Verordening rekenkamer waterschap Vallei en Veluwe 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 25-07-2024

Intitulé

Verordening rekenkamer waterschap Vallei en Veluwe 2024

Het algemeen bestuur van waterschap Vallei en Veluwe;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 2 april 2024, nummer 1787262/1787265;

gelet op de artikelen 51ak en 78, eerste lid van de Waterschapswet;

gezien het advies van de adviescommissie van 15 april 2024;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rekenkamer waterschap Vallei en Veluwe 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    begeleidingscommissie: afvaardiging van het algemeen bestuur die fungeert als aanspreekpunt voor de rekenkamer;

  • -

    rekenkamer: rekenkamer als bedoeld in artikel 51aa van de Waterschapswet;

  • -

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer of diens vervanger.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer die door het algemeen bestuur is ingesteld.

  • 2. Voor het in stand houden van de rekenkamer werkt het waterschap samen, zoals omschreven in de samenwerkingsovereenkomst rekenkamer waterschappen Vallei en Veluwe en Zuiderzeeland

  • 3. De rekenkamer bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter.

  • 4. Naast de uitgesloten functies zoals opgesomd in artikel 51af Waterschapswet is een lid van de rekenkamer niet tevens werkzaam bij een openbaar lichaam dat is ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling waar het waterschap aan deelneemt of in dienst van een instelling die subsidie ontvangt van het waterschap.

Artikel 3. Begeleidingscommissie

  • 1. Er is een begeleidingscommissie voor de rekenkamer.

  • 2. Tot de taken van de begeleidingscommissie behoren in ieder geval:

    • o

      het, in geval van vacatures, aanbevelen aan het algemeen bestuur van kandidaten voor het lidmaatschap van de rekenkamer, tenzij dit bij samenwerkingsovereenkomst anders is geregeld;

    • o

      het fungeren als gesprekspartner bij het door de rekenkamer opstellen van onderzoeksopzetten;

    • o

      het voeren van overleg met de rekenkamer, uit eigen beweging dan wel op verzoek van het algemeen bestuur of van de rekenkamer.

  • 3. Het algemeen bestuur benoemt uit zijn midden drie leden voor de begeleidingscommissie. Het algemeen bestuur kan daarnaast uit zijn midden drie plaatsvervangers benoemen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

Artikel 6. Budget

De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden voor de rekenkamer een vaste maandelijkse vergoeding per waterschap.

  • 2. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter 30% en voor leden 20% van de vergoeding voor leden van het algemeen bestuur.

  • 3. De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 8. Verzoek

  • 1. Het algemeen bestuur kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. Tot het verzoek wordt bij meerderheid van stemmen besloten door het algemeen bestuur.

  • 2. De rekenkamer bericht het algemeen bestuur binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan.

  • 3. De rekenkamer geeft beargumenteerd aan waarom geen gehoor wordt gegeven aan het verzoek of indien van toepassing welke randvoorwaarden noodzakelijk zijn om het onderzoek wel uit te kunnen voeren.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 14 mei 2024.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rekenkamer waterschap Vallei en Veluwe 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 mei 2024.

drs. ing. K.A. Blokland

secretaris

mevrouw mr. S.H.M. Ornstein MCPm

dijkgraaf

TOELICHTING

ALGEMEEN

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Waterschapswet is opgenomen over de rekenkamer voor waterschappen. Zie de tekst van de Waterschapswet, zoals op 1 januari 2024 is gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken VI0A (De rekenkamer) en XIIA (De bevoegdheid van de rekenkamer).

Het algemeen bestuur moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 51aa van de Waterschapswet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2024.

Daarnaast moet het algemeen bestuur op grond van artikel 51ak van de Waterschapswet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag het algemeen bestuur op grond van artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet aanvullende regels stellen in het belang van het waterschap of en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 51ai van de Waterschapswet. In aanvulling hierop stelt de rekenkamer ook een onderzoeksprotocol op.

Let op dat het algemeen bestuur met de verordening het kader stelt voor de rekenkamer. Uitwerking van bevoegdheden van de rekenkamer zélf, worden niet in de verordening uitgewerkt. Dat doet de rekenkamer zelf.

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt het algemeen bestuur de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 51aa van de Waterschapswet).

Artikel 3. Begeleidingscommissie

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van het algemeen bestuur. Voor vragen als wat leeft er binnen het algemeen bestuur en hoe is de organisatie van het algemeen bestuur geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken. Het algemeen bestuur kan een klankbordgroep (of andere benaming) instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. Ook is het mogelijk een al ingesteld gremium, zoals een auditcommissie, als aanspreekpunt aan te wijzen. Het algemeen bestuur kan zelf het aantal leden en de taken van de klankbordgroep bepalen, maar is niet verplicht een klankbordgroep in te stellen. Hij kan het bijvoorbeeld ook aan de rekenkamer overlaten.

Vanuit de begeleidingscommissie vindt vertegenwoordiging plaats in de selectie- en adviescommissie voor het werven en selecteren van nieuwe rekenkamerleden.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door het algemeen bestuur benoemd en kunnen door het algemeen bestuur ook worden herbenoemd (artikel 51ac, eerste en vierde lid, van de Waterschapswet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde besturen wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 51ac, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

In de Waterschapswet is geregeld dat het dagelijks bestuur op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 51aj, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van het waterschap, met uitzondering van ambtenaren die uitsluitend werkzaam zijn voor het algemeen bestuur (artikel 51aj, derde lid). Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 51aj, vierde lid).

Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris en plaatsvervangend secretaris(sen) voor de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

Het algemeen bestuur moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 51aj van de Waterschapswet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken, waaronder:

  • a)

    de onderzoeken (door externe onderzoekers);

  • b)

    de vergoedingen en reiskosten van de voorzitter en de leden;

  • c)

    de ambtelijke secretaris en eventuele administratieve ondersteuning:

  • d)

    de externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer worden ingeschakeld;

  • e)

    overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van het algemeen bestuur vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en reiskosten (artikel 51ak van de Waterschapswet). Daarbij wordt aansluiting gezocht bij artikelen 4.1.1 en 4.1.7 van het Rechtspositiebesluit Decentrale Politieke Ambtsdragers. De totale vaste vergoeding bedraagt 60% voor de voorzitter en 40% voor leden van de maandelijkse vergoeding voor AB-leden, waarvan elk waterschap de helft voor zijn rekening neemt.

Artikel 8. Verzoek

Conform artikel 97a lid 2 Waterschapswet kan de rekenkamer een onderzoek instellen op verzoek van het algemeen bestuur. Tot het verzoek wordt bij meerderheid van stemmen besloten door het algemeen bestuur. De rekenkamer bericht het algemeen bestuur binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien niet aan het verzoek wordt voldaan geeft de rekenkamer hiervoor een beargumenteerde onderbouwing of welke randvoorwaarden (bijvoorbeeld extra middelen door het vragende waterschap of de vragende waterschappen) noodzakelijk zijn om het onderzoek wel uit te kunnen voeren.