Bomenverordening 2024 Gemeente Zoeterwoude

Geldend van 01-08-2024 t/m heden

Intitulé

Bomenverordening 2024 Gemeente Zoeterwoude

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Ambitieleeftijd: De gewenste minimale eindleeftijd van een boom, passend bij de beleidsstatus van die boom. Voor waardevolle bomen is dit 60 jaar, voor structuurbomen 50 jaar. Voor overige bomen is het 20 tot 40 jaar.

  • 2.

    Beeldbepalende boom: Een boom is beeldbepalend als deze voor de beeldkwaliteit van de leefomgeving van grote waarde is. Of als de boom een belangrijke positieve bijdrage levert aan het karakter en de herkenbaarheid van de straat-, wijk‐ of dorp;

  • 3.

    Beheer: Het reguliere beheer van en onderhoud aan de gemeentelijke bomen;

  • 4.

    Beleidsstatus: De bomen in Zoeterwoude zijn in vier groepen opgedeeld; waardevolle bomen, boomstructuren, overige bomen en herplantbomen. Dit is de beleidsstatus. Voor elk van deze groepen zijn aparte regels opgesteld.

  • 5.

    Beredderingskosten: De kosten die je maakt om schade aan een boom te voorkomen. Bijvoorbeeld stambescherming of het afzetten van een weg.

  • 6.

    Beschermwaardige boom/bomen: door het college aangewezen waardevolle bomen en boomstructuren, die met een vergunningsplicht zoveel mogelijk beschermd worden tegen vellen;

  • 7.

    Bomen Effect Analyse (BEA): Als in de buurt van een boom bouw-, aanleg-, of herinrichtingsprojecten plaatsvinden kan dit effect hebben op de boom. Een Bomen Effect Analyse is een gestandaardiseerde methode om het effect van de bouw op de boom te beoordelen. Een boomtechnisch deskundige voert de BEA uit, volgens de richtlijnen van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen;

  • 8.

    Boom: Een houtachtig, opgaand gewas, levend of afgestorven. Als een boom meer stammen heeft, meten we de diameter van de dikste stam;

  • 9.

    Boomtechnisch deskundige: Een natuurlijk persoon die in het bezit is van een geldig certificaat Boomveiligheidscontroleur (BVC) van Groenkeur of vergelijkwaardig niveau. Om dit certificaat te halen heeft de boomtechnisch deskundige een specifieke opleiding gehaald;

  • 10.

    Boomstructuur: Een lijn- of vlakvormige groep bomen die als eenheid te herkennen is. De gemeente vindt deze structuren belangrijk en heeft deze daarom opgenomen op een structurenkaart. Een boomstructuur heeft een natuurwaarde of ruimtelijke functie, bijvoorbeeld in een (weg)berm of langs het water, of in een park. Dit kan een hoofdstructuur zijn, of een groene verbinding door het dorp. De structuur kan ook een historische oorsprong hebben in de geschiedenis van Zoeterwoude;

  • 11.

    Boomveiligheidscontrole: Visuele boomcontrole om de veiligheid van bomen in relatie tot de directe omgeving te beoordelen. De controle wordt uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige;

  • 12.

    Boomvormer: Een houtachtig gewas met één of meer hoofdtakken. Het houtachtige gewas kan uitgroeien tot een boom met één of meer stammen;

  • 13.

    Boomwaardebepaling: De Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) gebruikt een bepaald systeem om de waarde van bomen te taxeren. De methode is gestandaardiseerd. De waarde wordt bepaald in Euro’s. In bosplantsoenvakken wordt een waarde per m2 uitgerekend in plaats van per boom.

  • 14.

    Bomenbeleidsplan: Het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2024, met inbegrip van alle wijzigingen en opvolgers daarvan;

  • 15.

    Cultuurhistorische waarde: De waarde die een boom heeft omdat deze onderdeel is van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis heeft. Het meest bekend zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn geplant.

  • 16.

    Dendrologische waarde: De waarde die een boom heeft omdat deze van een bijzondere soort is. Denk aan een exotische boomsoort of een bijzondere kweekvorm of variëteit.

