Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2024

Geldend van 01-08-2024 t/m heden

Intitulé

Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2024

VOORWOORD

Voor u ligt het bomenbeleidsplan 2024. Bomen zijn belangrijk in een groene en gezonde leefomgeving. Bomen vormen het groengeraamte en geven Zoeterwoude de belangrijke groene uitstraling.

Gemeente Zoeterwoude zet in op een degelijk bomenbestand met gezonde bomen, als drager van de groene hoofdstructuur.

In de huidige tijd met vele uitdagingen in de openbare ruimte spelen bomen een steeds grotere rol. Zoeterwoude breidt uit en maakt een sterke groei door. Dit heeft effect op de leefomgeving. Voor de beperkt beschikbare ruimte zijn meer wensen en eisen. ‘De juiste boom op de juiste plaats’ is een belangrijk uitgangspunt in dit beleidsplan. Door niet alleen meer te kijken naar de kwantiteit maar juist naar de kwaliteit, blijven de bomen en boomstructuren behouden en worden in de toekomst sterk verbeterd.

Door de juiste bomen te planten op de juiste locatie vermindert het beheer en onderhoud aan bomen en leidt dit ook tot minder overlast. De bomen kunnen zich beter ontwikkelen tot volwassen bomen door de aanleg van een goede groeiplaats en voldoende ruimte bovengronds.

Het veranderende klimaat brengt met zich mee dat we moeten nadenken over hitte en wateroverlast. Door het creëren van schaduw, in de meeste gevallen door het planten van bomen in de buitenruimte, voorkomen we dat de temperaturen gaan oplopen. Wateroverlast kunnen we tegengaan door allerlei water-vertragende maatregelen te nemen in de ondergrond of systemen aan te leggen die zorgen voor waterberging. Een watermanager die we vaak vergeten is een boom. Bomen nemen heel veel water op en dragen zo ook bij aan het beperken van wateroverlast.

Angelique Beekhuizen

Wethouder openbare ruimte

SAMENVATTING

Onderstaande punten geven de veranderingen van het bomenbeleidsplan weer ten opzichte van het beleidsplan 2022.

  • 1.

    Het kappen van bomen in verband met rendementsverlies

    In de gemeente Zoeterwoude is het uitgangspunt dat bomen niet worden gekapt om plaats te maken voor zonnepanelen. In het beleid van 2024 is opgenomen in welke uitzonderlijke situatie het kappen van bomen in verband met rendementsverlies wel mogelijk is.

  • 2.

    Update vanwege het ingaan van de Omgevingswet

    Per 1 januari 2024 gaat de nieuwe Omgevingswet in. Het beleidsplan 2022 gaat uit van het beleid dat toen gold. De bomenverordening wordt daarom aangepast zodat deze past binnen het omgevingsplan.

  • 3.

    Aanvullende kaarten

    In het bomenbeleidsplan van 2024 is naast de Lijst waardevolle gemeentelijke bomen (uit beleidsplan 2022) ook een kaart opgenomen die de locatie van de bomen verduidelijkt. Daarnaast is ter verduidelijking de vastgestelde boomstructuur uit 2022 geprojecteerd op de groenstructuurkaart uit het beleidsplan groen 2015. Hiermee is in één oogopslag te zien waar de belangrijke groen- en boomstructuren zijn, die met dit plan beschermd worden.

LEESWIJZER

In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op het belang dat Zoeterwoude hecht aan bomen. Het bevat de visie op bomen, met ambities en doelstellingen voor de komende 15 jaar. Ook zijn de kaders vanuit (nationale) wetgeving en regionaal en gemeentelijk beleid benoemd.

Hoofdstuk 2 beschrijft de opbouw van het bomenbestand, met de structuren, wijkinrichting en de huidige staat van het bomenbestand (leeftijden, conditie, standplaats, ziekten en aantastingen).

In hoofdstuk 3 wordt de indeling van het bomenbestand in structuren, waardevolle bomen en wijkaankleding uiteengezet. Per categorie geldt een mate van bescherming en investeringsbereidheid. Het beleid rond kap, herplant en financiële compensatie is hier ook uitgewerkt.

Hoofdstuk 4 bepaalt de richtlijnen voor inrichting met bomen. Waarmee moet rekening worden gehouden bij aanplant, in welke fase van een project?

Hoofdstuk 5 gaat in op de diverse facetten van het beheer van het bomenbestand. Vastgelegd is hoe om te gaan met huidige knelpunten in het bomenbestand, overlast en ziekten en aantastingen. Daarnaast is de werkwijze van cyclisch bomenbeheer vastgelegd.

Hoofdstuk 6 geeft aan hoe gecommuniceerd kan en moet worden over de diverse zaken rondom bomen. Daarnaast zijn mogelijkheden voor participatie vastgelegd.

1 KADERS EN VISIE VOOR BELEID

Het voorliggende Bomenbeleidsplan geeft aan hoe de gemeente Zoeterwoude wil omgaan met haar bomen. Door in te zetten op een samenhangend beleid, investeert de gemeente in haar groene karakter. Het Bomenbeleidsplan omvat inrichting en ontwerp, beheer en onderhoud, bescherming, regelgeving en communicatie.

Dit Bomenbeleidsplan is zowel bestemd voor inwoners als voor de gemeente, maar ook voor alle andere belanghebbenden bij de bomen in Zoeterwoude.

1.1 KADERS UIT WET- EN REGELGEVING

Om tot een goed Bomenbeleidsplan te komen, moet rekening worden gehouden met de diverse wettelijke kaders en beleidskaders, zowel nationaal, regionaal als eigen gemeentelijke kaders. Belangrijk hierbij is te vermelden dat op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking treedt. Alle bestaande wetten voor de openbare ruimte, waaronder de Wet natuurbescherming, worden hierin opgenomen. De kaders uit deze wetten zijn nog steeds van toepassing.

De gemeentelijke regels rond bomen zijn in een aparte Bomenverordening vastgelegd. De bomenregels gaan in 2024 over naar het omgevingsplan.

1.1.1 Nationale wetgeving

Burgerlijk Wetboek

Het Burgerlijk Wetboek (BW) beschrijft, onder meer, de rechten en plichten van (grond)eigenaren en beheerders en van partijen die een overeenkomst of contract zijn aangegaan (Boek 6, artikel 162).

Zorgplicht

Het BW heeft, door het benoemen van de ‘zorgplicht’, directe invloed op de omgang met veiligheidsrisico’s bij bomen en op de uitvoering van werkzaamheden aan bomen. De zorgplicht verplicht een boomeigenaar om zijn bomen zorgvuldig te (laten) beheren, zodat hiermee de veiligheid van de (openbare) ruimte rond de bomen gegarandeerd is.

Erfgrens

In Boek 5, artikel 42, zijn zaken vastgelegd rondom de erfgrens (‘burenrecht’) en het voorkomen van bomen op of nabij de erfgrens. In Zoeterwoude is dit verder aangescherpt. Voor bomen hoger dan 6 meter is de afstand tot de erfgrens 2 meter. Voor bomen tot 6 meter is de afstand tot de erfgrens 1 meter. Voor heggen en heesters is de afstand 0,5 meter.

Omgevingswet

Omgevingsvisie

Het Rijk en de provincies stelden elk een omgevingsvisie op. De oude rijks- en provinciale natuurvisie is hierin opgenomen. Doel is het behouden en versterken van de biologische diversiteit, het beschermen van waardevolle landschappen (cultuurhistorisch) en het toepassen van duurzaam beheer bij houtopstanden. De omgevingsvisie is richtinggevend voor de Omgevingsplannen van provincies, waterschappen en gemeenten.

Bescherming van soorten en gebieden

De basis wordt gevormd door de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn (hogere Europese regelgeving), aangevuld met specifieke Nederlandse soorten. De oude Flora- en faunawet is grotendeels overgenomen in de nieuwe wet. De lijsten van beschermde soorten zijn wel aangepast. Voor deze beschermde soorten én voor de beschermde gebieden geldt een verbod op verstoring, vernieling, doding en verhandeling.

Er is een aantal uitzonderingen en mogelijkheden voor ontheffing. Dit is van belang bij praktisch alle werkzaamheden aan en rond bomen. Grenzend aan het grondgebied van Zoeterwoude zijn diverse Natura 2000-gebieden aangewezen. Delen van de polders vallen binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ook zijn een weidevogelgebied en een ecologische verbindingszone aangewezen.

De gemeente kent drie kerngebieden van het NNN binnen haar gemeentegrenzen, dit zijn:

  • De Elfenbaan, langs de N11;

  • Het populierenbosje langs de Weipoortse Vliet;

  • Het gebied bij de Noord Aa.

Verder zijn in de Verordening Ruimte ook de ecologische verbindingen langs de ‘Steilrand’ en het Zwetslootpad aangemerkt (zie de kaart hiernaast).

afbeelding binnen de regeling

EHS en verbindings-zones, Bron: Verordening ruimte EHS

Bescherming van houtopstanden

Houtopstanden die beschermd zijn onder de rijksregels bestaan uit een met bomen beplant oppervlak van 10 are of meer, of een rijbeplanting van meer dan 20 bomen. In de praktijk geldt een meldingsplicht of een kapmelding bij het kappen van bomen in een houtopstand. Ook moet het perceel binnen drie jaar opnieuw zijn ingeplant.

De rijksregels gelden niet voor:

  • Houtopstanden op erven en in tuinen.

  • Wegbeplantingen en eenrijige beplantingen langs landbouwgronden die bestaan uit niet-geknotte wilgen en populieren.

  • Grienden en hakhout dat periodiek wordt gekapt.

  • Vruchtbomen en windschermen rond boomgaarden.

  • Fijnsparren, geteeld als kerstbomen.

  • Dunning als verzorgingsmaatregel van de overblijvende houtopstand.

  • Vellingswerkzaamheden voor de uitvoering van een bestemmingsplan.

Nationale monumentale bomen (Bomenstichting)

Monumentale bomen uit het landelijk register van monumentale bomen van de landelijke Bomenstichting hebben niet automatisch een beschermde status. Elke gemeente kan daar haar eigen keuze in maken. In Zoeterwoude is één (private) boom door de Bomenstichting aangewezen als monumentaal. Het gaat om een witte paardenkastanje van ongeveer 130 jaar oud aan de Zuidbuurtseweg 33.

1.1.2 Regionaal beleid en regelgeving

Provinciale omgevingsvisie

Het beleid ten aanzien van de Zoeterwoudse bomen wordt mede bepaald door vastgestelde visies en plannen van de provincie Zuid-Holland (Visie 2020, Beleidsvisie Groen), de regio (Omgevingsvisie Hart van Holland) en het Samenwerkingsverband Leidse Regio (Toekomstvisie, Retailvisie). Deze vormen, ook in het kader van integraal werken onder de Omgevingswet (2024), een belangrijk kader waar nu al rekening mee wordt gehouden.

1.1.3 Lokaal beleid en regelgeving

Naast nationaal en regionaal beleid heeft de gemeente Zoeterwoude een eigen omgevingsvisie, een groenstructuurkaart, een beleid- en beheerplan groen en bestemmingsplannen waarin groen-gerelateerde zaken, waaronder bomen, zijn opgenomen. De relevante regionale documenten en onderdelen worden kort toegelicht in bijlage A ‘Regionaal beleid en regelgeving’.

De Zoeterwoudse omgevingsvisie

In 2022 heeft Zoeterwoude een omgevingsvisie opgesteld. Hierin staat dat de gemeente groen belangrijk vindt en daarom de groene structuren in de dorpskernen wil versterken. Voor de Rijndijk geldt een zachte overgang naar het landelijk gebied. Een goede beeldkwaliteit is het uitgangspunt.

Voor wat betreft het landelijk gebied beschrijft de omgevingsvisie onder welke voorwaarden nieuwe ontwikkelingen, zo goed mogelijk kunnen bijdragen aan de identiteit van het landschap. Een ander belangrijk uitgangspunt is de ontwikkeling van natuurwaarden, recreatiewaarde en landschapselementen (natuurvriendelijke oevers, kruidenrijke/bloemrijke bermen, bosjes, knotbomen en poelen).

Omgevingsplan

Bestemmingsplannen en de bomenverordening van 2022 zijn op 1 januari 2024 één op één overgegaan in het tijdelijke omgevingsplan. Bij het vaststellen van de huidige bomenregels verviel de bomenverordening van 2022, maar werden de nieuwe bomenregels toch in het tijdelijke omgevingsplan opgenomen. Hiervoor is gekozen omdat nog niet gestart is met opstellen van het nieuwe omgevingsplan.

Bestemmingsplannen

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn in de verschillende bestemmingsplannen o.a. bestemd voor: groen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; speelvoorzieningen; voet-/fietspaden; toegangspaden; afvalverzamelvoorzieningen; parkeervoorzieningen; nutsvoorzieningen. De bescherming van openbaar groen wordt dus niet echt geregeld in de bestemmingsplannen. Dit zal bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet anders worden. Dan worden, in het nieuwe Omgevingsplan, gebieden met bestemmingen gekoppeld aan de daar geldende normen en regels uit onder andere de Bomenverordening (zie hierna).

Bomenverordening 2024

De Bomenverordening bepaalt de regels voor het bewaren van bomen. Volgens de Bomenverordening is een omgevingsvergunning nodig voor gemeentelijke structuurbomen en gemeentelijke waardevolle bomen. Een omgevingsvergunning is ook nodig als het gaat om het verplanten of ingrijpend snoeien van een boom.

Aan de hand van een beoordelingsformulier worden de kapaanvragen op basis van de weigeringsgronden uit de verordening beoordeeld. Een vergunningsplichtige boom wordt beschermd op basis van:

  • Beeldbepalende waarden

  • Natuurwaarden

  • Cultuurhistorische waarden

  • Zeldzaamheid, uniciteit of dendrologische waarden

  • Monumentale bomen

Een vergunning kan alleen worden aangevraagd door de eigenaar of met toestemming van de eigenaar. De verordening wordt aangepast aan de hand van de beleidsuitgangspunten uit dit bomenbeleidsplan.

Coalitieakkoord Zoeterwoude 2022 - 2026: ‘Toekomst vraagt daadkracht’

In dit akkoord is een belangrijke plaats ingeruimd voor duurzaamheid. Zonnepanelen dienen gestimuleerd te worden, wel passend binnen het landschap. Duurzaamheid wil de coalitie uitvoeren naar de schaal van Zoeterwoude, waarbij de gemeente geen koploper is maar goed kijkt naar beproefde initiatieven op het gebied van energietransitie en duurzaamheid. Daarnaast wordt biodiversiteit gestimuleerd.

Monumentenbeleid

Binnen het plangebied van het Beeldkwaliteitsplan vallen 25 Rijksmonumenten en 26 (potentiële) gemeentelijke monumenten. De monumentenlijst, met zowel Rijksmonumenten als gemeentelijke monumenten, omvat slechts panden die van grote cultuurhistorische waarde zijn. Het inzicht is echter ontstaan dat de monumentale waarde van die panden in veel gevallen zeer nauw samenhangt met de directe omgeving. Die omgeving kan het lint zijn waar het pand in staat. Het kan ook gaan om de groene inrichting rondom een als monument aangemerkt pand of een combinatie van meerdere aspecten. Het Beeldkwaliteitsplan Landelijk gebied Zoeterwoude gaat hier nader op in.

Beeldkwaliteitsplan landelijk gebied (2013)

Dit plan legt de basis voor de landschappelijke kwaliteit. In het plan wordt aan de hand van richtlijnen bepaald hoe met de landschappelijke kwaliteiten moet worden omgegaan en wanneer zich ontwikkelingen voordoen. Onder de noemer beeldkwaliteit worden alle ruimtelijke aspecten gerekend die van invloed zijn op de uitstraling van een polder als geheel, een bebouwingslint of een afzonderlijk erf. Ook erfbeplanting en groen in historische linten zijn belangrijk voor de landschappelijke kwaliteit en dienen zo veel mogelijk beschermd te worden.

Het centrale thema van de omgevingsvisie en het Beeldkwaliteitsplan landelijk gebied is "het behouden en versterken van het karakteristieke open veenweidegebied, waarbij wordt gestreefd naar een duurzaam waterhuishoudkundig systeem en een duurzame, grondgebonden veehouderij in samenhang met het versterken van de belevings- en gebruikswaarde van het landschap".

Beleids- en beheerplan groen (2015)

De gemeentelijke groenstructuur is opgebouwd uit een (hoofd)bomenstructuur in de vorm van ‘lijnen’ en structuurbepalend groen in de vorm van ‘vlakken’. Het structuurbepalend groen en de (hoofd)bomenstructuur vormen tezamen de ruimtelijke en stedenbouwkundige ruggengraat van Zoeterwoude.

Het doel van een gemeentelijke groenstructuur is:

  • Het duurzaam behouden van groene stroken en assen. Een duidelijke groenstructuur maakt een scheiding tussen de wijken, begeleidt en verduidelijkt de hoofdroutes en maakt een groene (wandel)verbinding voor mens en dier mogelijk. Kortom, de groenstructuur maakt een belangrijk deel uit van het geraamte van de stedenbouwkundige opzet van het dorp. Tevens vormt een goede groenstructuur ook het visitekaartje van het dorp.

  • Het vormen van een toetsingskader voor ruimtelijke plannen. Omdat de groenstructuur onderdeel is van de stedenbouwkundige opzet, kan door het toetsen aan de groenstructuurkaart eenvoudig worden bepaald of het ruimtelijk plan past binnen de ruimtelijke opbouw van de omgeving. De groenstructuur zal bij de afweging tot goedkeuring van de ruimtelijke plannen worden betrokken.

Het gebruik van het beleids-en beheerplan groen is leidend voor het behoud en de verbetering van de gemeentelijke groenstructuur. Deze is verder uitgewerkt op kaart en wordt beschermd. Het resterende openbaar groen levert ook een belangrijk aandeel aan de leefbaarheid van de openbare ruimte, maar geniet geen speciale bescherming. Dit betekent echter niet dat een boom buiten de hoofdstructuur geen enkele bescherming krijgt.

De gemeentelijke groenstructuur is robuust en bestaat naar gelang de locatie uit extensief of intensiever beheerde beplanting met waar mogelijk forse bomen. De gemeentelijke groenstructuur van Zoeterwoude wordt grotendeels gedragen door (landschappelijke) boombeplantingen en groenvakken langs de hoofd- en buitenwegen. Met de wetenschap dat groeiplaatsinrichting noodzakelijk is, maar in verharding ook vrij duur is, wordt ernaar gestreefd de bomen vooral in grotere groenvakken te planten. Dit betekent dat het niet altijd mogelijk is bomen als wegbeplanting lijnvormig aan te planten.

