Legger primaire waterkeringen - Toelichting

Geldend van 29-03-2016 t/m heden

Intitulé

Legger primaire waterkeringen - Toelichting

Voor u ligt de legger van de Primaire Waterkeringen van hethoogheemraadschap van Rijnland. De Primaire Waterkeringen vanRijnland bestaan uit dijken, zandige kust en verholenwaterkeringen.

De primaire Waterkering van Rijnland maakt deel uit van dijkringgebied 14 en bestaat grofweg uit drie trajecten.:

Traject 1: Primaire Waterkering Velsen-Amsterdam-west: vanaf de duinkust bij Velsen tot aan de aansluiting bij het hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht bij Halfweg.

Traject 2: De noordelijke dijk langs de Hollandse IJssel: vanaf de Julianasluis bij Gouda tot aan Hekendorp.

Traject 3: De zandige kust vanaf Velsen, kilometerpaal 56,250 tot aan Wassenaar, kilometerpaal 97,400.

Op grond van de Waterwet en de Waterschapswet is het hoogheemraadschap van Rijnland verplicht tot het opstellen van een legger voor de Primaire Waterkeringen. In de legger is aangegeven waaraan de Primaire Waterkering moet voldoen naar richting, vorm, afmeting en constructie, zoals vastgesteld in het ontwerp, inclusief de waterkerende kunstwerken. Ook de juridische grenzen (keurgebied) zijn in de legger aangegeven. Het keurgebied bestaat uit een aantal zones te weten een kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone.

Voor het bepalen van onderstaand keurgebied, is van de volgende uitgangspunten uitgegaan:

Leggerzones dijken en verholen waterkeringen

Dijk

Verholen Waterkering

Kernzone:

15 m aan weerszijde van de middenkruinlijn

12,5 m aan weerszijde van de middenkruinlijn

Beschermingszone:

25 m aan weerszijde de middenkruinlijn

22,5 m aan weerszijde van de middenkruinlijn

Buiten beschermingszone

100 m aan weerszijde de middenkruinlijn

100 m aan weerszijde van de middenkruinlijn

Door bovenstaande uitgangspunten komt het voor dat de grens van de kernzone met de beschermingszone soms midden op het talud is gelegen. Als gevolg hiervan zijn verbodsbepalingen voor meerdere zones op dit talud (onderdeel van het feitelijke dijklichaam) van toepassing. Dit wordt niet wenselijk geacht. Om dit te voorkomen is de grens van de kernzone op die plaatsen gelijk gelegd met de binnen- en/of buiten teenlijn.

Leggerzones Zandige kust (duinen)

Voor de zandige kust gelden ander criteria betreffende de Kernzone, Beschermingszone en de Buitenbeschermingszone:

Kernzone:

De begrenzing aan zeezijde is de theoretische duinvoetligging.

De begrenzing aan landzijde is het grensprofiel. Dit is het profiel dat na duinafslag tijdens ontwerp-omstandigheden nog minimaal als waterkering aanwezig dient te zijn.

Beschermingszone:

De begrenzing aan zeezijde: Afstand waarover het afgeslagen zand zich onder maatgevende omstandigheden verspreidt. De begrenzing aan landzijde: reservestrook behorende bij een periode van 200 jaar zeespiegelstijging alsmede bijbehorende grensprofiel.

Buitenbeschermingszone:

De begrenzing aan zeezijde: NAP -20 meter lijn of 20 kilometer uit de kust.

De begrenzing aan landzijde: Strook waarbinnen explosies door schade aan hogedrukleidingen invloed zouden kunnen hebben op de standzekerheid van de waterkering. Vooralsnog wordt uitgegaan van een breedte van 100 meter van de beschermingszone, op grond van richtlijnen voor seismisch onderzoek nabij waterkeringen.

Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk en Katwijk)

De dijk in duin kent aan de landzijde een theoretisch profiel, zoals ook een dijk zonder duin dit kent. De zeezijde van de dijk in duin wordt gekenmerkt door een zandig profiel en kent daarmee een vergelijkbare opzet als de zandige kust.

Kernzone:

De begrenzing aan zeezijde is de theoretische duinvoetligging. De begrenzing aan landzijde is de rand van de constructie en loopt volgens een beoordelingsprofiel met een hellingshoek van 1:3 naar beneden. Dit beoordelingsprofiel is bepaald vanwege de aanwezigheid van het dijkprofiel dat onder maatgevende omstandigheden bescherming moet bieden tegen overstroming.

