieningenaanbod voordeel krijgt bij de vergunningverlening. Zo ontstaat er voor de consument een zo divers mogelijk totaal voorzieningenaanbod.

Een divers aanbod per standplaatslocatie

Om zorg te dragen voor een zo divers mogelijk aanbod op de verschillende standplaatslocaties in de gemeente worden de volgende regels opgesteld:

  • Vergunningen worden verleend per dag. Een standplaatslocatie mag maximaal 4 dagen per week worden ingenomen;

  • Een standplaatslocatie mag maximaal 2 dagen per week door dezelfde subbranche worden ingenomen;

  • Bij het verlenen van de vergunning krijgt een gegadigde uit een aanvullende subbranche dan reeds aanwezig is op de standplaatslocatie het voordeel (zie puntensysteem en branchering in beleidsregels).

De diversiteit wordt dus gewaarborgd op basis van branchering, en niet op basis van een specifieke ondernemer.

Lokale, gezonde en duurzame producten

Standplaatsen kunnen een mooi middel zijn om streekproducten onder de aandacht te brengen en te verkopen. Zo wordt de lokale identiteit benadrukt, komen bezoekers weer meer in contact met de plek waar hun voedsel geproduceerd wordt en wordt de lokale economie gestimuleerd. Daarom worden ondernemers aangemoedigd om deze lokale streekproducten aan te bieden. Het aanbieden van streekproducten levert dan ook een voordeel op bij de vergunningverlening. Streekproducten sluiten ook aan bij de toenemende behoefte van de consument aan duurzame producten (korte keten). Om in te spelen op deze duurzaamheidsbehoefte levert ook het aanbieden van milieuvriendelijke producten van gerecycled of herbruikbaar materiaal een voordeel bij de vergunningverlening, is hierbij aandacht voor afval(preventie) en wordt het gestimuleerd dat ondernemers duurzame energie gebruiken of opwekken.

Vergunningsduur van 15 jaar

Het standplaatsenbeleid wil er enerzijds in voorzien dat er een gezonde doorstroom is van standplaatshouders, zodat nieuwe kwaliteitsvolle ondernemers in hun werkzame periode een kans krijgen zich te laten zien. Dit past bij de geest van de Europese Dienstenrichtlijn.

Anderzijds wil dit beleid voldoende zekerheid bieden aan vergunninghouders, zodat zij durven te investeren. Onderzoeksinstituut SEO heeft de terugverdientijd van investeringen in de ambulante handel onderzocht6. Conclusie van SEO is dat de gemiddelde terugverdientijd 9 à 12 jaar bedraagt. Gezien het feit dat er in Roermond weinig verzoeken binnenkomen van nieuwe toetreders, wordt ervoor gekozen een vergunningsduur van 15 jaar te hanteren. Streven is met deze wat langere vergunningsduur het huidige aanbod aan standplaatshouders op peil te houden, door bestaande aanbieders meer zekerheid te bieden. Anderzijds zou een nog langere vergunningsduur in strijd zijn met de geest van de dienstenrichtlijn en zou het een gezonde dynamiek in het aanbod in de weg staan.

2.3 Beleidsregels standplaatsenbeleid

Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • Standplaats: het vanaf een vaste, openbaar toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten, waarbij gebruik wordt gemaakt van een fysiek hulpmiddel (zoals een kraam, verkoopwagen of tafel). Het wezen van een standplaats is het niet-permanente karakter en de flexibiliteit zowel wat betreft de plek als de handel zelf. Mede vanuit de in de APV opgenomen criteria dienen alle verkooppunten daarom verrijdbaar of verplaatsbaar te zijn en moeten iedere dag na beëindiging van de verkoopactiviteiten verwijderd of afgebroken worden;

  • Standplaatslocatie: door het college aangewezen stuk grond waarop een standplaats mag worden ingenomen;

  • Vergunninghouder: degene die in het bezit is van de standplaatsvergunning;

  • Standplaatsen met een ideëel doel: standplaatsen waarbij artikelen worden aangeboden of reclame wordt gemaakt voor een ideëel doel, dit wil onder andere zeggen een liefdadig, cultureel, sociaal, folkloristisch of politiek doel;

  • Venten: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond.