Voor wat betreft de groene inrichting van het buitengebied wordt gesteld dat grootschalige aanplant in het buitengebied moet worden voorkomen. Er wordt gestreefd naar een open landschap. In het landschap worden bomen toegepast die de openheid van het veenweidegebied weinig aantasten, maar wel leiden tot variatie in het landschap, zoals inheemse (knot)bomen en hakhoutbosjes. De aanleg van opgaande (landschappelijke) beplanting in de bebouwingslinten dient gestimuleerd te worden. Zichtlijnen naar landschap dienen behouden te blijven en waar mogelijk te worden gecreëerd.

1.2 BELANG VAN BOMEN

Bomen vertegenwoordigen, als groen inrichtingselement, een grote waarde voor de leefomgeving. Bomen zijn belangrijke herkenningspunten, bijvoorbeeld omdat ze een specifieke groei- of snoeivorm hebben of omdat ze van een bijzondere soort zijn. Bomen markeren bijzondere plekken. Ze vertellen de geschiedenis van het dorp of benadrukken de cultuurhistorische waarde van een locatie. Bomen maken van de gemeente Zoeterwoude een fijne plek om te wonen, werken en recreëren.

Groen is gezond. Mensen voelen zich zowel geestelijk als lichamelijk beter in een groene leefomgeving. Een groene omgeving met veel bomen nodigt uit om erop uit te gaan of voor kinderen om buiten te spelen. Uit onderzoek blijkt dat gezondheidsklachten met 0,15 procent dalen voor elke 10 procent meer groen in de omgeving.

Bomen zorgen daarnaast voor verkoeling op warme dagen, bieden schaduw als de zon fel schijnt, helpen bij een goede afvoer van regenwater, en dragen zo bij aan het klimaatbestendiger maken van de leefomgeving. Ook weerkaatsen en verstrooien ze geluidsgolven en helpen bij het filteren van (fijn)stof uit de lucht.

Iedere boom heeft een verhaal. En juist oude bomen vertellen het verhaal van vroeger. Over het ontstaan van het landschap, de gebruiken en het leven van toen. Oude en monumentale bomen zijn een erfenis van de generaties voor ons. Bijvoorbeeld de leilinden. Veel leilinden zijn oorspronkelijk geplant als zonnescherm. Ook aan het vee werd gedacht, de bomen langs de weilanden zorgden voor schaduw.

Economisch gezien hebben bomen een positieve invloed. Kijk je vanuit je woning uit op groen? Dan zorgt dit voor een waardevermeerdering van je woning van zo’n 7 procent. Helemaal goed is het als dit groen al ontwikkeld is en dus niet pas is aangeplant. Groen gaat vandalisme tegen en zorgt voor saamhorigheidsgevoel. Het verhoogt ook het veiligheidsgevoel. De verkeerssnelheid van weggebruikers neemt af op een weg waar bomen in een laan zijn geplant. Deze manier van planten, laanbeplanting, geeft een besloten gevoel. Weggebruikers nemen er minder risico. Een groep bomen aan het eind van een kale, rechte weg zorgt ervoor dat de weggebruiker eerder afremt en de kruising of bocht met een lagere snelheid nadert.

Niet alleen voor mensen zijn bomen van onschatbare waarde. Vogels, vleermuizen, vlinders en andere dieren en insecten schuilen en nestelen in de bomen. Gemeente Zoeterwoude werkt daarom met omringende gemeenten Leiderdorp, Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn aan bijvriendelijk groenbeheer onder de noemer Groene Cirkel Bijenlandschap.

Tussen het buitengebied en bebouwing fungeren bomen als ‘groene stapstenen’ waarlangs planten en dieren zich kunnen verplaatsen en verspreiden. Ook dienen ze als oriëntatiepunt op de route van slaapplaats naar foerageergebied. Kortom: bomen halen de natuur het dorp in.

De gemeente Zoeterwoude is doordrongen van het belang van haar bomen voor de groene, openbare ruimte, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. En ze wil de bomen daarom graag behouden, verbeteren en versterken.

1.3 VISIE OP BOMEN

De hoofdthema’s voor gemeente Zoeterwoude zijn de verbinding met het landschap, de biodiversiteit, en de boomstructuren als dragers van het groen.

afbeelding binnen de regeling

De doorlopende boomstructuren zijn belangrijk voor de ruimtelijke en stedenbouwkundige ruggengraat van Zoeterwoude. Ook hebben de bomen een belangrijke esthetische en ecologische functie, als visuele en natuurlijke verbinding tussen de woonkernen en het omringende veenweidelandschap. Daarmee dragen deze bomen bij aan de biodiversiteit. Deze kan verder vergroot worden door in te zetten op meer diversiteit in boomsoorten en cultivars, voor zover het landschap en de groeiplaatsmogelijkheden dit toelaten.

Gemeente Zoeterwoude zet in op een degelijk bomenbestand met gezonde bomen, als drager van de groene hoofdstructuur.

1.3.1 Ambitie

Landschap:

  • Gemeente Zoeterwoude wil de juiste boom op de juiste locatie; met voldoende groeiruimte boven- en ondergronds, ook op locaties waar minder ruimte is, maar bomen wel van belang zijn. Goede keuze van de boomsoort is daarbij van belang. De gemeente heeft liever een wat beperkter aantal, kwalitatief goede bomen die zich langere tijd goed kunnen ontwikkelen, dan veel bomen die slecht functioneren en snel afgeschreven moeten worden.

  • Bij herinrichtingsprojecten met bomen, bij overlast door bomen en bij andere activiteiten waarbij bomen betrokken zijn, wil de gemeente een goede afweging kunnen maken voor de bomen. Wat is de investeringsbereidheid voor deze bomen? Kunnen we deze behouden of willen we juist ingrijpen? Deze afwegingen moeten eenduidig en toetsbaar zijn, op basis van de beleidsstatus van de boom en de prioriteit die daarbij hoort.

Diversiteit:

  • Gemeente Zoeterwoude wil de diversiteit van haar bomenbestand vergroten. Over 15 jaar is de top 10 van boomsoorten goed voor 70% van het bomenbestand. Nu bestaat 80% van ons bomenbestand uit slechts 10 verschillende boomsoorten. Bij nieuwe aanplant wordt waar mogelijk gekozen voor boomsoorten die bijdragen aan de diversiteit en of biodiversiteit.

Structuren:

  • Bij elk project in de openbare ruimte worden de bomen en boomstructuren van het begin af aan volwaardig meegenomen in de planning en overwegingen voor de inrichting.

  • Over 15 jaar heeft gemeente Zoeterwoude een gezonde (hoofd)bomenstructuur. De conditie van de bomen is voldoende tot goed. De bomen in de structuren zijn zodanig aangeplant en onderhouden dat ze 50 tot 60 jaar goed kunnen functioneren, zonder (grote) overlast.

afbeelding binnen de regeling

2 ZOETERWOUDE IN VOGELVLUCHT

De gemeente telt 9.443 inwoners (op 1 januari 2023, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 21,96 km² (waarvan 1,07 km² water). De gemeente beslaat diverse woonkernen, waarvan Zoeterwoude-Dorp en Zoeterwoude-Rijndijk de grootste zijn.

Het landschap van Zoeterwoude betreft een veenweidegebied, een zeer karakteristiek, puur Nederlands landschapstype. Het is ontstaan in de Middeleeuwen bij het ontginnen van veen. Tot het moment dat zich strandwallen gevormd hadden langs de kunst, vonden zeekleiafzettingen plaats op het veen. Vervolgens kon zich een zeekleivegetatie ontwikkelen waardoor het zogeheten veenmoeras ontstond van soms wel 7 meter dik. Bij riviertjes ontstonden moerasbossen met de eerste vestigingen op de oeverwallen langs veenstromen. Dorpen die in deze gebieden ontstonden, kregen soms een naam met ‘woude’. De naam Zoeterwoude geeft de oorsprong van het gebied dan ook aan als moerasbos bij een rivier. De bodem bestaat voornamelijk uit zeeklei op veen. De variatie in bodemgesteldheid en het zoutgehalte van het water zorgen voor de karakteristieke floristische samenstelling. De natuurwaarde van het landelijk gebied betreft vooral de rijkdom aan weidevogels en de specifieke flora en fauna.

Zoeterwoude is ontstaan vanuit zowel de diverse woonkernen die zich vormden op de ontginningsassen als de bewoning langs de dijk van de Oude Rijn. Langs de Oude Rijn werd rond 40 na Chr. een reeks forten van het Romeinse leger gerealiseerd. Onder andere bij het huidige Katwijk, Valkenburg, Leiderdorp, Leiden en Zwammerdam. Om deze forten met elkaar te verbinden, werd er op de zuidelijke oever van de Oude Rijn een weg aangelegd. Langs deze as ontstond langzaam bewoning.

De gemeente bestaat uit drie oude, afzonderlijke bewoningskernen, te weten Zoeterwoude-Dorp, Zuidbuurt en Zoeterwoude-Rijndijk. Het oude dorpscentrum van Zoeterwoude ontleent zijn waarde aan de kleinschalige, historische kern. De openbare ruimte in het centrum is beperkt, evenals de hoeveelheid groen. De verschillende kernen worden met elkaar verbonden door lange structuurlijnen, veelal met knotwilgen. Het grondwater staat hoog (0,5 tot 1,0 meter onder maaiveld) en het van oorsprong venige land verzakt vrij snel.

Zoeterwoude-Dorp is aanvankelijk uitgebreid in zuidelijke richting met de vooroorlogse woningbouw van Dorp Zuid uit de (in stedenbouwkundig opzicht) karakteristieke periode van de klassieke uitbreidingen. Kenmerkend zijn de kleine buurtjes met weer elk hun eigen karakter. In westelijke richting is achtereenvolgens uitgebreid met Westwout, de Vogelweide en de Bloemenweide.

Zuidbuurt is in dezelfde periode in oostelijke richting uitgebreid met Zonnegaarde, en Zoeterwoude-Rijndijk met het woongebied ‘De Goede Herder’, bedrijventerrein ‘De Grote Polder’ en de nieuwste wijk ‘Verde Vista’. Deze wijken kunnen aangeduid worden als moderne uitbreidingen. Kenmerkend voor deze uitbreidingen is een opzet met veel ruimte en rust. Bewoners beschikken veelal over voor- en achtertuinen. Het beeld van de openbare ruimte wordt bepaald door groen. Karakteristiek voor de gemeente zijn de diverse kaasboerderijen en de woon-en-leefgemeenschap voor mensen met een verstandelijke handicap.

2.1 WIJKINDELING

Zoeterwoude is voor de organisatie van het beheer ingedeeld in 15 wijken. De kaart geeft de schematische wijkindeling aan.

afbeelding binnen de regeling

Westwout

Westwout is gebouwd in de jaren 1960-1970. De wijk is opgezet met een duidelijke rechtlijnige verkaveling. De rand aan de westzijde van de wijk is een robuuste groenstrook met fiets- en wandelpad (Balkenpad). Samen met de Ambachtsherenweg en de Dirk van Santhorstweg vormt dit de groene hoofdstructuur.

Er is weinig openbaar groen aanwezig en dus relatief weinig bomen. Het weinige groen in de wijk wordt gecompenseerd door de grote tuinen bij de woningen.

Vogelweide

Vogelweide is een wijk uit 1970-1980, een zogenaamde bloemkoolwijk met veel slingerende straten en hofjes. In de wijk staan veel bomen van de 1e en 2e grootte (1e grootte zijn bomen met een eindhoogte van meer dan 15m, 2e grootte bomen worden 8-15m, 3e grootte bomen blijven kleiner dan 8m). Door de smalle straten staan deze bomen vaak dicht bij gevels. Ze veroorzaken nu veel overlast door schaduw en de kronen die over balkons hangen of tegen de gevels schuren. De waterpartijen in de wijk zijn de plaatsen waar ook robuuster groen aanwezig is.

Bloemenweide

De Bloemweide is gebouwd in 1980-1990 en bevat weinig openbaar groen. De robuuste groenstroken met bomen bevinden zich aan de west- en oostzijde van de wijk. Kenmerkend zijn de knotwilgen langs enkele sloten midden in de wijk.

Dorp-centrum

De uitstraling van het groen is in dit gedeelte van het dorp een belangrijk visitekaartje. Er zijn weinig echte boomstructuren aanwezig. Wel heeft het centrum grote groenstroken waar enkele oude bomen staan.

afbeelding binnen de regeling

Dorp-Noord, Dorp-Zuid en Blankaartpark

In deze wijken is weinig ruimte voor bomen en groen. De aanwezige bomen staan in trottoirs en/of grote groenstroken. Bij renovatie van de buitenruimte in deze gebieden is het belangrijk om te zorgen voor ondergrondse groeiplaatsinrichting voor de bomen.

Zuidbuurt

De Zuidbuurt heeft geen boomstructuur, dit heeft te maken met de beperkte beschikbare ruimte. Bomen staan voornamelijk in groenstroken en hofjes. Door bomen in de voortuinen van de woningen heeft de Zuidbuurt wel een groene uitstraling.

afbeelding binnen de regeling

Westeinde, Weipoort en Gelderswoude

In het buitengebied worden de boomstructuren voornamelijk bepaald door de knotwilgen langs de wegen. Het Weddepad heeft de duidelijkste boomstructuur met de populieren en essen langs de weg. De Weipoortseweg heeft een boomstructuur bestaande uit wilgen, essen en elzen.

De bomen komen wel onder druk te staan in het buitengebied door het verbreden van de wegen. De bermen worden steeds smaller en dat betekent dat de groeiomstandigheden voor de bomen verslechteren.

Meerburg

De nieuwe wijk Verde Vista is zo goed als gereed. De boomstructuur wordt gekenmerkt door de bijvriendelijke linden langs de Stadhouderslaan (in het kader van ‘Zoeterwoude zoemt’) en de aansluitingen op de zijstraten met kleinere bomen.

De Goede Herder

Bomen staan voornamelijk in de hofjes. In de smalle straten zijn geen bomen aanwezig. Wel staan er bomen op de hoeken van straten omdat daar de ruimte wel aanwezig is. Bijzondere bomen staan hier nog in de oude parochietuin. Deze bomen staan ook opgenomen in de 'lijst waardevolle gemeentelijke bomen’.

Hoge Rijndijk

De Hoge Rijndijk is na de renovatie qua groen een visitekaartje geworden voor Zoeterwoude. Naast de prachtige vakken met vaste planten wordt de Hoge Rijndijk aangekleed met een diverse bomenstructuur.

Rijnegom en Hoge Rijndijk oost

De duidelijke bomenstructuren in deze wijken liggen voornamelijk langs de Nassaulaan, Oranjelaan en de Hoge Rijndijk. De overige straten zijn vrij smal en waar mogelijk staan hier (kleinere) bomen.

Oosthoek

Langs de hoge Rijndijk is een hoofdstructuur van platanen aanwezig. De bomen staan tussen het fietspad en de weg. De berm waarin ze staan is heel smal waardoor er geregeld overlast is van opdrukkende wortels. Dit zal een groter probleem worden in de toekomst als er geen maatregelen worden genomen.

Industriegebied Barrepolder (Heineken)

Het gehele terrein is in eigendom van Heineken. Het terrein heeft veel groen met daarin diverse bomen.

Industriegebied Grote Polder

De groenstructuur wordt hier bepaald door de bomenstructuur van voornamelijk essen in het midden van de Industrieweg. Rondom de Grote Polder is een parkachtig wandelgebied waar verschillende bomen staan die bijdragen aan het groene karakter en de structuur van het industrieterrein de Grote Polder.

2.2 HET BOMENBESTAND

Gemeente Zoeterwoude ziet het belang van haar bomen als dragers van de groene, openbare ruimte (zowel binnen als buiten de bebouwde kom) en wil deze graag behouden, verbeteren en versterken. De gemeente streeft naar behoud van haar huidige 0,54 boom per inwoner, voor zover dit de kwaliteit van de bomen niet in gevaar brengt.

Het landelijke gemiddelde is 0,5 boom per inwoner, waarbij de bomen in bosplantsoenvakken en private bomen overigens niet worden meegerekend. Antea Group brengt jaarlijks een ‘benchmark beheer openbare ruimte‘ uit, waarbij voor allerlei gemeentelijke gegevens (aantal inwoners, woningen, bomen, et cetera) een benchmark (gewogen gemiddelde) wordt berekend. Zo kunnen gemeenten zich onderling vergelijken.

Ter vergelijking: in de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout en Weesp staat 0,4 boom per inwoner. Gemeente Zuidplas heeft 0,5 boom per inwoner en gemeente Leiderdorp telt er 0,6.

2.2.1 Boomsoorten

In de top 10 van meest voorkomende boomsoorten en -cultivars in de gemeente Zoeterwoude staat de (knot)wilg (Salix) op de eerste plaats. In totaal zijn meer dan 200 boomsoorten en -cultivars in de gemeente aanwezig. De 10 meest voorkomende boomsoorten en -cultivars nemen samen zo’n 80 procent van het totale bomenbestand in beslag. Dit betekent dat het bomenbestand niet zo divers is. Dit komt waarschijnlijk door de plaatselijke groeiomstandigheden, waar maar een paar soorten bomen zich goed kunnen ontwikkelen. Een groot deel van Zoeterwoude wordt omgeven door veenweidelandschap. Dit is te zien aan de boomsoorten. Schietwilg, gewone es en zwarte els komen hier als inheemse ‘polderbomen’ veel voor.

De lage diversiteit maakt het bomenbestand kwetsbaar voor aantastingen: bij een besmetting (boomziekte of insectenplaag) kunnen er in zeer korte tijd veel bomen van één soort worden aangetast. Meer diversiteit in het bomenbestand kan zorgen voor enerzijds een aantrekkelijk beeld van de openbare ruimte, anderzijds een lagere kans op massale uitval.

afbeelding binnen de regeling

2.2.2 Leeftijd en stamdiameter

Het overgrote deel van de gemeentelijke bomen in Zoeterwoude is aangeplant in de afgelopen 50 tot 60 jaar. Ongeveer 87 procent van het bomenbestand betreft bomen met een stamdiameter kleiner dan 50 cm. Hieruit valt ook op te maken dat het om vrij jonge bomen gaat. De plaatselijke groeiomstandigheden (hoge grondwaterstand, grondsoort) maken het veel boomsoorten moeilijk om oud te worden.

2.2.3 Standplaats en conditie

Iets meer dan de helft van de bomen van het totale bomenbestand heeft een standplaats in een berm. Bijna een kwart heeft een standplaats in de beplanting. Een klein deel van de bomen staat in gras, nog minder in verharding. Opmerkelijk is dat over het algemeen gezien weinig bomen een standplaats in de verharding hebben. Voor de meeste boomsoorten is het ook gunstiger om niet in de verharding te staan.

