Subsidieregels Onderzoek & Ontwikkelfonds Regio West-Brabant 2024

Geldend van 19-06-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregels Onderzoek & Ontwikkelfonds Regio West-Brabant 2024

Hetstrategisch beraad van Regio West-Brabant,

Overwegende dat:

1. het strategisch beraad op grond van artikel 1:2 lid 2 van de Subsidieverordening Gemeenschappelijke Regeling (GR) Regio West-Brabant bevoegd is om de gewijzigde nadere regels vast te stellen;

2. voor de aanwending van bijdragen uit het Onderzoek & Ontwikkelfonds nadere regels nodig zijn;

3. het Onderzoek & Ontwikkelfonds bedoeld is voor projecten die bijdragen aan de realisatie van de opgaven, zoals opgenomen in de geldende strategische agenda RWB en/of het geldende uitvoeringsprogramma als onderdeel van de Economische Agenda West-Brabant.

besluit vast te stellen:

de nadere subsidieregels Onderzoek & Ontwikkelfonds Regio West- Brabant 2022, volgens artikel 1:2 lid 2 van de Subsidieverordening Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende beschikkingen wordt verstaan onder:

1.1 RWB: Gemeenschappelijke Regeling (GR) Regio West-Brabant;

1.2 regio West-Brabant: het geografisch gebied dat betrekking heeft op alle deelnemende gemeenten aan de GR Regio West-Brabant, zoals vermeld in de GR Regio West-Brabant;

1.3 subsidieaanvrager: een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die de subsidie formeel aanvraagt en de verantwoordelijkheid neemt voor de uitvoering en afwikkeling van het project;

1.4 subsidieaanvraag: het doorde subsidieaanvrager ingediende verzoek tot eensubsidie op grond van deze subsidieregels;

1.5 strategische agenda RWB: meerjarenbeleidsplan als bedoeld in artikel 28 van de GR Regio

West-Brabant;

1.6 uitvoeringsprogramma: als onderdeel van de Economische Agenda West-Brabant. De Economische Agenda West-Brabant wordt vastgesteld door de Economic Board West- Brabant. Het uitvoeringsprogramma wordt onder regie van REWIN West-Brabant uitgevoerd;

1.7 project: het samenhangende geheel van activiteiten, waarvooreen bijdrage vanuit het O&O- fonds wordt gevraagd;

1.8 subsidie: een subsidie uit het O&O-fonds voor projecten die zich richten op het bereiken van de doelstellingen zoals opgenomen in artikel 4;

1.9 strategisch beraad: het bestuur als bedoeld in artikel 10 van de GR Regio West-Brabant;

1.10 commissie van advies: zoals ingesteld door het algemeen bestuur op basis van artikel 16 van de GR Regio West-Brabant;

1.11 sectorale stuurgroep: voorieder sectoraal programma, zoals opgenomen in het geldende uitvoeringsprogramma als onderdeel van de Economische Agenda West-Brabant, is een stuurgroep ingesteld. Deze stuurgroep is triple-helix opgezet met eengebalanceerde

vertegenwoordiging van relevante partijen uit de sector en aanverwante ketens. Deze stuurgroep valideert het programma en de ambitie;

1.12 business development: productontwikkeling primair gericht op het versterken van de bedrijfseconomische positie van de bij het project betrokken ondernemingen;

1.13 overhead: kosten die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit kunnen worden toegerekend, zoals administratie, communicatie en ict;

1.14 Btw: belasting over de toegevoegde waarde;

1.15 bedrijfsmiddelen: zaken die in een onderneming gebruikt worden en die niet verkoopbaar zijn. Deze middelen zijn nodig om producten te kunnen maken of om diensten te kunnen verlenen. Denk hierbij aan machines, transportmiddelen, gereedschappen en inventaris;

1.16 drie O’s of triple-helix: onderwijs, overheid, ondernemers.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze subsidieregels kan worden aangevraagd door rechtspersonen, zowel privaat als publiek.

Artikel 3 Subsidievormen

3.1 Regio West-Brabant verstrekt op grond van deze subsidieregels projectsubsidies.

3.2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die bijdragen aan de realisatie van de opgaven, zoals opgenomen in de geldende strategische agenda RWB en/of het geldende uitvoeringsprogramma als onderdeel van de Economische Agenda West-Brabant. Projecten hebben een voorbeeldfunctie voor de regio West-Brabant. Kennisdeling staat centraal. Projecten gericht op het uitvoeren van een studie, verkenning, het voorbereiden of uitvoeren van een proef of pilot komen bijvoorbeeld in aanmerking voor subsidie. Projecten geheel of gedeeltelijk gericht op business development komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

5.1 het project draagt bij aan de versterking van de economische structuur en het economisch vestigingsklimaat van West-Brabant en leidt tot de volgende economische effecten;

1. beter evenwicht tussen vraag en aanbod op de actuele regionale arbeidsmarkt en/of;

2. versterking van de concurrentiepositie van het regionale bedrijfsleven en/of;

3. versterking van de economische structuur en het economisch vestigingsklimaat

5.2 het project heeft een vernieuwend op innovatie gericht karakter;

5.3 het project heeft aantoonbaar een regionaal karakter in termen van geografische spreiding van de activiteiten van het project en/of in termen van economische impact op de regio;

5.4 het project wordt uitgevoerd in de regio West-Brabant;

5.5 het project dient een vervolg te krijgen middels (structurele) voortzetting, uitbreiding of doorontwikkeling;

5.6 het project heeft een looptijd van maximaal twee jaar;

