Reglement van Orde Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven 2024 – 2027

Geldend van 26-07-2024 t/m heden

Intitulé

Reglement van Orde Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven 2024 – 2027

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot,

Collegevoorstel 23.I001780,

gelet op artikel 12 van de Huisvestingsverordening gemeente Oirschot 2024 – 2027,

gelet op de bepalingen van de Huisvestingswet 2014 en de Algemene wet bestuursrecht,

B E S L U I T:

vast te stellen het Reglement van Orde Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven 2024 – 2027.

Artikel 1 Grondslag

Dit reglement met daarin de samenstelling en werkwijze van de Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven is een uitwerking van de verordeningen van de gemeenten Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen c.a., Oirschot, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre, waarin is geregeld in welke gevallen en op welke wijze urgent-woningzoekenden met voorrang gehuisvest worden.

Artikel 2 Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvraag: het verzoek van een woningzoekende om in één of meer urgentiecategorieën te worden ingedeeld;

  • b.

    Commissie: de adviescommissie, genaamd de “Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven”, als bedoeld in artikel 12 van de Huisvestingsverordening gemeente Oirschot 2024 – 2027;

  • c.

    College van burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die bevoegd is in voorkomende gevallen te beschikken op aanvragen van woningzoekenden om een beschikking tot indeling in één of meerdere urgentiecategorieën, te dezer zake de gemeente Oirschot;

  • d.

    Secretaris: administratieve ondersteuning van de commissie;

  • e.

    Stedelijk Gebied Eindhoven: het grondgebied van de gemeenten Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen c.a., Oirschot, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre;

  • f.

    Woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet die feitelijk werkzaam is binnen een van de gemeente binnen het Stedelijk Gebied Eindhoven;

  • g.

    Woningzoekenden: huishouden dat woonruimte zoekt in het Stedelijk Gebied Eindhoven.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit één voorzitter en minimaal vier leden.

  • 2. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten van het Stedelijk Gebied Eindhoven benoemen, schorsen en ontslaan de voorzitter, leden en plaatsvervangend leden van de commissie.

  • 3. Voor ieder lid wordt een plaatsvervangend lid benoemd.

  • 4. De voorzitter wordt voorgedragen en benoemd door de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven.

  • 5. Van de leden en de plaatsvervangend leden wordt:

    • a.

      één commissielid en één plaatsvervangend commissielid voorgedragen en benoemd door de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven;

    • b.

      één commissielid en één plaatsvervangend commissielid door de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven benoemd op voordracht van de in de gemeente Helmond werkzame woningcorporaties;

    • c.

      één commissielid en één plaatsvervangend commissielid door de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven benoemd op voordracht van de in de gemeente Eindhoven werkzame woningcorporaties;

    • d.

      één commissielid en één plaatsvervangend commissielid door de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven benoemd op voordracht van de in het Stedelijk Gebied Eindhoven werkzame huurderskoepels.

  • 6. De colleges van burgemeester en wethouders toetsen de benoembaarheid van de voorzitter en (plaatsvervangend) commissieleden aan de hand van de criteria opgenomen in het zevende tot en met het tiende lid.

  • 7. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie maken geen deel uit van, zijn niet in dienst van noch werken onder verantwoordelijkheid van één van (de bestuursorganen van) de gemeenten van het Stedelijk Gebied Eindhoven, dan wel van enige daarin werkzame woningcorporatie.

  • 8. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie hebben professionele en maatschappelijke kennis en ervaring op tenminste één van de navolgende terreinen: medisch/gezondheidszorg, sociaal-maatschappelijke dienstverlening, bestuursrecht en volkshuisvesting dat betrekking heeft op de taakvelden van de commissie.

  • 9. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie zijn van onbesproken levensgedrag. Zij tonen dit aan middels het overleggen van een Verklaring Omtrent het Gedrag.

  • 10. De commissie wijst uit haar midden een vice-voorzitter aan die bij ontstentenis van de voorzitter zijn taken ten volle vervult.

  • 11. De commissie kan bepalen dat vaste leden en hun plaatsvervangers roulerend worden ingezet.

