Mandaatbesluit inzake prijsvaststellingsprocedure voorkeursrecht

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 25-07-2024

Intitulé

Mandaatbesluit inzake prijsvaststellingsprocedure voorkeursrecht

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp,

Overwegende:

Dat de gemeente met toepassing van hoofdstuk 9 van de Omgevingswet voorkeursrecht kan vestigen op gronden om een eerste recht van koop te verkrijgen;

Als een eigenaar, rechthebbende of vereffenaar (de vervreemder) het goed waarop het voorkeursrecht rust wil verkopen hij de onroerende zaak of het beperkte recht eerst aan de gemeente moet aanbieden (artikel 9.7 van de Omgevingswet);

Als het college in beginsel bereid is het goed te kopen of op grond van een andere titel te verkrijgen en er tussen de vervreemder en de gemeente wordt onderhandeld over de vervreemdingsvoorwaarden, de vervreemder het college kan verzoeken om binnen vier weken na dat verzoek de rechtbank te verzoeken een oordeel over de prijs te geven (artikel 9.16, eerste lid Omgevingswet);

De vervreemder tot vervreemding aan derden mag overgaan gedurende een periode van drie jaar vanaf het moment dat deze termijn is verstreken zonder dat het college een verzoek bij de rechtbank heeft ingediend;

Deze termijn van vier weken derhalve een fatale termijn betreft;

Ter bevordering van het tijdig nemen van het besluit op een verzoek om een prijsvaststellingsprocedure mandatering van dit besluit aan de portefeuillehouder grondzaken gewenst is;

Het college de gerechtelijke procedure tussentijds kan beëindigen door het intrekken van het verzoek;

Het om praktische redenen gewenst is een besluit tot intrekking van het verzoek te mandateren aan de portefeuillehouder grondzaken;

Gelet op het bepaalde in artikelen 9.16 en 9.17 van de Omgevingswet;

Gelet op het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

  • 1.

    De bevoegdheid tot het nemen van een besluit om de rechtbank te verzoeken om een prijsvaststellingsprocedure als bedoeld in paragraaf 9.2.4 van de Omgevingswet te mandateren aan de portefeuillehouder grondzaken.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het nemen van een besluit om een prijsvaststellingsprocedure als bedoeld in paragraaf 9.2.4 van de Omgevingswet tussentijds te beëindigingen te mandateren aan de portefeuillehouder grondzaken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 juli 2024.

Namens het college van burgemeesters en wethouders

T.C.M Struik

Burgemeester