Regeling vervalt per 01-04-2029

Besluit van Gedeputeerde Staten van 9 juli 2024, nr. UTSP-4437239-4468, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit voor het onderdeel Samenwerking voor plattelandsontwikkeling LEADER – Uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027 (Openstellingsbesluit subsidie uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027)

Geldend van 09-08-2024 t/m 31-03-2029

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van 9 juli 2024, nr. UTSP-4437239-4468, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit voor het onderdeel Samenwerking voor plattelandsontwikkeling LEADER – Uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027 (Openstellingsbesluit subsidie uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op artikel 1.2 en hoofdstuk 2, paragraaf 7, van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023 - 2027 provincie Utrecht;

Overwegende dat het wenselijk is om in het kader van LEADER GLB-NSP subsidie beschikbaar te stellen voor de uitvoering van projecten die passen binnen de Lokale Ontwikkeling Strategie (LOS) die zijn geselecteerd door de Lokale Actie Groep (LAG) in het LEADER gebied Utrecht-Oost;

Overwegende dat de LAG van het LEADER gebied Utrecht-Oost Gedeputeerde Staten heeft verzocht om het Openstellingsbesluit subsidie uitvoering LEADER projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027 vast te stellen;

Besluiten vast te stellen:

Openstellingsbesluit subsidie uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder:

aanvraag: aanvraag om subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 7, van de Verordening

LAG: Lokale Actiegroep in het LEADER gebied Utrecht-Oost

LOS: door Gedeputeerde Staten goedgekeurde LOS Utrecht-Oost 2023 – 2027

RVO: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Verordening: Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht

DEEL I UITVOERING VAN LEADER-PROJECTEN

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van projecten die passen binnen de LOS en zijn geselecteerd door de LAG.

Artikel 3. Subsidieplafonds

Het subsidieplafond wordt vastgesteld op € 888.580.

Artikel 4. Doelgroep

In afwijking van artikel 2.7.4 van de Verordening kan subsidie worden verstrekt aan:

  • a.

    rechtspersonen;

  • b.

    ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid; en

  • c.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

Artikel 5. Openstellingsperiode

  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend van 3 oktober 2024 9.00 uur tot en met 31 december 2027 17.00 uur;

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien de complete aanvraag binnen de in het eerste lid genoemde periode is ingediend bij het digitale portaal van de RVO.

Artikel 6. Aanvraagvereiste

In aanvulling op artikel 1.6 van de Verordening bevat een aanvraag:

  • a.

    indien voor uitvoering van de activiteit een vergunning vereist is, een afschrift van de vergunningaanvraag;

  • b.

    indien de aangevraagde subsidie valt onder de-minimissteun op grond van de de-minimisverordening, een Verklaring de-minimissteun.

Artikel 7. Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,- voor overige projecten.

  • 2. Indien de aanvrager in het financieringsplan een subsidiebedrag aanvraagt dat lager is dan het bedrag dat verkregen wordt door de subsidiabele kosten te vermenigvuldigen met het in dit artikel genoemde percentage van de totale subsidiabele kosten, wordt dit gezien als het aangevraagde en maximaal te verlenen subsidiebedrag.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt als het ingevolge dit artikel berekende dan wel het ingevolge het vorige lid aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 25.000,-.

  • 4. In afwijking van artikel 1.7 van de Verordening zijn de regels als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onder b van de Verordening van toepassing op een subsidie als bedoeld artikel 1.7, het eerste lid, onder a van de Verordening.

DEEL II VOORBEREIDING EN UITVOERING VAN SAMENWERKINGSACTIVITEITEN VAN DE LAG

Artikel 8. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      de voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten van de LAG met het oog op het opstellen van een samenwerkingsproject en het zoeken van geschikte partners en gebieden daarvoor.

    • b.

      de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten;

    • c.

      de onder a en b bedoelde samenwerkingsactiviteiten kunnen plaats vinden binnen Nederland (inter-territoriale samenwerking) of tussen gebieden in verschillende lidstaten of met gebieden in derde landen (transnationale samenwerking).

  • 2. Een subsidie als bedoeld in dit artikel wordt uitsluitend verstrekt als het samenwerkingsproject past binnen de LOS.

Artikel 9. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor een subsidie als bedoeld in Artikel 8 wordt vastgesteld op € 45.000.