  • 17.

    Dunnen: verwijderen van boomvormers als onderhoudsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende bomen, waarbij geen oppervlakte van de betreffende houtopstand verloren gaat.

  • 18.

    Handboek Bomen; een handleiding opgesteld door het Norminstituut Bomen. In deze handleiding zijn kaders en richtlijnen opgenomen voor het werken met en rondom bomen.

  • 19.

    Herplantfonds: Het herplantfonds is ingesteld door het college van burgemeester en wethouders.

  • In het herplantfonds storten houders van een omgevingsvergunning geld als financiële compensatie voor het vellen van een boom.

  • Ook worden financiële compensaties, voor het vellen van bomen zonder vergunning, gestort in het herplantfonds.

  • 20.

    Houtopstand: Een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;

  • 22.

    Last onder bestuursdwang: Dit is een zogenaamde herstelverplichting. Een herstelverplichting is géén financiële compensatie. Het is een maatregel die er voor moet zorgen dat er geen sprake meer is van een overtreding en dat de situatie hersteld wordt;

  • 23.

    Maaiveld: het maaiveld is de hoogte van de grond als het gemaaid is.

  • 24.

    Natuurwaarde: De waarde die een boom heeft omdat deze belangrijk is voor het voortbestaan van bepaalde planten en dieren. Het gaat hierbij om een structurele functie voor een bepaalde dier- of plantensoort. Bijvoorbeeld als groeiplaats voor een bijzondere kortsmossoort, of als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Ook een streekeigen boomsoort kan als autochtoon plantmateriaal belangrijk zijn voor de omgeving.

  • 25.

    Noodkap: Het met spoed kappen van een boom die in de huidige toestand een acuut gevaar voor de omgeving vormt. De burgemeester moet daarvoor toestemming geven, in het kader van openbare orde en veiligheid.

  • 26.

    Openbaar toegankelijke ruimte: in het geval van houtopstanden is het een plaats die voor het publiek toegankelijk is. Hieronder vallen ook privéterreinen die niet zijn afgegrensd van de openbare ruimte door inrichting, beplanting of begroeiing. Deze terreinen zijn feitelijk openbaar zoals beschreven in de Wegenverkeerswet. Een voorbeeld hiervan is een parkeerplaats bij een flatgebouw. Als er een slagboom of een hek voor staat is het terrein niet openbaar;

  • 27.

    Overige bomen: alle bomen in het eigendom van de gemeente Zoeterwoude en niet vallen onder de categorie waardevol of boomstructuur;

  • 28.

    Uniciteit: Een boom is uniek binnen gemeente Zoeterwoude vanwege de grootte en/of groeivorm, bijvoorbeeld de grootste, dikste of scheefste boom van de wijk of het dorp.

  • 29.

    Vellen

    • a.

      alle handelingen die de boom in zijn voortbestaan kunnen bedreigen. Hiertoe wordt gerekend:

      • 1.

        rooien;

      • 2.

        verplanten;

      • 3.

        het voor de eerste keer knotten, kandelaberen of kandelaren (snoeiactiviteit waarbij de takken extreem worden ingekort (tot de stam of tot de eerste vertakking);

      • 4.

        het voor de eerste keer omvormen naar hakhoutbeheer;

      • 5.

        het snoeien van meer dan 25% van een boomkroon in één keer;

      • 6.

        handelingen waardoor de boom dood gaat;

      • 7.

        Handelingen waardoor de vorm van de boom ernstige beschadigingen oploopt die niet meer herstelbaar zijn.

    • b.

      Onder vellen valt niet:

      • 1.

        het knotten of kandelaberen van wilgen,

      • 2.

        het knotten, kandelaberen, of kandelaren als periodieke onderhoudsmaatregel nadat de boom al eens geknot, gekandelaberd of gekandelaard is,

      • 3.

        het uitvoeren van periodiek terugkerend hakhoutbeheer,

      • 4.

        het dunnen in een bosplantsoenvak als onderhoudsmaatregel.

  • 30.