Uitgangspunten van dit standplaatsenbeleid

  • 1.

    Standplaatsen mogen worden ingenomen op maandag tot en met zondag, tussen 8:00 uur en 22:00 uur. In afwijking hiervan kan er in Swalmen geen standplaats vergund worden op vrijdag, in verband met de dan aanwezige weekmarkt;

  • 2.

    Aan het eind van de dag dient de standplaatslocatie schoon en leeg te worden achtergelaten;

  • 3.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning is opgenomen in de Legesverordening. Tevens wordt voor het hebben van voorwerpen op de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond precariobelasting geheven.

  • 4.

    In het belang van de reguliere dagelijkse voorzieningenstructuur en de openbare orde wordt slechts een beperkt aantal standplaatsvergunningen verleend. Het aantal standplaatsvergunningen wordt gemaximeerd op maximaal 4 per standplaatslocatie. In de gemeente worden de volgende standplaatslocaties aangewezen:

    • a.

      Maasniel: Hoekstraat bij de Boekhandel Kleine Tovenaar

    • b.

      Donderberg: Winkelcentrum Donderberg (parkeerterrein);

    • c.

      Kapel-Kemp-Kitsenberg: Kempweg (nabij de supermarkt);

    • d.

      Herten: Dorpsstraat (parkeerterrein);

    • e.

      Swalmen: Dr. Crasbornplein op de parkeerplaatsen;

    • f.

      Leeuwen: Rector Boostplein;

    • g.

      Hoogvonderen: Florasingel (op de parkeerstrook van de Action);

    • h.

      Hammerveld e.o.: Bisschop Schrijnenplein (middenterrein);

    • i.

      ’t Veld: Nassaustraat (trottoir hoek Mgr. Driessenstraat);

    • j.

      Station: Stationsplein (terrein voor het stationsgebouw, buiten de singel)

    • k.

      Merum: Nieuwe baan op parkeerterrein hoek Molenweg;

    • l.

      Asenray: Dorpsstraat (nabij het voormalige café de Keizer);

    • m.

      Boukoul: Bij het kapelletje op de hoek Beneden Boukoul/Graeterhofweg of nabij de kerk.

  • 5.

    Aanvullend kan zonder vergunning van het college een standplaats op private grond worden ingenomen bij het DOR, de Huis- en Tuinboulevard en het Retailpark.

  • 6.

    Op de hiervoor genoemde standplaatslocaties is gedurende het winterseizoen één extra standplaats mogelijk voor de verkoop van seizoensgebonden producten. Uitzondering hierop is het Stationsplein, waar geen fysieke ruimte is voor twee standplaatsen. Hier krijgt gedurende de overgangstermijn de huidige seizoensgebonden standplaats (oliebollenkraam) in het winterseizoen (november t/m januari) voorrang op eventuele nieuwe gegadigden op deze locatie.

  • 7.

    Het college behoudt het recht ingevolge bijzondere omstandigheden en/of onverwachte situaties van de aangewezen locaties af te wijken. Indien aangewezen locaties door veranderde omstandigheden niet meer voldoen, kunnen burgemeester en wethouders een nieuwe geschikte locatie aanwijzen.

  • 8.

    De Roermondse binnenstad wordt ervaren als een historische binnenstad en is zodanig aangewezen als beschermd stadsgezicht. De binnenstad wordt gedefinieerd als het gebied omsloten door en exclusief de singels Roersingel, Minderbroedersingel, Zwartbroekplein, Willem II singel, Stationsplein, Godsweerdersingel, Wilhelminaplein, Wilhelminasingel, Buitenop en de Roerkade. In de binnenstad worden, vanwege het ontbreken van toegevoegde waarde aan het voorzieningenniveau en het uiterlijk aanzien van de omgeving, in het geheel geen standplaatsvergunningen verleend.