De meeste bomen hebben dan ook een redelijke tot goede conditie. Slechts een klein deel heeft een slechte conditie. Elk jaar gaat de gezondheid van een aantal bomen zo achteruit dat het kappen ervan noodzakelijk is.

afbeelding binnen de regeling

2.2.4 Ziekten en plagen

Zoals elke gemeente in Nederland heeft ook gemeente Zoeterwoude te maken met boomziekten en plagen. Deze tasten de conditie van bomen aan. Dit kan een bedreiging zijn voor het duurzaam voortbestaan. Boomziekten en -aantastingen zijn een continu optredend verschijnsel, waarvoor alertheid geboden is. Het is niet mogelijk om een eenduidig beleid te formuleren om ziekten en aantastingen te voorkomen. Wel is het mogelijk om, op basis van de meest voorkomende boomsoorten in Zoeterwoude, in te schatten welke boomziekten en -aantastingen zouden kunnen optreden. Hierbij moet vooral worden gedacht aan algemeen voorkomende aantastingen zoals essentaksterfte, kastanjebloedingsziekte, iepziekte en de wilgenhoutrups (ook bij es en els).

Vooral de aanwezigheid van essentaksterfte kan in Zoeterwoude, waar de es (Fraxinus) een veelvoorkomende boom is, grote impact hebben op het bomenbestand. Vanwege het verhoogde veiligheidsrisico worden alle essen in Zoeterwoude jaarlijks geïnspecteerd.

afbeelding binnen de regeling

3 BESCHERMING VAN BOMEN

3.1 AMBITIE

Over 15 jaar heeft gemeente Zoeterwoude een gezonde bomenstructuur. De bomen in de structuren zijn zodanig aangeplant en onderhouden dat ze 50 tot 60 jaar goed functioneren.

Alle bomen in gemeente Zoeterwoude hebben waarde, maar ze zijn niet allemaal even waardevol. Door bomen in te delen in verschillende beleidsstatussen maakt de gemeente keuzes in de mate van aandacht en bescherming die elke boom krijgt. Zo kent elke status zijn eigen prioritering in inrichtingseisen, beheerintensiteit en beschermwaarde.

3.2 BELEIDSSTATUS BOMEN

Wat de precieze criteria en de randvoorwaarden per beleidsstatus zijn, is terug te vinden in bijlage B ‘Criteria boomstatus’.

Status

Bescherming

Functie

Eigenaar

Waardevol

Maximale individuele bescherming

Beleving, emotie, cultuurhistorie

Gemeente

Structuur

Bescherming van structuur als geheel gaat voor de individuele boom

Stedenbouwkundig, landschappelijk

Gemeente

Overig

Minimaal, zolang de boom zijn functie vervult

Groene leefomgeving

Gemeente

3.2.1 Waardevolle bomen

Waardevolle bomen zijn solitaire bomen in eigendom van de gemeente, die een bijzondere waarde voor de omgeving vertegenwoordigen. Ze zijn beeldbepalend (vanwege hun grootte) hebben een hoge natuurwaarde (bijvoorbeeld nestplaats, groeiplaats voor bijzondere flora), vanwege hun zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie of hebben een grote cultuurhistorische waarde (bijvoorbeeld herdenkingsboom, markeerboom, geboorteboom).

Waardevolle bomen hebben minimaal groeiruimte voor 60 jaar en hebben een minimale resterende levensverwachting van 5 jaar. Alle waardevolle bomen worden meegenomen in de gemeentelijke periodieke inspectierondes (boomveiligheidscontrole en onderhoudsinventarisatie. Zo is er voldoende zicht op de kwaliteit en de conditie van de bomen. Blijkt uit de inspectie dat er extra maatregelen voor behoud van de boom noodzakelijk zijn, dan worden deze ingepland voor de volgende uitvoeringsronde.

Waardevolle bomen zijn, behalve in de gemeentelijke registratie, ook apart benoemd in de ‘Lijst waardevolle gemeentelijke bomen’ met bijbehorende kaarten. Hierin staan één of meer van de criteria voor aanwijzing (bijlage B) als waardevolle gemeentelijke boom opgenomen. Deze lijst wordt door het college van burgemeester en wethouders (gemandateerd door de gemeenteraad) geactualiseerd en periodiek vastgesteld (bijlage E).

3.2.2 Bomenstructuur

Meerdere bomen die samen in een lijn of vlak (een bepaalde structuur) een bijzondere bijdrage leveren aan de omgeving krijgen de status ‘structuurboom’. De bomen in de gemeentelijke groenstructuur hebben deze status. Ze kunnen samenhangen met de wegenstructuur van het dorp (deze begeleiden en daarmee het verkeer leiden), structuren met een natuur- of landschappelijke waarde, of een cultuurhistorische (vorm)structuur. Soms is een bomenstructuur niet een aaneengesloten rij of vlak met bomen, maar staan (vaak groepjes) bomen op een bepaalde afstand van elkaar langs bijvoorbeeld een hoofdweg en stippelen zo een lijn uit. Dit noemen we een broodkruimelstructuur.

afbeelding binnen de regeling

De gemeentelijke bomenstructuur is vastgelegd in het beleids- en beheerplan groen (2015) en op de kaarten bij het bomenbeleidsplan 2022. Deze zijn samengevoegd in bijlage C. De hoofdgroenstructuur van het groen in Zoeterwoude wordt grotendeels bepaald door landschappelijke boombeplantingen langs de hoofd- en buitenwegen zoals bijvoorbeeld de Nieuweweg, de Doctor Kortmannstraat, de Ambachtsherenweg, de Hoge Rijndijk, de Burgemeester Smeetsweg en de Noordbuurtseweg. Grotere groenlocaties betreffen de sportcomplexen, het Loetheveld, het Balkenpad, omgeving Klaverhal / Emmaus en het groene wandelgebied rondom bedrijventerrein Grote Polder. Deze bomen bepalen voor een groot deel het karakter van de kernen en dragen bij aan de ruimtelijke en stedenbouwkundige ruggengraat van Zoeterwoude. De Weipoortseweg en Nieuweweg zijn voorbeelden van de groenstructuur in het buitengebied.

Structuurbomen hebben een groeiruimte voor 50 jaar en hebben een minimale resterende levensverwachting van 5 jaar. Alle structuurbomen worden meegenomen in de gemeentelijke periodieke inspectierondes (boomveiligheidscontrole en onderhoudsinventarisatie). Zo is er voldoende zicht op de kwaliteit en de conditie van de bomen. Blijkt uit de inspectie dat er extra maatregelen voor behoud van de boom noodzakelijk zijn, dan worden deze ingepland voor de volgende uitvoeringsronde.

3.2.3 Overige bomen

Gemeentebomen die niet op de Lijst ‘waardevolle gemeentelijke bomen’ staan, en buiten de groenstructuren staan zijn desondanks niet zonder waarde. Ze vervullen functies voor bijvoorbeeld natuur, het landschap of zijn beeldbepalend. Doordat deze bomen veelal in de directe omgeving van woningen staan, voelen de bewoners zich betrokken bij deze bomen.

3.2.4 Herplant bomen

Het komt voor dat in een omgevingsvergunning herplant wordt opgenomen als voorwaarde voor verlening. Bomen die aangeplant zijn als vergunningsvoorwaarde hebben een beleidsstatus. Voor deze bomen geldt geen minimale stamdiameter.

3.3 BEBOUWINGSCONTOUR HOUTKAP

Onder de Omgevingswet wordt in de bescherming van bomen onderscheid gemaakt tussen bomen binnen en buiten de bebouwingscontour houtkap. Voorheen werd gesproken over binnen en buiten de bebouwde kom, waarbij de grens bepaald werd aan de hand van de Wegenverkeerswet. Buiten de bebouwingscontour houtkap gelden de rijksregels. Het toepassingsbereik van de rijksregels beperkt zich tot bomen in rijen van 20 of meer en houtopstanden van 10 are of meer. Voor bomen op erven en tuinen buiten de bebouwingscontour houtkap gelden de rijksregels niet.

De bomenregels zoals deze door de gemeente Zoeterwoude zijn opgesteld voor bomen binnen de bebouwingscontour houtkap gelden buiten de bebouwingscontour houtkap voor;

  • Bomen in rijen van minder dan 20 stuks.

3.4 VERGUNNING VOOR KAP VAN BOMEN

Voor de kap van bomen kan het zijn dat een omgevingsvergunning verplicht is. Voor waardevolle bomen en herplant-bomen is dit altijd het geval.

In een bomenstructuur is een omgevingsvergunning verplicht voor bomen met een stamdiameter van minimaal 25 cm.

De aanvraag omgevingsvergunning moet voorzien zijn van een goede onderbouwing voor de kap. De argumenten voor aanvraag tot kap worden afgewogen tegen de criteria van de betreffende beleidsstatus. Aan het afgeven van de kapvergunning is een plicht voor herplant gekoppeld. Kapaanvragen en kapvergunningen voor bomen die vallen binnen de omgevingsvergunning, activiteit kappen, worden gepubliceerd bij het gemeentenieuws.

Een vergunning zal, ongeacht de beleidsstatus van de boom, altijd verleend worden in het geval:

  • De boom een gevaar vormt voor de omgeving (de boom is instabiel);

  • Het een zieke boom is die een direct gevaar vormt voor de gezondheid van andere bomen;

  • De toekomstverwachting voor de boom minder dan 10 jaar is;

  • De conditie onomkeerbaar slecht is;

  • De boom dermate beschadigd is dat de overlevingskansen onvoldoende zijn;

De situatie kan soms zo dringend zijn (acuut gevaar) dat de boom direct (zonder vergunning) gekapt moet worden (noodkap). De velling wordt achteraf in het plaatselijk weekblad gepubliceerd. Door een deskundige medewerker van de gemeente wordt van tevoren vastgesteld dat de kap noodzakelijk is.

Onder acuut gevaar wordt verstaan:

  • Instabiliteit als gevolg van bliksem-, storm- of aanrijschade, waardoor de boom een gevaar kan opleveren;

  • Aantasting door een ziekte die zich makkelijk verspreidt en dodelijk is voor de boom, zoals iepziekte;

  • Ernstige schadedreiging aan gebouwen, ondergrondse infrastructuur of verkeer.

Zoals in paragraaf 5.4 wordt beschreven worden alle bomen in Zoeterwoude cyclisch gecontroleerd. Bij deze inspectie wordt bekeken of bomen gebreken hebben. Indien bij de controle wordt geadviseerd de boom te vellen, dan is geen omgevingsvergunning nodig.

3.4.1 Illegale kap

Het zonder omgevingsvergunning kappen of zeer rigoureus snoeien (max 25 procent, bijvoorbeeld kandelaberen) van een vergunningsplichtige boom is niet toegestaan en wordt beschouwd als illegale kap. Daarnaast is ook het ernstig beschadigen of ontsieren van een boom (bijvoorbeeld door de kroon te halveren) strafbaar.

Constateert gemeente Zoeterwoude het bovenstaande, dan doet de gemeente aangifte van het strafbare feit. Is de dader bekend, dan wordt ook bekeken of een claim omtrent de schade zinvol en/of gewenst is. De hoogte van de financiële claim wordt bepaald op basis van een, door een NVTB-boomtaxateur (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen), uit te voeren schadetaxatie. Deze brengt de waardevermindering in beeld. Wanneer schade aan bomen langs de openbare weg is ontstaan en er geen dader bekend is, kan gemeente Zoeterwoude aanspraak maken op een vergoeding vanuit het waarborgfonds (www.wbf.nl).

3.5 HERPLANT

Iedere gemeentelijke boom is geregistreerd, waardoor soort, kenmerken en exacte plaats bekend zijn. Gemeente Zoeterwoude heeft dus inzicht in welke boom met welke vorm waar staat. Bij herplant gaat de voorkeur uit naar aanplant op dezelfde locatie van een (op termijn) vergelijkbare boom. Hierbij moet rekening worden gehouden met leeftijd, boomsoort en stamdiameter van de verwijderde boom. Bij aanvraag van de omgevingsvergunning is een compensatieplan een verplicht onderdeel. In dit plan is opgenomen hoe wordt omgegaan met de herplant.

Als de locatie dit toelaat, geldt het uitgangspunt dat een vergelijkbare boom wordt aangeplant zodat op termijn een vergelijkbaar eindbeeld kan worden bereikt. Echter kan ook blijken dat de huidige groeiplaatsomstandigheden niet toereikend zijn om een (vergelijkbare) boom terug te planten. Dan zullen andere keuzes gemaakt moeten worden, waarbij mogelijk een andere locatie voor een nieuwe boom gezocht moet worden. De gemeente behoudt het voorrecht te bepalen welke herplant gepast is.

Van herplant is bij het kappen van een structuurboom niet altijd direct sprake. Een kleine jonge boom past qua beeld niet in een volgroeide structuur, en heeft door grote concurrentiedruk van de omringende bomen minder kans om zich goed te ontwikkelen. In dit geval wordt per situatie bepaald. Het uitstellen van herplant binnen een structuur is een optie, bijvoorbeeld tot een bepaald uitvalpercentage bereikt is, of omdat binnen bepaalde tijd herinrichting van die locatie plaatsvindt en op dat moment alle elementen in de openbare ruimte tegelijkertijd aangepakt kunnen worden.

Bij herplant wordt de nieuwe locatie bepaald via de volgende mogelijkheden (in afnemende volgorde van belang):

afbeelding binnen de regeling

Herplantladder

Gemeente Zoeterwoude wil graag eenzelfde aantal bomen behouden als dat ze nu beheert (0,54 boom per inwoner), voor zover de kwaliteit van de bomen op orde is en blijft.

Vervanging van bomen kan op verschillende manieren. Het één op één herplanten met dezelfde boomsoort is de meest voor de hand liggende optie. Herplant uitstellen tot een later moment is ook mogelijk. Bijvoorbeeld als eerst een herinrichtingsproject moet plaatsvinden, of in het geval 1 boom uit een rij wegvalt wachten tot meerdere zijn uitgevallen en deze tegelijkertijd vervangen.

In sommige gevallen kan worden gekozen om ter plaatse minder bomen aan te planten vanwege het ontbreken van voldoende (boven- en/of ondergrondse) groeiruimte. De keuze valt dan voor kwalitatieve herplant: minder bomen met betere ontwikkelingsmogelijkheden.

Bij herplant van bomen houdt gemeente Zoeterwoude rekening met de volgende kosten:

  • Aankoop en levering van de boom;

  • Het opnemen van bestrating, het graven en voorbereiden van plantgaten, het daadwerkelijk planten van de boom en het herstel van de bestrating;

  • De nazorg bij de boom voor een maximale duur van 3 jaar;

  • En: De voorbereiding van de nieuw te planten boom.

Op elke herplant geldt een herplantgarantie. Dit betekent dat bomen die nieuw zijn aangeplant (ter vervanging of op een nieuwe locatie) maar niet aanslaan, binnen een bepaalde termijn opnieuw vervangen moeten worden.

3.6 FINANCIËLE WAARDE VAN BOMEN

Bomen hebben een belangrijke waarde voor het algemeen welbevinden, gezondheid en sociale cohesie. Daarnaast vertegenwoordigen bomen ook een bepaalde financiële waarde, die vooral van belang is voor bijzonder waardevolle bomen en bij schadegevallen.

De Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) hanteert een eigen methode om de financiële waarde van bomen te bepalen, de NVTB-methode. De huidige situatie en het actuele prijsniveau zijn hierbij belangrijk. Het is van belang om de waarde van bomen te bepalen in de hierna beschreven situaties.

Bij schade aan één of meerdere bomen

Na constatering van de schade door werkzaamheden, verkeer of andere oorzaken, kan de gemeente vragen om een taxatierapport of daar zelf rechtstreeks opdracht voor geven als de veroorzaker bekend is. Met de NVTB-methode berekent de boomtaxateur wat de financiële waardevermindering is van de boom door de schade. Deze schade kan in rekening gebracht worden bij de veroorzaker;

Als herplant volgens de herplantladder niet mogelijk is

Van de te verwijderen boom wordt, via de NVTB-methode, de waarde bepaald. De opdrachtgever betaalt de berekende totale boomwaarde aan de gemeente, die dit bedrag borgt in het herplantfonds. Met de financiën die dit oplevert, plant de gemeente nieuwe bomen aan op geschikte locaties binnen de gemeente.

afbeelding binnen de regeling

4 INRICHTING MET BOMEN

4.1 AMBITIE

  • Gemeente Zoeterwoude wil de juiste boom op de juiste locatie; met voldoende groeiruimte boven- en ondergronds, ook op locaties waar minder ruimte is maar bomen wel van belang zijn. Goede keuze van de boomsoort is daarbij van belang.

  • De gemeente heeft liever een wat beperkter aantal, kwalitatief goede bomen die zich langere tijd goed kunnen ontwikkelen, dan veel bomen die slecht functioneren en snel afgeschreven moeten worden.

  • Bij herinrichtingsprojecten met bomen wil de gemeente een goede afweging kunnen maken voor de bomen. Wat is de investeringsbereidheid? Deze afwegingen zijn op basis van de beleidsstatus van de boom en de prioriteit die daarbij hoort.

  • Gemeente Zoeterwoude wil de diversiteit van haar bomenbestand vergroten. Over 15 jaar is de top 10 van boomsoorten in Zoeterwoude goed voor 70 procent van het bomenbestand. Bij nieuwe aanplant wordt waar mogelijk gekozen voor boomsoorten die bijdragen aan de diversiteit en/of biodiversiteit.

  • Bij elk project in de openbare ruimte worden de bomen en boomstructuren van het begin af aan volwaardig meegenomen in de planning en overwegingen voor de inrichting.

Bij de inrichting van de openbare ruimte met bomen gelden de normen en voorschriften zoals vermeld in het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

Dit is een zorgvuldige bundeling van gestandaardiseerde procedures, normen en kwaliteitseisen die betrekking hebben op de uitvoering van werkzaamheden in, rond en met bomen.

Gemeente Zoeterwoude is licentiehouder en is ervoor verantwoordelijk dat ieder die in opdracht van de gemeente (advies)werk aan of rond bomen uitvoert, handelt volgens het Handboek Bomen.

Daarnaast geldt het Programma van Eisen van gemeente Zoeterwoude.

afbeelding binnen de regeling

4.2 RUIMTE VOOR BOMEN

Om zich goed te kunnen ontwikkelen heeft een boom zowel boven- als ondergronds voldoende groeiruimte nodig.