    Waardevolle boom: Individuele bomen die bijvoorbeeld door hun verschijningsvorm erg waardevol zijn. Het zijn gezonde bomen van 50 jaar of ouder of bomen met een speciale herdenkingsfunctie. Waardevolle bomen zijn opgenomen in de ‘lijst waardevolle gemeentelijke bomen’;

  • 31.

    Zeldzaamheid: Een boomsoort is voor gemeente Zoeterwoude zeldzaam als er vermoedelijk minder dan 5 volwassen exemplaren van voorkomen binnen de gemeentegrenzen. Het gaat hierbij om boomsoorten en variëteiten.

Artikel 1.2. Afstand erfgrens

In Zoeterwoude is de afstand tot de erfgrens voor bomen, hoger dan 6 meter, 2 meter. Voor bomen tot 6 meter is de afstand tot de erfgrens 1 meter. Voor heggen en heesters is de afstand 0,5 m.

Artikel 1.3 Waarop deze verordening van toepassing is.

  • 1. Deze verordening is van toepassing op bomen:

    • a.

      die liggen binnen de bebouwingscontour houtkap als bedoeld in artikel 5.165b, van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving.

    • b.

      die liggen buiten de bebouwingscontour houtkap en zijn vastgelegd als beschermwaardige boom op de ‘Lijst waardevolle gemeentelijke bomen’

    • c.

      Die liggen buiten de bebouwingscontour houtkap en zijn opgenomen in de boomstructuur in het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2024

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op:

    • a.

      wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden als deze bestaan uit populieren of wilgen. Tenzij de wilgen zijn geknot;

    • b.

      vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

    • c.

      fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, gekweekt als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    • d.

      kweekgoed.

Hoofdstuk 2 Aanwijzingen beschermwaardige bomen en structuren

Artikel 2.1 Aanwijzing structuren/lijsten

  • 1. Het college wijst de boomstructuren aan en registreert deze op de groenstructuurkaart.

  • 2. Het college wijst de waardevolle bomen aan en registreert deze op de ‘lijst waardevolle gemeentelijke bomen.’

Artikel 2.2 Aanwijzing beschermwaardige bomen

  • 1. Alle aanwezige bomen binnen de door het college aangegeven boomstructuren op de groenstructuurkaart met een stamdiameter van 25 cm of meer zijn beschermwaardig. De bomen worden beschermwaardig geacht op basis van één of meer van de volgende aanwijscriteria zoals omschreven in bijlage B van het bomenbeleidsplan Zoeterwoude:

    • a.

      stedenbouwkundige betekenis;

    • b.

      verbinding tussen groenelementen;

    • c.

      historische structuur.

  • 2. Alle bomen die zijn opgenomen op de ‘lijst waardevolle gemeentelijke bomen’ zijn beschermwaardig. Dit betreft bomen die zoals omschreven in hoofdstuk 3.2.1 van het bomenbeleidsplan Zoeterwoude in relevante mate één of meerdere waarden vertegenwoordigen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel.

  • 3. Bomen geplant in het kader van herplantplicht naar aanleiding van het vellen van een beschermwaardige boom, zijn vanaf het moment van aanplant beschermwaardig, ongeacht de stamdiameter.

Hoofdstuk 3 Activiteiten met betrekking tot bomen

Artikel 3.1 Activiteiten met betrekking tot bomen

Deze paragraaf gaat over de activiteiten die een negatieve invloed hebben op de bomen in gemeente Zoeterwoude. Deze activiteiten omvatten:

  • 1.

    het vellen van bomen, met uitzondering van noodkap (artikel 4.2) ;

  • 2.

    het direct of indirect aantasten van bomen met gevolgen die niet meer herstelbaar zijn.

Artikel 3.2 Vergunningsplicht voor beschermwaardige bomen

  • 1. Het is verboden zonder, een door het college verleende vergunning, beschermwaardige bomen te vellen of doen vellen.

  • 2. Een vergunning is niet nodig als een boom geveld moet worden vanwege de Plantengezondheidswet.

  • 3. Een vergunning is niet nodig bij een last onder bestuursdwang van het college om de boom te vellen.