  • 9.

    Iedere standplaatslocatie mag maximaal 4 dagen per week worden ingevuld, waarbij er maximaal 2 dagen per week een aanbod uit dezelfde subbranche aangeboden mag worden. Hiervoor geldt onderstaande branchering:

    Hoofdbranche

    Subbranches

    1. Food, latereconsumptie

    a. AGF (aardappelen, groente, fruit)

    b. Poelierswaren

    c. Slagerij

    d. Zuivel

    e. Delicatessen

    f. Noten & zuidvruchten, reformartikelen, specerijen

    g. Brood, koek & banket

    h. Snoep & suikergoed

    i. Overig

    2. Food, directeconsumptie

    a. Snacks (friet, broodjes, ijs etc.)

    b. Vis & visproducten

    c. Buitenlandse snacks (loempia’s, pizza, kebab etc.)

    d. Overig (dranken, churro’s, poffertjes, stroopwafels etc.)

    3. Bloemen en planten

    a. Snijbloemen, planten en tuingoederen

    4. Textiel en kleding

    a. Bovenkleding (volwassenen en kinderen)

    b. Onderkleding, nachtkleding en beenmode

    c. Modestoffen en interieurbekleding

    d. Huishoudelijk textiel (beddengoed, gordijnen, lakens etc.)

    e. Kleinvak, fournituren, handwerkartikelen

    f. Overig (carnavalskleding, sportkleding etc.)

    5. Huis, dier &vrije tijd

    a. Dierbenodigheden

    b. Huishoudelijke artikelen & onderdelen

    c. Doe-het-zelf, gereedschappen, fietsonderdelen, fietsaccessoires, elektrische apparaten en verlichting

    d. Telefoonaccessoires, inktpatronen & cartridges, computeronderdelen, geluiden beelddragers

    e. Overig (lectuur, kaarten, speelgoed, hobby e.d.)

    6. Modeaccessoires

    a. Lederwaren, schoenen en koffers

    b. Bijouterie, sieraden, horloges, shawls en hoofddeksels

    7. Drogisterijeartikelen

    a. Parfum, cosmetica en geneesmiddelen

Aanvragen van een standplaatsvergunning

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning komt uitsluitend in aanmerking een natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag via het aanvraagformulier van de gemeente heeft ingediend bij het college.

  • 2.

    De aanvraag voor een standplaatsvergunning bevat in elk geval de volgende gegevens en documenten:

    • naam, adres en woonplaats;

    • de standplaatslocatie die ingenomen wordt;

    • de dag(en) van voorkeur dat de standplaats ingenomen wordt

    • het doel van inname;

    • motivering bij de opgestelde selectiecriteria voor het verdelen van standplaatsvergunningen (puntensysteem)

    • een omschrijving van het fysieke hulpmiddel en de afmetingen daarvan;

    • een uittreksel van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan zes maanden;

  • 3.

    Instellingen/personen aan wie de vergunning wordt verleend dienen een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering te hebben.

  • 4.

    Voor een standplaatsvergunning gelden de volgende weigeringsgronden: openbare orde, overlast, uiterlijk aanzien van de omgeving, verkeersveiligheid, verzorgingsniveau en bestemmingsplan. Strijd met het bestemmingsplan dient te worden genuanceerd in die zin dat het innemen van een standplaats op een perceel met de bestemming "weg" of daarmee gelijk te stellen benaming (incl. bermen, plantsoenen, parkeerterreinen e.d.) niet leidt tot een weigering om reden van strijdigheid met het bestemmingsplan.

Verdeelprocedure van standplaatsvergunningen

  • 1.