Artikel 10. Doelgroep

  • 1. In afwijking van artikel 1.1 van de Verordening wordt verstaan onder ‘penvoerder van de LAG’: de rechtspersoon die de rol van penvoerder vervult als beschreven onder 5.1 van de LOS.

  • 2. In afwijking van artikel 2.7.4 van de Verordening wordt subsidie uitsluitend verstrekt aan de penvoerder van de LAG.

Artikel 11. Openstellingsperiode

  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend van 3 oktober 2024 9.00 uur tot en met 31 december 2027 17.00 uur.

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien de complete aanvraag binnen de in het eerste lid genoemde periode is ingediend bij het digitale portaal van de RVO.

Artikel 12. Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 45.000.

  • 2. Indien de aanvrager in het financieringsplan een subsidiebedrag aanvraagt dat lager is dan het bedrag dat verkregen wordt door de subsidiabele kosten te vermenigvuldigen met het in dit artikel genoemde percentage van de totale subsidiabele kosten, wordt dit gezien als het aangevraagde en maximaal te verlenen subsidiebedrag.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt als het ingevolge dit artikel berekende dan wel het ingevolge het vorige lid aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 10.000,-.

  • 4. In afwijking van artikel 1.7 van de Verordening zijn de regels als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onder b van de Verordening van toepassing op een subsidie als bedoeld artikel 1.7, het eerste lid, onder a van de Verordening.

DEEL III ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 13. Subsidiabele kosten

  • 1. De volgende voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 2.7.6 van de Verordening komen voor subsidie in aanmerking, indien zij zijn gemaakt binnen 1 jaar voordat de aanvraag voor subsidie is ingediend:

    • a.

      kosten voor het voorbereiden, opstellen of indienen van de aanvraag;

    • b.

      kosten voor grond- en andere onderzoeken die samenhangen met een vergunningprocedure;

    • c.

      legeskosten.

Artikel 14. Berekening subsidiabele kosten

  • 1. Voor de berekening van de subsidiabele kosten zoals bedoeld in artikel 1.8 van de Verordening, gebruikt de aanvrager naar eigen keuze een berekenwijze als bedoeld in artikel 1.9 van de Verordening.

  • 2. Bij een keuze voor de berekenwijze zoals bedoeld in 1.9, lid 1 onderdeel a, worden de kosten berekend op de wijze als bedoeld in artikel 1.9a, lid 1 onderdeel a van de Verordening.

  • 3. Bij een keuze voor de berekenwijze zoals bedoeld in artikel 1.9, lid 1 onderdeel c, worden de kosten berekend op de wijze als bedoeld in artikel 1.9c, lid 1, onderdeel a van de Verordening.

Artikel 15. Inzet vrijwilligers

  • 1. De inzet van vrijwilligers komt voor € 22,00 per uur voor subsidie in aanmerking.

  • 2. De inzet van vrijwilligers is subsidiabel indien de werkelijke arbeidstijd geverifieerd kan worden.

Artikel 16. Selectie van projecten

  • 1. Conform artikel 2.7.8 van de Verordening vindt selectie van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen plaats door de LAG, op basis van de selectiecriteria zoals opgenomen paragraaf 7.3 en bijlage 4 van de LOS LEADER Utrecht-Oost. Per selectiecriterium wordt een score toegekend.

  • 2. Onder toepassing van artikel 1.12, eerste lid onder a van de Verordening, selecteert de LAG de aanvragen op volgorde van binnenkomst.

  • 3. Een aanvraag behaalt ten minste de per criterium opgegeven minimale score én in totaal minimaal 56 punten om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 17. Doorlooptijd

  • 1. Een project moet worden uitgevoerd binnen een termijn van twee jaar na de datum van het besluit waarmee de subsidie wordt verleend.

  • 2. In afwijking van het eerste lid moet een project uiterlijk op uiterlijk op 31 december 2028 zijn afgerond.

  • 3. Gedeputeerde staten kunnen op basis van een gemotiveerd verzoek toestaan om af te wijken van het eerste lid.

Artikel 18. Bevoorschotting

Het voorschot als bedoeld in artikel 1.17 van de Verordening bedraagt 50% van de verleende subsidie.

Artikel 19. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 20. Werkingsduur

Dit besluit vervalt op 1 april 2029.