Bij de Dijk in Duin constructie van Katwijk ligt die rand van de constructie op een vaste hoogte van 6,5m +NAP. Bij Noordwijk varieert de hoogte.

Beschermingszone:

De begrenzing aan zeezijde: Afstand waarover het afgeslagen zand zich onder maatgevende omstandigheden verspreidt.

De begrenzing aan landzijde; reservestrook behorende bij een periode van 200 jaar zeespiegelstijging bij Noordwijk Deze strook reserveert ruimte voor een eventuele uitbreiding van de dijk in duinconstructie. Net als de kernzone kent ook deze zone een beoordelingsprofiel.

Bij Katwijk is gekozen voor een periode van 100 jaar. Daar is de dijk ook al op de breedte van 100 jaar aangelegd, maar nog niet op de daarbij behorende hoogte. In het kaartbeeld is er direct achter de dijk in Katwijk daarom geen beschermingszone te zien in het kaartbeeld.

Buitenbeschermingszone:

De begrenzing aan zeezijde: NAP -20 meter lijn of 20 kilometer uit de kust.

De begrenzing aan landzijde: Strook waarbinnen explosies door schade aan hogedrukleidingen invloed zouden kunnen hebben op de standzekerheid van de waterkering. Er wordt uitgegaan van een breedte van 100 meter van de beschermingszone, op grond van richtlijnen voor seismisch onderzoek nabij waterkeringen.

Onderhoudsplicht

Bovendien is vastgelegd in de legger wie onderhoudsplichtige is. In het Reglement van Rijnland is vastgelegd hoe de onderhoudsverplichtingen zijn verdeeld. Voor het profielonderhoud (buitengewoon onderhoud) van de primaire waterkeringen is het hoogheemraadschap zelf verantwoordelijk. Buiten de bebouwde kom voert het hoogheemraadschap ook het gewoon onderhoud uit van grote delen van de zeereep, ook al is het geen eigenaar van die gronden.

Voor het gewoon (dagelijks) onderhoud in de bebouwde kom zijn, naast het Hoogheemraadschap, vooral de eigenaren van de (gedeelten van) de waterkering verantwoordelijk. In de zogeheten keur van Rijnland (2015) is in artikel 2.2 aangegeven wat het dagelijks onderhoud omvat. Het betreft dan het vooral het stuifvrij houden, en het voorkomen van onveilige situaties.

In de legger zijn ook de onderhoudsverplichtingen opgenomen, die bijvoorbeeld voortvloeien uit voorwaarden verbonden aan watervergunningen of beheerovereenkomsten, zoals bv de overeenkomst Beheer en Onderhoud Kustwerk Katwijk d.d. 16 april 2014

In de keur van Rijnland zijn de begrippen en bepalingen opgenomen die het mogelijk maken om waterkeringen te beschermen tegen handelingen die schade kunnen veroorzaken. De legger van het hoogheemraadschap zal worden gebruikt bij het beheer en onderhoud van de Primaire Waterkering. Ook zal de legger worden gebruikt bij het toetsen van aanvragen voor watervergunningen en bij het vastleggen van de onderhoudsplicht van objecten die zich op en binnen het dijklichaam bevinden, maar geen deel uitmaken van de primaire waterkering.

Specifiek bevat de legger:

  • Overzichtskaart beheersgebied van de Primaire Waterkeringen hoogheemraadschap van Rijnland; schaal 1:165000;

  • Meerdere overzichtskaarten met kaartbladindeling van de Primaire waterkering, 1:20000;

  • Situatiebladen schaal tenminste 1:2000, met daarop de belangrijkste elementen waaronder de waterkerende kunstwerken, evt de middenkruinlijn met talud- en teenlijnen. Tevens het keurgebied met bijbehorende zones (kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone);

  • Kaartbladen, schaal tenminste 1:2000, met de onderhoudsplichtigen;

  • Dwarsprofielen van de dijk (diverse schalen), met daarop de contourlijnen van de dijk en een deel van het voor- en achterland met gegevens over de afmetingen van de dijk en de bekleding;

  • Lengteprofielen van de dijk (diverse schalen) met informatie over de hoogteligging van de kruin, de maatgevende hoogwaterlijn en plaats van de dwarsprofielen.

  • Bij dijk-in-duin: Theoretisch dwarsprofiel van Noordwijk en Katwijk

De legger zou ook het ontwerpprofiel moeten bevatten. Dit ontwerpprofiel is bij Rijnland niet bekend door de “oudheid” van de primaire waterkering (Noordelijke dijk langs de Hollandse IJssel en de primaire waterkering Velsen-Halfweg)..

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening