Beleidsregel zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed gemeente Helmond 2024

Geldend van 09-08-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed gemeente Helmond 2024

Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond,

Gelet op artikel 5.1 van de Omgevingswet, 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht, de Erfgoedverordening gemeente Helmond;

Overwegende dat:

  • burgemeester en wethouders op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zijn tot het vaststellen van een beleidsregel, in het kader van de bevoegdheid om Omgevingsvergunningen te verlenen;

  • verduurzaming van beschermd gebouwd erfgoed een speerpunt is in de Erfgoedvisie 2023 en de gemeente hiervoor aan zet is om de kaders te bepalen;

  • burgemeester en wethouders met de toepassing van de artikelen in deze beleidsregel een toetsingskader hebben bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed en tevens richtlijnen bieden voor eigenaren van beschermd gebouwd erfgoed die voornemens zijn een zonne-energiesysteem te plaatsen;

  • bij de toepassing van deze beleidsregel de advieslijn van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uit 2020 is betrokken.

Besluit:

de beleidsregel zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed gemeente Helmond 2024 vast te stellen.

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

beschermd gebouwd erfgoed: verzamelterm voor rijks- of gemeentelijke monument, een beschermd beeldbepalend pand of pand in een beschermd gezicht dat op grond van de Erfgoedverordening Helmond of door het rijk is aangewezen;

erf: het stuk grond of perceel rondom het gebouwd beschermd erfgoed.

omgevingsvergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet;

openbaar toegankelijk gebied: gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, zoals straten, pleinen, bruggen, parken, plantsoenen en water, waaronder ook gebieden die gedurende delen van de dag zijn afgesloten;

zonne-energiesysteem: verzamelterm voor systemen voor opwekking van duurzame energie, zoals zonnepanelen, zonnecollectoren, gebouw-geïntegreerde PV-systemen, PVT panelen en zon thermische daken.

panelen: zonnecollectoren, zonnepanelen of PVT panelen;

Dakelementen: doorbrekingen of uitstekingen op het dak die geen onderdeel uitmaken van de dakbedekking, zoals schoorstenen, dakramen, dakkappellen, dakopbouwen, decoraties en windveren.

Artikel 2 Doel

Deze beleidsregel heeft als doel algemene regels, niet zijnde algemeen verbindende voorschriften, vast te stellen voor de afweging van belangen bij het beoordelen van aanvragen omgevingsvergunning, voor zover die betrekking hebbenop het opwekken van duurzame energie via het plaatsen van een zonne-energiesysteem op beschermd gebouwd erfgoed. Tevens biedt de beleidsregel een richtlijn voor eigenaren van beschermd gebouwd erfgoed die voornemens zijn een zonne-energiesysteem te plaatsen.

Artikel 3 Toepasselijkheid

Deze beleidsregel is van toepassing voor het plaatsen van zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed volgens de definities in artikel 1.

Artikel 4 Afwegingskader locatie

  • 1. Bij het kiezen van een locatie voor het plaatsen van zonne-energiesystemen worden de volgende locaties in overweging genomen, in volgorde van meeste voorkeur naar minste voorkeur.

    • a.

      Op het dak van een bijgebouw of gebouwdelen zonder cultuurhistorische waarden.

    • b.

      Op het erf, zolang dit niet ten kosten gaat van eventuele aanwezige cultuurhistorische waarden of cultuurhistorisch groen.

    • c.

      Op dakvlakken van het beschermd gebouwd erfgoed, die niet zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied.

    • d.

      Op dakvlakken van het beschermd gebouwd erfgoed die zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied.

  • 2. Lid 1 sub d is alleen van toepassing als:

    • a.

      Kan worden aangetoond dat het niet mogelijk is om het zonne-energiesysteem uit het zicht te plaatsen of als elders opwekken van energie voor eigen gebruik niet mogelijk of rendabel is.

    • b.

      Het beeld van het beschermd gebouwd erfgoed of de directe omgeving niet onevenredig wordt verstoord.

    • c.

      Er een zorgvuldig afgewogen ontwerp is voor de positie, groepering, grootte en kleur op het dak, conform artikel 6.

  • 3. Zonne-energiesystemen bij bijzondere dakvormen worden uitgesloten van lid 1, sub c en d.

Artikel 5. Plaatsing zonne-energiesysteem

Voor de plaatsing van een zonne-energiesysteem op beschermd gebouwd erfgoed is een Omgevingsvergunning nodig. Om voor een omgevingsvergunning in aanmerking te komen, dient uit de aanvraag ten minste te blijken dat voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • Algemeen:

    • a.