Artikel 21. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 9 juli 2024.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

Mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol- van Leeuwen

Toelichting bij het Openstellingsbesluit subsidie uitvoering projecten LOS Utrecht-Oost 2023-2027

LEESWIJZER

Voorliggend openstellingsbesluit moet in samenhang gelezen worden met de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 van de provincie Utrecht, zie: Besluit van provinciale staten van Utrecht van 20 september 2023, nr. UTSP-4437239-3551, tot vaststelling van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 (Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht).

Met dit openstellingsbesluit wordt paragraaf 7 uit hoofdstuk 2 van de Verordening – Samenwerking voor plattelandsontwikkeling-LEADER – Uitvoering projecten LOS – opengesteld. De artikelen 2.7.1 tot en met 2.7.8 van paragraaf 7 uit hoofdstuk 2 van de Verordening moeten tezamen gelezen worden met de artikelen in dit openstellingsbesluit. Daarnaast zijn de algemene en slotbepalingen uit de Verordening ook van toepassing op een aanvraag.

Algemene toelichting

LEADER is een onderdeel van het Europese programma voor plattelandsontwikkeling. De afkorting LEADER staat voor de verbinding tussen acties voor de ontwikkeling van de plattelandseconomie (Liaisons Entre Actions de Développement de l'Économie Rurale). Dit betekent vrij vertaald: ‘Samenwerking voor Plattelandsontwikkeling’. LEADER beoogt bij te dragen aan de sociaal-economische ontwikkeling van plattelandsgebieden.

Kern van LEADER is het werken van onderop. Om de doelen van LEADER te bereiken zijn er in ieder LEADER-gebied mensen die samen werken in een Lokale Actiegroep (LAG). De eerste taak van een LAG is het opstellen van een Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS). Daarin is vastgelegd welke doelen de LAG wil bereiken voor het eigen LEADER-gebied. De Europese Unie en de provincies stellen geld beschikbaar voor het behalen van die doelen. Om het geld te verdelen stelt de LAG een subsidieregeling op. De subsidieregeling is bedoeld voor lokale projecten die bijdragen aan de doelen in de Lokale Ontwikkelingsstrategie.

De Lokale Actiegroepen worden bijgestaan door de provincies en door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De provincies zorgen ervoor dat de subsidieregelingen en de subsidiebesluiten van de LAG voldoen aan de eisen van het Europees recht en het Nederlands recht. De RVO faciliteert de uitvoering van de subsidieregelingen.

De provincies hebben gezamenlijk standaardbepalingen voor de subsidieregelingen opgesteld. Deze zijn in alle provincies hetzelfde. Voor de provincie Utrecht zijn ze vastgelegd in de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht. Hoofdstuk 1 van de Verordening bevat algemene bepalingen die gelden voor alle Europese subsidies. De bepalingen in hoofdstuk 2, paragraaf 7, gelden alleen voor LEADER subsidies.

De subsidieregeling die door een LAG wordt opgesteld, wordt een Openstellingsbesluit genoemd. Een subsidieaanvrager moet niet alleen voldoen aan de voorwaarden in het Openstellingsbesluit, maar ook aan de voorwaarden van hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2, paragraaf 7, van de Verordening. Als een Openstellingsbesluit afwijkt van een bepaling in de Verordening, gaat het Openstellingsbesluit voor.

Om het Openstellingsbesluit en de subsidiebesluiten van de LAG de benodigde juridische status te geven, wordt de LOS formeel goedgekeurd door gedeputeerde staten. Het Openstellingsbesluit en de subsidiebesluiten van de LAG worden formeel vastgesteld door gedeputeerde staten.

Meer informatie over LEADER is te vinden in de toelichting bij hoofdstuk 2, paragraaf 7, van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht.

Utrecht kent twee LEADER-gebieden, respectievelijk Utrecht Oost (oostelijke kant van de provincie) en Weidse Veenweiden (westelijke kant van de provincie). De gebiedsbegrenzing staat onder 2.1 in de LOS Utrecht-Oost 2023 – 2027. Dit Openstellingsbesluit bevat de subsidieregeling voor projecten die uitvoering geven aan de LOS voor Utrecht-Oost. De LOS voor Utrecht-Oost is te vinden op de website van de LAG: www.leaderutrechtoost.nl.

Artikelgewijze toelichting

In deze artikelgewijze toelichting wordt ook ingegaan op relevante bepalingen in de Verordening die in het openstellingsbesluit niet worden herhaald, maar die wel van toepassing zijn.

Artikel 1Begripsbepalingen

Zie ook artikel 2.7.1. van de Verordening voor de begrippen LAG, LEADER en LOS.

