Subsidieregeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028

Geldend van 27-07-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

Gelet op het voorstel van het bestuur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst;

Gelet op de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: de rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.3 van deze regeling;

  • b.

    Adviseurs: door het bestuur van het AFK aangestelde deskundigen die deel uitmaken van een adviseurspool en kunnen worden ingezet om over subsidieaanvragen te adviseren;

  • c.

    AFK: Amsterdams Fonds voor de Kunst;

  • d.

    Bestuur: het bestuur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst;

  • e.

    Cultuureducatie: activiteiten voor jongeren tot en met achttien jaar die bijdragen aan het leren omgaan met kunst (‘kennismaken’ en ‘ontwikkelen’), zowel binnen- als buitenschools;

  • f.

    Cultuurmaker: persoon die zich creatief en cultureel ontwikkelt in de vrije tijd op het gebied van kunst en cultuur vanuit interesse, passie of liefhebberij;

  • g.

    Kunstenplan: de Hoofdlijnen van het Kunstenplan 2025-2028 zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam op 9 november 2023;

  • h.

    Ondernemingsplan: plan dat het geheel van de activiteiten en de organisatie van de aanvrager voor de subsidieperiode beschrijft;

  • i.

    Ontwikkelplan: plan dat ingaat op artistieke, zakelijke ontwikkeling en ontwikkeling op het gebied van publiek of deelnemers, en dat het doel van de ontwikkeling, de uitgangssituatie en een plan van aanpak beschrijft;

  • j.

    Rechtsvoorganger: de rechtspersoon die is opgegaan in de rechtspersoon die een subsidieaanvraag heeft ingediend of de organisatie waaruit de aanvrager voortkomt of de rechtspersoon waarvan de aanvrager in de rechten en verplichtingen is getreden;

  • k.

    Reguliere activiteiten: hoofdactiviteiten van een aanvrager die in continuïteit worden uitgevoerd;

  • l.

    Track record: een overzicht van uitgevoerde activiteiten en het bereikte publiek;

  • m.

    Website: de website van het AFK, www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl.

Artikel 1.2 Doel

De regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028 heeft als doel om duurzame ontwikkeling van jonge organisaties die zich binnen de Amsterdamse culturele sector richten op professionele kunst of cultuureducatie financieel te ondersteunen. Hiermee kunnen organisaties hun eigen organisatie, positie in hun eigen kunstdiscipline en/ of in de kunst- en cultuursector in brede zin verstevigen of bestendigen.

Artikel 1.3 Wie kan aanvragen?

  • 1. Een aanvraag voor subsidie kan uitsluitend worden ingediend door een aanvrager die:

    • a.

      minimaal twee en niet meer dan zes jaar bestaat op de datum van indiening van de aanvraag, te beoordelen aan de hand van de statuten; en

    • b.

      gedurende de gehele bestaansperiode rechtspersoonlijkheid bezit met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk en gedurende die bestaansperiode activiteiten in continuïteit uitvoerde; en

    • c.

      gevestigd is in Amsterdam en waarbij uit de statuten blijkt dat het doel is activiteiten te ontplooien op het gebied van kunst en cultuur.

  • 2. In uitzondering op het eerste lid onder i, mag een aanvrager die in 2027 vanuit deze regeling subsidie ontvangt en een aanvraag voor 2028 wil indienen, maximaal zeven jaar bestaan op het moment van indienen voor fase 1 van de aanvraag.

  • 3. Aanvragers die een meerjarige subsidie ontvangen van het AFK of van de gemeente Amsterdam in het kader van het Kunstenplan 2025-2028, kunnen geen aanvraag op grond van deze regeling indienen.

  • 4. Aanvragen voor amateurkunst (‘cultuurmakers’) vallen buiten het bereik van deze regeling.

Artikel 1.4 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?

  • 1. Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor ontwikkelactiviteiten en reguliere activiteiten, waarbij ontwikkelactiviteiten een verplicht onderdeel zijn en reguliere activiteiten een facultatief onderdeel kunnen zijn van de aanvraag.

  • 2. Aanvragers kunnen, in aanvulling op het eerste lid, alleen subsidie aanvragen voor activiteiten in één van de volgende disciplines:

    • a.

      muziek en muziektheater,

    • b.

      theater,

    • c.

      dans,

    • d.

      erfgoed (musea),

    • e.

      visuele kunsten,

    • f.

      film,

    • g.

      letteren

    • h.

      creatieve industrie (digitale cultuur, architectuur, vormgeving) of

    • i.

      cultuureducatie.

  • 3. Een aanvrager kan gedurende de looptijd van deze regeling maximaal twee keer subsidie aanvragen.

  • 4. De subsidie heeft een looptijd van twee jaar, met uitzonderingen van aanvragen voor subsidie die in 2027 worden gedaan. Deze hebben een looptijd van maximaal één jaar.

