Regeling vervallen per 01-09-2009

Bijzondere subsidieverordening investeringsregeling ondernemers kansenzones

Geldend van 01-07-2008 t/m 31-08-2009

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening investeringsregeling ondernemers kansenzones

Inhoud

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de ondernemer of eigenaar die een subsidie aanvraagt;

    b. ASA: Algemene Subsidieverordening Amsterdam;

    c. bedrijf: een kleine of middelgrote onderneming die beschikt over een bedrijfsruimte waarin een voor publiek toegankelijk lokaal voor rechtstreekse levering van roerende zaken of diensten aanwezig is;

    d. college: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

    e. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het betreffende stadsdeel;

    f. duurzame bedrijfsuitrusting: bedrijfsmiddelen van ten minste € 100,- die in de uitoefening van het bedrijf nodig of noodzakelijk zijn, die uitsluitend bij de uitoefening van het bedrijf worden gebruikt en een economische levensduur van minimaal drie jaar hebben;

    g. economische kansenzone: door het college aangewezen gebied waarbinnen ondernemers in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

    h. eigenaar: eigenaar van een onroerende zaak waarin het bedrijf van de ondernemer is of wordt gevestigd;

    i. ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een bedrijf in stand houdt en die ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel dan wel beschikt over een fiscale zelfstandigheidsverklaring;

    j. projectsubsidie: projectsubsidie als bedoeld in de ASA.

Artikel 2 Doel verordening

Deze verordening heeft tot doel ondernemers en eigenaren in economische kansenzones te stimuleren te investeren in de verbouwing van bedrijfsruimten, de verbetering van voor- en zijgevels van bedrijfsruimten en de aanschaf van duurzame bedrijfsuitrusting, dan wel om ondernemers te stimuleren in economische kansenzones een bedrijf te starten.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan aan een eigenaar of ondernemer een projectsubsidie verlenen voor kosten die gemaakt zijn ten behoeve van bedrijven voor:

    • a.

      verbouwing van bedrijfsruimten;

      b. de verbetering van de voor- en zijgevels van bedrijfsruimten, uitgezonderd daken, en

      c. de duurzame bedrijfsuitrusting.

  • 2. De in het eerste lid onder onderdeel a en b bedoelde kosten hebben betrekking op bouwkundige aanpassingen van de bedrijfsruimten die voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn en waaronder in ieder geval kan worden begrepen:

    • a.

      wijziging van de indeling door verwijderen, plaatsing of verplaatsing van binnenmuren, vloeren of tussenvloeren;

      b. voorzieningen ter verbetering van warmte-isolatie;

      c. aanpassing van gas,- water- en elektriciteitleidingen;

      d. afwerking van het verbouwde gedeelte;

      e. vernieuwing van kozijnen, deuren en trappen.

  • 3. Het eerste lid, onder c, is niet van toepassing op:

    • a.

      duurzame bedrijfuitrusting die de aanvrager verwerft van een onderneming die tot hetzelfde bedrijf behoort of door dezelfde ondernemer in stand wordt gehouden of van een natuurlijk persoon die verbonden is aan het bedrijf of één van de andere voornoemde ondernemingen;

      b. voertuigen of daarmee samenhangende toebehoren en accessoires;

      c. kosten van verwerving van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom, kosten van onderzoek, ontwikkeling en scholing.

  • 4. Het college kan aan een ondernemer een projectsubsidie verlenen voor kosten die gemaakt zijn ten behoeve van bedrijven voor:

    • a.

      de huur van bedrijfsruimte die voor de bedrijfsuitvoering zal worden gebruikt.

Artikel 4 Economische Kansenzones

  • 1. De verordening is van toepassing op economische kansenzones.

  • 2. Het college kan gebieden aanwijzen als economische kansenzone.

  • 3. Het aanwijzingsbesluit economische kansenzones:

    • a.

      wordt vastgesteld na advies van het dagelijks bestuur van het betreffende stadsdeel;

      b. bevat een op een kaart aangegeven begrenzing van de gebieden die worden aangewezen als economische kansenzone;

      c. geeft de duur van de aanwijzing aan;

      d. geeft het bedrag aan dat voor de verstrekking van subsidies maximaal beschikbaar is.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor deze verordening bedraagt in 2008 en 2009 gezamenlijk € 1.000.000,-

  • 2. Het college maakt jaarlijks voor 31 december het subsidieplafond bekend voor het daaropvolgende jaar.