DEEL IUITVOERING VAN LEADER-PROJECTEN

Artikel 2Subsidiabele activiteiten

De uit te voeren projecten moeten passen binnen de LOS Utrecht-Oost 2023 – 2027. De doelen van de LOS zijn beschreven in onderdeel 3 van de LOS.

Artikel 3Subsidieplafonds

Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende de looptijd van deze subsidieregeling ter hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Als het subsidieplafond is bereikt, worden geen subsidies meer verstrekt. Het subsidieplafond kan tussentijds worden verhoogd.

Artikel 4Doelgroep

Een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid kan zijn een eenmanszaak, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap of een maatschap.

Artikel 5Openstellingsperiode

De aanvraagperiode is gekoppeld aan de periode die wordt bestreken door het strategisch GLB-plan van de EU. GLB is de afkorting voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.

Artikel 6Aanvraagvereiste

De algemene eisen waaraan een aanvraag moet voldoen, zijn te vinden in de artikelen 1.6 en 2.7.5 van de Verordening. De aanvraag moet worden ingediend via de website van de RVO.

Subsidie aan een onderneming kan onder het Europese verbod op staatssteun vallen. Om marktverstoring te voorkomen mag een onderneming slechts beperkt subsidie ontvangen. Zolang de steun die een onderneming ontvangt, niet meer bedraagt dan € 300.000 per drie belastingjaren, is de subsidie toegestaan. Het gaat dan om het totaalbedrag van alle overheidssteun die de onderneming ontvangt. Omdat overheden geen zicht hebben op de steun die een onderneming van andere overheden ontvangt, moet de onderneming die gegevens invullen in een zogenaamde de-minimisverklaring. De regels met betrekking tot de-minimissteun zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023. De in te vullen Verklaring de-minimissteun is als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Artikel 7Subsidiehoogte

Het subsidiepercentage bedraagt 50%. De bijdrage vanuit het gebied is minimaal 50% van het totale projectbudget. De eigen bijdrage (minimaal 50%) kan bestaan uit eigen middelen en/of uren, maar ook uit bijdragen uit fondsen of andere subsidies, bijvoorbeeld van een waterschap, een gemeente of het rijk.

Het uitgangspunt van de Verordening is dat er verschillende regels gelden voor verschillende subsidies, afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag. In de Verordening zijn de subsidies daarom in artikel 1.7 ingedeeld in drie arrangementen. In dit Openstellingsbesluit is ervoor gekozen dezelfde regels te hanteren voor alle subsidies, ongeacht de hoogte van het subsidiebedrag. Dat heeft met name consequenties voor de verantwoording en de vaststelling van de subsidie. Voor alle subsidies op grond van dit Openstellingsbesluit gelden de regels die zijn vastgelegd voor arrangement 2.

DEEL IIVOORBEREIDING EN UITVOERING VAN SAMENWERKINGSACTIVITEITEN VAN DE LAG

Artikel 8Subsidiabele activiteiten

Tijdens voorgaande LEADER-periodes bestond er een aparte subsidieregeling voor interregionale of transnationale samenwerkingsprojecten van de LAG ter uitvoering van de LOS. In deze LEADER-periode heeft de EU ervoor gekozen alle activiteiten ter uitvoering van een LOS in één subsidieregeling te bundelen. De LAG of een penvoerder van de LAG kan dus ook begunstigde zijn, namelijk van een subsidie voor een samenwerkingsproject. In dat geval moet de LAG ervoor zorgen dat de scheiding van functies wordt geëerbiedigd. Dit volgt uit artikel 33 lid 5 van de Verordening 2110/1060 van de EU.

De activiteiten onder deze maatregel zijn gericht op het vormen van samenwerkingsactiviteiten tussen lokale actiegroepen. Er moet aansluiting zijn op de LOS, anders wordt de subsidie geweigerd. De subsidie is niet bedoeld voor investeringen.

Artikel 12Subsidiehoogte

Een LAG beschikt niet over eigen middelen. Voor een samenwerkingsproject van de LAG geldt daarom een subsidiepercentage van 100%.

DEEL IIIALGEMENE BEPALINGEN

Algemene weigeringsgronden

Artikel 1.5 van de Verordening bevat algemene weigeringsgronden. Als een van deze weigeringsgronden van toepassing is, heeft het geen zin een aanvraag in te dienen.