  • 5. Activiteiten waarvoor in de eerste subsidieronde subsidie wordt aangevraagd, starten op zijn vroegst op 1 januari 2025 en eindigen uiterlijk 31 december 2026.

Artikel 1.5 Subsidieplafond en -bedrag

  • 1. Het bestuur kan binnen het door het college vastgestelde subsidieplafond, deelplafonds instellen.

  • 2. Een besluit tot vaststelling van een deelsubsidieplafond wordt bekendgemaakt op de website van het AFK en in het Parool.

  • 3. Een aanvrager kan voor gevraagde periode maximaal 50% van het bedrag van de volledige exploitatiebegroting tot een maximum van € 125.000 per jaar subsidie aanvragen.

  • 4. Een subsidie wordt altijd verstrekt onder de voorwaarde dat door de Gemeente Amsterdam voldoende gelden aan het AFK ter beschikking worden gesteld.

Artikel 1.6 Algemene weigeringsgronden

  • 1. Het bestuur weigert de subsidie als:

    • a.

      de aanvraag niet past binnen de doelstelling van de regeling zoals opgenomen in artikel 1.2;

    • b.

      de aanvrager op grond van artikel 1.3 niet voor subsidie in aanmerking komt;

    • c.

      de activiteiten op grond van artikel 1.4 niet voor subsidie in aanmerking komen.

  • 2. Het bestuur weigert de subsidie voorts als:

    • a.

      voor de activiteiten waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, door het AFK op grond van deze of een andere regeling of binnen de Amsterdamse Basisinfrastructuur in het kader van het Amsterdamse Kunstenplan 2025-2028, al subsidie is verleend;

    • b.

      de reguliere activiteiten van de aanvrager niet in continuïteit en niet voor een belangrijk deel in de gemeente Amsterdam worden uitgevoerd;

    • c.

      de activiteiten plaatsvinden in een tijdvak waarvoor op basis van deze regeling reeds subsidie aan de aanvrager is verleend;

    • d.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd plaatsvinden buiten het tijdvak dat genoemd is in artikel 1.4 lid 5;

    • e.

      de aanvrager niet voldoet aan de voor de desbetreffende organisatie gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht, een veilige werkomgeving en transparante verantwoording.

Artikel 1.7 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 weigert het bestuur de subsidie als:

  • a.

    de aanvraag ‘onvoldoende’ wordt beoordeeld op het criterium Ontwikkeling of Uitvoerbaarheid;

  • b.

    uit het track record van twee (kalender)jaren of twee seizoenen voorafgaand aan het tijdvak waarvoor de subsidie wordt toegekend, niet blijkt dat de aanvrager of zijn rechtsvoorganger(s), aantoonbaar actief is geweest in de discipline(s) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • c.

    het ondernemingsplan niet wordt uitgevoerd in de periode waarvoor de subsidie is aangevraagd en/of de aanvraag is ingediend na aanvang van de uitvoering van het ondernemingsplan;

  • d.

    aan de aanvrager reeds twee keer of meer een subsidiebedrag op grond van de regeling Ontwikkeling 2021-2024 is toegekend.

PARAGRAAF 2: De procedure (fase 1)

Artikel 2.1 Het ontwikkelplan (fase 1)

  • 1. In fase 1 van het aanvraagproces dient een aanvrager een ontwikkelplan in.

  • 2. Voor het indienen van het ontwikkelplan gebruikt de aanvrager het digitaal formulier op de website www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl.

  • 3. Het ontwikkelplan bestaat uit maximaal 5 pagina’s en een begroting met betrekking tot de activiteiten zoals beschreven in het ontwikkelplan.

  • 4. In aanvulling op het ontwikkelplan en de begroting, worden ook de volgende verplichte bijlagen ingediend:

    • a.

      afschrift van de statuten;

    • b.

      uittreksel Kamer van Koophandel van maximaal drie maanden oud;

    • c.

      track record van twee (kalender)jaren of de twee seizoenen direct voorafgaand aan het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd, waaruit blijkt dat de aanvrager of zijn rechtsvoorganger, aantoonbaar actief is geweest in de discipline(s) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 5. Alle stukken moet in het Nederlands zijn opgesteld.

Artikel 2.2 Indiening ontwikkelplan (fase 1)

  • 1. Een ontwikkelplan kan worden ingediend van 2 september 2024 10:00 uur tot en met 16 september 2024 tot uiterlijk 16:00 uur.

  • 2. Aanvragen die na 16 september 2024, 16:00 uur binnenkomen, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 2.3 Toelichting ontwikkelplan (fase 1)

  • 1. De aanvrager licht zijn ontwikkelplan en begroting mondeling toe aan een medewerker van het AFK en twee adviseurs.

  • 2. De aanvrager ontvangt uiterlijk twee weken voorafgaand aan de mondelinge toelichting, een uitnodiging.