      Er is sprake van reversibele plaatsing. Dit betekent dat het zonne-energiesysteem op de dakbedekking wordt geplaatst en verwijderd kan worden zonder dat er schade is aan historische materialen en constructies of waardevolle tuin- of erfaanleg.

    • b.

      Het benodigde kabel- en leidingwerk en bijbehorende installaties van het zonne-energiesysteem zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.

    • c.

      Per dakvlak wordt er slechts één soort systeem toegepast.

    • d.

      Er wordt geen cultuurhistorisch groen en/of ander waardevol gekwalificeerd groen gekapt ten behoeve van het plaatsen van het zonne-energiesysteem.

    • e.

      Het zonne-energiesysteem is bereikbaar voor inspecties, onderhoud en schoonmaak.

    • f.

      Indien vervanging van een of meerdere panelen nodig is dan dienen de vervangende panelen dezelfde afmeting, vormgeving en kleur te hebben als de nog aanwezige panelen.

    • g.

      Het zonne-energiesysteem is bereikbaar voor inspecties, onderhoud en schoonmaak.

  • 2.

    Bij plaatsing op schuine daken:

    • a.

      De panelen worden binnen het dakvlak gelegd in een eenduidig aaneengesloten vlak.

    • b.

      De panelen worden direct op en evenwijdig aan de hellingshoek van het dakvlak aangelegd.

    • c.

      De afstand tussen de panelen en de goot of dakvoet, dakranden, hoekkepers, kilkepers is minimaal 50 cm.

    • d.

      cultuurhistorisch waardevolle dak elementen, materialen en detailleringen blijven behouden.

  • 3.

    Bij plaatsing op platte daken:

    • a.

      De panelen staan op een afstand tot de zijkanten van het dak die ten minste gelijk is aan de hoogte van het paneel. Uitgangspunt is dat de panelen zo min mogelijk zichtbaar vanaf openbaar gebied;

    • b.

      cultuurhistorisch waardevolle materialen en detailleringen blijven behouden;

  • 4.

    De kleur van de panelen, randen en profielen zijn zoveel mogelijk afgestemd op de kleuren van de dakvlakken of hebben een zwarte kleur, zonder patronen of opvallende randen. Per dakvlak wordt er één soort systeem toegepast.

  • 5.

    Bij beschermd gebouwd erfgoed is bij repeterende identieke woonblokken en -rijen een uniforme plaatsing en kleur vereist. Het eerste initiatief voor een zonne-energiesysteem op een woonblok of -rij is leidend voor volgende initiatieven.

  • 6.

    Het is niet toegestaan om panelen aan gevels of wanden te plaatsen van beschermd cultureel erfgoed.

  • 7.

    De panelen op het erf:

    • a.

      staan op een ondergeschikte, minder belangrijke of uit historisch oogpunt logische plek van het erf;

    • b.

      De locatie van het zonne-energiesysteem en bijbehorende kabels, leidingen en installaties tasten geen waardevolle erfaanleg aan.

    • c.

      staan op een ondersteuningsconstructie die zo laag en onopvallend mogelijk is;

    • d.

      zijn regelmatig gerangschikt in één aangesloten vierkant of rechthoekig vlak neergelegd;

    • e.

      doorbreken geen belangrijke uitzichten

    • f.

      blijven zo veel mogelijk uit het zicht, bijvoorbeeld door de gekozen locatie, achter een wintergroene haag of verdiept geplaatst.

Artikel 6 Afwijken van de criteria

Bij zonne-energiesystemen anders dan genoemd in deze beleidsregel die bijdragen aan verduurzaming van beschermd gebouwd erfgoed, kan in het concrete geval van de in deze beleidsregel genoemde criteria worden afgeweken.

Artikel 7 Overgangsrecht

Deze beleidsregel is niet van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunning die zijn ingediend voordat deze beleidsregel in werking is getreden.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking conform de Bekendmakingswet.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed gemeente Helmond 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond van 16 april 2024.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester,

Mevr. P.J.M.G. Blanksma-Van den Heuvel

De secretaris,

Mr. A.S. Meijer

Toelichting bij beleidsregel zonne-energiesystemen op beschermd gebouwd erfgoed gemeente Helmond 2024

ALGEMEEN DEEL

Inleiding

Energietransitie en klimaatverandering zijn belangrijke onderwerpen. Nederland moet in een versneld tempo gebruik gaan maken van duurzame en schone energie. Helmond wil in 2035-2045 klimaatneutraal worden. Een van de belangrijke mogelijkheden om aan deze moeilijke opgave te voldoen is de toepassing van diverse vormen van duurzame energie. Een daarvan is het gebruik van zonne-energie. Deze energie kan opgewekt worden via zonne-energiesystemen.

Om de kosten van het elektriciteitsgebruik te reduceren willen steeds meer inwoners overgaan tot het plaatsen van zonne-energiesystemen, waaronder ook eigenaren van beschermd gebouwd erfgoed. Een goed initiatief, dat soms op gespannen voet staat met behoud van de waarden van dit beschermde erfgoed.

De gemeente Helmond is trots op haar erfgoed. Om het erfgoed in gebruik aantrekkelijk te houden is verduurzaming van het gebouwde erfgoed nodig. Zo kan het worden doorgegeven aan volgende generaties. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het gevolg van de aanwijzing tot beschermd gebouwd erfgoed niet om de huidige situatie te bevriezen, maar om nieuwe ontwikkelingen met respect voor het bestaande te integreren. Dit uitgangspunt is ook van toepassing voor duurzaamheidsmaatregelen, zoals het opwekken van zonne-energie.

Met deze beleidsregel voor het opwekken van zonne-energie geeft de gemeente eigenaren van beschermd erfgoed richtlijnen over de mogelijkheden voor het opwekken van zonne-energie, waarbij de cultuurhistorische waarden zoveel mogelijk in stand kunnen blijven. Ook wanneer het zonne-energiesysteem op termijn verwijdert of vervangen wordt (omkeerbaarheid). Duurzaamheidsvoorzieningen zijn immers volop aan ontwikkeling onderhevig.

In veel gevallen is er een omgevingsvergunning nodig voor het plaatsen van een zonne-energiesysteem op beschermd cultureel erfgoed.

Deze beleidsregel beoogt de eigenaren vooraf duidelijkheid te geven over de mogelijkheden en de voorwaarden, wanneer zij een vergunning willen aanvragen voor het plaatsen van een zonne-energiesysteem. Volledige aanvragen worden voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, waarna een besluit wordt genomen over de vergunning.

ARTIKELSGEWIJS

Alleen die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikel 1. Definities

In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt die in de beleidsregel worden gehanteerd.

Onder de definitie zonne-energiesysteem worden diverse systemen benoemd. Hieronder een beschrijving van deze systemen.

PVT panelen: betreft een hybride systeem dat de functies van zonnepaneel en -collector combineert en daarmee tegelijkertijd warmte en stroom opwekt. Deze worden ook wel PVT collectoren of hybride zonnecollectoren genoemd. Gewone zonnepanelen zetten ongeveer 15 procent van het zonlicht dat erop valt, om in elektriciteit. De rest gaat verloren als warmte. De warmte die een zonnepaneel afgeeft, is ook te gebruiken voor het verwarmen van water. Dit doen PVT-systemen door water te leiden langs de achterkant van een paneel met zonnecellen.

PVT-panelen hebben minder gevolgen voor een historisch dak, omdat er maar één systeem nodig is in plaats van twee verschillende. De totale installatie is hierdoor niet alleen kleiner, maar bestaat ook uit onderdelen met hetzelfde formaat en vorm. Dit valt altijd minder op dan twee aparte systemen met verschillende afmetingen en vormen. Hier staat wel tegenover dat PVT-panelen dikker en zwaarder zijn dan gewone zonnepanelen of -collectoren. Ook komen er leidingen bij. Het gewicht kan ze te zwaar maken voor sommige historisch daken, en de dikte en het leidingwerk soms te opvallend.

zonnecollectoren: zonne-energiesysteem bestaande uit zichtbare elementen op daken of het erf die zonlicht opvangen voor warmtewinning;

zonne-energie: het opwekken van stroom of het winnen van warmte;

zonnepanelen: zonne-energiesysteem bestaande uit zichtbare elementen op daken die zonlicht opvangen voor stroomopwekking;

zonthermische daken: winnen warmte met een speciaal leidingstelsel onder de (bestaande) dakbedekking. Van een zonthermisch dak is aan de buitenkant vaak weinig te zien. Wel wordt het dak dikker door een isolatiepakket; het komt dus wat omhoog. Dit kan lastig uitkomen op plekken waar het dak aansluit op bijvoorbeeld gevels of dakkapellen. Voor pannendaken is er echter een systeem waarbij de dikte niet toeneemt. Hiervan zijn ook kleine uitvoeringen aan te leggen om alleen het tapwater voor te verwarmen. Hetzelfde systeem is ook geschikt voor leien daken, maar dan neemt de dikte van het dak wel iets toe. Zonthermische daken zijn mogelijk bij individuele woonhuizen, maar ideaal zijn bouwblokken, kantoren en andere grote gebouwen. Verder is een goede isolatie vereist, behalve als de gewonnen warmte alleen bestemd is voor tapwater. Zonthermische daken zijn vaak goed toepasbaar bij beschermd gebouwd erfgoed.