Artikel 13Subsidiabele kosten

De voorbereiding van een vergunningaanvraag kan veel tijd en geld kosten. Om te voorkomen dat LEADER-projecten hierdoor te veel vertraging oplopen, is landelijk de wens dat voorbereidingskosten voor subsidie in aanmerking komen. Dat vereist een wijziging van artikel 2.7.6 van de Verordening. Voor een wijziging van de Verordening is een besluit van Provinciale Staten nodig. Dit onderdeel van dit Openstellingsbesluit kan pas inwerking treden als Provinciale Staten de Verordening hebben gewijzigd en die wijziging in werking is getreden.

Artikel 14Berekening subsidiabele kosten

Alleen kosten als bedoeld in artikel 1.8 van de Verordening komen voor subsidie in aanmerking. Voorwaarde is dat de kosten direct verband houden met het uitvoeren van projecten die passen binnen de LOS.

Voor de berekening van de overige kosten kan de aanvrager kiezen uit de in artikel 19 van de Verordening genoemde berekenwijzes. Een kennisinstelling kan ook kiezen voor de integrale kostensystematiek als bedoeld in artikel 19d van de Verordening.

Artikel 15Inzet vrijwilligers

De EU schrijft voor dat de waarde van onbetaalde arbeid wordt bepaald aan de hand van de werkelijke, geverifieerde arbeidstijd en de beloning voor soortgelijke arbeid. Landelijk is er één vast tarief voor vrijwilligerswerk overeen gekomen. Dat tarief bedraagt € 22,- per uur.

Artikel 16Selectie van projecten

Dit artikel betreft de wijze van selectie van aanvragen. In dit artikel is geregeld dat de LAG LEADER Utrecht-Oost de aanvragen beoordeelt aan de hand van de selectiecriteria in paragraaf 7.3 en bijlage 4 van de LOS LEADER Utrecht-Oost. Een aanvraag dient minimaal de per criterium opgegeven minimale score én in totaal minimaal 56 punten te scoren.

De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst door de LAG beoordeeld, de aanvraag dient compleet te zijn ingediend via de portal van RVO. De LAG vergadert ten minste vier keer per jaar over de beoordeling van aanvragen. De vergaderdata worden bekend gemaakt op de website www.leaderutrechtoost.nl.

Beslistermijn

Gedeputeerde Staten beslissen binnen 22 weken na afloop van de periode waarbinnen een aanvraag om subsidie ontvangen moet zijn.

Artikel 17Doorlooptijd

Deze subsidieregeling maakt deel uit van het LEADER-programma van de EU, dat op 1 april 2029 administratief moet zijn afgerond. Om voldoende tijd over te houden voor de verantwoording en de definitieve vaststelling van de subsidies moeten de gesubsidieerde projecten voor 1 januari 2029 zijn afgerond.

Artikel 18Bevoorschotting

Artikel 1.17 van de Verordening bepaalt dat er ambtshalve een voorschot wordt verstrekt van maximaal 50%. In dit Openstellingsbesluit is gekozen voor een vast voorschot van 50%. Het woord ambtshalve betekent dat het voorschot niet hoeft te worden aangevraagd. Het voorschot wordt verleend voordat met de uitvoering van het project wordt gestart.

Deelbetalingen

De Verordening biedt ook de mogelijkheid om tijdens de uitvoering van het project deelbetalingen aan te vragen op basis van gemaakte kosten of geleverde (deel)prestaties. De regels voor deelbetalingen zijn vastgelegd in artikel 1.18 van de Verordening. De som van het voorschot en de deelbetaling(en) gezamenlijk bedraagt ten hoogste 90% van de verleende subsidie.

Wijziging van het subsidiebesluit

De beschikking tot subsidieverlening kan op verzoek van de subsidie-ontvanger worden gewijzigd. In artikel 1.22 van de Verordening is vastgelegd hoe een wijzigingsverzoek moet worden ingediend. Ook is daarin vastgelegd in welke gevallen een wijzigingsverzoek niet wordt gehonoreerd.

Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Nadat het project is afgerond wordt de hoogte van de subsidie definitief vastgesteld. De subsidieontvanger moet daarvoor een inhoudelijk verslag indienen samen met een aanvraag tot vaststelling. Het een en ander is vastgelegd in artikel 1.20 van de Verordening.

Artikel 20Werkingsduur

Het LEADER-programma eindigt op 1 april 2029.