  • 4. Voor bomen in eigendom en beheer van gemeente Zoeterwoude, die, volgens de boomveiligheidscontrole (BVC), uit oogpunt van veiligheid of beheer geveld moeten worden, is geen vergunning nodig.

  • 5. Als een boom geveld wordt en vanwege lid 3 en 4 geen vergunning nodig is, is herplant en/of schadevergoeding wel nodig. Herplant en schadevergoeding worden in artikel 3.6 in deze verordening geregeld.

Artikel 3.3 Publicatieplicht kaplijst

  • 1. De gemeente publiceert één keer per jaar een lijst waarop de gevelde bomen, volgens de kaplijst voortgekomen uit de boomveiligheidscontrole zijn aangegeven.

Artikel 3.4 Indienen aanvraag kapvergunning voor beschermwaardige bomen

  • 1. Een vergunning zoals besproken in artikel 3.2 moet worden aangevraagd door de eigenaar van de betreffende boom. Ook kan de aanvrager gemachtigd zijn door de eigenaar.

  • 2. De aanvrager levert bij de aanvraag in ieder geval de volgende stukken en documenten:

    • a.

      een kaart waarop de betreffende boom en de huidige situatie zijn aangegeven, wanneer de aanvraag wordt gedaan in het kader van ruimtelijke ontwikkeling dienen alle aanwezige bomen binnen een straal van 50 meter van de te vellen boom te worden weergegeven op de kaart;

    • b.

      De reden van kap;

    • c.

      Een rapport van een boomveiligheidscontrole, uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige, bij beschermwaardige bomen vanaf 50 cm diameter, gemeten op 130 cm boven maaiveld. Wanneer de vergunning voor vellen wordt aangevraagd omdat daarmee letsel of ernstige schade wordt voorkomen moet een boomveiligheidscontrole worden uitgevoerd. Het letsel of ernstige schade moet het mogelijke gevolg zijn van een teruglopende conditie..

    • d.

      Een rapport van een Bomen Effect Analyse in het geval de boom geveld wordt vanwege een bouw- of ophogingsproject en het meer dan 10 bomen betreft.

    • e.

      Een compensatieplan, zoals verder wordt uitgelegd in artikel 3.10, wanneer de boom wordt geveld in het kader van ruimtelijke ontwikkeling.

Artikel 3.5 Criteria voor weigering vergunning vellen beschermwaardige bomen

  • 1. Een vergunning wordt geweigerd als de waarden van de beschermwaardige boom hoger zijn dan de reden voor vellen.

  • 2. Een vergunning voor vellen van een boom in een boomstructuur kan worden geweigerd wanneer door de kap de structuur als lijn of vlak niet behouden kan worden.

  • 3. Een vergunning kan worden geweigerd als naar boomtechnisch deskundige maatstaven:

    • a.

      De mogelijkheden en/of alternatieven voor duurzaam behoud niet aantoonbaar voldoende zijn onderzocht;

    • b.

      De reden van de aanvraag verband houdt met mogelijke gevaarzetting en dit niet voldoende gemotiveerd wordt aangetoond;

    • c.

      Het compensatieplan niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 3.10.

  • 4. De omgevingsvergunning voor het vellen van bomen wordt geweigerd als vellen in strijd is met hoofdstuk 11 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving.

Artikel 3.6 Herplanten bij vergunning;

  • 1. Aan de vergunning wordt het voorschrift verbonden dat herplant moet plaatsvinden.

  • Het college geeft bij een vergunningverlening hiervoor een termijn, welke ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen is, en eventueel aanvullende aanwijzingen voor de manier waarop de herplant moet plaatsvinden.

  • 2. In gevallen waar herplant niet binnen één jaar mogelijk is of uitstel een beter eindresultaat oplevert, kan het college, in afwijking van lid 1, op verzoek van de aanvrager, een maatwerkvoorschrift aan de vergunning verbinden. Dit is bijvoorbeeld denkbaar als het vellen plaatsvindt om een gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. In het maatwerkvoorschrift is het mogelijk de herplantingstermijn met maximaal 3 jaar ter verruimen. De aanvrager die verzoekt om een maatwerkvoorschrift voor de herplanttermijn, onderbouwt het verzoek. Daarbij dient de aanvrager in elk geval een compensatieplan in, conform artikel 3.10.