  • 3. Wanneer de aanvrager zijn ontwikkelplan niet mondeling toelicht, wordt de aanvrager niet toegelaten tot fase 2 van de aanvraag.

Artikel 2.4 Beoordeling ontwikkelplan (fase 1)

  • 1. Het ontwikkelplan, de begroting en de mondelinge toelichting worden in fase 1 door een medewerker van het AFK en de adviseurs aan de hand van het volgende criterium getoetst:

    • Ontwikkeling

      • -

        Ontwikkeldoel

      • -

        Plan van aanpak

Artikel 2.5 Rangorde en besluit (fase 1)

  • 1. Voor fase 2 zijn tenminste 14 plaatsen beschikbaar. Het bestuur kan het aantal plaatsen verhogen. Dit wordt bekend gemaakt op de website.

  • 2. Op basis van de beoordeling als bedoeld in artikel 2.4 worden de aanvragers in een rangorde geplaatst.

  • 3. Het bestuur beslist volgens deze rangorde over de toelating tot een plaats in fase 2, waarbij de subsidieaanvragen worden toegelaten tot fase 2 in de volgorde van de zo ontstane rangorde, per discipline als bedoeld in artikel 1.4 tweede lid. Dit betekent dat wordt gestart met het toekennen van de hoogst scorende aanvraag in een bepaalde discipline, daarna de aanvraag toekent die in een andere discipline daarna als hoogste scoort, en daarna als derde de aanvraag die in de volgende discipline als hoogste scoort etc.

  • 4. Bij twee gelijk geëindigde aanvragers, wordt door het bestuur de aanvrager toegelaten tot fase 2 die het hoogst wordt beoordeeld op het subcriterium ‘Plan van aanpak.’

  • 5. Binnen 7 weken na ontvangst van het ontwikkelplan maakt het bestuur het besluit over de toelating tot fase 2 bekend aan de aanvrager.

PARAGRAAF 3: De procedure (fase 2)

Artikel 3.1 De subsidieaanvraag (fase 2)

  • 1. Een aanvrager heeft alleen toegang tot fase 2 van het aanvraagproces, als deze op grond van artikel 2.5 tweede en derde lid is toegelaten tot fase 2.

  • 2. De subsidie wordt via het digitaal formulier op de website aangevraagd.

  • 3. Voor fase 2 wordt de aanvraag aangevuld met de volgende onderdelen:

    • a.

      een aanvulling op het volledig ingevuld aanvraagformulier van fase 1;

    • b.

      ondernemingsplan van maximaal 10 pagina’s;

    • c.

      toelichting op de begroting van maximaal 3 pagina’s;

    • d.

      begroting behorende bij het ondernemingsplan;

    • e.

      inhoudelijke en financiële jaarverantwoordingen over twee (kalender)jaren direct voorafgaand aan de aanvraag, inclusief samenstellingsverklaring, door een gecertificeerde accountant afgegeven beoordelingsverklaring of goedkeurende controleverklaring.

  • 4. Alle stukken moeten in het Nederlands zijn opgesteld.

Artikel 3.2 Indiening aanvraag (fase 2)

  • 1. Aanvragen kunnen worden ingediend van 18 oktober 2024, 10.00 uur, tot en met 2 december 2024 tot uiterlijk 16:00 uur.

  • 2. Aanvragen die na 2 december 2024, 16:00 uur, binnenkomen, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 3.3 Beoordelingscriteria (fase 2)

  • 1. De aanvraag wordt in fase 2 aan de hand van de volgende criteria getoetst:

    • Artistiek belang

      • -

        artistieke eigenheid

      • -

        artistieke betekenis voor de stad

    • Uitvoerbaarheid

      • -

        visie op bedrijfsvoering

      • -

        realistisch en uitvoerbaar plan

    • Bereik en diversiteit

      • -

        bereik en aanpak

      • -

        diversiteit en inclusie

  • 2. Bij de beoordeling wegen alle beoordelingscriteria even zwaar.

Artikel 3.4 Advisering, honorering en subsidiehoogte (fase 2)

  • 1. Een aanvraag wordt ter beoordeling voorgelegd aan tenminste twee adviseurs.

  • 2. Aan de adviseurs wordt een oordeel gevraagd over de mate waarin een aanvraag voldoet aan de in artikel 3.3 eerste lid opgenomen criteria.

  • 3. De adviseurs adviseren over de subsidiehoogte.

Artikel 3.5 Rangorde en verdeling budget (fase 2)

  • 1. Op basis van de beoordeling als bedoeld in artikel 3.3 en 3.4 worden de aanvragen in een rangorde geplaatst. De oordelen bedoeld in artikel 3.4 tweede lid worden daartoe vertaald in cijfers.