4.2.1 Bovengrondse ruimte

De voor een boom noodzakelijke bovengrondse ruimte wordt bepaald door de ruimte die de volwassen boomkroon nodig heeft. De soorteigen boomgrootte (eerste, tweede of derde grootte), de kroonvorm en de uiteindelijk te bereiken opkroonhoogte bepalen deze ruimte.

De kwaliteit van de bovengrondse ruimte wordt voor bomen bepaald door een aantal elementen:

  • De afstand tot gebouwen en straatmeubilair. Fors uitgroeiende bomen kunnen hier voor diverse negatieve effecten zorgen: het ontnemen van het zicht op bebordingen, het ‘aanraken’ van gevels, een teveel aan schaduwwerking.

  • Windinvloed. Hieronder vallen ook ruk- en valwinden rond (hoge) gebouwen en een stevige tocht (trek) in bepaalde straten. Lokaal kunnen hierbij hoge windsnelheden voorkomen. Voor de aanwezige bomen kan dit in elk geval takbreuk tot gevolg hebben of instabiliteit bij een niet goed ontwikkeld wortelgestel. Juist op deze locaties moet hier bij de boomsoortkeuze rekening mee worden gehouden om vormen van overlast (bijvoorbeeld veel takbreuk) te voorkomen.

  • Luchtverontreinigingen in (binnen)steden, langs (snel)wegen en op bedrijventerreinen. Bij bomen leidt dit tot een verminderde conditie en een slechte ontwikkeling. Ook hier moeten boomsoorten worden geselecteerd die in enige mate resistent tegen deze invloeden zijn. Tegenwoordig is ook bekend dat het juist bomen zijn die de schadelijke effecten van verkeer (fijnstof) door hun aanwezigheid kunnen verminderen: met de bladeren vangen bomen een groot gedeelte van het fijnstof af.

  • Afstand van de stam(men) tot verkeer. Waar mogelijk kunnen, als verkeersgeleidende maatregel, bomen worden aangeplant. Wel is er dan risico op aanrijdschade, door ongevallen of bij parkeren. Dit geeft wonden die de boom verzwakken en toegang bieden voor aantastingen (schimmels, bacteriën). Daarnaast moet worden gelet op de invloed van gladheidsbestrijding op bomen: het wegenzout brengt vaak schade toe aan bomen die langs straten en doorgaande wegen staan. Ook hier geldt weer een juiste boomsoortkeuze: sterke bomen met een relatief geringe gevoeligheid voor strooizout.

4.2.2 Ondergrondse ruimte

Hoe hoger de kwaliteit van de groeiplaats, des te beter ontwikkelt de boom zich. In elk geval bepaalt de laagste groeiplaatseis de kwaliteit van de groeiplaats. De normen zijn soort- en bodemafhankelijk.

Groeiplaatseisen zijn in ieder geval:

  • Bodemkwaliteit;

  • Lucht- en vochthuishouding;

  • Voedingselementen (vooral mineralen);

  • Bodemleven;

  • Zuurgraad en zoutgehalte.

Het Handboek Bomen 2022, hoofdstuk 4, Aanleg groeiplaatsen voor bomen, gaat uitgebreid in op de eisen die hieraan worden gesteld.

Status

Ambitie (minimale eindleeftijd)

Boomgrootte

Vervanging bij uitval

Eigenaar

Waardevol

60 jaar

1e, 2e en 3e grootte mogelijk

Alleen bij gemeentelijke boom

Gemeente

Structuur

50 jaar

1e of 2e grootte, uniform beeld

Jonge bomen eerste 10 jaar altijd vervangen. Daarna vervanging alleen bij uitval van meer dan 25% van de structuur, tenzij streefleeftijd bereikt is.

Gemeente

Overige

20-40 jaar

2e en 3e grootte

Herplanten indien de groeiplaats geschikt is, waar mogelijk rekening houden met wens inwoners

Gemeente

afbeelding binnen de regeling

4.3 BOMEN IN HERINRICHTING

Bij nieuwbouw of reconstructie kan blijken dat bepaalde bomen niet meer passen binnen de nieuwe opbouw van de structuur. Tegelijkertijd is een (her)inrichtingsproject ook een goed moment om versterkende maatregelen aan de bomenstructuur uit te voeren, en waar gewenst de structuur aan te vullen of uit te breiden.

Bij herinrichtingswerkzaamheden is vervanging van dergelijke bomen, gezien de beoogde omlooptijd die redelijk synchroon loopt met andere (inrichtings)elementen in de openbare ruimte, meestal de beste optie. Alleen als bomen naar verwachting nog een omlooptermijn mee kunnen, kan overwogen worden extra inspanningen te doen om de betreffende bomen te behouden.

Een herinrichting vormt een gelegenheid waarbij ontoereikende groeiplaatsen kunnen worden verbeterd. Daarnaast kan de soortkeuze opnieuw worden overwogen, zodat boom en groeiplaats optimaal op elkaar worden afgestemd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Boommonitor Online, een rekeninstrument behorende bij het Handboek Bomen.

4.4 WERKEN BIJ BOMEN

Als ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien waarbij bomen betrokken zijn, moet er een QuickScan worden uitgevoerd, als voorbereiding op een Bomen Effect Analyse (BEA). Deze QuickScan (beschreven in het Handboek Bomen 2022, hoofdstuk 16, Bomen Effect Analyse) beoordeelt in hoeverre de ruimtelijke ontwikkeling invloed heeft op de bestaande bomen.

Een QuickScan wordt uitgevoerd als in het te ontwikkelen gebied bomen staan of:

  • Als er binnen een straal van 50 meter van de projectgrens bomen aanwezig zijn;

  • Als er langs mogelijke aanrijroutes van bouwverkeer bomen aanwezig zijn;

  • Als er sprake is van bronbemaling. Er moet rekening worden gehouden met invloed op de bomen in een straal van 1 kilometer rond het projectgebied.

4.4.1 BEA bij ruimtelijke ontwikkelingen

In de Bomenverordening is het uitvoeren van een Bomen Effect Analyse (BEA) opgenomen. Maakt een aanvraag omgevingsvergunning, activiteit kappen, deel uit van een bouwproject, dan is een BEA verplicht. Indien in het projectgebied ook bomen staan waarvoor geen vergunning nodig is, wordt het doorlopen van de BEA nadrukkelijk aangeraden. Bij een BEA wordt gekeken naar de gevolgen van een project voor de omliggende beplanting, waaronder bomen.

De systematiek van de BEA is inmiddels een landelijke richtlijn voor het in beeld brengen van de mogelijke effecten van plannen op bomen, voorziet in advies en geeft ook de mogelijke alternatieven. Inzichtelijk wordt gemaakt welke voorwaarden in een bestek moeten worden opgenomen om de aanwezige bomen tijdens en na afronding van werkzaamheden in gelijke toestand te kunnen handhaven.

De uitkomsten van een grondonderzoek bepalen mede welke extra maatregelen moeten worden genomen voor de juiste groeiplaatsinrichting voor nieuw aan te planten bomen, waarbij de richtlijnen uit het Handboek Bomen worden gevolgd.

Vanuit de gemeente is het advies om de inventarisatie van de aanwezige bomen in de eerste fase (verkennings- of voorontwerpfase) van een project uit te voeren. Op dat moment is de planvorming nog niet vastgelegd, maar worden een aantal belangrijke beslissingen genomen waarbij voldoende rekening kan worden gehouden met de aanwezige bomen. Inventarisatie in de eerste fase van een project kan in een latere fase tijdswinst opleveren.

De volgende fase is de ontwerpfase. Het plan staat min of meer vast maar er is nog geen definitief besluit. De ontwikkelaar maakt keuzes voor de uiteindelijke uitvoering. Aan het einde van deze fase is het concreter wat het werk precies inhoudt. Deze fase is geschikt voor integrale besluitvorming met een BEA.

Samen met de bouwaanvraag bekijkt de gemeente of het noodzakelijk is om de beplanting in het te ontwikkelen gebied te verwijderen. Dit heeft ook invloed op de bomen en beplantingen die aan het plangebied grenzen. Voor bouwactiviteiten is daarnaast ruimte nodig die zodanig moet worden ingericht dat bomen zo min mogelijk worden beïnvloed.

De BEA beoordeelt deze punten onafhankelijk, voorafgaand aan de uitvoering van de ontwikkelingsplannen. De toets waarborgt de kwaliteit van het groen en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. De resultaten van de BEA worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.

4.4.2 Verplanten als alternatief voor kappen

Wanneer de gemeente besluit dat het onontkoombaar is dat de bomen worden verwijderd, dan wordt eerst bekeken of er en reële mogelijkheid is om de bomen te verplanten.

Wanneer een boom aan de volgende voorwaarden voldoet, dan geeft de gemeente een vergunning om de boom te verplanten in plaats van te kappen:

  • De verplanting van de boom heeft goede kans van slagen.

  • De boom is van een duurzame houtsoort.

  • De boom heeft een fraai uiterlijk, dat wil zeggen een evenwichtig opgebouwde kroon.

  • De boom kan naar een geschikte groeiplek worden verplant.

4.4.3 Ontwerprichtlijnen

Bij bomen is de factor kwaliteit van groter belang dan de kwantiteit. Goed beheerbare, veilige en gezonde bomen hebben hoge prioriteit bij inrichting van het stedelijke gebied. Daarom moet al in de ontwerpfase van de planvorming rekening worden gehouden met de eisen van efficiënt groenbeheer en -onderhoud. Een projectteam van de gemeente Zoeterwoude beoordeelt alle ontwerpen op aanleg- en onderhoudskosten.

De haalbaarheid van een gezonde en duurzame boombeplanting wordt vooral in de ontwerpfase bepaald. Het Handboek Bomen 2022 geeft in hoofdstuk 1, Bomenontwerp, heldere kaders en richtlijnen over hoe om te gaan met het aanwezige groen in de ontwerpfase van een project.

Daarbij zijn van belang;

  • De uiteindelijk te bereiken boomgrootte in de volwassen fase;

  • De beschikbare ruimte, zowel onder- als bovengronds. Dit is van grote invloed op de toekomstverwachting, de stabiliteit en eventueel te verwachten mate van overlast;

  • De kwaliteit van de groeiplaats: de grondwaterstand, het zuurstofgehalte en de voedingsstoffen in de bodem voor de korte en lange termijn. Bij het berekenen van het benodigde groeiplaatsvolume van een te planten boom wordt gebruik gemaakt van de rekenmodule ‘Boommonitor Online’, onderdeel van de licentie voor het Handboek Bomen;

  • De boomsoortkeuze, hieronder vallen onder andere de herkomst, te bereiken kroonvorm, sierwaarde, gevoeligheid voor ziekten en aantastingen en mogelijke vormen van overlast, als ook de bijdrage aan vermindering van hittestress;

  • Ander gebruik van de groeiplaats van de boom, met name kabels en leidingen, verhardingen voor parkeerplaatsen en fiets- en voetpaden;

  • Mogelijke technische oplossingen om de beschikbare ondergrondse groeiruimte te vergroten;

  • Het toepassen van specifieke wortelgeleidende constructies zoals antiwortelschermen, boomkratten, bomengranulaat en boombunkers.

afbeelding binnen de regeling

4.4.4 Uitvoeringsfase

Het is vanzelfsprekend dat eisen en randvoorwaarden ten aanzien van bomen in een uitvoeringsbestek leidend zijn. Ook is een adequaat toezicht op de uitvoering essentieel. Een aantal eisen die voor het behoud van bestaande bomen in een bestek kunnen worden opgenomen, zijn na te lezen in het Handboek Bomen 2022, hoofdstuk 2, Werken rond bomen (2.17).

Wanneer werkzaamheden uit het bestek door strikte naleving van deze genoemde punten niet mogelijk zijn, kan na overleg met de gemeentelijk boomdeskundige tot maatwerk worden besloten. Dit wordt per geval bekeken.

4.5 KABELS EN LEIDINGEN

De randvoorwaarden voor graafwerkzaamheden en andere bodembewerkingen zijn terug te lezen in het Handboek Bomen 2022, hoofdstuk 2, Werken rond bomen. Gemeente Zoeterwoude zal hier bij graafwerkzaamheden altijd aan toetsen om mogelijke gevaren van het graafwerk voor bomen in de directe omgeving te bepalen.

Een harde randvoorwaarde is dat wortels met een diameter van meer dan 5 centimeter1 bij graafwerkzaamheden niet beschadigd mogen worden. Beschadiging hiervan heeft namelijk direct gevolgen voor de stabiliteit (en dus de veiligheid) en de conditie van bomen.

Als het onvermijdelijk is om in een zone met dikke beworteling ontgravings-werkzaamheden uit te voeren, moet dit ofwel handmatig ofwel via de ‘zuigmethode’ (het machinaal wegzuigen van de grond tussen de beworteling) worden uitgevoerd. De grootst mogelijke voorzichtigheid moet in acht worden genomen.

De gemeente overlegt vooraf met (nuts)bedrijven over de bestaande en toekomstige ligging van tracés bij nieuw aan te leggen kabels en leidingen. Bij nieuwbouwlocaties wordt een speciale zone aangewezen voor alle kabels en leidingen. Ze worden zo veel mogelijk geclusterd, waardoor de ondergrondse groeiruimte voor bomen toeneemt en toekomstige werkzaamheden beter uit te voeren zijn.

Bedrijven die grondwerkzaamheden verrichten, moeten zich houden aan de algemene regelgeving van de gemeente Zoeterwoude bij het vellen en/of beschadigen van bomen. In voorkomende gevallen wil de gemeente vaker gebruik maken van het recht om de schade aan bomen door werkzaamheden te verhalen op de veroorzaker.

Toezicht op de uitvoering van werkzaamheden bij bomen door een gemeentelijke toezichthouder is noodzakelijk om te kunnen aantonen wanneer er schade is toegebracht. De gemeente zet in op het vooraf schouwen van de staat van bomen bij werkzaamheden (een ‘nulmeting’) en het bij oplevering nogmaals uitvoeren van een boominspectie. Voorafgaand aan alle werkzaamheden in en om bomen legt de gemeente in het werkbestek concreet vast dat tegenover een schade een boete staat (boeteclausule). Ontstaat er toch onduidelijkheid en mogelijk discussie over de mate van de schade en de hoogte van de boete, dan wordt een taxateur van de NVTB ingeschakeld.

4.6 BESCHERMING TIJDENS WERKZAAMHEDEN

Bomen kunnen ernstig te lijden hebben van werkzaamheden zoals maaien, graven, bouwen, ophogen, bronbemaling en het tijdelijk stallen van materieel en/of bouwmaterialen binnen de kroonprojectie. Het is niet ongebruikelijk dat pas na enige tijd, soms jaren, de gevolgen van (bouw)werkzaamheden bij de boom zichtbaar worden. Uitvoerders van civiele constructies missen vaak de kennis en het bewustzijn van de effecten die hun handelingen op bomen kunnen hebben. Het is dan ook noodzakelijk dat de gemeente Zoeterwoude in de voorbereidende fase al aangeeft hoe bomen bij werkzaamheden beschermd moeten worden. Gemeente Zoeterwoude hanteert de bepalingen uit het Handboek Bomen 2022, hoofdstuk 2, Werken rond bomen, als basisvoorwaarden. Standaard wordt dit ook meegezonden bij een omgevingsvergunning.

afbeelding binnen de regeling

5 BEHEER VAN BOMEN

5.1 AMBITIE

  • Gemeente Zoeterwoude wil de juiste boom op de juiste locatie; met voldoende groeiruimte boven- en ondergronds, ook op locaties waar minder ruimte is maar bomen wel van belang zijn. Goede keuze van de boomsoort is daarbij van belang. De gemeente heeft liever een wat beperkter aantal, kwalitatief goede bomen die zich langere tijd goed kunnen ontwikkelen, dan veel bomen die slecht functioneren en snel afgeschreven moeten worden.

  • Bij herinrichtingsprojecten met bomen wil de gemeente een goede afweging kunnen maken voor de bomen. Wat is de investeringsbereidheid? Deze afwegingen zijn op basis van de beleidsstatus en de prioriteit die daarbij hoort.

  • Over 15 jaar heeft gemeente Zoeterwoude een gezonde (hoofd)bomenstructuur. De conditie van de bomen is voldoende tot goed, zonder snoeiachterstanden. De bomen in de structuren zijn zodanig aangeplant en onderhouden dat ze 50 tot 60 jaar goed kunnen functioneren, zonder (grote) overlast.

Alle gemeentelijke bomen zijn opgenomen in de gemeentelijke bomenregistratie. Hierin staan boomsoort, leeftijd en locatie (x- en y coördinaten) van de boom en worden de conditie van de boom en eventuele maatregelen bijgehouden. De juiste boom op de juiste plaats is hierbij het uitgangspunt.

Een deel van het gemeentelijke bomenbestand voldoet nog niet aan dit uitgangspunt. Hier zal dan ook de komende jaren meer aandacht voor zijn.

Elke boom, met elke status, verdient passende aandacht in tijd en geld en wordt in stand gehouden met kwalitatief goed, efficiënt en effectief cyclisch onderhoud. Voor elke situatie en elk beheervraagstuk wordt gezocht naar de meest duurzame oplossing, passende bij de functievervulling en met oog op de toekomst. Daarbij is de balans met de beschikbare financiële middelen altijd van belang.

Gemeente Zoeterwoude is licentiehouder van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen. Daarmee zijn de in dit Handboek vastgelegde kwaliteitseisen voor inspectie en onderhoud van toepassing, tenzij specifiek anders wordt vermeld.

Alle inspecties en werkzaamheden aan bomen worden uitgevoerd door aantoonbaar vakbekwame mensen.

5.2 ONTWIKKELING BOMENBESTAND

De huidige samenstelling van het bomenbestand van gemeente Zoeterwoude is ontstaan door diverse keuzes en handelingen in het verleden. De boomkeuze is niet altijd bepaald op basis van beheertechnische overwegingen. Niet alle boomsoorten kunnen zich goed handhaven in de omgeving van Zoeterwoude, waar de ondergrond gevormd is door veenweidegebied. De keuze in geschikte boomsoorten en -groottes is daardoor beperkt, wat ook te zien is in de huidige soortendiversiteit (hoofdstuk 2). Groeiplaatsen en locaties passen daardoor soms niet bij de gekozen boomsoorten en -groottes. Dit vindt zijn weerslag op de conditie en/of beheerbaarheid van deze bomen.