  • 3. Per economische kansenzone geldt het bedrag als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel d als subsidieplafond.

Artikel 6 Hoogte subsidie

De te verlenen subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale som van subsidiabele kosten, tot een maximum subsidie van € 40.000,-.

Artikel 7 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Het college stelt het aanvraagformulier genoemd in het eerste lid vast.

  • 3. Een aanvraag wordt ingediend bij het dagelijks bestuur van het stadsdeel waarin de economische kansenzone zich bevindt en waarin het bedrijf feitelijk is of zal worden gevestigd.

  • 4. Het college kan nadere verplichtingen opleggen met betrekking tot het overleggen van afschriften, bewijsstukken en andere documenten ter ondersteuning van de subsidieaanvraag.

  • 5. Alvorens tot verlening over te gaan, kan het college advies van een derde inwinnen met betrekking tot de aanvraag. Gedacht kan worden aan een advies inzake de kredietwaardigheid van de aanvrager, en de levensvatbaarheid van het bedrijf. De subsidieontvanger is gehouden, voor zover dit redelijkerwijs voor een besluit in het kader van deze regeling nodig is, desgevraagd alle verlangde nadere gegevens te verstrekken of te doen verstrekken.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2. Het College kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen; hiervan doet het vóór afloop van de in het eerste lid vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.

Artikel 9 Algemene weigeringsgronden

  • 1. Subsidie wordt in elk geval geweigerd indien:

    • a.

      het bedrijf niet feitelijk is gevestigd in een economische kansenzone, of daar niet feitelijk zal worden gevestigd;

      b. de bedrijfsruimte niet feitelijk is gevestigd of zal worden gevestigd in een economische kansenzone;

      c. de subsidiabele activiteit naar het oordeel van het college niet past in de beleidsmatige visie op de economische kansenzone;

      d. de kosten van de subsidiabele activiteiten lager zijn dan €4.000,-;

      e. de activiteiten reeds geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd of verplichtingen reeds zijn aangegaan;

      f. eerder subsidie is verleend voor dezelfde activiteiten.

  • 2. Subsidie kan worden geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager die natuurlijk persoon is, niet beschikt over een fiscale zelfstandigheidverklaring;

      b. de aanvrager geen eigenaar of ondernemer is;

      c. het bedrijf meer dan 250 fulltime werknemers in dienst heeft;

      d. naar het oordeel van het college twijfels bestaan over de levensvatbaarheid van het bedrijf of de kredietwaardigheid van de eigenaar;

      e. de aanvrager een onderneming is in de zin van artikel 87 van het EG-verdrag, en deze binnen 3 jaren voorafgaand aan het tijdstip van indiening van de aanvraag overheidsteun heeft verkregen van meer dan €160.000.

Artikel 10 Bijzondere weigeringsgronden bouwkundige verbeteringen

Subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a en b wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager bij de aanvraag niet kan aantonen dat de bedrijfsruimte niet ten minste 5 jaar, gerekend vanaf de subsidieverlening beschikbaar blijft voor het bedrijf;

    b. de eigenaar bij de aanvraag niet kan aantonen dat gedurende ten minste 5 jaar geen huurverhoging zal worden toegepast in verband met de ten uitvoer te brengen verbouwing van de bedrijfsruimte.

Artikel 11 Bijzondere weigeringsgronden duurzame bedrijfsuitrusting

Subsidie voor de activiteit bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager de onderneming niet daadwerkelijk ter plaatse ten minste drie jaar na subsidievaststelling uitoefent;

    b. de gesubsidieerde duurzame bedrijfsuitrusting niet ten minste drie jaar daadwerkelijk wordt aangewend in de bedrijfsuitoefening van de ondernemer;

Artikel 12: bijzondere weigeringsgronden huur

De subsidie voor de activiteit bedoeld in artikel 3, vierde lid, wordt geweigerd indien:

  • a.

    de ondernemer de onderneming niet ter plaatste ten minste drie jaar na subsidievaststelling uitoefent