  • 2. De subsidie wordt volgens deze rangschikking toegekend, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 3. In afwijking van het eerste lid en artikel 3.3, tweede lid, is bij het maken van een keuze tussen twee of meer aanvragen die gelijk zijn gerangschikt en niet allemaal kunnen worden gehonoreerd omdat dan het subsidieplafond wordt overschreden, de beoordeling bij het criterium ‘Artistiek belang’ leidend. Ontstaat daarna nogmaals een gelijke rangschikking, dan is de beoordeling bij het criterium ‘Bereik en diversiteit’ bepalend. Indien daarna nogmaals een gelijke rangschikking ontstaat, is de pluriformiteit in disciplines binnen het totaal aan toekenningen leidend.

Artikel 3.4 Besluit (fase 2)

  • 1. Het bestuur beslist over de subsidieverlening voor een periode van twee jaar en over de Subsidiehoogte.

  • 2. In uitzondering op het eerste lid beslist het bestuur in 2027 over subsidieverlening voor een periode van één jaar.

  • 3. De subsidie wordt verleend onder voorbehoud van de jaarlijkse verstrekking van de bijbehorende middelen door de gemeente Amsterdam.

  • 4. Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken over zijn besluit waarbij tevens het advies van de adviescommissie wordt toegestuurd.

  • 5. Het bestuur kan de beslissing op de aanvraag voor ten hoogste zes weken verdagen, onder schriftelijke mededeling aan de aanvrager.

Paragraaf 4 Verplichtingen bij verlening, verantwoording en vaststelling

Artikel 4.1 Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger of penvoerder meldt onverwijld aan het bestuur als er aanzienlijke inhoudelijke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2. De subsidieontvanger neemt op verzoek van het bestuur deel aan een voortgangsoverleg.

  • 3. In aanvulling op de in het eerste en tweede lid genoemde verplichtingen kan het bestuur bij beschikking andere verplichtingen aan de subsidie verbinden.

Artikel 4.2 Indieningsvereisten verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na afloop van de subsidieperiode een verantwoording in.

  • 2. De verantwoording omvat een inhoudelijk en financieel deel:

    • a.

      de inhoudelijke verantwoording bestaat uit:

      • i.

        een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden;

      • ii.

        een beschrijving van de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager zijn ontwikkelplan heeft gerealiseerd.

    • b.

      de financiële verantwoording bestaat uit een financieel verslag over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn, dan wel een jaarrekening waarin de verantwoording over de besteding van de subsidie inzichtelijk wordt gemaakt.

Artikel 4.3 Bevoorschotting

De subsidieontvanger ontvangt als voorschot het per projectjaar toegekende subsidiebedrag.

Artikel 4.4 Beslistermijn vaststelling

  • 1. In afwijking van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023, stelt het bestuur de subsidie vast binnen 16 weken na ontvangst van de complete verantwoording over de gehele subsidieperiode.

  • 2. Het bestuur kan de in het eerste lid genoemde termijn voor ten hoogste 6 weken verdagen, onder schriftelijke mededeling aan de aanvrager.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en is tevens te raadplegen op www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl.

Artikel 5.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028.

Goedgekeurd door het bestuur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst

Laurien Saraber

directeur-bestuurder

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 juli 2024.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Tal van krachten in de stad zijn van invloed op de toekomst van kunst en cultuur: veranderingen in artistieke voorkeuren en bevolkingssamenstelling, technologie en digitalisering, vraagstukken op het terrein van milieu en leefbaarheid, geopolitiek en economische ontwikkelingen. Dit vraagt om een culturele sector die in beweging blijft en open staat voor nieuwe ontwikkelingen, andere geluiden, disciplines en inhoudelijke opvattingen. Nieuwe instroom en groeimogelijkheden voor jonge organisaties zijn daar onmisbaar voor. Hiervoor heeft het AFK een regeling Ontwikkeling.

DOEL VAN DE REGELING

De regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028 heeft als doel om duurzame ontwikkeling financieel te ondersteunen van jonge organisaties binnen de Amsterdamse culturele sector die zich richten op professionele kunst of cultuureducatie. Hiermee kunnen organisaties hun eigen organisatie, positie in hun eigen discipline of in de cultuursector in brede zin verstevigen.

WIE KAN AANVRAGEN?

De regeling Ontwikkeling is bedoeld voor de versterking van organisaties die nog relatief kort bestaan (2 tot 6 jaar). Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk, die verderop worden toegelicht onder ‘Twee tot zes jaar bestaan’ en ‘Minimaal twee jaar’. De regeling ondersteunt relatief nieuwe organisaties in hun verdere opbouw en ontwikkeling. Organisaties die niet in aanmerking komen voor deze regeling kunnen een beroep doen op de regeling Projectsubsidies professionele kunst van het AFK.

