Subsidieverordening evenementen Den Helder 2024

1. Deze verordening is van toepassing op subsidieverstrekking door het college voor lokale, regionale en bovenregionale evenementen in Den Helder, Julianadorp en/of Huisduinen.

2. Alle in de subsidietitel 4.2 van de Awb aan het bestuursorgaan toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het college.

3. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

1. Voor subsidiering op grond van deze verordening komen in aanmerking aanvragen om subsidie voor evenementen die passen binnen het beleid van de gemeente Den Helder.

2. Tenzij het college anders beslist, dient de volledige subsidie die is toegekend op basis van deze verordening voor een evenement dat niet doorgaat, te worden terugbetaald.

1. De subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de direct aan de organisatie en uitvoering van een evenement verbonden kosten, die resteren na aftrek van inzet van eigen financiële middelen en bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van het evenement.

2. Kosten als bedoeld in het eerste lid komen enkel voor subsidie in aanmerking als dit kosten betreffen die gericht zijn op een of meer van de volgende kostensoorten:

• a.

  organisatie, beveiliging en veiligheid;

• b.

  promotie;

• c.

  inkoop horeca;

• d.

  kosten voor vrijwilligers;

• e.

  inclusiviteit;

• f.

  verduurzaming.

3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de in het tweede lid genoemde kosten.

4. Het college kan bij nadere regels besluiten dat andere kosten dan genoemd in het tweede lid voor subsidie in aanmerking komen.

1. Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor deze verordening.

2. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

3. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

• a.

  jaarthema;

• b.

  identiteit;

• c.

  publiek;

• d.

  promotie;

• e.

  lokale samenwerking;

• f.

  verduurzaming en

• g.

  duur van de subsidieverlening.

4. Het college kan nadere regels stellen voor het toekennen van het aantal punten aan de hand van de criteria zoals vermeld in het derde lid.

1. Een subsidieaanvraag voor een evenement wordt bij het college ingediend vanaf 1 september tot en met 31 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt.

2. Een subsidieaanvraag voor een evenement dat plaatsvindt in het eerste kwartaal van een jaar kan bij het college worden ingediend vanaf 1 juni tot en met 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt.

3. In afwijking van het tweede lid is het voor een evenement dat plaatsvindt in het eerste kwartaal van 2025 niet mogelijk om in de periode voor 1 juli 2024 subsidie aan te vragen.

4. Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige subsidieaanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een hersteltermijn van twee weken geboden om de subsidieaanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn van twee weken het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de subsidieaanvraag niet in behandeling genomen.

1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend digitaal bij het college worden ingediend via de website van de gemeente Den Helder.

2. Bij het indienen van een subsidieaanvraag moeten de vereiste documenten worden ingediend volgens de formats die zijn vastgesteld door het college.

3. Bij de subsidieaanvraag voor een evenement wordt ingediend:

• a.

  het programma van het evenement;

• b.

  de begroting van het evenement waarin de subsidieaanvrager aantoont dat de subsidie nodig is om het evenement doorgang te laten vinden;

• c.

  het promotieplan van het evenement;

• d.

  het overzicht van de actuele samenstelling van het bestuur van de aanvrager;

• e.
  • i.

    indien de aanvrager voor het eerst een subsidie aanvraagt: een exemplaar van de oprichtingsakte en de statuten;

  • ii.

    indien een aanvrager al meer dan éénmaal subsidie voor een vergelijkbaar evenement in voorgaande jaren heeft aangevraagd, geeft de aanvrager bij elke nieuwe subsidieaanvraag aan of er wijzigingen in de oprichtingsakte en statuten, als bedoeld onder e, sub 1, zijn doorgevoerd. Indien er sprake is van wijzigingen in de oprichtingsakte of de statuten, dan dient de aanvrager de actuele versie van deze documenten bij de subsidieaanvraag in te dienen;

• f.

  als de aanvrager een onderneming is wordt tevens ingediend:

  • i.

    een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • ii.

    een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening van de Europese Commissie (de-minimisverklaring), waarmee de onderneming verklaart dat met de subsidieverstrekking de drempelwaarde uit de de-minimisverordening, gerekend over een periode van 3 jaar, niet wordt overschreden;

4. Het college kan andere dan de in het derde lid genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de subsidieaanvraag noodzakelijk zijn.

5. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel aan te leveren documenten.

1. Het college beslist over de ingediende subsidieaanvragen voor evenementen die in het eerste kwartaal van het komende jaar plaatsvinden en die zijn ingediend vóór 1 juli van het jaar daaraan voorafgaand uiterlijk 1 september. Deze beslistermijn kan eenmalig worden verlengd tot en met 30 september.

2. Het college beslist over de ingediende subsidieaanvragen voor evenementen anders dan bedoeld in het eerste lid, uiterlijk 1 december. Deze beslistermijn kan eenmalig worden verlengd tot en met 31 december.

3. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de beslistermijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen, tenzij het college anders beslist.

1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid (overschrijding subsidieplafond), en 4:35 van de Awb (overige weigeringsgronden) weigert het college de subsidie in ieder geval als:

• a.

  de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, tweede lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;

• b.

  er sprake is van strijdigheid van de subsidieaanvraag en/of een of meer activiteiten van het evenement met enige bepaling in deze subsidieverordening of andere (daarop gebaseerde) wet- of regelgeving.

2. Onverminderd het eerste lid kan het college de subsidie weigeren als:

• a.

  het evenement niet past binnen het beleid van de gemeente Den Helder;

• b.

  het evenement niet voldoende gericht is op of onvoldoende ten goede komt aan Den Helder, Julianadorp en/of Huisduinen of de inwoners daarvan;

• c.

  de aanvrager in zijn algemeenheid of specifiek voor het betrokken evenement doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit en/of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

• d.

  de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden aan de activiteiten en/of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

• e.

  de subsidieverstrekking op grond van artikel 107 van het Verdrag niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, tweede lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

• f.

  het een aanvrager betreft tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

3. Onverminderd de voorgaande leden kan het college de subsidie weigeren of intrekken als:

• a.

  de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, hetzij uit (horeca)inkomsten tijdens het evenement kan beschikken om de kosten te dekken;

• b.

  de aanvrager niet beschikt(e) over de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere documenten dan wel nalatig is (geweest) bij het naleven van de (regels van de) evenementenvergunning en daartoe een bestuursrechtelijk instrument is ingezet zoals een waarschuwing, bestuursdwang, of een andere maatregel.

4. Onverminderd de voorgaande leden kan het college de subsidie wijzigen, weigeren of intrekken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

1. De subsidie bedraagt maximaal 25% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een minimum van € 500,- en een maximum van € 25.000,-.

2. Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de mate waarin door de aanvrager een bijdrage wordt geleverd aan beoordelingscriteria die genoemd staan in artikel 10.

3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de subsidiehoogte, de wijze van beoordeling van subsidieaanvragen en de in het eerste lid genoemde criteria.

1. Het college stelt subsidies lager dan € 5.000,- direct vast.

2. Het college kan bij vaststelling van de subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, bepalen dat een subsidieontvanger binnen 8 weken nadat het evenement waarvoor subsidie is verstrekt heeft plaatsgevonden verplicht is:

• a.

  achteraf bewijs in te dienen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

• b.

  een kort inhoudelijk verslag van het evenement in te dienen;

• c.

  een overzicht te verstrekken van de werkelijke kosten volgens het format dat is vastgesteld door het college;

• d.

  een realistische inschatting te verstrekken van enerzijds het werkelijke aantal deelnemers/bezoekers en anderzijds van het werkelijke aantal mensen kijkers/mensen dat als publiek het evenement heeft bezocht, en

• e.

  een overzicht te verstrekken van uitingen in de pers en op relevante social mediakanalen.

3. Het college kan subsidies vanaf € 5.000,- tot € 10.000,- direct vaststellen.

4. Het college kan bij vaststelling van de subsidie, zoals bedoeld in het derde lid, bepalen dat de aanvrager binnen 8 weken nadat het evenement waarvoor subsidie is verstrekt heeft plaatsgevonden verplicht is:

• a.

  achteraf bewijs in te dienen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

• b.

  een kort inhoudelijk verslag van het evenement in te dienen;

• c.

  een overzicht te verstrekken van de werkelijke kosten volgens het format dat is vastgesteld door het college;

• d.

  een realistische inschatting te verstrekken van enerzijds het werkelijke aantal deelnemers/bezoekers en anderzijds van het werkelijke aantal mensen kijkers/mensen dat als publiek het evenement heeft bezocht, en

• e.

  een overzicht te verstrekken van uitingen in de pers en op relevante social mediakanalen.

5. Het college kan bij de verlening van subsidies vanaf € 5.000,- tot € 10.000,- bepalen dat de aanvrager binnen 8 weken nadat het evenement waarvoor subsidie is verstrekt heeft plaatsgevonden verplicht is een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie in te dienen. De aanvraag tot vaststelling wordt door de aanvrager via de website van de gemeente Den Helder ingediend. De aanvraag tot vaststelling bevat:

• a.

  een inhoudelijk verslag van het evenement met bewijs waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht;

• b.

  een overzicht van de werkelijke kosten volgens het format dat is vastgesteld door het college;

• c.

  een realistische inschatting van enerzijds het werkelijke aantal deelnemers/bezoekers en anderzijds van het werkelijke aantal mensen kijkers/mensen dat als publiek het evenement heeft bezocht, en

• d.

  een overzicht van uitingen in de pers en op relevante social mediakanalen.

6. De aanvrager van een subsidie van € 10.000,- en hoger dient binnen 8 weken nadat het evenement heeft plaatsgevonden een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie in te dienen. De aanvraag tot vaststelling wordt door de aanvrager via de website van de gemeente Den Helder ingediend. De aanvraag om vaststelling bevat:

• a.

  een inhoudelijk verslag van het evenement met bewijs waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht;

• b.

  een overzicht van de werkelijke kosten volgens het format dat door het college is vastgesteld;

• c.

  een realistische inschatting van enerzijds het werkelijke aantal deelnemers/bezoekers en anderzijds van het werkelijke aantal mensen kijkers/mensen dat als publiek het evenement heeft bezocht, en

• d.

  een overzicht van uitingen in de pers en op relevante social mediakanalen.

7. Indien een aanvrager niet verplicht is na afloop van een evenement verantwoording af te leggen over de voor het evenement verleende subsidie of een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie in te dienen, staat het de aanvrager vrij een inhoudelijke en/of financiële terugkoppeling van het evenement te geven aan het college.

8. Het college kan nadere regels stellen over de (wijze van) verantwoording van de subsidie door de subsidieontvanger.

1. Indien toepassing van deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

2. Het college kan in individuele gevallen ontheffing verlenen van één of meerdere verplichtingen op grond van deze verordening.

3. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

1. Subsidies die zijn aangevraagd, verleend en/of vastgesteld op grond van de Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020, en bezwaarschriften die betrekking hebben op die subsidies, worden afgehandeld conform die verordening.

2. De Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020, zoals vastgesteld op 29 juni 2020, wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt.

3. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Subsidieverordening evenementen Den Helder 2024’.