    Voor de wijze van afhandeling van aanvragen wordt een transparante systematiek gehanteerd. Vrijkomende standplaatsen worden openbaar bekend gemaakt via de openbare kennisgevingskanalen van de gemeente. Dit gebeurt 12 weken vóór het aflopen van de vergunning. Gegadigden hebben vervolgens 8 weken de tijd een volledige aanvraag in te dienen.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de hieronder genoemde aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal. Het college heeft de bevoegdheid deze beoordeling van vergunningsaanvragen ambtelijk te delegeren bij niet-toezichthoudende ambtenaren.

Puntensystematiek beoordeling vergunningsaanvragen:

Aspect

Categorieën

Aantal punten

Aanvullend assortiment aan winkelgebied

De mate waarin het aanbod van de gegadigde aanvullend is aanhet aanwezige permanente winkel- en horeca-aanbod in het betreffende winkelgebied (alleen van toepassing op standplaatslocaties binnen de te behouden of te versterken dagelijkse winkelstructuur)

Algemeen belang: stimulering van een divers voorzieningenaanbod

Het door de standplaatshouder aangeboden assortiment is nog niet aanwezig in het winkelgebied

20

Het door de standplaatshouder aangeboden assortiment is al deels aanwezig in het winkelgebied.

10

Het doorde standplaatshouder aangeboden assortiment is al volledig aanwezig in het winkelgebied.

0

Aanvullend assortiment aan standplaatslocatie

De matewaarin het aanbodvan de gegadigde aanvullend is aan het reeds aanwezige aanbod op de standplaatslocatie.

Algemeen belang: stimulering van een divers voorzieningenaanbod

Hoofdbranche nog niet aangeboden op standplaatslocatie

20

Subbranche nog nietaangeboden op standplaatslocatie

10

Subbranche al wel aangeboden op standplaatslocatie

0

Assortiment uit de streek

De matewaarin de gegadigde een lokaal assortiment aanbiedt dat is vervaardigd in (de omgeving van) de gemeente Roermond.

Algemeen belang:stimulering van een divers voorzieningenaanbod

Het assortiment van de gegadigde is (hoofdzakelijk) vervaardigd in de gemeente Roermond

10

Het assortiment vande gegadigde is (hoofdzakelijk) vervaardigd buitende gemeente Roermond, maar wel in de provincie Limburg

5

Verkoop van waren die geen aantoonbare oorsprong of verbondenheid hebben met Roermond of Limburg.

0

Vakmanschap en ervaring

De matevan aantoonbare vakkennis van de gegadigde over het aangeboden assortiment.

Algemeen belang: bescherming van de volksgezondheid.

De gegadigde kan met diploma’s/papieren aantonen dat hij over een goede productkennis beschikt en heeft bewezen goed ondernemerschap in de gemeente Roermond of daarbuiten (referenties).

10

De gegadigde kan met diploma’s/papieren aantonen dat hij over een goede productkennis beschikt of heeft bewezen goed ondernemerschap als vaste standplaatshouder op een warenmarkt in de gemeente Roermond of daarbuiten (referenties).

5

De gegadigde heeft geen aantoonbare vakkennis over het aangeboden assortiment en kan geen referenties overleggen van eerder goed ondernemerschap als vaste standplaatshouderop een warenmarkt.

0

Duurzaamheid

De matewaarin de gegadigde een duurzame onderneming runt, met zo min mogelijk impacthet klimaat en (leef)milieu

Algemeen belang: Bescherming van hetklimaat en het (leef)milieu.

Zeer duurzame onderneming. Gegadigde heeft voorzieningen om afval te scheiden en is actief in het tegengaan en voorkomen van meer afval.Daarnaast wordt het assortiment van de gegadigde duurzaam geproduceerd en/of is het herbruikbaar, met een minimale impact op het klimaat en milieu. De verkoopwagen verbruikt alleenduurzame energie of wekt ditzelf op.

10

Gemiddeld duurzame onderneming. Gegadigde spantzich in om impact op klimaat en milieu te beperken, maar doet dit nietvoor zowel afval,assortiment als verkoopwagen.

5

Geen duurzame onderneming.