Artikel 4 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de commissie en haar voorzitter

  • 1. De commissie heeft tot taak:

    • a.

      het uitbrengen van bindend advies aan het gemeentebestuur over het aanvragen, verlenen, weigeren, verlengen, wijzigen en intrekken van een urgentiebeschikking als bedoeld in de Huisvestingsverordening gemeente Oirschot 2024 – 2027;

    • b.

      het verzoeken om en adviseren van het gemeentebestuur omtrent het toepassen van de hardheidsclausule als bedoeld in de Huisvestingsverordening gemeente Oirschot 2024 – 2027;

    • c.

      het zich op de hoogte te houden van de voor haar werkzaamheden van belang zijnde mogelijkheden voor hulpverlening in het Stedelijk Gebied Eindhoven en – zo nodig – daartoe overleg te voeren met vertegenwoordigers van in het Stedelijk Gebied Eindhoven werkzame maatschappelijke en zorginstellingen;

    • d.

      het vergaren en het op peil houden van actuele kennis betreffende de regionale en lokale woningmarkt.

  • 2. Bij de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde taken handelt de commissie in opdracht van het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Indien en voor zover het college van burgemeester en wethouders van de mogelijkheid bedoeld in artikel 15 van de Huisvestingsverordening gemeente Oirschot 2024 – 2027 gebruik heeft gemaakt door de commissie mandaat te verlenen voor het in haar naam verlenen, weigeren, verlengen, wijzigingen en intrekken van urgentiebeschikkingen, moet in het eerste lid, onder a worden gelezen “het namens het gemeentebestuur verlenen, weigeren, verlengen, wijzigingen en intrekken van urgentiebeschikkingen” in plaats van “het uitbrengen van bindend advies aan het gemeentebestuur over het verlenen, weigeren, verlengen, wijzigingen en intrekken van urgentiebeschikkingen”.

  • 4. De commissie kan aan de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven gevraagd en ongevraagd (niet-bindend) advies geven en (niet-bindende) beleidsvoorstellen te doen op het gebied van urgentietoekenning en –afwijzing.

  • 5. De commissie kan interne richtlijnen opstellen over de wijze waarop zij haar advisering vorm geeft met dien verstande dat dergelijke richtlijnen de instemming behoeven van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in het Stedelijk Gebied Eindhoven.

  • 6. De commissie is verantwoordelijk voor het objectief en zonder last of ruggespraak vervullen van haar taken en bevoegdheden.

  • 7. De voorzitter heeft de volgende verantwoordelijkheden:

    • a.

      het goed laten functioneren van de commissie waartoe hij tenminste jaarlijks het intern functioneren van de commissie evalueert;

    • b.

      het bevorderen van een optimale participatie van de commissieleden;

    • c.

      het bewaken van de algehele kwaliteit van de werkzaamheden van de commissie;

    • d.

      de samenstelling van de in artikel 11 bedoelde rapportages van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur van de commissie

  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangend leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt door:

    • a.

      Ontslag op eigen verzoek;

    • b.

      Overlijden;

    • c.

      het verstrijken van de termijn genoemd in het eerste lid;

    • d.

      royement of schorsing als gevolg van disfunctioneren;

    • e.

      de situatie dat het lid deel gaat uitmaken, in dienst komt, of gaat werken onder verantwoordelijkheid van één van (de bestuursorganen van) de gemeenten van het Stedelijk Gebied Eindhoven, dan wel van enige daarin werkzame woningcorporatie.

  • 3. De voorzitter, dan wel commissieleden, die aftreden op grond van het bepaalde in het tweede lid, onder a of c, blijven in hun functie totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4. De functie van de voorzitter, dan wel commissieleden, van wie het lidmaatschap eindigt op grond van het bepaalde in het tweede lid, onder b, d of e, wordt waargenomen door diens plaatsvervanger totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 5. De functie van voorzitter, dan wel commissieleden, wiens lidmaatschap op grond van het bepaalde in het tweede lid eindigt, wordt binnen drie maanden ingevuld.

  • 6. De voorzitter, dan wel commissieleden, die aftreden op grond van het bepaalde in het tweede lid, onder c, zijn opnieuw benoembaar voor een periode van vier jaar.

  • 7. Behoudens de situatie als bedoeld in het derde lid, mogen de voorzitter, respectievelijk de commissieleden ten hoogste twee aaneengesloten perioden van vier jaar in functie zijn.

  • 8. De voorzitter stelt een rooster van aftreden op en houdt dit rooster bij.

  • 9. Indien door het tussentijds beëindigen van het lidmaatschap een vacature ontstaat wordt het nieuw lid benoemd voor het restant van de zittingsduur van het afgetreden lid.

  • 10. De voorzitter en de commissieleden kunnen te allen tijde om ontslag verzoeken. En dergelijk ver-zoek geschiedt schriftelijk en is gericht aan de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven.