Twee tot zes jaar bestaan

De organisatie bestaat op het moment van indienen minimaal twee jaar en maximaal zes jaar. Of een organisatie twee tot zes jaar bestaat, wordt beoordeeld aan de hand van de statuten. De datum van oprichting die daarin staat vermeld, is bepalend. Het moet gaan om een aaneengesloten periode van twee jaar die is gelegen direct voorafgaand aan het moment van indienen voor fase 1.

Een uitzondering hierop vormen aanvragers die in 2027 vanuit deze regeling al subsidie ontvangen en een aanvraag voor 2028 willen indienen. In dat specifieke geval mag een aanvrager maximaal zeven jaar bestaan op het moment van indienen voor fase 1 van de aanvraag. Hiermee voorkomt het AFK dat deze organisaties in het laatste jaar van de beleidsperiode niet meer zouden kunnen aanvragen.

Minimaal twee jaar

Belangrijke reden voor de minimumeis van twee jaar bestaan, is dat het AFK er vanuit moet kunnen gaan dat de organisatie voldoende stabiliteit heeft. De aanvrager dient op het moment van en direct voorafgaand aan indiening bovendien minimaal twee jaar aantoonbaar en in continuïteit actief te zijn in de discipline waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Deze voorwaarden zijn er met het oog op een doelmatige besteding van de middelen van deze regeling.

Om te beoordelen of een organisatie minimaal twee jaar bestaat, kan de bestaansperiode van een voorganger (‘de oude rechtspersoon’) meegenomen worden als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

  • ook de rechtsvoorganger had rechtspersoonlijkheid met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk; en

  • er is inhoudelijke continuïteit: de organisatie voert dezelfde activiteiten uit als de rechtsvoorganger en de organisatie streeft volgens de statuten dezelfde doelstelling(en) na; en

  • de rechtsvoorganger oefent geen activiteiten meer uit die overeenkomen met de activiteiten van de aanvrager; en

  • uit de financiële gegevens van beide rechtspersonen blijkt dat de aanvrager in de toekomst de gewenste organisatorische stabiliteit en financiële continuïteit kan waarmaken;

  • de bestaansduur van de rechtsvoorganger en de huidige rechtsvorm samen mag niet meer dan zes jaar zijn.

Activiteiten in continuïteit

Om te beoordelen of de organisatie op het moment van en direct voorafgaand aan de indiening minimaal twee jaar in continuïteit actief is in de betreffende kunstdiscipline, maakt het AFK gebruik van het track record bij de aanvraag. Dat is een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en het bereikte publiek in brede zin van twee (kalender)jaren of twee seizoenen direct voorafgaand aan het moment van indienen van de aanvraag. Dit betekent dat de aanvrager meerdere activiteiten per jaar heeft uitgevoerd, of in het geval van festivals minimaal jaarlijks een editie heeft gerealiseerd of tweejaarlijks met tussenliggende activiteiten.

Het gaat daarbij om activiteiten en het publiek van de organisatie in zijn huidige vorm, of van een rechtsvoorganger die voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden. Aanvullend kan de aanvrager een beperkt aantal links naar (beknopt) beeld- of geluidsmateriaal of andere documentatie over deze recente activiteiten opnemen in het aanvraagformulier.

Maximaal zes jaar

De organisatie die aanvraagt bestaat daarnaast maximaal zes jaar op de datum van indiening. De regeling is bedoeld voor relatief nieuwe organisaties, om zo nieuwe instroom in de sector te bevorderen. Voor de eis dat een organisatie maximaal zes jaar bestaat, is uitsluitend de datum van oprichting in de statuten van de aanvrager relevant.

Het moet gaan om een aaneengesloten periode van zes jaar direct voorafgaand aan het moment van indienen. Een organisatie die langer dan zes jaar bestaat, maar een slapend bestaan heeft geleid en korter dan zes jaar geleden weer actief is geworden, komt niet voor subsidie in aanmerking. Ook bij het enkel wijzigen van de statuten of statutaire naam van een stichting of vereniging blijft de gehele bestaansduur meetellen.

Gevestigd in Amsterdam

Aanvragers zijn gevestigd in Amsterdam. Dit blijkt uit het bezoekadres op het uittreksel van de Kamer van Koophandel en/of uit de statutaire vestigingsplaats die is vermeld in de statuten.

Rechtspersoonlijkheid

Een aanvrager moet op het moment van indienen ook de gehele bestaansperiode rechtspersoonlijkheid bezitten met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk. Dit betekent dat alleen stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen aanvragen. Rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid zoals een eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid kunnen niet aanvragen. Ook rechtspersonen met een winstoogmerk zoals een BV of NV kunnen niet aanvragen, ook niet als in hun statuten staat dat de BV of NV geen winstoogmerk heeft.

WAARVOOR AANVRAGEN?

Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor ontwikkelactiviteiten of een combinatie van ontwikkel- en reguliere activiteiten. De activiteiten moeten in continuïteit worden uitgevoerd met een looptijd van twee jaar.

Het is niet mogelijk om naast de regeling Ontwikkeling aanvullende projectsubsidies bij het AFK aan te vragen. Neem alle relevante activiteiten dus op in de aanvraag voor de regeling Ontwikkeling.

HOOGTE VAN DE SUBSIDIE

De aanvrager moet de hoogte van het aangevraagde bedrag goed onderbouwen en duidelijk relateren aan de activiteiten.

Aanvragers kunnen maximaal € 125.000 per jaar aanvragen voor een subsidie met een looptijd van 2 jaar (met uitzondering van aanvragen die worden ingediend in 2027). Het gevraagde subsidiebedrag mag maximaal 50% van de volledige begroting bij het ondernemingsplan zijn.

DE AANVRAAG INDIENEN

Aanvragen worden ingediend met het digitale aanvraagformulier. Het formulier en de richtlijnen voor de bijlagen zijn te vinden op de website van het AFK. Om toegang te krijgen tot het online aanvraagformulier vraagt de organisatie op de website eerst een account aan. De aanvrager ontvangt dit account meestal binnen een werkdag, maar bij grote drukte kan het langer duren. Vraag daarom tijdig een account aan.

Aanvragen voor fase 1 kunnen worden ingediend van 2 september 2024 10:00 uur tot en met 16 september 2024 tot uiterlijk 16:00 uur.

Aanvragen voor fase 2 kunnen worden ingediend van 18 oktober 2024, 10.00 uur tot en met 2 december 2024 tot uiterlijk 16:00 uur.

De aanvraag verloopt in twee fases:

  • 1.

    In fase 1 wordt een ontwikkelplan met bijbehorende begroting ingediend en beoordeeld. De aanvrager licht het ontwikkelplan en de begroting toe tijdens een aanvraaggesprek met een medewerker van het AFK en twee adviseurs.

  • Op basis van de beoordeling worden de aanvragers in een rangorde geplaatst. Het bestuur beslist volgens deze rangorde over de toelating tot een plaats in fase 2, waarbij de subsidieaanvragen worden toegelaten tot fase 2 in de volgorde van de zo ontstane rangorde, per discipline. Dit betekent dat het AFK start met het toekennen van de hoogst scorende aanvraag in een bepaalde discipline, daarna de aanvraag toekent die in een andere discipline daarna als hoogste scoort, en daarna als derde de aanvraag die in de volgende discipline als hoogste scoort etc. Zo worden steeds de als hoogst geëindigde aanvragen van de negen disciplines toegekend. Daarna wordt op de dezelfde wijze de tweede aanvraag van elke discipline toegekend, en vervolgens de derde, net zo lang totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • Voor fase 2 zijn tenminste 14 plaatsen beschikbaar.

  • 2.

    In fase 2 wordt de aanvraag aangevuld met een aantal documenten, waaronder het ondernemingsplan en meerjarenbegroting voor de periode waarop het plan betrekking heeft.

  • In fase 2 worden de aanvragers op basis van de beoordeling van het ondernemingsplan met bijlagen in een rangorde geplaatst. De subsidie wordt volgens deze rangschikking toegekend, totdat het subsidieplafond is bereikt.

LET OP:

  • Een ontwikkelplan mag maximaal 5 pagina’s zijn. Dit maximum is inclusief eventuele inhoudsopgave, foto’s etc. Het plan moet ingaan op de artistieke en zakelijke ontwikkeling en de ontwikkeling op het gebied van publiek of deelnemers. Naast het ontwikkelplan voeg je een begroting bij.

  • Een ondernemingsplan mag maximaal 10 pagina’s in totaal zijn. Naast het ondernemingsplan voeg je een begroting met toelichting bij. Deze toelichting mag maximaal 3 pagina’s zijn. Er is een aparte plek in het aanvraagformulier waar aanvragers audiovisueel materiaal of andere documentatie kunnen toevoegen Verwijzingen of links naar een website, YouTube etc. die ín het ondernemingsplan zijn opgenomen, worden niet bekeken

  • Vraag tijdig een account op Mijn AFK aan als de organisatie dit nog niet heeft.

  • Zorg ervoor dat alle informatie in de ingediende plannen staat.

  • Zorg ervoor dat het aanvraagformulier juist en volledig is ingevuld en dat alle verplichte bijlagen worden meegezonden op het moment van indiening.

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

De aanvraag is leidend bij de formele en inhoudelijke beoordeling. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed en volledig beeld geeft van de activiteiten die de organisatie wil ondernemen. Als de aanvraag aan de formele vereisten voldoet en in behandeling is genomen, vindt daarna de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag plaats.