Gegadigdespant zich nietin om de impact van zijn/haar onderneming op klimaat en milieu te beperken.

0

Uitstraling vande marktkraam

Algemeen belang: bescherming van hetstedelijk milieu en/of de bebouwde omgeving.

De marktkraam is van duurzaam materiaal, heeft een verzorgdeuitstraling en is passend in omgeving.

5

De uitstraling vande marktkraam steektnegatief af in de omgeving. Er is matig of slecht materiaal gebruikt.

0

  • 3.

    De vergunning wordt verleend aan de gegadigde met de meeste punten. Indien twee of meerdere gegadigden een gelijk aantal punten scoren, volgt tussen hen een loting.

  • 4.

    Gegadigden dienen op minimaal twee onderdelen te scoren, waarbij bovendien een minimaal aantal van 20 punten moet worden behaald. Gegadigden komen in aanmerking in volgorde van het aantal toegekende punten.

Geldigheidsduur standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vergunning voor een ‘vaste’ en seizoensgebonden standplaats wordt voor 15 jaar verleend.

  • 2.

    Zowel de vergunningverlener als de aanvrager heeft de mogelijkheid om een proefperiode van één maand aan de vergunning te verbinden.

  • 3.

    In geval van overlijden, of ondercuratelestelling, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan op aanvraag van de vergunning- houder, zijn/haar erven of curator de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op naam van de echtgenoot/echtgenote, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij/zij duurzaam samenwoonde, of zijn/haar kind.

  • 4.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het derde lid kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij/zij ten minste drie jaar in loondienst van het bedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 5.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Overgangsregeling bestaande standplaatsvergunningen

  • 1.

    Om niet voorbij te gaan aan bestaande rechten wordt een overgangsregeling ingesteld voor bestaande vergunninghouders. Bij de vaststelling van het nieuwe standplaatsenbeleid krijgen zij een vergunning voor de termijn van de nieuwe vergunningsduur van 15 jaar. Bij beschikbaar komen van deze vergunningen, in ieder geval dus na 15 jaar, zullen deze vergunningen volgens de nieuwe systematiek verdeeld worden (met uitzondering van de locaties die volgens dit nieuwe beleid komen te vervallen).

  • 2.

    Voor standplaatslocaties die niet langer in dit beleid zijn aangewezen als standplaatslocatie wordt nog een eenmalige vergunning verstrekt voor de termijn van 15 jaar (uitsterfconstructie). Dit geldt voor zowel locaties op publieke als op private grond. Na afloop van deze termijn worden hier geen nieuwe vergunningen verleend.

  • 3.

    Met de invoering van de nieuwe vergunningssystematiek komt de wachtlijst voor standplaatsen te vervallen.

Seizoensgebonden standplaatsen:

  • 1.

    In de periode november t/m januari mag er per standplaatslocatie een extra vergunning worden vergeven, specifiek voor de verkoop van seizoensgebonden producten als kerstbomen, oliebollen, poffertjes e.d.

  • 2.

    Gedurende de genoemde periode dienen deze aanvullende standplaatsen 6 dagen per week te worden ingenomen.

  • 3.

    Bij meerdere gegadigden voor dezelfde seizoensgebonden standplaatsvergunning wordt middels een loting beslist wie de vergunning verkrijgt.

  • 4.

    Aan een seizoensgebonden standplaatsvergunning worden ten minste de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • de vergunninghouder is tijdens de inname van de standplaats aanwezig. Op aanvraag van de vergunninghouder kan het college vergunning verlenen om zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemd persoon;

    • de vergunninghouder houdt de omgeving van zijn standplaats schoon. Een seizoensgebonden standplaats hoeft niet na iedere leeg te worden achtergelaten;

    • alle aanwijzingen en bevelen van de politie, brandweer en/ of ambtenaren van de gemeentelijke afdeling toezicht en handhaving moeten direct worden opgevolgd;

    • wanneer geconstateerd is dat de standplaats drie achtereenvolgende keren of driemaal tijdens de vergunde periode niet is ingenomen, vervalt de standplaats van rechtswege, tenzij hierover overleg heeft plaatsgevonden met de gemeente;

    • Het college behoudt zich het recht voor in geval van bijzondere omstandigheden en/of onverwachte situaties van de aangewezen locaties af te wijken.