Artikel 2 Doel

De plaatsing van zonne-energiesystemen hangt nauw samen met de cultuurhistorische waarden van het beschermde gebouwde erfgoed. Bij het plaatsen van een zonne-energiesysteem is het belangrijk om deze waarden zo min mogelijk aan te tasten. We willen ook eigenaren van beschermd erfgoed de mogelijkheid geven om duurzaamheidsmaatregelen te nemen. Met het formuleren van beleidsregels voor het opwekken van zonne-energie geeft de gemeente Helmond eigenaren van beschermd erfgoed richtlijnen, waarbij de cultuurhistorische waarden zoveel mogelijk in stand kunnen blijven.

Artikel 4. Afwegingskader locatie

Uitgangspunt is dat fysieke of visuele aantasting van beschermd gebouwd erfgoed zoveel mogelijk wordt voorkomen. Daarom geeft dit artikel een opsomming van mogelijke locaties in volgorde van meeste voorkeur naar minste voorkeur.

Lid 1, sub a

Het doel bij beschermd gebouwd erfgoed is om de cultuurhistorische waarden niet te schaden. Behoud en instandhouding van historische materialen, constructies en beeldkwaliteit zijn dan ook een uitgangspunt. Om die reden heeft het aanbrengen van zonne-energiesystemen op niet-cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen of gebouwdelen zonder cultuurhistorische waarden de eerste voorkeur. Deze optie is in sommige gevallen vergunningvrij. Dit wordt beoordeeld door de vergunningcoördinator van de gemeente. Eventueel wordt advies gevraagd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Lid 1, sub b

Zonne-energiesystemen kunnen ook op het erf worden geplaatst. Hoe beter de installatie opgaat in zijn directe omgeving, hoe kleiner de visuele gevolgen zijn. Naast de locatiekeuze en systeemgrootte speelt ook de manier van plaatsen hierbij een belangrijk rol. Plaats het zonne-energiesysteem op het erf in een regelmatige rangschikking. Plaats de installatie laag bij de grond of eventueel verdiept en scherm deze af voor het zicht, bijvoorbeeld met een haag of met ander groen op voldoende afstand van het systeem.

Lid 1, sub c

Daken behoren tot de zichtbaarste delen van het gebouwde beschermd erfgoed. Het is bepalend voor het beeld en karakter van het gebouw en zijn omgeving. Om die reden heeft het aanbrengen van zonne-energiesystemen op niet-zichtbare delen van een dak vanaf openbaar toegankelijk gebied de voorkeur.

Lid 1, sub d

Indien het plaatsen van een installatie bij de opties onder lid 1 a t/m c aantoonbaar niet mogelijk of rendabel is, kan het zonne-energiesysteem onder bepaalde voorwaarden op dakvlakken in het zicht van openbaar toegankelijk gebied geplaatst worden.

Het plaatsen van panelen in het zicht vraagt altijd om een zorgvuldig ontwerp voor de positie op het dak, de groepering, grootte en kleur, zodat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van cultuurhistorische waarden. Het is maatwerk per individueel geval. De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert over de vergunningaanvraag.

Lid 3

Op bijzondere dakvormen wordt plaatsing op dakvlakken uitgesloten. Het betreffen daken

  • met een bijzondere vorm, zoals rond, spits of veelhoekig, of

  • met een dakbedekking van bijzondere of kwetsbare materialen, zoals riet, koper, zink, lood, leien of zeldzame typen dakpannen, of

  • met dakpannen in een bijzonder of decoratief legpatroon.