5.7 de subsidieaanvrager is gevestigd in de regio West-Brabant;

5.8 de subsidieaanvrager werkt met ten minste één andere rechtspersoon samen afkomstig uit een andere ‘O’ (onderwijs, overheid of bedrijfsleven) dan de ‘O’ waar de subsidieaanvrager onder valt;

5.9 het project moet onderschreven zijn door de voorzitter van de relevante commissie van advies van RWB of door de voorzitter van de relevante sectorale stuurgroep;

5.10 De beoogde projectactiviteiten zijn niet afgerond voor de datum van besluitvorming van het strategisch beraad.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Mits noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten van de subsidiabele activiteit voor subsidie in aanmerking:

• kosten die direct verbonden zijn aan de uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

• interne arbeids- en personeelsuren van de aanvrager en samenwerkingspartner, niet zijnde kosten derden, tegen een maximaal uurtarief van € 50,-;

• kosten derden tot een maximaal uurtarief van € 100,-;

• kosten voor overhead tot een maximum van 5% van de totale subsidiabele kosten.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

• kosten die meer dan drie maanden voor indiening van de subsidieaanvraag zijn gemaakt;

• kosten die al op een andere manier zijn gefinancierd;

• kosten voor fysieke infrastructuur;

• kosten voor huisvesting, met uitzondering van kosten die specifiek en onlosmakelijk zijn verbonden met het project;

• Btw die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 verrekenbaar is;

• Btw die op grond van de Wet op het Btw-compensatiefonds 2003 compensabel is.

Artikel 8 Subsidieplafond

Het strategisch beraad stelt per subsidieronde een subsidieplafond vast.

Artikel 9 Subsidiehoogte

9.1. Zowel private als niet-private rechtspersonen kunnen maximaal 50% subsidie toegekend krijgen op basis van de totale subsidiabele kosten.

9.2. De minimale subsidie per project op grond van deze subsidieregels bedraagt € 5.000,- (inclusief niet verrekenbare of compensabele Btw).

Artikel 10 Verdeelcriteria

10.1 Per subsidieronde kunnen aanvragen gedurende een periode van zes weken worden ingediend bij RWB. Deze periodes worden via de website www.west-brabant.eu bekendgemaakt. Na sluiting van de indieningperiode wordt beoordeeld of de aanvragen voor subsidie in aanmerking komen;

10.2 Als het beschikbare subsidiebudget in de betreffende ronde niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie te kunnen financieren, bepaalt het strategisch beraad aan de hand van de kwalitatieve eisen, zoals opgenomen in artikel 5.1 t/m 5.4, de rangvolgorde voor subsidieverlening, danwel besluit het strategisch beraad tot het toekennen van een lagere subsidiebijdrage dan gevraagd.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

11.1 De subsidieontvanger maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden;

11.2 De subsidieontvanger verstuurt na afloop van het project, in afstemming met RWB, een (pers)bericht over de geboekte projectresultaten;

11.3 RWB dient als subsidieverstrekker in elke publicatie te worden genoemd op de volgende manier: Dit project wordt/is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage uit het O&O-fonds van Regio West-Brabant.

11.4 Het logo van Regio West-Brabant wordt in elke publicatie afgebeeld.

11.5 De subsidieontvanger stelt een jaar na afronding van het project een follow-up verslag op. Hierin zijn de genomen vervolgstappen, bereikte resultaten en effecten opgenomen.

11.6 Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in artikel 5.6 kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn een gemotiveerd schriftelijk verzoek bij het strategisch beraad indienen tot eenmalige verlenging met maximaal twaalf maanden.

Artikel 12 Verantwoording

12.1 De subsidieaanvrager toont aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

• een activiteitenverslag volgens een daartoe verstrekt ingevuld format;

• indien van toepassing foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project;

• een financiële eindverantwoording volgens een daartoe verstrekt ingevuld format inclusief facturen en ondertekende urenoverzichten waarin de gehanteerde uurtarieven en de gerealiseerde uren zijn opgenomen. Als sprake is vaninhuur van derden moet ook het aantal gerealiseerde uren en het uurtarief zijn onderbouwd.

12.2 Het activiteitenverslag en de financiële eindverantwoording moeten uiterlijk binnen 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten worden ingediend bij RWB met het verzoek tot subsidievaststelling.

Artikel 13 Bevoorschotting en betaling

13.1 Bij de voorlopige subsidietoekenning bedraagt het eerste voorschot maximaal 50% van het toegekende subsidiebedrag.

13.2 Bij de definitieve subsidievaststelling vindt, indien van toepassing, uitbetaling van het restantbedrag plaats.

Artikel 14 Toezicht en evaluatie

De subsidieaanvrager verleent medewerking aan evaluatieonderzoeken en aan toezicht van en controles door de hiervoorbelaste instanties. Indien de subsidieaanvrager niet ook uitvoerder is van het project, staat de subsidieaanvrager ervoor in dat de uitvoerder eveneens de medewerking verleent als in voorgaande zin bedoeld.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het strategisch beraad kan deze subsidieregels in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager- of ontvanger gevolgen zou hebben in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 17 Bekendmaking en inwerkingtreding

17.1 Regio West-Brabant maakt de inhoud van deze subsidieregels bekend op de website www.west-brabant.eu.

17.2 De subsidieregels treden in werking vanaf de eerste subsidieronde na bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze subsidieregels kunnen worden aangehaald als: Subsidieregels Onderzoek & Ontwikkelfonds Regio West-Brabant 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het strategisch beraad van Regio West-Brabant op 19 juni 2024