Standplaatsen met ideëel doel

Het eerder geformuleerde standpunt dat in de binnenstad vanwege het uiterlijk aanzien van de omgeving in het geheel geen standplaatsvergunningen worden verleend, geldt in principe ook voor standplaatsen met een ideëel doel. Door het incidentele en niet-commerciële karakter van deze standplaatsen wordt hier echter, zij het in beperkte mate, een uitzondering voor gemaakt.

  • 1.

    Om de inname van standplaatsen in het kader van het uiterlijk aanzien van de historische omgeving te reguleren wordt het aantal vergunningen aan dezelfde standplaatshouder beperkt tot 4 per jaar;

  • 2.

    Vergunningen voor een standplaats met een ideëel doel worden telkens voor één dag vergund;

  • 3.

    Er mogen niet meer dan 2 vergunningen op dezelfde dag worden afgegeven. Wanneer er meer gegadigden zijn volgt er een loting. In de verkiezingstijd kan dit aantal worden verhoogd gedurende een beperkt aantal dagen;

  • 4.

    Voorkeurslocaties voor standplaatsen met een ideëel doel zijn de Graaf Gerardstraat en het Munsterplein.

Venten

Op het ventvergunningenbeleid zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:

  • 1.

    Aangezien in het belang van de openbare orde niet een onbeperkt aantal standplaatsvergunningen kan worden afgegeven wordt het maximumstelsel gehanteerd in die zin dat het aantal te verlenen ventvergunningen is gelimiteerd op maximaal vier per wijk. Deze wijken zijn:

    • A.

      Leeuwen;

    • B.

      Maasniel;

    • C.

      Hoogvonderen;

    • D.

      Donderberg;

    • E.

      Kapel-Kemp-Kitskensberg;

    • F.

      Veld;

    • G.

      Asenray;

    • H.

      De Weerd en Hatenboer

    • I.

      Hammerveld e.o.;

    • J.

      Herten-Merum.

  • 2.

    Om te komen tot een rechtvaardige en evenwichtige verdeling van het beperkt aantal per wijk uit te geven vergunningen wordt voor venten dezelfde branche-indeling gehanteerd als voor reguliere standplaatsvergunningen:

    Hoofdbranche

    Subbranches

    1. Food, latereconsumptie

    a. AGF (aardappelen, groente, fruit)

    b. Poelierswaren

    c. Slagerij

    d. Zuivel

    e. Delicatessen

    f. Noten & zuidvruchten, reformartikelen, specerijen

    g. Brood, koek & banket

    h. Snoep & suikergoed

    i. Overig

    2. Food, directeconsumptie

    a. Snacks (friet, broodjes, ijs etc.)

    b. Vis & visproducten

    c. Buitenlandse snacks (loempia’s, pizza, kebab etc.)

    d. Overig (dranken, churro’s, poffertjes, stroopwafels etc.)

    3. Bloemen en planten

    a. Snijbloemen, planten en tuingoederen

    4. Textiel en kleding

    a. Bovenkleding (volwassenen en kinderen)

    b. Onderkleding, nachtkleding en beenmode

    c. Modestoffen en interieurbekleding

    d. Huishoudelijk textiel (beddengoed, gordijnen, lakens etc.)

    e. Kleinvak, fournituren, handwerkartikelen

    f. Overig (carnavalskleding, sportkleding etc.)

    5. Huis, dier& vrije tijd

    a. Dierbenodigheden

    b. Huishoudelijke artikelen & onderdelen

    c. Doe-het-zelf, gereedschappen, fietsonderdelen, fietsaccessoires, elektrische apparaten en verlichting

    d. Telefoonaccessoires, inktpatronen & cartridges, computeronderdelen, geluid en beelddragers

    e. Overig (lectuur, kaarten, speelgoed, hobby e.d.)

