Regeling vervalt per 01-01-2027

Subsidieregeling valpreventieve beweeginterventies Berg en Dal 2024

Geldend van 02-08-2024 t/m 31-12-2026

Intitulé

Subsidieregeling valpreventieve beweeginterventies Berg en Dal 2024

Het college van burgermeester en wethouders van de Gemeente Berg en Dal;

gelet op de Algemene subsidieverordening Welzijn Berg en Dal 2017;

besluit vast te stellen de subsidieregeling valpreventieve beweeginterventies Berg en Dal 2024;

Subsidieregeling valpreventieve beweeginterventies Berg en Dal 2024

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1. De definities, genoemd in artikel 1 van de ASV Berg en Dal, zijn op deze subsidieregeling van overeenkomstige toepassing;

  • 2. In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      GALA: Gezond Actief Leven Akkoord. Gemeenten en GGD’en, zorgverzekeraars en VWS zetten gezamenlijk in op een gezond en actief leven met een stevige sociale basis. In het GALA is bij het doel vitaal ouder worden valpreventie benoemd als een van de actiepunten;

    • b.

      Ketenaanpak valpreventie: ketenaanpak die is gericht op thuiswonende ouderen van 65 jaar of ouder met een verhoogd valrisico en die bestaat uit het opsporen (risico-inschatting, screenen (valanalyse) en het inzetten van een valpreventieve beweeginterventie aangevuld met een advies op maat;

    • c.

      Brede SPUK-regeling: Specifieke Uitkering-regeling. De SPUK-regeling bundelt geldstromen die zich richten op het stimuleren van gezondheid, sport en bewegen, preventie en het versterken van de sociale basis;

    • d.

      Aanvrager: rechtspersoon die op basis van deze regeling subsidie aanvraagt;

    • e.

      Ouderen: thuiswonende 65-plussers;

    • f.

      Valrisico opsporing en analyse: het opsporen van ouderen en het vaststellen van het valrisico;

    • g.

      Valpreventieve beweeginterventie: valpreventieve beweeginterventies zoals deze worden erkend door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), te weten Vallen Verleden Tijd, In Balans en Otago;

    • h.

      Matig valrisico: een matig valrisico vastgesteld op basis van een uitgevoerde valrisicotest;

    • i.

      Hoog valrisico: een hoog valrisico vastgesteld op basis van een uitgevoerde valrisicotest;

    • j.

      ASV Berg en Dal: Algemene Subsidieverordening Welzijn Berg en Dal 2017 of de daarop volgende verordening.

Artikel 2. Doel

Het doel van de subsidieregeling is om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van valpreventieve beweeginterventies voor ouderen om onder hen het valrisico te verlagen en valongevallen te voorkomen.

Artikel 3. Doelgroep

Voor subsidie komen uitsluitend rechtspersonen in aanmerking.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden aangevraagd voor de uitvoering van een valpreventieve beweeginterventie bij ouderen woonachtig in de gemeente Berg en Dal.

Artikel 5. Nadere verplichtingen

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4, wordt in aanvulling op het bepaalde in ASV Berg en Dal voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    De aanvrager levert bewijs van het beschikken over de juiste opleiding om de valpreventieve beweeginterventie te mogen uitvoeren. Een kopie van het certificaat, uitgegeven door VeiligheidNL of NPI volstaat;

  • 2.

    De valpreventieve beweeginterventie vindt plaats in de gemeente Berg en Dal;

  • 3.

    De valpreventieve beweeginterventie wordt aangeboden aan ouderen woonachtig in de gemeente Berg en Dal;

  • 4.

    De aan de valpreventieve beweeginterventie deelnemende ouderen hebben een matig tot hoog valrisico;

  • 5.

    Het aantal ouderen dat deelneemt aan een valpreventieve beweeginterventie is bij aanvang van de interventie niet meer of minder dan het vastgestelde aantal deelnemers. Voor Otago groep gaan we uit van acht deelnemers. Voor Vallen Verleden tijd van tien deelnemers en voor In Balans van twaalf deelnemers.

  • 6.

    Het is de aanvrager niet toegestaan aanspraak te doen op deze subsidieregeling en tegelijkertijd aanspraak te maken op bekostiging van de valpreventieve beweeginterventie vanuit de zorgverzekeringswet;

  • 7.

    Het is de aanvrager niet toegestaan aanspraak te doen op deze subsidieregeling en tegelijkertijd een eigen bijdrage aan de deelnemer te vragen;

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  • 1. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor en in verhouding staan tot het uitvoeren van de valpreventieve beweeginterventies, zijn:

    • a.

      Activiteitenkosten: de kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de valpreventieve beweeginterventie, zijnde koffie en thee, lesmateriaal, huur van externe locatie specifiek bedoeld voor de interventie;

    • b.

      Personele kosten: bestaande uit kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de valpreventieve beweeginterventie en op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden op basis van eerder verkregen subsidies en andere landelijke wetgeving op het gebied van sociale zekerheid.

  • 2. Geen subsidie wordt verleend voor:

    • a.

      Kosten van investeringen van gebruiksvoorwerpen en/of automatisering, zoals ict-materialen, aanschaf software en hardware dan wel afschrijvingskosten hiervan;

    • b.

      Kosten verbonden aan onderhouden en/of afschrijving van investeringen;

    • c.

      Deskundigheidsbevordering: bestaande uit kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en/of noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van specifieke vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit die op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden uit het opleidingsbudget van de organisatie van subsidieaanvrager.

    • d.

      Initiële aanloopkosten: kosten die in verband staan met het opbouwen van de activiteit(en) zoals aanschaf van materialen of eenmalige investeringen om een valpreventieve beweeginterventie op te zetten.

Artikel 7. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling wordt jaarlijks door het college vastgesteld. Dit onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad in november.

Artikel 8. Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €15.000,- per aanvrager per kalenderjaar.

Artikel 9. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in deze subsidieregeling, een subsidie toe te kennen ten laste van het budget vanuit de Brede SPUK regeling beschikbaar voor valpreventie. Het college kan aan een toekenningsbesluit nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 10. Wijze van aanvragen en aanvraagvereisten

  • 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvrager levert de volgende aanvullende gegevens aan:

    • a.

      een bewijs van het beschikken over de juiste opleiding om het valpreventieprogramma te mogen uitvoeren. Een kopie van het certificaat, uitgegeven door VeiligheidNL of NPI volstaat;

Artikel 11. Aanvraagtermijn

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot 15 november van het desbetreffende jaar. De gesubsidieerde activiteit moet zijn gestart voor 31 december van het betreffende jaar. Voor het kalenderjaar 2026 geldt dat de activiteit moet zijn afgerond op 31 december 2026.

Artikel 12. Afhandelen aanvraag

Op aanvragen voor een subsidie is de volgende procedure van toepassing:

  • 1.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet voldoet aan de aanvraagvereisten zoals beschreven in artikel 10 dan wel niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken aan te vullen. Deze termijn gaat in vanaf de verzenddatum van het verzoek om de aanvraag aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is aangevuld, neemt het college de aanvraag niet in behandeling.

  • 4.

    Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af totdat het betreffende subsidieplafond bereikt is.

  • 5.

    Het college neemt binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na het compleet worden daarvan, een beslissing en deelt die middels een toekenningsbesluit of afwijzingsbesluit mee aan aanvrager.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing, bedoeld in het vijfde lid, voor ten hoogste 4 weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

  • 7.

    In het toekenningsbesluit bij een aanvraag tot subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats dient te vinden.

  • 8.

    Uit overschrijding van de in het vijfde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

Artikel 13. Weigeringsgronden

Het college wijst een aanvraag af, indien:

  • 1.

    de aanvraag niet is ingediend voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 4;

  • 2.

    het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • 3.

    de opgegeven kosten naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • 4.

    er kosten zijn opgegeven waar geen subsidie voor wordt verstrekt op basis van deze regeling;

  • 5.

    er meer of minder ouderen deelnemen aan de valpreventieve beweeginterventie dan het vastgesteld aantal deelnemers voor de interventie zoals bepaald in artikel 5;

  • 6.

    de deelnemers voor de te starten valpreventieve beweeginterventie niet behoren tot ouderen woonachtig in Berg en Dal met een vastgesteld matig tot hoog valrisico;

  • 7.

    er een eigen bijdrage wordt gevraagd van de deelnemers aan de valpreventieve beweeginterventie en tegelijkertijd een beroep wordt gedaan op subsidie;

  • 8.

    er een beroep gedaan wordt op de zorgverzekeringswet ter financiering van de valpreventieve beweeginterventie en tegelijkertijd een beroep wordt gedaan op subsidie;

  • 9.

    het gestelde maximum aan subsidie per aanvrager voor dat jaar is bereikt, zoals bepaald in artikel 8;

  • 10.

    de aanvraag wordt ingediend ná het uitvoeren van de valpreventieve beweeginterventie;

  • 11.

    de aanvraag wordt ingediend na verstrijken van de gestelde uiterste termijn waarop aanvragen kunnen worden ingediend en/of de activiteiten niet afgerond kan worden voor het einde van 2026 zoals bepaald in artikel 11;

  • 12.

    naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt, dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze regeling wordt of zal worden voldaan.

Artikel 14. Intrekking en terugvordering

  • 1. Het college kan een besluit waarin wordt voorzien in de toekenning van een subsidie intrekken indien:

    • a.

      de aanvrager niet voldoet aan de bij of krachtens deze regeling gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      de subsidie is toegekend of vastgesteld op grond van door de aanvrager onjuiste verschafte gegevens.

  • 2. Bij de intrekking van de subsidie kan het college de contante waarde van het reeds genoten en of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terugvorderen;

  • 3. Bij intrekking of lager vaststellen van de subsidie kan het college de bevoorschotte subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 15. Verantwoording en definitieve vaststelling subsidie

  • 1. Aanvragen onder de 5000 euro worden direct vastgesteld en hoeven niet te worden verantwoord;

  • 2. Aanvragen boven de 5000 euro dienen te worden verantwoord;

  • 3. Ter verantwoording dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling in binnen vier weken na afloop van de activiteit;

  • 4. Voor de aanvraag tot vaststelling wordt het door college vastgesteld formulier gebruikt;

  • 5. De aanvraag tot vaststelling bevat tenminste het volgende:

    • a.

      Foto’s van de interventie;

    • b.

      Overzicht van het aantal deelnemers bij de start van de interventie en een overzicht van het aantal deelnemers dat de volledige cursus heeft voltooid;

    • c.

      Samenvatting van de docent over de totale impact van de interventie;

    • d.

      Quote van ten minste 2 deelnemers.

Artikel 16. Overige bepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet of niet voldoen voorziet, beslist het college;

  • 2. De subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking;

  • 3. De subsidieregeling vervalt op 1 januari 2027;

  • 4. De Algemene subsidieverordening Berg en Dal 2017 is op deze subsidieregeling van toepassing.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieregeling valpreventieve beweeginterventies Berg en Dal 2024”.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal in zijn vergadering van 15-7-2024,

De secretaris

E.W.J. van der Velde

De burgemeester

Mr. M. Slinkman