Besluit van burgemeester en wethouders van Eindhoven tot vaststelling van de Subsidieregeling Ketenaanpak Valpreventie 2025

Artikel 5 Subsidievereisten

• 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, wordt in aanvulling op het bepaalde in de ASV Eindhoven voldaan aan de volgende vereisten:

• a.

  de activiteiten vinden plaats in een of meerdere volledige wijken in Eindhoven (zie bijlage 1); en

• b.

  de activiteiten worden in samenwerking uitgevoerd, uit de samenwerking moet aantoonbaar blijken dat de ketenaanpak valpreventie op alle onderdelen geborgd is; en

• 2. Om in aanmerking te komen voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 voor activiteiten die bijdragen aan het doel zoals beschreven in artikel 2 onderdeel b, wordt in aanvulling op het eerste lid voldaan aan de volgende vereisten:

• a.

  de aanvrager moet zelf, of in samenwerking met een andere aanvrager, ook subsidie hebben aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan het doel zoals omschreven in artikel 2 onderdeel a; en

• b.

  De aanvrager moet één of meerdere medewerkers hebben die bevoegd zijn de desbetreffende beweeginterventie te mogen uitvoeren.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

• 1. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor en in verhouding staan tot het uitvoeren van de activiteiten, zijn:

• a.

  Activiteitenkosten; zijnde de kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de activiteit; zijnde communicatiekosten, licentiekosten, huur van externe locatie specifiek bedoeld voor de activiteiten, koffie en thee (alleen in het kader van activiteiten zoals benoemd in artikel 2 lid 1);

• b.

  Afschrijvingskosten: kosten die in verband staan met afschrijving op aanschafkosten van materialen (zoals materialen specifiek bedoeld voor uitvoering van de doelen zoals benoemd in artikel 2.);

• c.

  Personele kosten: bestaande uit kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de coördinatie van de ketenaanpak en uitvoering van bijbehorende activiteiten en op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden op basis van eerder verkregen subsidies en andere landelijke wetgeving op het gebied van sociale zekerheid.

• d.

  Deskundigheidsbevordering: bestaande uit kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en/of noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van specifieke vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit die op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden uit het opleidingsbudget van de organisatie van subsidieaanvrager.

• 2. Geen subsidie verleend voor:

• a.

  Kosten van investeringen van gebruiksvoorwerpen en/of automatisering die langer dan een jaar worden gebruikt en niet specifiek bedoeld zijn voor de uitvoering van activiteiten zoals benoemd in artikel 2, zoals ict-materialen, aanschaf software en hardware;

• b.

  Kosten verbonden aan groot onderhoud, afschrijvingen op investeringen aangaande het pand en terreinen;

• c.

  Eenmalige investeringen die meer dan een jaar worden gebruikt om een product of activiteit op te zetten, die minder dan € 450,- kosten in aanschaf;

• d.

  Kosten van activiteiten waarvoor op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat, dan wel recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds;

• e.

  Vervoer van en naar de locaties waar activiteiten plaatsvinden, zowel voor deelnemers als uitvoerders.

Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag

• 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

• 2. In aanvulling op het bepaalde in artikel 6, tweede lid, van de ASV Eindhoven, levert de aanvrager de volgende gegevens aan:

• a.

  Een begroting van de kosten en inkomsten voor de activiteiten; en

• b.

  De planning ontwikkeling van de activiteiten; en

• c.

  Rol en taakverdeling van samenwerkingspartners; en

• d.

  Expertise/ervaring met het uitvoeren van (onderdelen van) de ketenaanpak valpreventie.

Artikel 9 Subsidieplafond en wijze van verdeling

• 1. Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

• 2. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 3. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en daarbij vermelde maximale aantal punten:

• a.

  Eerdere aantoonbare ervaring met de uitvoering van de ketenaanpak valpreventie (40 punten);

• b.

  De mate van samenwerking om de ketenaanpak te realiseren (40 punten);

• c.

  De prijs/kwaliteitsverhouding (20punten).

• d.

  Het college stelt de onderlinge rangschikking van de aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt vast door middel van loting.

Artikel 15. Slotbepalingen

• 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie en geldt voor activiteiten van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.

• 2. De subsidieregeling Ketenaanpak Valpreventie, gemeenteblad 2023, 387988 wordt met ingang van 1 januari 2025 ingetrokken.

• 3. Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld blijft het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk vóór dat tijdstip.

• 4. Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2026

• 5. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Ketenaanpak Valpreventie 2025.