  • 11. Een besluit tot royement of schorsing als bedoeld in het tweede lid, onder d, wordt door de colleges van burgemeester en wethouders schriftelijk meegedeeld. Hierbij wordt ten minste aangegeven wat de reden van het besluit is. In dit geval eindigt het lidmaatschap op het moment van ontvangst van de schriftelijke mededeling.

Artikel 6 Secretariële ondersteuning van de commissie

  • 1. De colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven richten een secretariaat van de commissie in.

  • 2. Het secretariaat bestaat uit één of meerdere functionarissen. De colleges van burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris(sen) aan.

  • 3. Het secretariaat wordt vervuld door één of meerdere door de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven aan te wijzen ambtenaren en/of een of meerdere medewerkers van één of meerdere in het Stedelijk Gebied Eindhoven werkzame woningcorporatie.

  • 4. Het secretariaat is verantwoordelijk voor:

    • a.

      De beoordeling of de aanvraag van een woningzoekende om ingedeeld te worden in één of meerdere urgentiecategorieën in behandeling kan worden genomen;

    • b.

      Het opvragen van nadere gegevens;

    • c.

      een correcte administratieve afhandeling met betrekking tot de werkzaamheden van de commissie, waaronder in ieder geval begrepen:

      • het verzamelen van door de commissie te behandelen dossiers;

      • het opstellen van de agenda’s van zittingen van de commissie;

      • bijwonen van zittingen van de commissie;

      • ter bevordering van de eenheid in advisering c.q. besluitvorming van de commissie tijdens de beraadslagingen inbrengen van relevante informatie over de advisering c.q. besluitvorming in vergelijkbare gevallen;

      • verslaglegging van zittingen van de commissie;

      • bekendmaking van adviezen en/of besluiten van de commissie;

      • het administreren, innen en restitueren van de leges voor het indienen van een verzoek om in één of meerdere urgentiecategorieën te worden geplaatst;

      • ondersteuning van de voorzitter bij het opstellen de in artikel 4, zesde lid, onder a bedoelde evaluatie en de in artikel 11 bedoelde rapportages.

  • 8. De functionaris(sen) waaruit het secretariaat bestaat hebben géén stemrecht in de commissie.

Artikel 7 Werkwijze van de commissie

  • 1. Aanvragen ontvangen door of namens het college van burgemeester en wethouders worden terstond doorgestuurd naar het secretariaat van de commissie.

  • 2. De commissie heeft overleg ter zitting zo vaak als nodig is om binnen de in artikel 7 van de Huisvestingsverordening gemeente Oirschot 2024 – 2027 genoemde termijn tot advisering c.q. tot besluitvorming over te kunnen gaan en verder zo vaak als de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig oordeelt/oordelen.

  • 3. De voorzitter stelt een datum en uur van de vergadering vast en zorgt er voor dat de uitnodiging/agenda tijdig aan de leden wordt verzonden.

  • 4. De in het derde lid bedoelde agenda vermeldt in ieder geval plaats, datum en uur van de vergadering, alsmede een opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 5. Alvorens advies uit te brengen c.q. tot besluitvorming over te gaan kan de commissie de woningzoekende uitnodigen om te worden gehoord door de commissie. In voorkomende gevallen draagt de voorzitter er zorg voor dat de woningzoekende hiervoor tijdig een uitnodiging ontvangt. Deze uitnodiging bevat in ieder geval de plaats, datum en uur waarop de hoorzitting zal plaatsvinden.

  • 6. De commissie kan, alvorens advies uit te brengen c.q. tot besluitvorming over te gaan, informatie en deskundigheid inwinnen bij één door de colleges van burgemeester en wethouders in overleg met de corporaties aangewezen onafhankelijke instelling of onafhankelijke deskundige.

  • 7. De commissie kan derden, waaronder in ieder geval maar niet uitsluitend extern deskundigen, uitnodigen om tijdens de zitting een toelichting te geven.

  • 8. De commissie brengt alleen dán advies uit, c.q. gaat over tot besluitvorming, indien ten minste drie leden, waaronder begrepen in ieder geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig zijn. Indien het quorum niet wordt gehaald besluit de voorzitter tot annulering van de zitting, stelt daarvan de commissieleden en de (eventuele) woningzoekenden die tijdens die zitting een toelichting zouden geven hiervan op de hoogte en bepaalt daarbij, in overleg met het secretariaat, een nieuwe zittingsdatum.

  • 9. Leden van de commissie nemen niet actief deel aan (onderdelen van) de zitting en/of beraadslagingen voorafgaand aan of volgend op de zitting indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. In deze gevallen neemt één van de plaatsvervangend leden hem waar.

  • 10. De commissie brengt adviezen uit en neemt besluiten op basis van consensus. Bij het niet kunnen bereiken van consensus brengt de commissie bij gewone meerderheid advies uit c.q. gaat over tot besluitvorming. Van een minderheidsstandpunt wordt geen melding gemaakt in het advies of het besluit. Indien bij stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 11. Van de beraadslagingen van de commissie wordt een zakelijk verslag gemaakt, waarin de advisering, c.q. besluitvorming van de commissie en de achterliggende motivering inzichtelijk wordt gemaakt.

Artikel 8 Vergoedingen van de commissie

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen een redelijke vergoeding voor het voorbereiden en bijwonen van zittingen. Daarnaast ontvangen zij een vergoeding voor gemaakte reiskosten op basis van de door www.routenet.nl aangegeven reisafstand.

  • 2. Voor de (plaatsvervangend) voorzitter geldt voor wat betreft de vergoeding voor het voorbereiden en bijwonen van zittingen, een afwijkend, hoger, bedrag dan voor de leden.

  • 3. De hoogte van de vergoedingen wordt vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders en de woningcorporaties gezamenlijk. Hierbij zoeken zij aansluiting bij de vergoeding voor commissieleden als bedoeld in bijlage IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (gemeenteklasse 6).

Artikel 9 Waarborgen privacy

  • 1. De vergaderingen van de urgentiecommissie zijn besloten.

  • 2. De voorzitter en de leden van de urgentiecommissie zijn verplicht tot geheimhouding van privacy-gevoelige gegevens, waarvan zij in het kader van de werkzaamheden van de commissie kennis hebben genomen.

  • 3. Uitsluitend de voorzitter en de leden van de commissie en de door deze commissie met name aangewezen personen, waaronder in ieder geval begrepen het secretariaat van de commissie, hebben toegang tot de in het tweede lid bedoelde gegevens.

  • 4. Onder privacygevoelige gegevens als bedoeld in het tweede lid worden verstaan: alle gegevens die herleidbaar zijn tot een individuele natuurlijke persoon.

Artikel 10 Kosten van de commissie

De kosten verbonden aan de werkzaamheden van het secretariaat van de urgentiecommissie en het inwinnen van advies bij een onafhankelijke instelling c.q. bij een te raadplegen deskundige, alsmede de vergoeding voor de voorzitter en de (plaatsvervangend) leden van de urgentiecommissie, komen voor rekening van de colleges van burgemeester en wethouders en de corporaties.

Artikel 11 Rapportageverplichtingen van de commissie

  • 1. De commissie maakt na jaarlijks een jaarrapportage haar werkzaamheden over de periode januari t/m december.

  • 2. De commissie biedt de kwartaalrapportage telkens binnen één maand na ieder kwartaal en het jaarverslag, telkens vóór 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarover de rapportage handelt, aan de colleges van burgemeester en wethouders van het Stedelijk Gebied Eindhoven en aan de besturen van de in het Stedelijk Gebied Eindhoven werkzame woningcorporaties.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde rapportages geven inzicht in de wijze waarop de commissie de in artikel 4 eerste lid genoemde taakstelling heeft vervuld en, in voorkomende gevallen, gebruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid op grond van artikel 4, vierde lid. De commissie besteedt hierbij tevens aandacht aan door haar gesignaleerde ontwikkelingen die het taakveld van de commissie betreffen.

  • 4. Indien de gegevens in de jaarrapportage hiertoe aanleiding geven, doet de commissie aanbevelingen ter aanpassing en verbetering.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders van elke gemeente afzonderlijk kan tussentijds een rapportage opvragen.

Artikel 12 Overgangsrecht, citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit reglement vervangt het reglement zoals vastgesteld bij besluit van 17 december 2019 en kan worden aangehaald als het Reglement van Orde van de Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven 2024 – 2027.

  • 2. Dit reglement treedt in werking per 1 januari 2024 op welk moment het reglement zoals vastgesteld bij besluit van 1 januari 2020 komt te vervallen.

  • 3. Alle dossiers waarover de Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven per 1 januari 2024 nog geen advies heeft uitgebracht, worden afgedaan met toepassing van het Reglement van Orde van de Urgentiecommissie Stedelijk Gebied Eindhoven 2024.

Artikel 13 Slotbepaling

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement, beslist de voorzitter.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot op 30 oktober 2023,

Saskia Willems-van Ulden

secretaris

Judith Keijzers-Verschelling

burgemeester