Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2025

Besluit van de raad van de gemeente Assen tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Assen 2025 (Verordening toeristenbelasting Assen 2025)

De raad van de gemeente Assen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 2024;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Assen 2025 (Verordening toeristenbelasting Assen 2025)

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente Assen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen van de gemeente Assen zijn ingeschreven.

Artikel 2. Belastingplicht

1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

1. van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 5. Belastingtarief

2024

2025

1.

Het tarief per persoon, per overnachting bedraagt:

€ 1,50

€ 1,55

2.

In afwijking van het hiervoor onder 1 genoemde tarief, bedraagt het tarief in de periode 25 tot en met 29 juni 2025 per persoon, per overnachting:

€ 3,00

€ 3,00

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd voor ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8. Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 25 worden niet opgelegd.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op verschuldigde bedragen die door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijn.

Artikel 10. Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 232 lid 2, sub a en c Gemeentewet.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige die in het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening een aanslag toeristenbelasting heeft ontvangen of daarvoor aangifte heeft gedaan.

  • 3.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden iedere wijziging die gevolgen heeft voor de heffing en de invordering van toeristenbelasting schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 232 lid 2 sub a en c Gemeentewet.

Artikel 11. Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een nachtverblijfregister.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor zover de belastingplichtige een registratie voert waaruit het nachtverblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouder kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister.

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13. Overgangsrecht

De ‘Verordening toeristenbelasting 2023’ van 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 14 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2025.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 juli 2024.

De raad voornoemd,

M.L.J. Out, voorzitter

J. de Jonge, griffier