Niet alle beheerknelpunten zijn op korte termijn op te lossen met efficiënter en kwaliteitsgericht onderhoud. Zo zijn er locaties waar bomen vaak in de knel komen met de overige elementen in de openbare ruimte, zoals wegen en gebouwen. Bij geplande renovaties of herinrichting vanuit andere disciplines zal ook naar de bomen gekeken moeten worden, en kan mogelijk de keuze gemaakt worden om bomen waar geen goede groeiplaats voor te realiseren is, te verwijderen of waar mogelijk te vervangen door een boom die beter past. In een aantal gevallen is de gemaakte keuze voor boomsoort weliswaar niet optimaal maar wel de enige mogelijkheid om op die locatie toch bomen te planten. In die gevallen zal gemeente Zoeterwoude afwijken van de richtlijnen voor passende groeiplaatsen, ten gunste van doorlopende boomstructuren die passen in het landschap.

Gemeente Zoeterwoude accepteert dat haar bomenbestand niet op korte termijn volledig op orde zal zijn en dat op een aantal locaties enig maatwerk op beheergebied noodzakelijk zal blijven.

5.3 DIFFERENTIATIE BOMENBESTAND

Gemeente Zoeterwoude heeft haar bomen ingedeeld in drie categorieën. Hoewel elke boom van elke categorie belangrijk is voor de groene leefomgeving van de gemeente, kan aan de hand van de toegekende beleidscategorie met bijbehorende beoogde omlooptijd bepaald worden welke mate van inspanning (onderhoudsmaatregelen, bescherming), ook financieel gezien, passend is.

Waardevolle bomen zijn zodanig belangrijk voor de gehele gemeente, dat bij benodigde beheermaatregelen aan de boom, of bij werkzaamheden in de directe invloedssfeer, meer moeite gedaan zal worden om de boom in stand te houden. De investeringsbereidheid voor instandhouding is relatief hoog. Dit uit zich in extra inspanningen op gebied van onderzoek en monitoring, en het accepteren van een bepaalde mate van overlast, waarbij gezocht wordt naar passende maatregelen gericht op instandhouding. Bij herinrichtingsprojecten wordt ingezet op bescherming en waar mogelijk groeiplaatsverbetering van de boom.

Bij structuurbomen draait het vooral om het behoud van een goed functionerende structuur (lijn of vlak), waarbij kan worden bepaald dat minder vitale bomen moeten wijken als dit de structuur als geheel ten goede komt.

Overige bomen dienen vooral ter verfraaiing en vergroening van de leefomgeving. Bomen die niet (meer) aan deze functie voldoen, kunnen relatief makkelijk vervangen worden door beter functionerende en daarmee duurzamere exemplaren. Indien in een straat meerdere bomen tegelijkertijd vervangen worden (bijvoorbeeld bij herinrichting), dan is er de mogelijkheid om bewoners een keuze te laten maken voor de terug te planten boomsoorten, binnen de door de gemeente daarvoor aangegeven kaders.

Status

Ambitie (minimale eindleeftijd)

Investering op onderhoud

Eigenaar

Waardevol

60 jaar

Maximale investering op onderhoud

Gemeente

Structuur

50 jaar

Noodzakelijk onderhoud voor functievervulling van de structuur. Structuur gaat voor de individuele boom

Gemeente

Overige

20-40 jaar

Noodzakelijk onderhoud voor functievervulling

Gemeente

5.4 CYCLISCH ONDERHOUD

Het onderhoud van het gemeentelijke bomenbestand is gericht op een gezonde, veilige en duurzame instandhouding van de bomen. Daarbij is preventief (proactief) beheer en monitoring van belang (door registratie van aantastingen bij een boomveiligheidscontrole en onderhoudsinventarisatie).

Voor alle (boom)eigenaren in Nederland geldt de zogenaamde ‘zorgplicht’, conform het Burgerlijk Wetboek (Boek 6, artikel 162). Volgens de wet behoort iedere eigenaar voldoende zorg aan zijn eigendommen te besteden, zodat anderen daarvan geen overmatige overlast of schade ondervinden. Leidt het nalaten van voldoende zorg tot (letsel)schade, dan kan de eigenaar voor deze schade aansprakelijk worden gehouden.

Voor boomeigenaren en -beheerders is het dan ook van belang dat ze hun bomen periodiek op veiligheidsaspecten (laten) controleren, noodzakelijke maatregelen uitvoeren, en dit alles afdoende registreren.

Gemeente Zoeterwoude inspecteert en onderhoudt de meeste van haar bomen in een cyclus van drie jaar. Daarnaast worden knotbomen elke twee jaar nagelopen en geknot. Jonge aanplant krijgt intensievere begeleidingssnoei om de groei goed te kunnen sturen.

Het inspecteren en onderhouden gebeurt volgens een vast stappenplan van inventariseren, besluiten op maatregelen, voorbereiden van selecties en uitvoeren van het onderhoud. Het uitgangspunt is een bomenbestand waarbij 75 procent van de bomen kwalitatief goed moet zijn, dat wil zeggen met voldoende conditie en zonder snoeiachterstanden. Hiermee wordt tegelijkertijd ook voldaan aan de zorgplicht voor een veilig bomenbestand.

Bomen met een verminderde conditie zullen in eerste instantie voornamelijk een achterblijvende groei laten zien, maar nog wel voldoen aan de gewenste beeldkwaliteit. Echter zullen dergelijke bomen op de iets langere termijn (afhankelijk van de soort en locatie) ook bevattelijker worden voor allerlei groeiafwijkingen, ziekten en aantastingen, en daardoor een steeds groter wordend risico voor de veiligheid van de omgeving gaan vormen. Preventieve ingrepen zullen daarom noodzakelijk zijn.

afbeelding binnen de regeling

Het beheer van de gemeentelijke bomen in Zoeterwoude is eenduidig en gericht op het bij het beschermingsniveau vastgelegde beoogde eindbeeld (op basis van ambitieleeftijd). Beheermaatregelen bestaan uit logische stappen om tot dit beoogde eindbeeld te komen, zijn realistisch en niet tegenstrijdig. Gemeente Zoeterwoude maakt hiervoor gebruik van de richtlijnen en voorschriften uit het Handboek Bomen. Omdat een deel van het bomenbestand nog niet zal voldoen aan de bij beleid vastgelegde passende groeiplaatsinrichting, zullen daar de komende jaren nog beheerknelpunten te verwachten zijn, waar aanvullende maatregelen nodig zijn.

De gemeente wil het complete bomenbestand goed in beeld hebben, waarbij niet alleen de kwantiteit bekend is, maar ook de conditie en de toekomstverwachting. Deze kennis is nodig om goed onderbouwde beheerafwegingen te kunnen maken. Hiervoor zet de gemeente in op een goede, volledige registratie van haar bomenbestand.

Met heldere, eenduidige en toegankelijke informatie en communicatie maakt de gemeente aan haar inwoners duidelijk waarom bepaalde beheermaatregelen wel of niet genomen worden. De gemeente wil haar bewoners duidelijke informatie bieden over boom gerelateerde zaken die voor bewoners van belang kunnen zijn, om zo veel mogelijk vragen en meldingen al aan de voorkant te kunnen beantwoorden.

Het gemeentelijke bomenbeheer is gekoppeld aan een beschikbaar budget, dat niet onuitputtelijk is. Met het beschikbare budget moet dan ook zorgvuldig omgegaan worden. Door het benodigde onderhoud goed te plannen en diverse werkzaamheden en werkgangen te combineren is het mogelijk om kosten te besparen. Door het tijdig uitvoeren van snoei en het vervangen van slecht functionerende bomen zal het bomenbestand verbeteren en tegen minder kosten te beheren zijn.

afbeelding binnen de regeling

5.5 ZIEKTEN EN AANTASTINGEN

Ziekten en aantastingen bedreigen het duurzaam voortbestaan van bomen. Binnen het gemeentelijke bomenbestand komen diverse ziekten en aantastingen voor. Sommige daarvan, zoals iepziekte, kastanjebloedingsziekte en essentaksterfte, zijn soortspecifiek. Op basis van de veelvoorkomende boomsoorten binnen de gemeente is het voorkomen en de mogelijke verspreiding van deze ziekten en aantastingen redelijk voorspelbaar en kan daar met aanvullende maatregelen en extra benodigd budget rekening mee gehouden worden. Per ziekte of aantasting zullen de daarmee gepaard gaande risico’s beoordeeld moeten worden, zowel voor de boom (mechanische problemen en daarmee veiligheid) als voor het bomenbestand (verspreiding).

In het algemeen kan gesteld worden dat bomen met een verminderde conditie vatbaarder zijn voor diverse ziekten en aantastingen. Wat hun conditie doet verslechteren, is vaak niet direct duidelijk. Een nader onderzoek naar de afwijkingen van de boom of bomen is dan noodzakelijk. Wanneer hiervoor de interne kennis ontbreekt, schakelt gemeente Zoeterwoude externe deskundigheid in om een aanvullend onderzoek te verrichten. Afhankelijk van de impact van de betreffende ziekte of aantasting zal bepaald worden wat passende maatregelen zijn, mede afhankelijk van het beschermingsniveau van de aangetaste boom of bomenstructuur.

Bij waardevolle solitaire bomen zal gekeken worden of de boom met extra ingrepen nog enige tijd te behouden is. Bij boomstructuren zal gekeken worden naar de toekomstverwachting van de structuur als geheel. In sommige gevallen zal het nodig zijn de soortkeuze te herzien. Bij de overige bomen zal vooral de veiligheid en beheerbaarheid (beheeringrepen afgewogen tegen de kosten daarvan) de toekomst van de aangetaste boom bepalen.

Status

Ambitie (minimale eindleeftijd)

Bestrijding risicovolle ziekten en aantastingen

Eigenaar

Waardevol

60 jaar

Maximale inzet op bestrijding en behoud van de boom

Gemeente

Structuur

50 jaar

Progressieve aanpak om verspreiding te voorkomen. Structuur gaat voor de individuele boom

Gemeente

Overige

20-40 jaar

Boom verwijderen/vervangen

Gemeente

5.5.1 Handelen en registreren

Wanneer bij een boom afwijkingen worden gevonden die het voortbestaan bedreigen, kan het belangrijk zijn om snel in te grijpen. Verspreiding van besmettelijke aantastingen, mogelijke overlast voor inwoners en verdere achteruitgang of zelfs uitval kunnen zo worden beperkt. Daarom is monitoring van ziekten en plagen zeer belangrijk. Het goed registreren van de gegevens draagt bij aan preventief beheer. Vroegtijdige monitoring en het op tijd uitvoeren van snoeiwerkzaamheden kunnen veel problemen vroegtijdig aanpakken en wegnemen.

afbeelding binnen de regeling

5.5.2 Plantgezondheidswet

Treedt er in Zoeterwoude of een omringende gemeente een (exotische of besmettelijke) plantenziekte op, dan moet dit vanaf het begin scherp worden gevolgd. Vertonen bomen een aantasting die onder de Plantgezondheidswet valt, dan bestrijdt de gemeente deze proactief. Voorbeelden hiervan zijn iepziekte, watermerkziekte of bacterievuur. Belangrijk is hierbij de mate van aantasting. Soms kan een ingrijpende snoeironde voldoende zijn om aantastingen weg te nemen. Als dit niet meer mogelijk is, kan tot verwijdering van een of meerdere bomen worden besloten om verdere uitbreiding te voorkomen.

Nieuwe ziekten en plagen

Klimaatverandering brengt ook nieuwe boomziekten en -plagen naar Nederland. Via de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl) kan men op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen. Dit kan op de website zelf, maar ook door een abonnement te nemen op diverse digitale nieuwsbrieven.

5.6 LAST VAN BOMEN

Bomen dragen bij aan een prettige groene leefomgeving en kunnen de leefbaarheid en luchtkwaliteit positief beïnvloeden. Soms veroorzaken bomen echter overlast. Hieronder wordt verstaan ‘hinder op een onacceptabel niveau’. De overlast die bomen geven, is altijd subjectief: bomen doen wat ze behoren te doen. Bladval, vruchtvorming en -verspreiding, het bieden van schaduw en het laten vallen van dode takken zijn zaken die onlosmakelijk bij bomen horen. Inwoners kunnen dit soort zaken echter als overlast ervaren.

Wat hierbij onacceptabel is, verschilt per persoon. Gemeente Zoeterwoude wil zo duidelijk mogelijk beschrijven wat zij verstaat onder onacceptabele overlast. Een overzicht van mogelijke vormen van overlast is terug te vinden in Bijlage D ‘Overlast’. Als er, na vakkundig onderzoek, sprake blijkt te zijn van onoverkomelijke overlast, dan is dat mogelijk reden om een omgevings¬vergunning aan te vragen voor kap.

Veel overlast van bomen kan worden voorkomen door vooraf weloverwogen beheerkeuzes te maken: waar planten we een boom? Welke boomsoort planten we? Juist over deze zaken zijn in het verleden soms niet de juiste keuzes gemaakt. Hierdoor staan op dit moment in de gemeente Zoeterwoude bomen die ongewenste effecten geven als (zware) schaduwwerking, (zware) uitzichtsderving, bestratingsopdruk, insectenoverlast, vallende bladeren en takken, of vruchtval.

5.6.1 Zonnepanelen en bomen

Het aantal zonnepanelen neemt toe. Steeds meer particulieren en bedrijven plaatsen zonnepanelen op woningen en andere gebouwen. De gemeente hanteert als beleidsuitgangspunt dat de aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, op zich geen reden is voor het vellen van bomen. De kosten voor het verwijderen van een boom vanwege rendementsverlies zijn voor rekening van de aanvrager(s) tot verwijdering. De kosten voor eventuele herplant komen tevens voor rekening van de aanvrager(s).

De concrete uitwerking van dit uitgangspunt is casusafhankelijk. We onderscheiden 4 situaties;

  • 1.

    Bestaande bomen en bestaande zonnepanelen

  • 2.

    Bestaande bomen en nieuwe zonnepanelen

  • 3.

    Nieuwe bomen en bestaande zonnepanelen

  • 4.

    Nieuwe bomen en nieuwe zonnepanelen.

Bestaande bomen en bestaande zonnepanelen

Het vellen van bomen, enkel om het rendement van zonnepanelen te verhogen, staat haaks op een duurzaam groenbeleid.

Bestaande bomen en nieuwe zonnepanelen

In gevallen waar reeds bomen staan en plannen zijn om zonnepanelen te plaatsen blijft de boom behouden. Ook als de boom in de toekomst nog zal groeien. Bij de plaatsing van zonnepanelen moet daarom rekening worden gehouden met de eindhoogte van de boom.

Wanneer bestaande bomen worden herplant als voorwaarde voor een kapvergunning wordt de nieuw aangeplante boom beschouwd als een bestaande boom.

Nieuwe bomen en bestaande zonnepanelen

Bij het nieuw aanplanten van bomen wordt rekening gehouden met reeds aanwezige zonnepanelen. De groeiplaats en de boomsoort worden bepaald aan de hand van een schaduwtoets. Hierin beoordeelt de gemeente de schaduwimpact op de panelen in de eindsituatie.

Nieuwe boom en nieuwe zonnepanelen

In situaties waar tegelijkertijd zonnepanelen worden geplaatst en bomen worden aangeplant worden bomen zo geplaatst dat er in de eindsituatie niet te veel schaduw op de panelen valt.

Uitzonderingen

Gemeente Zoeterwoude behoudt zich het recht voor om in hoogst uitzonderlijke gevallen af te wijken van dit uitgangspunt. In uitzonderlijke situaties maakt de gemeente een afweging tussen het duurzaamheidsbelang dat prevaleert: het groen behouden of het groen verwijderen ten behoeve van het opwekken van groene energie.

Onderstaande criteria bieden handvatten bij de beoordeling van een kapvergunningsaanvraag. Een verzoek voor een omgevingsvergunning bomenkap in het belang van het opwekken van duurzame energie wordt gehonoreerd indien alle onderstaande criteria van toepassing zijn:

  • De boom niet waardevol is.

  • De boom niet in een bomenstructuur staat.

  • De potentiële jaarlijkse energieopbrengst van de energie-opwekkers zoals die geplaatst worden is door een gecertificeerd energieadviseur berekend op tenminste 1600kWh. Rendementsverlies dat wordt veroorzaakt door inefficiënte plaatsing (te grote/kleine hellingshoek of zon/windoriëntatie), modulaire schakeling (individuele schakeling van de panelen), slijtage (rendement van zonnepanelen loopt per jaar iets terug) of vervuiling wordt hierin mee genomen.

  • Door de vergunningsaanvrager wordt aangetoond dat het rendementsverlies, veroorzaakt door schaduwwerking van een boom, minimaal 51 procent is ten opzichte van de potentiële jaarlijkse energieopbrengst.

  • Er geen alternatieven zijn voor de zonnepanelen zoals dak, schuur, carport.

  • Herinrichting van de straat/wijk niet binnen 3 jaar op de planning staat. Als de straat/wijk binnen 3 jaar op de planning staat wordt het verzoek meegenomen bij de herinrichting van de straat.

  • Er participatie heeft plaatsgevonden in de straat (op maximaal 25 meter aan beide zijden van de boom en indien deze op een splitsing of kruising staat, op 25 meter in de aanliggende straten) en 60 procent van de buurt geen bezwaar heeft tegen het verwijderen van de boom.

5.6.2 Procedure

De bewoner(s) meldt/melden de overlast bij de gemeente. Een boomtechnicus beoordeelt de situatie. Is de situatie onacceptabel, dan kan de gemeente overwegen maatregelen te treffen. Allereerst bekijkt de gemeente of de overlast verholpen kan worden door boomsparende maatregelen volgens het Handboek Bomen. Staat de boom al ingepland voor een periodieke snoeironde, die op korte termijn zal plaatsvinden, dan onderneemt de gemeente geen extra actie. Alle gemeentelijke bomen worden tijdens de geplande onderhoudsmomenten gesnoeid. Is er sprake van een onderhoudsachterstand, dan kan de gemeente besluiten om de snoei ‘naar voren te halen’, dus eerder uit te voeren dan in de planning is vastgelegd.

De gemeente kiest altijd voor de minst ingrijpende maatregel, als deze de overlast kan oplossen. Bij verwijdering van een of meerdere bomen moet worden bepaald of er ruimte is voor nieuwe aanplant. Het is hierbij vooral van belang dat zeer zorgvuldig wordt bekeken of de nieuwe aanplant in de toekomst geen overlast zal geven.

Ook wanneer er volgens de gemeentelijke planning bomen moeten worden vervangen op locaties waarvan bekend is dat er veel overlast wordt ervaren, dan zal een zorgvuldige keuze worden gemaakt voor de nieuw aan te planten boomsoort.