  • 3. Indien een plicht tot herplant wordt opgelegd dan dient de vervangende herplant tenminste drie jaar, te rekenen vanaf de aanplant, voldoende nazorg te krijgen. Wanneer de herplant niet aanslaat, dient deze binnen een jaar te worden vervangen op de aangegeven manier. Voor elke nieuwe vervanging geldt opnieuw drie jaar nazorg, te rekenen vanaf de aanplant.

  • 4. Als herplant verplicht is gesteld, wordt volgens de vier stappen van de herplantladder een boom aangeplant, te weten:

    • a.

      Op dezelfde plek: de groeiplaats is zo ingericht dat de nieuw aangeplante boom kan volgroeien tot de ambitieleeftijd;

    • b.

      Binnen dezelfde locatie: als herplant op exact dezelfde locatie niet mogelijk wordt onderzocht of herplant in de directe omgeving plaats kan vinden;

    • c.

      Grenzend aan de locatie;

    • d.

      Elders in gemeente op (vooraf) aangewezen locatie.

    afbeelding binnen de regeling

  • 5. Als het aantoonbaar niet mogelijk is een boom te herplanten volgens de herplantladder, dan kan bij de aanvraag voor een kapvergunning een onderbouwde aanvraag voor financiële compensatie ingediend worden. Voor financiële compensatie gelden aanvullende bepalingen (artikel 3.7).

Artikel 3.7 Bijzondere voorschriften bij financiële compensatie herplant

  • 1. Als het niet mogelijk is om binnen de eerste 4 stappen van de herplantladder een boom te herplanten is het mogelijk om bij de vergunningaanvraag een verzoek te doen om de herplant financieel te mogen compenseren.

  • 2. De hoogte van de te betalen financiële compensatie wordt bepaald op basis van een waardebepaling van de boom, uitgevoerd door een gecertificeerd taxateur in opdracht van de boomeigenaar tevens/of vergunningsaanvrager.

Artikel 3.8 Bijzondere voorschriften voor inwerkingtreding

  • 1. Bij het verlenen van een vergunning voor vellen wordt als voorschrift opgenomen dat deze activiteit 4 weken na vergunningverlening in werking treedt.

  • 2. Bij een gecombineerde aanvraag wordt in ieder geval het voorschrift opgenomen dat de activiteit vellen pas mag starten als ook voor de andere onderdelen van de aanvraag toestemming is verleend.

Artikel 3.9 Herplant-/instandhoudingsplicht bij vellen zonder vereiste vergunning

  • 1. Voor het vellen, verwijderen op andere wijze teniet doen van een beschermwaardige boom is een vergunning nodig. Als deze niet is afgegeven en de boom toch geveld wordt zal het college herplant opleggen. Indien herplant niet mogelijk is zal de gemeente financiële compensatie eisen. De financiële compensatie is voor rekening van de eigenaar van de grond waar de boom op staat of de persoon die verantwoordelijk is voor de tenietdoening. De hoogte van de financiële compensatie is gelijk aan de vervangingswaarde. Bij bomen wordt de hoogte van de financiële compensatie bepaald op basis van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB). De financiële compensatie wordt gestort in het herplantfonds. Naast de financiële compensatie zal het college het verplichten om de boom te herplanten. De herplantplicht wordt verder geregeld in artikel 3.6

  • 2. Indien een boom waarop een vergunningsplicht als bedoeld in artikel 3.2 van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de boom bevindt dan wel aan degene die op een andere manier als aansprakelijke aan te wijzen is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 3. Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste en tweede lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 3.10 Inhoud compensatieplan

  • 1. Een compensatieplan maakt deel uit van de te verlenen omgevingsvergunning voor het vellen van een boom.

  • 2. In het compensatieplan wordt het volgende bepaald:

    • a.