De aanvraag wordt beoordeeld door minimaal twee adviseurs met voor de aanvraag relevante deskundigheid en ervaring. De beoordeling gebeurt aan de hand van de beoordelingscriteria die in de regeling zijn opgenomen.

BEOORDELINGSCRITERIA

Bij het toetsen aan de criteria staat de aanvraag centraal. Het ontwikkelplan en het ondernemingsplan moeten het vertrouwen geven dat de organisatie zich gedurende de subsidieperiode kan versterken en verder ontwikkelen. In dat kader wordt ook gekeken naar het verleden tot het moment van adviseren. De kwaliteit van activiteiten in het verleden kan immers een indicatie zijn voor de toekomst. In de aanvraag wordt daarom specifiek gevraagd om te reflecteren op het verleden, in artistiek en zakelijk opzicht en met betrekking tot publiek of deelnemers.

Voor het toetsen aan de criteria wordt daarnaast gebruik gemaakt van de algemene kennis van de adviseurs over de aanvrager en de waardering die er in het veld is voor de activiteiten van de aanvrager bij vakgenoten. Uitgangspunt is echter steeds het eigen oordeel van de adviseurs.

Beoordeling fase 1

In fase 1 wordt de aanvraag uitsluitend beoordeeld op het criterium Ontwikkeling.

Dit gebeurt door een medewerker van het AFK en twee adviseurs, op basis van het ontwikkelplan met bijlagen en een gesprek.

Ontwikkeling

  • a.

    Ontwikkeldoel

In hoeverre heeft de aanvrager een duidelijke en realistisch onderbouwde ontwikkeling voor ogen, op artistiek en zakelijk vlak, en op het gebied van publiek of deelnemers? Wordt daarbij de uitgangssituatie duidelijk in beeld gebracht, de noodzaak voor de beoogde ontwikkeling onderbouwd en is er een realistisch einddoel geformuleerd?

  • b.

    Plan van aanpak

Worden er stappen beschreven om het ontwikkeldoel te behalen, en zijn deze concreet en realistisch? Passen de stappen bij de uitgangssituatie en het einddoel van de ontwikkeling?

Beoordeling Fase 2

In fase 2 wordt de (aangevulde) aanvraag verder beoordeeld op de overige criteria: Artistiek belang, Uitvoerbaarheid, Bereik & diversiteit.

Artistiek belang

  • a.

    Artistieke eigenheid

In hoeverre komt uit het plan een specifieke artistieke signatuur naar voren? Dat wil zeggen een duidelijke artistieke identiteit of lijn waaraan de aanvrager herkenbaar is. Wordt deze artistieke signatuur ook overtuigend vertaald naar de artistieke activiteiten? En in hoeverre vindt de commissie deze artistieke signatuur en activiteiten tot de verbeelding spreken, ongeacht het publiek of de deelnemers waarvoor het is bedoeld?

  • b.

    Artistieke betekenis voor de stad

De commissie beoordeelt of de artistieke activiteiten naar verwachting aansprekend zijn voor het beoogde publiek of de beoogde deelnemers. Sluiten de activiteiten daarop aan in inhoud, repertoire, verhaal, stijl, genre, vorm, wijze van presenteren, of op een andere manier? Maakt de aanvraag overtuigend duidelijk wat de organisatie toevoegt aan het cultuuraanbod in de stad? Bij dit criterium wordt níet beoordeeld hoeveel of wat voor publiek de aanvrager wil bereiken.

Uitvoerbaarheid

  • a.

    Visie op bedrijfsvoering

Uit het plan spreekt een overtuigende visie op de bedrijfsvoering, dat wil zeggen de wijze waarop de organisatie omgaat en wil omgaan met mensen en middelen. Ook ambities voor cultural governance, fair practice en sociale veiligheid komen hierbij aan bod. De aanvraag maakt duidelijk hoe het nu staat met de bedrijfsvoering, waar de organisatie naar toe wil werken, hoe de aanvrager dat wil doen en hoe daarbij wordt omgegaan met eventuele risico’s.

  • b.

    Realistisch en uitvoerbaar plan

Het plan is realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch opzicht (met de beoogde werkwijze, medewerkers en partners) én in financieel opzicht (wat betreft begroting en dekking). De beoogde organisatie en begroting zijn passend om het ontwikkelplan en de reguliere activiteiten ten uitvoer te brengen en realistisch. Er is een passende financieringsmix met verschillende bronnen van inkomsten zodat risico’s worden gespreid.

Bereik en diversiteit

  • a.

    Bereik en aanpak

Het plan geeft een duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. Zijn de beoogde doelgroepen in de stad helder geformuleerd voor verschillende typen van activiteiten? Is duidelijk waarom de aanvrager zich op deze doelgroepen wil richten, ook in het licht van de ambities en ervaring van de organisatie? Sluiten de aard en omvang van de doelgroepen logisch aan op de activiteiten?

De aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen is realistisch en passend, wat betreft bijvoorbeeld communicatie en marketing, community building, samenwerkingspartners, etcetera. Daarbij speelt ook een rol in hoeverre uit het plan kennis van of inzicht in de doelgroepen spreekt.

  • b.

    Diversiteit en inclusie

Uit het plan spreekt een overtuigende visie op diversiteit en inclusie met concrete doelstellingen. Het gaat hierbij om (bijdragen aan) culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, of sociaal-economische kansengelijkheid. Het plan onderbouwt welke keuzes hierin worden gemaakt. De aanpak om deze doelstellingen te verwezenlijken is overtuigend en realistisch. Benoemt het plan duidelijke stappen en acties ten aanzien van aanbod, bereik en de eigen organisatie (personeel, toezicht)? Zijn deze naar verwachting haalbaar voor de aanvrager?

BEOORDELING

De adviseurs geven een oordeel over de mate waarin een aanvraag voldoet aan criteria. Zij adviseren ook over de subsidiehoogte.

De aanvraag krijgt per beoordelingscriterium als volgt een waardering:

WAARDERING

CIJFER

TOELICHTING

zeer goed

5

uitsluitend positief, er zijn geen punten van kritiek

goed

4

positief, slechts lichte punten van kritiek

voldoende

3

positief, met een aantal punten van kritiek

zwak

2

matig, met substantiële punten van kritiek

onvoldoende

1

onder de maat, de kritische punten hebben de overhand.

De aanvraag wordt niet gehonoreerd als de aanvraag met een onvoldoende wordt beoordeeld op het criterium Ontwikkeling of Uitvoerbaarheid.

BEPALEN SUBSIDIEHOOGTE

De adviseurs geven een oordeel over de subsidiehoogte. Uitgangspunt bij het bepalen van de subsidiehoogte is voor het AFK niet per definitie het gevraagde bedrag, maar het bedrag dat de adviseurs en het AFK redelijk vinden voor de aanvraag.

Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • er moet een redelijke verhouding zijn tussen de plannen en de kosten die daarvoor zijn begroot. De gevraagde subsidie moet ook in verhouding staan tot het totale budget dat het AFK voor deze regeling heeft. Het AFK staat namelijk voor een eerlijke verdeling van middelen over de disciplines, aanvragers en organisaties. In de overwegingen wordt ook betrokken of en hoe de aanvrager samenwerkt met andere Amsterdamse organisaties bijvoorbeeld op het gebied van publieksbereik, communicatie en/of programma inkoop.

  • het kan voorkomen dat aan bepaalde onderdelen van het plan wel subsidie wordt toegekend, en aan andere onderdelen niet of gedeeltelijk. Dat kan indien de aanvraag als geheel wel als subsidiabel wordt beoordeeld, maar bepaalde onderdelen van het plan op grond van de beoordeling minder prioriteit krijgen.

  • bij het bepalen van de hoogte van het bedrag speelt ook de verhouding tussen het bij het AFK gevraagde subsidiebedrag en het aandeel activiteiten en publieksbereik dat in Amsterdam zal worden gerealiseerd een rol.

VERPLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Bij de uitvoering van het plan meldt de aanvrager aan het AFK veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als bepaalde activiteiten komen te vervallen, als er andere artistiek verantwoordelijken komen of als er aanzienlijke veranderingen zijn in de financiering van de activiteiten. Als achteraf blijkt dat sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het AFK de subsidie lager vaststellen of intrekken. Dit is voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het AFK om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.

Binnen drie maanden na afloop van de subsidieperiode dient de aanvrager een activiteitenverslag en een inhoudelijke en een financiële verantwoording in. Die laat zien hoe de subsidie is gebruikt en besteed. De ontvanger laat zien dat de activiteiten hebben plaatsgevonden volgens de aanvraag of volgens de door het AFK geaccepteerde wijzigingen. De financiële verantwoording sluit aan op de indeling van de begroting die bij de aanvraag is ingediend. Belangrijke verschillen tussen verantwoording en begroting worden toegelicht.

Wanneer de activiteiten volgens de aanvraag zijn uitgevoerd en er is voldaan aan alle subsidieverplichtingen, stelt het AFK de subsidie binnen zestien weken vast. Deze termijn kan met zes weken worden verlengd. De aanvrager krijgt daarvan bericht.

Tussentijds neemt de subsidieontvanger op grond van artikel 4.1 lid 2 van de regeling op verzoek van het bestuur deel aan een voortgangsoverleg. Dit kan bijvoorbeeld na de verantwoording zijn, na een tussenrapportage of als omstandigheden daartoe aanleiding geven.

LET OP:

Behalve deze regeling en toelichting zijn ook de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Amsterdam van toepassing. Daarin staan aanvullende regels, zoals extra weigeringsgronden en verplichtingen.