Het beschermingsniveau van een overlastgevende boom bepaalt mede de inspanning die de gemeente wil doen om die boom te behouden. Zo zal voor waardevolle bomen en structuurbomen meer moeite gedaan worden om met boomsparende maatregelen de boom te behouden, terwijl bij vergunningsvrije bomen in een woonstraat (overige bomen) eerder gekozen wordt voor vervanging.

Status

Ambitie (minimale eindleeftijd)

Aanpak onoverkomelijke overlast

Eigenaar

Waardevol

60 jaar

Boomsparende maatregelen

Gemeente

Structuur

50 jaar

Afhankelijk van invloed op structuur. Structuur gaat voor de individuele boom

Gemeente

Overige

20-40 jaar

Boom verwijderen / vervangen

Gemeente

afbeelding binnen de regeling

6 COMMUNICATIE EN PARTICIPATIE

Bomen hebben een emotionele waarde. Ze zijn medebepalend voor het straatbeeld. Zo heeft iedereen wel een favoriete boom en zijn er zelfs inwoners die ‘hun’ boom tot op de wortels toe herkennen. Zoals eerder te lezen in het bomenbeleidsplan heeft de geestelijke en lichamelijke gezondheid baat bij een groene leefomgeving en zijn bomen ook favoriete plekken voor insecten en vogels om in te wonen. Daarnaast dragen bomen bij aan het tegengaan van hittestress en helpen ze bij waterberging. Eigenlijk valt wel te stellen dat de maatschappij niet zonder bomen kan. En daarom is het zo belangrijk om over bomen te communiceren én om de inwoners en andere belanghebbenden te betrekken bij het groen in de openbare ruimte.

Met duidelijke, begrijpelijke en eenduidige communicatie betrekt gemeente Zoeterwoude haar inwoners en andere belanghebbenden bij het gemeentelijke bomenbeheer.

Duidelijke, begrijpelijke en eenduidige communicatie bevat altijd het antwoord op de volgende vragen:

  • Wat gaat er gebeuren?

  • Wanneer vindt het plaats?

  • Om welke bomen gaat het?

  • Wat zijn de gevolgen voor de bewoners en eventueel aanwezige bedrijven?

Een belangrijk uitgangspunt is dat de communicatie vragen en/of onduidelijkheden van belanghebbenden voor moet zijn, proactief communiceren dus. Ook moet de informatie voor iedereen hetzelfde zijn. En communicatie vindt niet plaats zonder goed overleg met de afdeling Communicatie binnen gemeente Zoeterwoude.

Bij uitzonderlijke situaties zoals een groot (her)inrichtingsplan is het advies om een communicatieplan op te stellen. In dit plan kan specifiek ingegaan worden op de communicatiebehoefte van het betreffende project.

6.1 ONDERWERPEN EN SITUATIES

Het is van belang om weerstand van inwoners en andere belanghebbenden voor te zijn en alle betrokkenen voldoende te informeren. Het doel is dat alle betrokkenen zich (mede) eigenaar van het onderwerp of de situatie voelen. Hierna wordt omschreven welke onderwerpen en situaties het communiceren waard zijn én waarom.

6.1.1 Gemeentelijke voorstellen en/of besluiten

Open kaart spelen is soms een plicht maar veel vaker is het een must. Betrokkenen begrijpen gemeentelijke voorstellen en besluiten beter als ze worden meegenomen in het proces en in sommige gevallen zelfs mogen meedenken. Verderop in dit hoofdstuk wordt participatie uitgewerkt.

Werkzaamheden rondom bomen

Werkzaamheden in de openbare ruimte hebben niet alleen gevolgen voor bomen maar ook voor de andere spelers in de openbare ruimte. Zowel intern als extern is communicatie over de werkzaamheden rondom bomen gewenst. Zo weet iedereen welke werkzaamheden er precies gaan plaatsvinden. Belangrijk in het kader van verwachtingsmanagement en, in het geval van uitvoerende medewerkers van de gemeente, verantwoordelijkheid.

Boomonderzoeken

Een boomveiligheidscontroleur krijgt vaak vragen als hij of zij aan het werk is. Inwoners zien ineens mensen met een veiligheidshesje door hun straat lopen én deze mensen kijken ook nog eens uitvoerig naar een boom. Het eerste wat door het hoofd van de inwoner schiet is ‘Moet de boom weg?’. Een gemiddelde inwoner weet welke boomsoort het (ongeveer) is en daar houdt het mee op. Dat bomen ook onderzocht kunnen worden met diverse methoden om erachter te komen hoe het met de boom gaat, dat weten ze meestal niet, tenzij de gemeente hierover communiceert.

afbeelding binnen de regeling

Kappen van bomen

Voor het kappen van waardevolle bomen en structuurbomen is een omgevingsvergunning, activiteit kappen, nodig. Het besluit wordt gepubliceerd, waarbij de reden tot kap goed wordt onderbouwd. Het besluit om een boom te kappen kan genomen worden uit veiligheidsoverwegingen of conform beleidsuitgangspunten.

Als er voor het kappen van een boom geen omgevingsvergunning nodig is, publiceren wij dit niet. Bij kap die impact heeft op de openbare ruimte informeren wij de omwonenden via onze gebruikelijke kanalen voor werkzaamheden in de openbare ruimte.

Veiligheid

Vaak weten inwoners niet wat de impact van een ziekte op een boom is, en overheerst onbegrip als een grote boom om die reden weg moet. Daarom is het van belang om omwonenden goed te informeren over veiligheid en ziekte bij bomen.

Beheer

Twee bomen groeien vlak naast elkaar op. Het gaat lange tijd goed totdat ze groter worden. De ene boom drukt de ander weg, er is sprake van onderlinge concurrentie. Wat te doen? Er kan gekozen worden om één van de twee bomen te verwijderen zodat de andere, overgebleven boom, verder kan groeien zonder last te hebben van concurrentie. Dit kan economisch gezien, op basis van beleidsstatus en de samenhangende waarde, de beste oplossing zijn.

Ter informatie

Dat een bepaalde boom het goed maakt na groeiplaatsverbeterende maatregelen is ook het communiceren waard. Een follow-up na eerdere communicatie is altijd aan te raden. Iedereen stelt zichzelf wel eens de vraag ‘Hoe is het nu met…’. Gezonde nieuwsgierigheid vraagt om opvolging.

Maar denk ook aan de bijzondere bomen die de gemeente rijk is. Weten inwoners wel waarom deze bomen voor de gemeente waardevol zijn?

6.2 BESCHIKBARE MIDDELEN

Met het inzetten van een passende combinatie van social media, gemeentelijke middelen, de pers en persoonlijke benadering is het bereik onder de betrokkenen het grootst. In veel gevallen wordt de communicatie naar bewoners afgestemd met het Team Communicatie.

De volgende middelen zijn binnen gemeente Zoeterwoude beschikbaar:

Social media

  • Facebook

  • Twitter

Gemeentelijke middelen

  • Gemeentelijke website

  • Ongeadresseerde brieven

  • Geadresseerde brieven

Pers

  • Lokale krant

  • Lokale omroep (met eigen website)

Persoonlijke benadering

  • Gemeentelijke bijeenkomsten

Qua communicatie is er een verschil te maken tussen nice to know en need to know. De eerste categorie, nice tot know, is interessant om te weten maar niet noodzakelijk. Kijkend naar de geschetste onderwerpen en situaties, eerder in dit hoofdstuk, kan het hier gaan om het delen van informatie over waardevolle bomen, opvolging van eerdere communicatie of het delen van bijzondere situaties. Vaak helpt dergelijke informatie bij het creëren van draagvlak. De tweede categorie, need to know, bevat informatie die voor de betrokkenen noodzakelijk is om te weten. Bijvoorbeeld geplande werkzaamheden rondom bomen maar ook het delen van tussentijdse resultaten.

Kijkend naar de beschikbare middelen zijn de social media het meest geschikt voor de categorie nice to know. Denk hierbij aan mooie afbeeldingen en korte video’s. Maar ook stellingen en de oproep voor deelname aan een enquête zijn geschikte onderwerpen voor de social media. Vaak wordt dergelijke berichtgeving ook opgepikt door de lokale pers en omroep.

Voor de need to know-communicatie is vaak meer tekst en uitleg nodig. De gemeentelijke middelen en de pers lenen zich hier goed voor. Net als de persoonlijke benadering, om zo nog meer betrokkenheid te generen.

6.3 DOELGROEP

Inwoners

Bij bomen met het label “overig” is communicatie naar inwoners in de buurt gewenst. Denk aan straat- en buurtbewoners op de betreffende locatie. Gaat de communicatie over waardevolle bomen of structuurbomen dan gaat het alle inwoners van de gemeente aan.

Politiek

Het college van burgemeester en wethouders, gemeenteraad en het bestuur, maar ook de medewerkers werkzaam bij de gemeente.

Beleid kan pas worden gerealiseerd als daarvoor de juiste instrumenten worden ingezet en de betrokken medewerkers van de gemeente weten hoe te handelen. Hoe te zorgen voor deze informatieborging? Te denken valt aan interne informatiebijeenkomsten, presentaties maar ook schriftelijke communicatie. Iedereen binnen de gemeente die maar iets te maken heeft met bomen óf er mee te maken kan krijgen, wordt continu op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van beleid en beheer rondom bomen.

6.4 COMMUNICATIEPLAN

Bij uitzonderlijke situaties zoals een groot (her)inrichtingsplan is het advies om een communicatieplan op te stellen. Elk communicatieplan bevat de volgende elementen:

  • Wat is de doelgroep?

  • Wat is het doel van het communicatieplan? Uiteraard SMART geformuleerd.

  • Wat wil je communiceren, wat is de boodschap?

  • Probleemanalyse

  • Beschikbare communicatiemiddelen per doelgroep

  • Planning

  • Plan van aanpak – taken en rolverdeling

afbeelding binnen de regeling

6.5 PARTICIPATIE

Met de stem van haar inwoners draagt de gemeente Zoeterwoude haar ambitie gemeentebreed uit. Inwoners denken daarom in bepaalde gevallen mee bij de inrichting van de (groene) openbare ruimte.

Inwoners en andere belanghebbenden van gemeente Zoeterwoude kunnen, binnen de door de gemeente vastgestelde kaders, meedenken in projecten in de openbare ruimte waarbij bomen betrokken zijn. De focus voor participatie ligt bij de nabije leefomgeving, bij projecten met bomen die direct van invloed zijn op het welbevinden van de burger.

De meeste participatie heeft betrekking op overige bomen en het beheer daarvan. Deze bomen staan voornamelijk in de woonwijken. Hier is de omlooptijd het kortst, waardoor er vaak op relatief korte termijn veranderingen kunnen worden doorgevoerd.

Bij projecten met bomen kunnen belanghebbenden meedenken over gewenste boomsoorten en plantlocaties. Het ervaren van overlast door bomen wordt, doordat burgers zelf (mee)beslissen over ‘hun’ bomen, daarmee verminderd.

Op welke wijze de participatie vorm krijgt, is per project verschillend en wordt dus ook per project bepaald. Mogelijke vormen zijn: inspraakavonden, schriftelijke inspraak, opzetten van een (tijdelijke) klankbordgroep, opzetten van wijkteams die zelf aan het werk gaan.

Gemeente Zoeterwoude wil daar waar mogelijk haar inwoners ruimte bieden om stukjes groen zelf te beheren. Dit kunnen ook boomspiegels (het stukje grond om een boom heen) zijn. Hier geeft de gemeente richtlijnen voor met wat wel en niet kan.

De bomen zelf dienen altijd onderhouden te worden door vakmensen, en vallen daarom buiten het zelfbeheer.

6.6 FINANCIËN

Voor het verzorgend beheer en structurele beheerzaken wordt, op basis van een beheerplan, een totaal benodigd budget opgesteld. In dit budget zijn onvoorziene omstandigheden en ontwikkelprojecten niet opgenomen. Deze krijgen een apart budget.

Prioritering van budget gaat op basis van de statuscategorieën. Bij bomen zonder beleidsstatus zijn de meest kostenbesparende maatregelen het meest logisch om eerst te overwegen, terwijl voor een waardevolle boom in bijvoorbeeld het centrum meer investeringsmogelijkheden zijn.

In sommige ontwikkelprojecten (zoals Bloemenweide Noord) worden bomen, hun groeiplaatsen en eventuele nazorg gefinancierd vanuit de projectgelden, en belasten daarmee niet het dagelijks beheerbudget. In de bomenparagraaf in ontwerpplannen wordt het benodigde budget voor de bomen apart benoemd.

6.7 BELEIDSINSTRUMENTEN EN MONITORING

Jaarlijks wordt geëvalueerd op welke punten de uitvoering van het beleid wringt. Zo kan er op tijd worden bijgestuurd, met werkwijzen of instrumenten of door de inzet en instructie van mensen of juist een combinatie daarvan.

Elke drie jaar wordt gerapporteerd over het gehele bomenbestand van gemeente Zoeterwoude. Daarmee wordt gemonitord hoeveel bomen er absoluut gezien staan, hoe deze verdeeld zijn over de statuscategorieën en hoe het gesteld is met de kwaliteit van de bomen. Door te vergelijken met de voorgaande rapportages en de nulmeting (2017) wordt de ontwikkeling over de jaren inzichtelijk.

7 BIJLAGEN

Bijlage A: Regionaal beleid en regelgeving

Bijlage B: Criteria boomstatus

Bijlage C: Gemeentelijke boom/groenstructuur

Bijlage D: Overlast

Bijlage E: Lijst waardevolle gemeentelijke bomen

Ondertekening

Bijlage A: Regionaal beleid en regelgeving

Het beleid ten aanzien van de Zoeterwoudse bomen wordt mede bepaald door regionale visies en plannen. Deze worden hieronder kort toegelicht.

VISIE ZUID-HOLLAND 2020

De ‘Visie Zuid-Holland 2020’ streeft, voor zover het groen betreft, naar overzichtelijk groen, waarbij de polderlandschappen en de daarin gelegen dorpen en steden met elkaar verbonden zijn.

BELEIDSVISIE GROEN ZUID-HOLLAND (2012)

De Beleidsvisie Groen bevat de koers en uitvoeringsstrategie van de provincie Zuid-Holland. De provincie wil:

  • Een samenhangend en gedifferentieerd recreatief aanbod dat aansluit op de vraag van de gebruiker. Verbeteren van de recreatieve netwerken en een kwaliteitsslag van de bestaande groengebieden zijn belangrijke prioriteiten;

  • Vanuit haar nieuwe rol en positie werken aan het remmen van de verdere afname van de biodiversiteit in Zuid-Holland;

  • Een duurzame economische basis voor de grondgebonden landbouw en maakt daarbij maximaal gebruik van de mogelijkheden die het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid gaat bieden.

Zo wil de provincie de bestaande groene ruimte nog beter en meervoudig gaan benutten.

Dat doet zij door ruimte te bieden aan groenbeleving, biodiversiteit en agrarisch ondernemerschap.

OMGEVINGSVISIE 2040 ‘HART VAN HOLLAND’

De gemeenten Katwijk, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Kaag en Braassem, Leiderdorp, Leiden, Zoeterwoude, Voorschoten en Wassenaar werken samen aan een gebiedsomgevingsvisie. Deze ‘Visie 2040’ moet straks antwoord geven op de vraag hoe om te gaan met de doorlopende veranderingen die invloed hebben op de omgeving. Het gesprek hierover wordt op verschillende manieren georganiseerd.

Er vinden gesprekken plaats met bewoners en partijen in het gebied.

TOEKOMSTVISIE LEIDSE REGIO 2027 - DE KRACHT VAN SAMEN OPTREKKEN

De gemeenten in de Leidse Regio ontwikkelen gezamenlijk een regionale toekomstvisie.

Deze moet richting geven aan het bestuurlijk handelen.

Het doel is om “het perspectief van verbinding met de samenleving (bedrijfsleven / inwoners) in de visie op de toekomst van de Leidse regio te concretiseren”.

Het belang van de groene identiteit en de toegankelijkheid van het groen zijn relevante onderdelen waarbij bomen een rol spelen. Er is aandacht voor het versterken en verbinden van de landschappen en van de stad met het ommeland. Innovatie is hierbij belangrijk.

RETAILVISIE LEIDSE REGIO 2025 (2016)

Eén van de doelen van de economische agenda is het aantrekkelijker maken van het vestigingsklimaat van de Leidse regio door te zorgen voor een complementair aanbod van ruimte voor bedrijven, kantoren en retail. Relevant voor bomen en groen in de retailvisie is de wens om familiegerichte natuur toe te voegen aan winkelgebieden.

Bijlage B: Aanwijscriteria voor bomen per status

In het bomenbeleid 2024 worden kaders en richtingen gegeven om de bomen van gemeente Zoeterwoude naar beleidsstatus te beschermen. In deze bijlage zijn deze kaders en richtlijnen verder uitgewerkt naar aanwijscriteria voor de 4 beleidsstatussen: waardevolle bomen, boomstructuren, overige bomen en herplantbomen. De regels voor vergunningsplicht voor elk van deze statussen worden uitgewerkt in de Bomenverordening.

Alle bomen en houtopstanden waarvoor de aanwijscriteria gelden, zijn vastgelegd in de gemeentelijke bomenregistratie. Bij elke volgende gemeentelijke inspectieronde (BoomVeiligheids- en Onderhoudscontrole, BVO) van de bomen en houtopstanden wordt dit bestand geactualiseerd.

De waardevolle bomen en houtopstanden van de gemeente Zoeterwoude zijn daarnaast vastgelegd op de ‘Lijst van waardevolle bomen’ die door de gemeenteraad wordt vastgesteld en periodiek wordt geactualiseerd. De gemeentelijke groenstructuren zijn beschrijvend vastgelegd in het Beleid- en beheerplan Groen, en de bomen binnen deze structuren die zijn aangewezen als structuurbomen zijn (deels als lijnen en vlakken) vastgelegd op gemeentelijke structuurkaarten. De overige bomen (wijkgroen) in eigendom van de gemeente Zoeterwoude zijn vastgelegd in het gemeentelijke boomgegevensbestand. Overige bomen van derden vallen buiten de gemeentelijke registratie.

De in het Handboek Bomen 2022 gestelde normen voor groeiplaatsen (boven- en ondergronds) zijn leidend.

STATUS 1: WAARDEVOLLE BOMEN

Relevante aspecten

Aanwijscriteria:

  • 1.

    Beeldbepalendheid

  • 2.

    Natuurwaarde

  • 3.

    Cultuurhistorische waarde

  • 4.

    Zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie

Randvoorwaarden:

  • 5.

    Groeiplaatsinrichting of plantjaar

  • 6.

    Technische levensduur

De aspecten beeldbepalendheid, Natuurwaarde, cultuurhistorische waarde, zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie zijn de redenen of specifieke kenmerken voor aanwijzing. De randvoorwaarden voor aanwijzing bepalen of aangewezen bomen of houtopstanden ook daadwerkelijk op de bomenlijst kunnen worden opgenomen.

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

Aanwijscriteria waardevolle bomen

De boom of houtopstand moet ten minste 1 van de volgende specifieke kenmerken hebben.

Beeldbepalendheid

Een boom of houtopstand is beeldbepalend als deze voor de beeldkwaliteit van de leefomgeving van grote waarde is of als de boom of houtopstand een belangrijke positieve bijdrage levert aan het karakter en de herkenbaarheid op straat-, wijk‐ of dorpsniveau. Ze spelen een grote rol voor in het straatbeeld van gemeente Zoeterwoude want de habitus (vorm van de boom) is zichtbaar is vanuit openbaar toegankelijk gebied.

De boom of houtopstand moet in ieder geval of een zodanige omvang hebben dat deze vanuit 1 windrichting beeldbepalend is voor de omgeving, of de boom of houtopstand is vanuit alle windrichtingen beeldbepalend, dan speelt de omvang geen rol.

Een bijzondere, opvallende of aansprekende locatie van de boom of houtopstand kan mede bepalend zijn voor opname op de ‘Lijst van waardevolle bomen’. Een boom op een markante plek wordt eerder aangewezen dan eenzelfde boom op een achteraflocatie.

Soms is de manier waarop een boom is geplant of is gegroeid, bijvoorbeeld ten opzichte van andere bomen, van invloed op de manier waarop een boom zich uit. In specifieke gevallen geldt dit ook voor bomen in groepen, waarbij niet zozeer de individuele boom maar de groep als geheel van beeldbepalende waarde is. Zoals bij een groep van 2 of 3 bomen die tezamen één kroon vormen.

Natuurwaarde

Bomen en houtopstanden kunnen een belangrijke functie hebben voor het voortbestaan van bepaalde flora en fauna. Het gaat hierbij om een structurele functie voor een bepaalde dier- of plantensoort. Een kolonieboom van blauwe reigers bijvoorbeeld die al jarenlang zo wordt gebruikt. Of een groeiplaats voor een bijzondere korstmossoort, maretak of andere bijzondere plantensoorten. Bomen kunnen ook als geleiding of verblijfplaats dienen voor vleermuizen. Daarnaast kunnen streekeigen, inheemse soorten van belang zijn vanwege de waarde als autochtoon plantmateriaal door hun genetische oorspronkelijkheid.

Cultuurhistorische waarde

Bomen en houtopstanden kunnen onderdeel zijn van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis hebben. Het meest bekend zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn geplant. Maar ook kan gedacht worden aan groene elementen die essentieel zijn voor een bepaald landschapstype. Oude knotbomen of houtwallen in het bebouwde gebied bijvoorbeeld markeren vaak vroegere erf- en perceelgrenzen.

Onder cultuurhistorische eigenschappen vallen onder andere:

  • Herdenkingsboom

  • Grensboom

  • Markeringsboom

  • Bakenboom

  • Ensemble met historisch pand

  • Boom in historische houtwal

  • Verzetsboom

  • Buurtboom

  • Karakteristieke snoeivorm

  • Ooggetuigeboom

Zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie

Zeldzaamheid: Een boomsoort is voor gemeente Zoeterwoude zeldzaam als er vermoedelijk minder dan 5 volwassen exemplaren van voorkomen binnen de gemeentegrenzen. Het gaat hierbij om boomsoorten en variëteiten.

Uniciteit: Bomen zijn uniek binnen gemeente Zoeterwoude vanwege hun grootte en/of groeivorm, bijvoorbeeld de grootste, dikste of scheefste boom van de wijk of het dorp.

Dendrologie: Bijzondere soorten kunnen boomkundig (dendrologisch) gezien waardevol zijn. Denk aan een exotische boomsoort of een bijzondere kweekvorm of variëteit.

In ‘Dendrologie van de lage landen’ van J. de Koning en W. van den Broek (voorheen: ‘Nederlandse dendrologie’ van dr. B.K. Boom) staat aangegeven welke soorten en variëteiten voor Nederland zeldzaam zijn. Specifiek voor Zoeterwoude zeldzame en bijzondere boomsoorten kunnen op een aanvullende soortenlijst worden vastgelegd.

Randvoorwaarden waardevolle bomen

Groeiplaatsinrichting of plantjaar

Een waardevolle boom of houtopstand moet zolang mogelijk behouden blijven voor de gemeenschap. Belangrijk hiervoor is de inrichting van een goede groeiplaats (conform de eisen in Handboek Bomen) waar een boom zo lang mogelijk kan groeien. Om de uiteindelijke leeftijd van de boom te bepalen, geldt in eerste instantie het plantjaar van de boom. Is het plantjaar niet bekend, dan wordt de stamdiameter gebruikt.

Een boom in de gemeente Zoeterwoude krijgt de status waardevolle boom als er zodanig is of kan worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de ambitieleeftijd van 60 jaar redelijkerwijs haalbaar is.

OF

Als het plantjaar meer dan 50 jaar geleden is (vergelijkbaar met een stamdiameter van meer dan 50 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld in geval van een onbekend plantjaar).

Technische levensduur

De boom moet een resterende technische levensduur hebben van meer dan 5 jaar. Bomen met een zeer slechte levensverwachting komen niet in aanmerking voor aanwijzing voor waardevolle boom.

Reeds aangewezen bomen die door omstandigheden geen resterende levensverwachting (onomkeerbaar) hebben, kunnen om die reden van de lijst worden verwijderd.

De technische levensduur moet op deskundige wijze worden bepaald door een boomspecialist (European Tree Technician of gelijkwaardig niveau). Bij twijfel wordt daarvoor extern advies ingewonnen.

Voor het bepalen van de technische levensduur zijn de volgende aspecten van belang:

  • De conditie van de boom in relatie tot het herstelvermogen van de boomsoort;

  • De mate waarin er sprake is van mechanisch onherstelbare veiligheidsproblemen;

  • De mate waarin er sprake is van parasitaire ziekten of -aantastingen die het voortbestaan van de boom bedreigen;

  • De mate waarin er sprake is van een afname in kwaliteit en/of kwantiteit van de ondergrondse groeiruimte.

STATUS 2: BOOMSTRUCTUREN

Relevante aspecten

Aanwijscriteria:

  • 1.

    Stedenbouwkundige betekenis

  • 2.

    Verbinding tussen groenelementen

  • 3.

    Historische structuur

Randvoorwaarden:

  • 4.

    Groeiplaatsinrichting of plantjaar

  • 5.

    Technische levensduur

De 3 aspecten Stedenbouwkundige betekenis, Verbinding tussen groenelementen en Historische structuur zijn de redenen of specifieke kenmerken voor aanwijzing. De 2 randvoorwaarden voor aanwijzing bepalen of een boomstructuur uiteindelijk kan worden opgenomen op de kaart als aangewezen structuur.

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

AANWIJSCRITERIA BOOMSTRUCTUREN

De boom heeft als onderdeel van een structuur ten minste 1 van de volgende specifieke kenmerken.

Stedenbouwkundige betekenis

Bomen in een lijnvormige structuur kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het karakter van de gemeente. Ze kunnen stedenbouwkundige structuren accentueren of versterken. Deze bomenstructuren begeleiden bijvoorbeeld wegen binnen de hoofdinfrastructuur of markeren een wijk- of gebiedsontsluiting. Een goed geplaatste structuur begeleidt het verkeer en kan ook verkeersremmend werken.

Verbinding tussen groenelementen

Lijn- of vlakvormige structuren kunnen een belangrijke meerwaarde geven aan andere groenelementen en als basis van het landschap. Door bijvoorbeeld parken en bosgebieden door bomenrijen met elkaar te verbinden, neemt de natuurwaarde ervan toe. Zo ontstaat er een natuurlijke migratieroute voor vogels en andere diersoorten. Ook kunnen lijnvormige elementen een belangrijke rol vervullen in de verbinding tussen dorp en buitengebied.

Historische lijnen

Lijnvormige structuren kunnen verwijzen naar de geschiedenis van gemeente Zoeterwoude. Zoals rijbeplantingen langs oude invalswegen of een laanbeplanting langs de oprijlaan van een inmiddels verdwenen buitenplaats.

Randvoorwaarden boomstructuren

Groeiplaatsinrichting of plantjaar

Een structuurdragende boom of houtopstand moet zolang mogelijk behouden blijven voor de gemeenschap. Belangrijk hiervoor is de inrichting van een goede groeiplaats (conform de eisen in Handboek Bomen) waar een boom zo lang mogelijk kan groeien. Om de uiteindelijke leeftijd van de boom te bepalen, geldt in eerste instantie het plantjaar van de boom. Is het plantjaar niet bekend, dan wordt de stamdiameter gebruikt.

Een boom in de gemeente Zoeterwoude krijgt de status structuurboom als er zodanig is of kan worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de ambitieleeftijd van 50 jaar redelijkerwijs haalbaar is.

Technische levensduur

De boom dient een resterende technische levensduur te hebben van meer dan 5 jaar. Bomen met een zeer slechte levensverwachting komen niet in aanmerking voor aanwijzing.

De technische levensduur moet op deskundige wijze worden bepaald door een boomspecialist (European Tree Technician of gelijkwaardig niveau).

Voor het bepalen van de technische levensduur zijn de volgende aspecten van belang:

  • De conditie van de boom in relatie tot het herstelvermogen van de boomsoort;

  • De mate waarin er sprake is van mechanisch onherstelbare veiligheidsproblemen;

  • De mate waarin er sprake is van parasitaire ziekten of aantastingen die het voortbestaan van de boom bedreigen;

  • De mate waarin er sprake is van een afname in kwaliteit en/of kwantiteit van de ondergrondse groeiruimte.

Groenstructuurkaart (zie bijlage C)

Lijn- of vlakvormige structuren zijn van grotere betekenis wanneer er een onderlinge samenhang is. Dit houdt in dat de afzonderlijke lijnstructuren aansluiten op andere lijnstructuren of groengebieden. Samen vormen de lijnstructuren een aansluitend netwerk, de groene dooradering van het dorp.

Op de groenstructuurkaart is dit netwerk van alle boomstructuren als lijnen en punten vastgelegd, zowel de bestaande als de gewenste structuren. Bomen die op basis van de aanwijscriteria voor structuurbomen redelijkerwijs aan deze structuurlijnen en -punten gekoppeld kunnen worden, worden gelabeld als structuurboom.

Bomen die op basis van de aanwijscriteria samen in aanmerking komen als bomenstructuur, maar niet zijn opgenomen op de groenstructuurkaart, kunnen worden voorgedragen als potentiële nieuwe bomenstructuur bij de volgende actualisering van deze kaart.

STATUS 3: OVERIGE BOMEN

Relevante aspecten

Randvoorwaarden:

  • 1.

    Groeiplaats

  • 2.

    Eigendom van gemeente

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

Randvoorwaarden Overige bomen

Groeiplaats voor 20-40 jaar

Een reguliere laan- en straatboom (overige bomen) moet in de gemeente Zoeterwoude op zo’n manier worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte, conform de eisen in Handboek Bomen) dat de ambitieleeftijd van 20 of 40 jaar redelijkerwijs haalbaar is.

Deze ambitieleeftijd is voornamelijk afhankelijk van de lokale grondeigenschappen. Op diverse locaties binnen gemeente Zoeterwoude verzakt de grond en is periodiek (ongeveer elke 20 jaar) ophoging noodzakelijk. De omlooptijd van reguliere laan- en straatbomen wordt niet geprojecteerd voorbij deze ophoging.

Eigendom van gemeente

Overige bomen, zoals geregistreerd binnen de gemeente Zoeterwoude, zijn eigendom van gemeente Zoeterwoude. Bomen die eigendom zijn van derden en die niet vallen binnen status 1 of 2, zijn niet geregistreerd. Dit zijn daarmee ook geen overige bomen zoals bedoeld in dit document.

STATUS 4: HERPLANTBOMEN

Relevante aspecten

Aanwijscriteria:

  • 1.

    Herplant vanuit vergunningsplicht

Randvoorwaarden:

  • 2.

    Groeiplaatsinrichting of plantjaar

  • 3.

    Technische levensduur

Herplant vanuit een vergunningsplicht is de reden voor aanwijzing. De 2 randvoorwaarden voor aanwijzing bepalen of een herplantboom uiteindelijk kan worden opgenomen op de kaart als aangewezen structuur.

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

AANWIJSCRITERIA BOOMSTRUCTUREN

De herplantboom heeft 1 specifiek kenmerk. De boom is aangeplant om daarmee te voldoen aan de plicht voor de aanvraag van een omgevingsvergunning.

Randvoorwaarden boomstructuren

Groeiplaatsinrichting of plantjaar

Een herplantboom moet zo lang mogelijk behouden blijven voor de gemeenschap. Belangrijk hiervoor is de inrichting van een goede groeiplaats (conform de eisen in Handboek Bomen) waar een boom zo lang mogelijk kan groeien. Om de uiteindelijke leeftijd van de boom te bepalen geldt in eerste instantie het plantjaar van de boom. Is het plantjaar niet bekend, dan wordt de stamdiameter gebruikt.

Een boom in de gemeente Zoeterwoude krijgt de status structuurboom als er zodanig is of kan worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de ambitieleeftijd van 50 jaar redelijkerwijs haalbaar is.

Technische levensduur

De boom dient een resterende technische levensduur te hebben van meer dan 5 jaar. Bomen met een zeer slechte levensverwachting komen niet in aanmerking voor aanwijzing.

De technische levensduur moet op deskundige wijze worden bepaald door een boomspecialist (European Tree Technician of gelijkwaardig niveau).

Voor het bepalen van de technische levensduur zijn de volgende aspecten van belang:

  • De conditie van de boom in relatie tot het herstelvermogen van de boomsoort;

  • De mate waarin er sprake is van mechanisch onherstelbare veiligheidsproblemen;

  • De mate waarin er sprake is van parasitaire ziekten of aantastingen die het voortbestaan van de boom bedreigen;

  • De mate waarin er sprake is van een afname in kwaliteit en/of kwantiteit van de ondergrondse groeiruimte.

Bijlage C: Gemeentelijke boom/groenstructuur

afbeelding binnen de regeling

Bijlage D: Overlast

Overlast door of hinder van bomen verdelen we in de volgende categorieën:

  • 1.

    (Zware) schaduwwerking (huis, tuin, zonnepanelen)

  • 2.

    Bestratingsopdruk

  • 3.

    Insectenoverlast- en vogeloverlast

  • 4.

    Vallende bladeren en takken

  • 5.

    Vruchtval

  • 6.

    Stuifmeel

OVERLAST DOOR (ZWARE) SCHADUWWERKING

Gemeentelijke bomen kunnen, afhankelijk van de grootte, schaduwoverlast veroorzaken bij een woning of tuin. Inwoners kunnen dit als hinderlijk ervaren.

De vraag is wanneer de hinder zo onacceptabel is dat de gemeente Zoeterwoude er iets aan moet doen, bijvoorbeeld een (ingrijpende) snoeibeurt of, in het uiterste geval, het verwijderen van één of meerdere bomen.

De gemeente hanteert hier de door TNO gestelde minimumnorm voor de bezonning van woningen. Volgens TNO is er sprake van voldoende daglichttoetreding als er in de periode van 19 februari tot 21 oktober (8 maanden) 2 mogelijke bezonningsuren per dag zijn in de woonkamer.

OVERLAST IN RELATIE TOT SCHOTELANTENNES OF ZONNEPANELEN

Het plaatsen van schotelantennes op particulier terrein is voor de gemeente Zoeterwoude geen reden om over te gaan tot het ingrijpend snoeien of verwijderen van één of meerdere bomen.

De gemeente hanteert als beleidsuitgangspunt dat de aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, op zich geen reden is voor het vellen van bomen. De kosten voor het verwijderen van een boom vanwege rendementsverlies zijn voor rekening van de aanvrager(s) tot verwijdering. De kosten voor eventuele herplant komen tevens voor rekening van de aanvrager(s).

Gemeente Zoeterwoude behoudt zich het recht voor om in hoogst uitzonderlijke gevallen af te wijken van dit uitgangspunt. In uitzonderlijke situaties maakt de gemeente een afweging tussen het duurzaamheidsbelang dat prevaleert: het groen behouden of het groen verwijderen ten behoeve van het opwekken van groene energie.

Onderstaande criteria bieden handvatten bij de beoordeling van een kapvergunningsaanvraag.

Een verzoek voor een omgevingsvergunning bomenkap in het belang van het opwekken van duurzame energie wordt gehonoreerd indien alle onderstaande criteria van toepassing zijn:

  • 1.

    De boom niet waardevol is.

  • 2.

    De boom niet in een bomenstructuur staat.

  • 3.

    De potentiële jaarlijkse energieopbrengst van de energie-opwekkers zoals die geplaatst worden is door een gecertificeerd energieadviseur berekend op tenminste 1600kWh. Rendementsverlies dat wordt veroorzaakt door inefficiënte plaatsing (te grote/kleine hellingshoek of zon/windoriëntatie), modulaire schakeling (individuele schakeling van de panelen), slijtage (rendement van zonnepanelen loopt per jaar iets terug) of vervuiling wordt hierin mee genomen.

  • 4.

    Door de vergunningsaanvrager wordt aangetoond dat het rendementsverlies, veroorzaakt door schaduwwerking van een houtopstand, minimaal 51% is ten opzichte van de potentiële jaarlijkse energieopbrengst.

  • 5.

    Er geen alternatieven zijn voor de zonnepanelen zoals dak, schuur, carport

  • 6.

    Herinrichting van de straat/wijk niet binnen 3 jaar op de planning staat. Als de straat/wijk binnen 3 jaar op de planning staat wordt het verzoek meegenomen bij de herinrichting van de straat.

  • 7.

    Er participatie heeft plaatsgevonden in de straat (op maximaal 25 meter aan beide zijden van de boom en indien deze op een splitsing of kruising staat, op 25 meter in de aanliggende straten) en 60 procent van de buurt geen bezwaar heeft tegen het verwijderen van de boom.

OVERLAST DOOR BESTRATINGSOPDRUK

Boomwortels groeien van nature nooit direct onder het maaiveld. Dit gebeurt alleen wanneer ondergrondse groeiomstandigheden problemen opleveren. Grond kan te nat zijn, of zo verdicht dat de beworteling er niet doorheen kan groeien. De boomwortels ‘zoeken’ dan naar andere mogelijkheden en groeien omhoog. Zo ontstaat opdruk van de bestrating van trottoir, fietspad of rijbaan. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren voor voetgangers en fietsers.

Ook in particuliere tuinen kunnen boomwortels van gemeentelijke bomen overlast verzorgen. Er kan bijvoorbeeld opdruk van het terras of het tuinpad ontstaan.

Jaarlijks besteden de medewerkers van gemeente Zoeterwoude tijd en geld aan het herstellen van bestratingsopdruk. Het is alleen slechts een oplossing voor de korte termijn. Bovendien worden zowel de wortels als de bomen bij deze werkzaamheden nogal eens, vaak onbewust en per ongeluk, beschadigd, dit kan weer gevolgen hebben voor de stabiliteit van de bomen.

In plaats van het blijven bestrijden van de symptomen, kan ook worden gekozen voor een structurele oplossing:

  • De bestaande ondergrond kan worden vervangen door een combinatie van Geogrid, los geweven geotextiel en een (grof) puincunet;

  • De wortelzones kunnen worden overbrugd met een zogenoemde dragende constructie;

  • Het voet- of fietspad kan, in het uiterste geval, worden omgevormd tot plantstrook. Wel moet er dan in de directe omgeving ruimte beschikbaar zijn om het pad te verleggen;

  • Boomwortels, niet dikker dan 5 centimeter, die voor overlast zorgen op particulier terrein mogen, conform de Verordening op de beplantingen, door bewoners gekapt worden. Voorwaarde is wel dat de boom niet zodanig beschadigd mag worden dat zijn levensverwachting en de veiligheid in gevaar komen;

  • Zijn de voorgaande oplossingen niet mogelijk, dan kan worden besloten om een of meerdere bomen te verwijderen. Is er ter plaatse voldoende ruimte en wordt er voldaan aan de bepalingen uit het Handboek Bomen, dan plaatst de gemeente één of meerdere nieuwe bomen terug. Natuurlijk is de juiste boom op de juiste plek hierbij van belang om herhaling van bestratingsopdruk te voorkomen.

Als een boom die bestratingsopdruk veroorzaakt is geregistreerd als waardevolle boom of boomstructuur, kan er worden gekozen voor een tijdelijke oplossing om enerzijds de problematiek te verhelpen of in ieder geval aanvaardbaar te maken, anderzijds om de boom zo lang mogelijk te behouden.

OVERLAST DOOR INSECTEN OF VOGELS

De meest voorkomende overlast of hinder door insecten bestaat uit het ‘druipen’ door bladluizen en de aanwezigheid van de eikenprocessierups met de voor mensen hinderlijke ‘brandharen’. Vogels geven vooral overlast van vogelpoep. Deze worden hierna apart behandeld.

Insectenoverlast: bladluizen

In de bomen kunnen bladluizen voorkomen. Bladluizen scheiden van maart tot en met september een plakkerige substantie af, de honingdauw. Dit vormt een zwarte aanslag (‘roetdauw’) op particuliere eigendommen zoals auto’s, zonwering, tuinmeubilair, bestrating et cetera.

Bewoners ervaren de zwarte aanslag als hinderlijk. De gemeente wenst de overlast door bladluizen tot een minimum te beperken en neemt hiervoor de volgende maatregelen:

  • Allereerst wordt, waar mogelijk, gekozen voor een natuurlijke bestrijding van de bladluizen;

  • Daarna worden vernieuwende methoden, zoals een proef met knoflookextract, altijd overwogen.

Een ingrijpende maatregel is het vervangen van de betreffende bomen door een andere boomsoort, afhankelijk van de situatie. Het vervangen van de boom kan alleen als de groeiplaats geschikt is voor de nieuwe boom om gezond uit te groeien.

Overlast door ‘roetdauw’ uitsluitend op vervoermiddelen (auto’s, motoren, fietsen et cetera) vormt voor de gemeente Zoeterwoude geen aanleiding om over te gaan tot structurele maatregelen.

Insectenoverlast: eikenprocessierups

De eikenprocessierups is het voorstadium van een nachtvlinder. De eitjes komen in het voorjaar uit, waarna de harige rupsen zich in een lange processie over de stam van eikenbomen voortbewegen op zoek naar eikenbladeren als voedsel. Een groot nadeel vormen de brandharen, deze veroorzaken bij direct huidcontact irritaties bij mens en dier: een jeukende huid, rode uitslag, rood ontstoken oogwit en een branderig gevoel. Wanneer de haren worden ingeademd, kan het slijmvlies van neus, keel en luchtwegen geïrriteerd en zelfs ontstoken raken.

Beheersing van de eikenprocessierups is niet eenvoudig. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een ‘Leidraad beheersing Eikenprocessierups’ opgesteld, een stapsgewijze handreiking om beheerkeuzes te kunnen maken.

Zoeterwoude bestrijdt de eikenprocessierups door deze veilig te laten verwijderen.

Een ingrijpende en structurele maatregel, bijvoorbeeld het verwijderen van alle eiken, is niet effectief en zeker niet duurzaam. De eikenprocessierups geeft een seizoensgebonden overlast. Jaarlijks kiezen de (nieuwe) rupsen voor nieuwe bomen. Ook verschilt de hoeveelheid rupsen van jaar tot jaar. Het verwijderen van alle eikenbomen in Zoeterwoude biedt daarom geen oplossing, hiervoor wordt niet gekozen.

Vogeloverlast: vogelpoep uit verblijfbomen

Vogels overnachten vaak in groepen in (specifieke) bomen. Dit levert meestal grote hoeveelheden vogelpoep onder deze boom op, wat overlast kan geven op geparkeerde auto’s of op onderliggend terras. Per seizoen en per vogelsoort kan de boomkeuze verschillen.

Het verwijderen van een verblijfboom kan op die plek zelf wel de overlast weghalen, maar de vogels zullen vervolgens en andere boom uitkiezen en daar opnieuw voor overlast zorgen. Op welke boom de keuze valt is van te voren (meestal) niet te voorspellen. Het verwijderen van een boom lost dus niet het probleem op, maar verplaatst het alleen. Hetzelfde geldt voor het verwijderen van een specifieke tak waar vogels vaak op verblijven. De vogels zullen zich dan naar een andere tak verplaatsen.

De gemeente Zoeterwoude zal daarom in vrijwel alle gevallen van overlast door vogelpoep niet ingrijpen. Alleen in een enkele situatie, waarbij ingrijpen vrijwel zeker een gunstig resultaat zal opleveren, kan de beheerder besluiten maatregelen te nemen. Welke maatregelen dan passend zijn, wordt door de gemeentelijke groenbeheerder bepaald.

OVERLAST DOOR VALLENDE BLADEREN

In de herfst laten loofbomen en sommige coniferen bladeren en naalden vallen. Het vrijgekomen organisch materiaal kan zich ophopen in de openbare ruimte, maar ook op particuliere terreinen. Normale bladval is voor de gemeente Zoeterwoude geen directe reden om in te grijpen.

Wel kan een extreem grote ophoping van bladeren en/of naalden een ongestoorde functie van trottoirs, fietspaden of rijbaan verminderen of zelfs tot gevaar leiden. In dat geval ontstaat onacceptabele hinder. De gemeente gaat in die gevallen vaker dan gemiddeld over tot verwijdering, bijvoorbeeld door extra veegrondes te laten uitvoeren. Daar waar nodig plaatst de gemeente ook speciale bladkorven, waarin bewoners de door hen verzamelde bladeren kunnen deponeren.

OVERLAST DOOR TAKKEN

Uitgroeiende takken en twijgen kunnen tot overlast leiden doordat deze bijvoorbeeld tegen gevels of over daken heen groeien. Wanneer de overlast via gerichte snoei kan worden weggenomen en het beeld van de boom intact blijft, besluit de gemeente om de snoei uit te (laten) voeren, ongeacht leeftijd en grootte van de boom of bomen. Is er meer dan één snoeibeurt nodig of wordt er schade toegebracht aan particulier eigendom, dan kan er besloten worden om de boom te verwijderen. De mate van overlast, de conditie en de levensverwachting van de boom of bomen zijn hierbij belangrijk. Een uitzondering hierop vormen de waardevolle bomen en boomstructuren, hiervoor wordt per geval zorgvuldig een afweging gemaakt tussen de wens om de boom zo lang mogelijk te behouden en de opgetreden en mogelijk nog door dikte- of lengtegroei te verwachten schade.

Alle gemeentelijke bomen worden tijdens de geplande onderhoudsmomenten gesnoeid. Is er sprake van een onderhoudsachterstand, dan kan de gemeente besluiten om de snoei ‘naar voren te halen’, dus eerder uit te voeren dan in de planning is vastgelegd.

OVERLAST DOOR VRUCHTVAL

In de herfst kunnen de van bomen afkomstige vruchten zoals (sier)appels, eikels, kastanjebolsters et cetera overlast veroorzaken. Omdat dit zaken zijn die bij bomen horen, zullen in principe geen extra maatregelen worden getroffen. Wanneer er grote ophopingen ontstaan, zal er vaker een veegronde worden uitgevoerd. Grote vruchtval kan tot situaties leiden waar veel insecten (zoals wespen) op af komen. De gemeentelijke groenbeheerder beoordeelt deze specifieke overlast per geval.

Wanneer er volgens de gemeentelijke planning bomen moeten worden vervangen op locaties waarvan bekend is dat er veel overlast door vruchtval wordt ervaren, dan zal een zorgvuldige keuze worden gemaakt voor de nieuw aan te planten boomsoort.

OVERLAST DOOR STUIFMEEL (ALLERGIEËN)

Wanneer personen allergisch reageren op bomen (stuifmeel) dan is dat geen reden om de boom te verwijderen. Doordat stuifmeel over grote afstand via de wind wordt verplaatst heeft een enkele lokale boom nauwelijks invloed op het beperken of voorkomen van een allergie.

CRITERIA VOOR KAP BIJ OVERLAST

Uitgangspunt is dat bomen niet gekapt worden vanwege overlast. Indien een geval van overlast voldoet aan één van onderstaande criteria, dan kan dat reden geven om, na vakkundig onderzoek en met afweging van de beleidsstatus van de boom, over te gaan tot het kappen van de boom.

Last van:

Reden voor onderzoek naar mogelijkheden voor kap

Schaduwwerking

In de woning: In de periode van 19 februari – 21 oktober minder dan 2 bezonningsuren per dag én het geen waardevolle boom of onderdeel van een structuur betreft.

Bestratingsopdruk

Als symptoombestrijding en structurele aanpassingen van de omgeving geen oplossing bieden én het geen waardevolle boom of onderdeel van een structuur betreft.

Insecten

Als de overlast dermate groot is dat er sprake is van aantoonbare schade, elke mogelijke vorm van bestrijding niet werkt, en de groeiplaats geschikt is voor een nieuwe boom om gezond uit te groeien. Overlast door ‘roetdauw’ uitsluitend op vervoermiddelen (auto’s, motoren, fietsen et cetera) vormt voor de gemeente Zoeterwoude geen aanleiding om over te gaan tot structurele maatregelen.

Bij eikenprocessierups wordt niet gekapt.

Vogels

Als de overlast dermate groot is dat er sprake is van aantoonbare schade, en (vrijwel) zeker is dat specifieke maatregelen voor een positief resultaat zorgen.

Vallende bladeren

Nooit

Takken

  • Als er ondanks regulier snoeien sprake is van schade aan particulier eigendom, of:

  • Als er meer dan één snoeibeurt nodig is om de overlast te verminderen.

Bij waardevolle bomen en boomstructuren wordt meer schade en snoeiwerk geaccepteerd.

Schotelantennes

Nooit

Last van:

Reden voor onderzoek naar mogelijkheden voor kap

Zonnepanelen

Als alle onderstaande criteria van toepassing zijn op de situatie:

  • 1.

    De boom niet waardevol is.

  • 2.

    De boom niet in een bomenstructuur staat.

  • 3.

    De potentiële jaarlijkse energieopbrengst van de energie-opwekkers zoals die geplaatst worden is door een gecertificeerd energieadviseur berekend op tenminste 1600kWh. Rendements-verlies dat wordt veroorzaakt door inefficiënte plaatsing (te grote/kleine hellingshoek of zon/windoriëntatie), modulaire schakeling (individuele schakeling van de panelen), slijtage (rendement van zonnepanelen loopt per jaar iets terug) of vervuiling wordt hierin mee genomen.

  • 4.

    Door de vergunningsaanvrager wordt aangetoond dat het rendementsverlies, veroorzaakt door schaduwwerking van een houtopstand, minimaal 51% is ten opzichte van de potentiële jaarlijkse energieopbrengst.

  • 5.

    Er geen alternatieven zijn voor de zonnepanelen zoals dak, schuur, carport

  • 6.

    Herinrichting van de straat/wijk niet binnen 3 jaar op de planning staat. Als de straat/wijk binnen 3 jaar op de planning staat wordt het verzoek meegenomen bij de herinrichting van de straat.

  • 7.

    Er participatie heeft plaatsgevonden in de straat (op maximaal 25 meter aan beide zijden van de boom en indien deze op een splitsing of kruising staat, op 25 meter in de aanliggende straten) en 60 procent van de buurt geen bezwaar heeft tegen het verwijderen van de boom.

Vruchtval

Nooit

Allergie

Nooit

Bijlage E: Lijst waardevolle gemeentelijke bomen

DORP

nr.

adres

aantal

latijnse naam

nederlandse naam

plantjaar

Criteria

 
 
 
 
 
 

1

Fuut

1

Tilia europaea 'Pallida'

Koningslinde

1988

gedenkboom, koning Beatrix 50 jaar

2

Molenpad

1

Prunus avium

Varikse Zwarte

2003

gedenkboom, geboorte prinses Amalia

3

Noordbuurtseweg, gemeentehuis

1

Aesculus hippocastanum

Paardenkastanje

1940

leeftijd, Beeldbepalend

4

Watertje

1

Acer pseudoplatanus

Esdoorn

1979

gedenkboom, prinses Juliana 70 jaar

5

Suetanpad

1

Tilia tomentosa

Linde

1950

leeftijd, beeldbepalendheid

6

Suetanpad

1

Tilia europaea

Hollandse linde

1950

leeftijd, beeldbepalendheid

7

Suetanpad

1

Platanus acerifolia

Plataan

1950

leeftijd, beeldbepalendheid

8

Suetanpad

1

Metasequoia glyptostroboides

Watercypres

1950

leeftijd, beeldbepalendheid

9

Watertje

1

Metasequoia glyptostroboides

Watercypres

1950

leeftijd, Beeldbepalend

10

Veldzichtstraat/dr. Bouwdijkstraat

1

Fraxinus excelsior

Gewone es

1950

leeftijd,beeldbepalendheid

11

dr. Bouwdijkstraat t.o. Jumbo

1

Quercus robur

Zomereik

1960

leeftijd, beeldbepalendheid

12

Weipoortseweg thv nr. 48

1

Tilia platyphyllos

Grootbladige linde

1957

leeftijd, beeldbepalendheid

13/14

Weipoortseweg thv nr. 48

2

Tilia europaea

Hollandse linde

1957

leeftijd, beeldbepalendheid

15

Zuidbuurtseweg thv nr 53

1

Platanus acerifolia

Plataan

1956

leeftijd, beeldbepalendheid

16

Zuidbuurtseweg thv eiland Swetterhage

1

Ulmus carpinifolia

Gladde iep

1950

leeftijd, beeldbepalendheid

17

Zuidhof

1

Quercus robur

Zomereik

1960

leeftijd, beeldbepalendheid

18

Zuidhof

1

Quercus robur

Zomereik

1960

leeftijd, beeldbepalendheid

19

Bouwdijkstraat

1

Platanus acerifolia

Plataan

1969

beeldbepalend

20

Merodestraat

1

Platanus acerifolia

Plataan

1970

beeldbepalend

21/22

Blankaartweg

2

Sophora japonica

Honingboom

1982

beeldbepalend, zeldzaam

23/24

Loethe/Vershof

2

Quercus robur

Zomereik

1970

beeldbepalend

afbeelding binnen de regeling

RIJNDIJK

nr.

Adres

aantal

latijnse naam

Nederlandse naam

plantjaar

Criteria

 
 
 
 
 
 

25

Hoge Rijndijk thv nr 65

1

tilia cordata

winterlinde

2013

gedenkboom, inhuldiging willem alexander

26/27

Julianapark

2

Robinia pseudoaccacia

Valse acacia

1950

leeftijd, beeldbepalend, zeldzaam soort

28/29

Julianapark

2

Quercus robur

Zomereik

1950

leeftijd, beeldbepalend

30

Lindelaan

1

Tilia tomentosa

Zilverlinde

1988

gedenkboom, koning Beatrix 50 jaar

31/32

Lindelaan thv nummer 11/19

2

Platanus acerifolia

Plataan

1917

leeftijd, beeldbepalend

33

Oranjelaan

1

Quercus robur

Zomereik

1979

gedenkboom, prinses Juliana 70 jaar

34

Moerascypreslaan (Parochietuin)

1

Platanus acerifolia

Plataan

1890

leeftijd, beeldbepalendheid

35/36/37

Populierenlaantje

3

Populus nigra

Zwarte populier

1960

leeftijd, beeldbepalend

38

Wilgenhof/Eikenlaan

1

Salix alba "tristis"

Treurwilg

1917

leeftijd, beeldbepalend

39

Hoge Rijndijk thv 285

1

Salix alba "tristis"

Treurwilg

1950

leeftijd, beeldbepalend

40

Beatrixstraat/Margrietstraat

1

Platanus acerifolia

Plataan

1950

leeftijd, beeldbepalend

41

Antoniusstraat

1

Fraxinus excelsior

Gewone es

1950

leeftijd, beeldbepalend

42/43/44/45/46

Laan de goede Herder

5

Quercus robur

Zomereik

1960

leeftijd, bijzondere natuurwaarde

47

Moerascypreslaan (begraafplaats)

1

Aesculus hippocastanum

Paardekastanje

1927

leeftijd,beeldbepalend

48

Burgemeester Smeetsweg (rotonde)

1

Populus italica

Italaanse populier

1950

leeftijd, beeldbepalend

49

Wilhelminstraat

1

Platanus acerifolia

Plataan

1980

Beeldbepalend

50

Burgermeester Smeetsweg

1

Ulmus Hollandica

Iep

1970

Beeldbepalend, zeldzaam soort

51

Burgermeester Smeetsweg (rotonde)

1

Platanus acerifolia

Plataan

1980

Beeldbeplend, toekomstboom

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

Handboek Bomen 2022, 2.22c Wortelschade