      Waar zal worden herplant, op hetzelfde perceel of in de nabije omgeving, aangegeven op een voldoende gedetailleerde kaart met x- en y-coördinaten per te vellen boom en herplantboom;

    • b.

      Een onderbouwing van de locatie van de herplant, volgens de stappen van de herplantladder;

    • c.

      Een omschrijving van de te herplanten boom (soortnaam, maatvoering);

    • d.

      Een onderbouwing van de kwalitatieve waarde van de herplant;

    • e.

      Een omschrijving van de groeiplaats (bovengronds en ondergronds) met onderbouwing dat deze groeiplaats voldoende ruimte geeft aan de te herplanten boom. Voor de bepaling van de benodigde groeiruimte worden de richtlijnen van het Handboek Bomen gehanteerd;

    • f.

      Een nazorgplan voor de eerste drie jaren, gerekend vanaf de aanplant, waaruit blijkt dat alles gedaan wordt om de boom (of bomen) te laten aanslaan;

    • g.

      Indien sprake is van kap van 25 procent of meer van een als eenheid te herkennen structuur, de wijze waarop fasering van de kap en herplant over meerdere groeiseizoenen zal worden toegepast.

Hoofdstuk 4 Beheer en onderhoud

Artikel 4.1 Toegelaten activiteiten aan bomen

  • 1. Activiteiten aan bomen zijn toegestaan als deze bijdragen aan de doelstellingen zoals benoemd in het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2024 of als instandhouding niet verantwoord is vanwege kans op letsel of schade aan personen of goederen. Tot deze activiteiten behoren:

    • a.

      activiteiten die betrekking hebben op regulier onderhoud, waaronder maar niet beperkt tot snoeien tot maximaal 25% per ronde, dunnen van bosplantsoen, terugzetten op knot of kandelaber, en hakhoutbeheer;

    • b.

      activiteiten die betrekking hebben op het kappen van doorgeschoten wortels van bomen van naastgelegen percelen op eigen terrein, in het kader van burenrecht (Burgerlijk Wetboek 5:44 lid 2). De maximale diameter van de te kappen wortels mag niet groter zijn dan 5 centimeter, en het kappen moet haaks op de wortelrichting gebeuren, om onherstelbare schade (Burgerlijk Wetboek 6:162) en daarmee risicovolle situaties aan de boom te voorkomen;

    • c.

      activiteiten in het kader van de Plantengezondheidswet.

Artikel 4.2 Noodkap.

Als sprake is van een dode/terminale/onstabiele boom die direct gevaar oplevert voor bebouwing, bewoners, gebruikers van het perceel of weggebruikers, kan deze met spoed (binnen een dag) gekapt moeten worden.

De burgemeester kan hiervoor toestemming geven, in het kader van de openbare orde en veiligheid.

Artikel 4.3 Bestrijding boomziekten

  • 1. Als op een erf of terrein één of meer bomen aanwezig zijn die volgens het college gevaar opleveren voor het verspreiden van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende die daarvoor door het college is aangeschreven verplicht binnen de daarvoor gegeven termijn:

    • a.

      Volgens richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen;

    • b.

      de boom ter plaatse te vellen.

  • 2. Het is niet toegestaan gevelde bomen of delen daarvan te hebben of te vervoeren, als het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3. In uitzondering op lid 2 is het wel toegestaan geheel ontschorst hout en hout met een doorsnede van minder dan 4 centimeter te hebben of te vervoeren.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het derde lid.

Artikel 4.4 kabel en/of leidingwerkzaamheden in de nabijheid van bomen

  • 1. Bij kabel en/of leidingwerkzaamheden in de nabijheid van bomen wordt de minimale graafafstand tot stabiliteitskluit zoals beschreven in de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen in acht genomen;

  • 2. De schade aan bomen wordt achteraf vastgesteld op basis van de Richtlijnen NVTB (Nederlandse vereniging van taxateurs van bomen). De aansprakelijkheidsstelling voor de schade vindt plaats conform het civiele aansprakelijkheidsrecht. Het totale schadebedrag wordt opgebouwd uit de getaxeerde schade inclusief taxatiekosten, beredderingskosten en overige bijkomende kosten zoals voor verhalen van schade.