Sommige dakvormen of materialen zijn te zeldzaam of kwetsbaar om panelen of collectoren op te plaatsen. Bijzondere dakvormen zijn vaak minder geschikt voor panelen omdat zonne-energiesystemen daar lastig op aan te brengen zijn, ze daar meer opvallen en daardoor eerder een ernstige verstoring van de beeldkwaliteit vormen. Op bepaalde types dakbedekking is het lastig om zonder schade aan het historisch materiaal zonne-energiesystemen te plaatsen. Materialen die na beschadiging slecht herstelbaar of vervangbaar zijn vanwege zeldzaamheid. Of vanwege andere risico’s, zoals brandgevaar bij dakbedekking van riet. Bij de plaatsing van zonne-energiesystemen op daken met een bijzonder decoratief legpatroon willen we visuele aantasting voorkomen, aangezien dit specifieke decoratieve onderdeel van de monumentale kwaliteit dan uit het zicht verdwijnt.

Artikel 5. Plaatsing zonne-energiesysteem

In dit artikel worden richtlijnen gegeven voor de plaatsing van het zonne-energiesysteem.

Lid 1

Daken behoren tot de zichtbaarste delen van het gebouwde beschermd erfgoed. Het materiaal en de detaillering is bepalend voor het beeld en karakter van het gebouw en zijn omgeving. Als de panelen met bijbehorende installaties, kabels en leidingen worden geplaatst, mag dit zo min mogelijk schade of verlies opleveren voor deze oorspronkelijke materialen. Dit kan alleen met een opbouwsysteem, waarbij panelen als losse onderdelen over het bestaande dak heen geplaatst worden. Ze zitten dan op korte afstand boven de historische dakbedekking. Deze manier van plaatsen beperkt de fysieke gevolgen. Het meeste historische materiaal blijft behouden en het systeem is later eenvoudig te verwijderen, zonder veel schade. Het is alleen nodig om op enkele plekken door het dak heen te gaan voor bevestigingshaken, kabels en leidingen. Door de afstand tot de dakpannen kort te houden, blijven ook de visuele gevolgen beperkt.

Kies niet voor een inbouwsysteem, waarbij panelen worden ingebouwd in het dak, dus verdiept tussen de dakpannen. Hiermee is sprake van verlies van historische materialen, omdat dakpannen verdwijnen op de plek waar u de collectoren of panelen inbouwt.

De plaatsing van het zonne-energiesysteem mag ook geen schade toebrengen aan cultuurhistorisch waardevol erf- of groenaanleg.

Lid 2

De manier waarop de panelen zijn gegroepeerd op een hellend dakvlak (het legplan) is van invloed op de mate van visuele verstoring.

Door te kiezen voor een legplan met een zo rustig mogelijk beeld – in veel gevallen zal dit een aangesloten rechthoekig vlak zijn – blijft de visuele verstoring beperkt. Door voldoende afstand te bewaren tussen de panelen en de dakranden en goot blijft er ook nog wat historisch materiaal van het dak zichtbaar. Om het beeld zo rustig mogelijk te houden dient in het legplan rekening gehouden te worden met cultuurhistorische waardevolle dakelementen, als schoorstenen, dakkapellen e.d. Het heeft de voorkeur om eventuele later aangebrachte doorvoerkanalen of ander uitstekingen op het dak te verplaatsen of te laten vervallen ten behoeve van een optimaal legplan.

Lid 4

Om het verstorende beeld van de panelen op het beschermde erfgoed zo terughoudend mogelijk te houden kan er gekozen worden voor panelen afgestemd op de kleur van het dakvlak, bijvoorbeeld rode panelen op een rood dakvlak. Er mag ook gekozen worden voor panelen in een zwarte kleur, zonder patronen met zwarte randen en profielen, ongeacht de kleur van het dakvlak. Het doel is om het beeld zo rustig mogelijk te houden ten gunste van de beeldkwaliteit van het beschermde erfgoed.

Lid 5

Bij panelen in het zicht bij repeterende identieke woonblokken en woonrijen dienen de locatie, groepering en het soort paneel op het dakvlak op elkaar afgestemd te zijn. Het eerste initiatief voor panelen op een woonblok of een woonrij is leidend voor volgende initiatieven. Op deze manier wordt de beeldkwaliteit het minst verstoord.

Artikel 6 Afwijken van de criteria

In de beleidsregel is rekening gehouden met de op dit moment aanwezige opties ten aanzien van zonne-energiesystemen. Door de snelle ontwikkelingen kan het zijn dat er na de vaststelling van deze beleidsregel een systeem op de markt komt, wat tevens geschikt is voor gebruik op beschermd gebouwd erfgoed. Met dit artikel wordt een dergelijk systeem, onder voorwaarden, niet per definitie uitgesloten.