Artikel 13 Subsidieverplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

    • a.

      tot uitvoering van de gesubsidieerde activiteit over te gaan binnen 12 maanden na subsidieverlening;

      b. een administratie te voeren die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle projectkosten kunnen worden afgelezen. Het college kan ter zake nadere verplichtingen opleggen;

      c. onverwijld mededeling te doen van:

      - een ingediend verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijk personen; of

      - een ingediend verzoek tot verlening van surseance van betaling of faillietverklaring van hem bij de rechtbank;

      d. onverwijld mededeling te doen van vervreemding van het bedrijf of de onroerende zaak waarin het bedrijf is gevestigd.

      e. het onroerend goed waaraan de bouwkundige voorzieningen zijn getroffen niet onder bijzondere titel in eigendom over te dragen binnen 5 jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden.

  • 2. De subsidieontvanger die ondernemer is, is in elk geval verplicht:

    • a.

      de gesubsidieerde duurzame bedrijfsuitrusting niet te gebruiken voor verhuur, ingebruikgeving aan derden of voor exploitatie door derden;

      b. de gesubsidieerde duurzame bedrijfsuitrusting te gebruiken voor de uitoefening van het bedrijf en niet te vervreemden;

      c. de kosten voor de gesubsidieerde duurzame bedrijfsuitrusting af te schrijven over een periode van ten minste drie jaar;

      d. de bedrijfsactiviteiten ten minste drie jaren na de subsidievaststelling voort te zetten.

Artikel 14 Terugvordering

  • 1. Bij overtreding van de verplichting van artikel 13, tweede lid, onder d, wordt de subsidie teruggevorderd overeenkomstig de onderstaande tabel:

    • -

      binnen 1 jaar na de vaststelling: 90% restitutie;

      - in het tweede jaar na de vaststelling: 80% restitutie;

      - in het derde jaar na de vaststelling:60% restitutie.

  • 2. Bij overtreding van de verplichting van artikel 13, eerste lid, onder e wordt de subsidie teruggevorderd overeenkomstig de onderstaande tabel:

    • -

      binnen 1 jaar na gereedmelding van de werkzaamheden: 90% restitutie;

      - in het tweede jaar na gereedmedling van de werkzaamheden: 80% restitutie;

      - in het derde jaar na gereedmelding van de werkzaamheden:60% restitutie;

      - in het vierde jaar na gereedmelding van de werkzaamhden:40% restitutie;

      - in het vijfde jaar na gereedmelding van de werkzaamheden:20% restitutie.

  • 3. Bij het niet naleven van de meldingsplicht als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder d, wordt ongeacht het aantal verstreken jaren 75 % van de verstrekte bijdrage teruggevorderd.

Artikel 15 Gereedmelding

  • 1. De subsidieontvanger meldt de gesubsidieerde activiteit binnen 6 weken na voltooiing van de werkzaamheden gereed.

  • 2. De gereedmelding is tevens de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en geschiedt op een door het college vastgesteld en door het dagelijks bestuur verstrekt gereedmeldingsformulier.

  • 3. Het college kan nadere verplichtingen opleggen met betrekking tot het overleggen van afschriften, bewijsstukken en andere documenten ter ondersteuning van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 4. Het college bevestigt binnen 3 weken de ontvangst van de gereedmelding.

Artikel 16 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt de subsidie vast binnen 8 weken nadat de aanvraag daartoe, vergezeld met alle gevraagde bewijsstukken, is ingediend op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 2. Het college kan deze termijn met ten hoogste 8 weken verlengen, mits hiervan voor de afloop van de in het eerste lid genoemde termijn mededeling wordt gedaan aan de aanvrager. kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen; hiervan doet het vóór afloop van de in het eerste lid vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheid van overwegende aard dan wel afbreuk aan het belang dat de verordening beoogt te beschermen, dan kan het college afwijken van het in de verordening gestelde, of deze buiten toepassing laten.

Artikel 18 Toezicht op naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het dagelijks bestuur aan te wijzen personen.

Artikel 19 Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze verordening geldt van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2012.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Bijzondere subsidieverordening investeringsregeling ondernemers kansenzones.