Artikel 4.5 activiteiten in de nabijheid van bomen

  • 1. Als in de nabijheid van gemeentelijke bomen werkzaamheden gaan plaatsvinden die mogelijk een negatief effect hebben op de boom, is de uitvoerder verplicht een Boom Effect Analyse op te stellen van en voorafgaand aan de werkzaamheden. Het is verplicht de daaruit voortvloeiende maatregelen met betrekking tot bescherming van de boom op te volgen.

  • 2. Bij de uitvoer van de werkzaamheden gelden de richtlijnen van de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

  • 3. Bij aangerichte schade ten gevolge van het uitvoeren van werkzaamheden, en/of de aanleg, instandhouding en opruiming van werken in de nabijheid van bomen, laat gemeente Zoeterwoude het herstel verrichten door een door de gemeente geselecteerde aannemer. De marktconforme kosten worden aan de uitvoerder doorberekend. De uitvoerder wordt hiervan vooraf (schriftelijk of per mail) op de hoogte gebracht door de gemeente Zoeterwoude;

  • 4. De schade aan bomen wordt achteraf vastgesteld op basis van de Richtlijnen NVTB (Nederlandse vereniging van taxateurs van bomen). De aansprakelijkheidsstelling voor de schade vindt plaats volgens het civiele aansprakelijkheidsrecht. Het totale schadebedrag wordt opgebouwd uit de getaxeerde schade inclusief taxatiekosten, beredderingskosten en overige bijkomende kosten zoals voor verhalen van schade.

Hoofdstuk 5 Financiële bepalingen herplantfonds en boomwaardebepaling

Artikel 5.1 Herplantfonds

  • 1. Het college beheert het Herplantfonds.

  • 2. Het Herplantfonds wordt gebruikt voor de versterking van het bomenbestand en andere vormen van beschermd groen in de gemeente Zoeterwoude.

  • 3. In het door het college ingestelde Herplantfonds worden financiële bijdragen gestort door:

    • a.

      Rechthebbenden en/of overtreders in situaties als bedoeld in artikel 3.9

    • b.

      Als aan de omgevingsvergunning voor het vellen van een boom het voorschrift is verbonden dat de waarde van de boom geheel of gedeeltelijk moet worden gecompenseerd, dan moet deze financiële compensatie in het Herplantfonds worden gestort.

  • 4. Het kan voorkomen dat de vergunning voorschrijft dat de compensatie deels plaatsvindt op basis van het compensatieplan en deels via het storten van een financiële compensatie in het Herplantfonds.

Artikel 5.2 Boomwaardebepaling

  • 1. De boomwaardebepaling wordt gedaan op grond van de op dat moment actuele gepubliceerde methode van de Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen (NVTB).

  • 2. Als de waarde van de boom niet kan worden bepaald door middel van de methode als bedoeld in het eerste lid, bepaalt het college een financiële vervangingswaarde, waarin in ieder geval worden meegerekend:

    • a.

      Aankoop en planten van een vervangende boom, inclusief alle voorbereidende werkzaamheden;

    • b.

      Passende groeiplaatsaanleg;

    • c.

      Nazorg voor tenminste 3 jaar.

Hoofdstuk 6 Handhaving

Artikel 6.1 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde in de artikelen van deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Lid 1 is niet van toepassing voor zover via de Omgevingswet de Wet economische delicten van toepassing is.

Artikel 6:2 Toezichthouders

Toezicht op de naleving van de regels in deze verordening wordt gehouden door de daarvoor door het college aangewezen personen.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1 Overgangsbepaling

Aanvragen voor een vergunning die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog niet is beslist, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van de in het derde lid van artikel 7.2 genoemde verordening.

Artikel 7.2. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Bomenverordening 2024”.

  • 3. De Bomenverordening 2022 komt te vervallen op het in het eerste lid genoemde tijdstip.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 11 juli 2024,

de griffier,

G.J. Buijs

de voorzitter,

F.Q.A. van Trigt