    6. Modeaccessoires

    a. Lederwaren, schoenen en koffers

    b. Bijouterie, sieraden, horloges, shawls en hoofddeksels

    7. Drogisterijeartikelen

    a. Parfum, cosmetica en geneesmiddelen

  • 3.

    Per wijk wordt het aantal te verlenen ventvergunningen vastgesteld op maximaal één per branche voor één dag per week. Indien voor (een) bepaalde branche(s) geen ventvergunning is aangevraagd, kan of kunnen opengevallen plaats(en) worden opgevuld door aanvragen om een vergunning uit andere branches.

  • 4.

    Wanneer er meerdere gegadigden zijn voor dezelfde vergunning uit dezelfde branche, wordt de vergunning vergeven middels een loting.

  • 5.

    Een ventvergunning wordt verleend voor een bepaalde tijd met een maximum van 15 jaar.

  • 6.

    In het belang van de verkeersvrijheid en verkeersveiligheid verlenen burgemeester en wethouders geen ventvergunningen voor het venten in de binnenstad. De binnenstad wordt gedefinieerd als het gebied omsloten door- en exclusief de singels Roersingel, Minderbroedersingel, Zwartbroekplein, Willem II Singel, Stationsplein, Godsweerdersingel, Wilhelminaplein, Wilhelminasingel, Buitenop en de Roerkade.

  • 7.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen ventvergunning is opgenomen in de Legesverordening.

Algehele veiligheid

Voor het waarborgen van de veiligheid bij standplaatsen kan (voor zover van toepassing) gebruik worden gemaakt van de handreiking van CVAH ‘Veiligheid op de markt 2020’. Hierin staat voor de ondernemer een handzame checklist (bijlage 2 van deze handreiking).

Terras en uitstallingen

  • 1.

    Bij de standplaats mag geen terras worden geplaatst. Het is toegestaan om maximaal 2 statafels te plaatsen op de standplaats.

  • 2.

    De statafels en/of uitstalling moeten binnen een strook van 1,5 meter gemeten vanaf de standplaats blijven en mogen maximaal over de breedte van de standplaats worden geplaatst.

  • 3.

    Voor hulpverleningsverkeer dient te allen tijde een vrije doorgang van ten minste 3,50 meter vrijgehouden te worden.

  • 4.

    Voor voetgangers en rolstoelers dient te allen tijde een vrije doorloopruimte van ten minste 1,50 meter gewaarborgd te blijven.

Slotbepalingen

  • 1.

    Het college behoudt zich het recht voor af te wijken van bovenstaande beleidsregels.

  • 2.

    De burgemeester behoudt zich het recht voor om in geval van gewijzigde feiten en/ of omstandigheden de nadere regels niet van toepassing te verklaren.

  • 3.

    De ‘Beleidslijn standplaats- en ventvergunningen’, vastgesteld in 2006, wordt ingetrokken bij inwerkingtreding van deze nieuwe beleidsregels.

  • 4.

    Deze beleidsregels treden in werking een dag na publicatie.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering van 6 juni 2024.

De griffier, J. Vervuurt

De voorzitter, Y.F.W. Hoogtanders


Noot
1

BRO (2024), Visie dagelijkse voorzieningenstructuur Roermond; De toekomst van boodschappen doen.

Noot
2

Gemeente Roermond. Algemene Plaatselijke Verordening.

Noot
3

Gemeente Roermond. (2015). Aanwijzingsbesluit particuliere terreinen

Noot
4

Gemeente Roermond. (2023).Omgevingsvisie.

Noot
5

BRO. (2023), Visie dagelijkse voorzieningenstructuur Roermond; De toekomst van boodschappen doen.

Noot
6

SEO (2021), Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulantehandel.