Aanwijzingsbesluit opslagbranche perceel Hoekeindseweg 147 te Bergschenhoek

De burgemeester van de gemeente Lansingerland,

Gelet op:

• -

  artikel 2:35 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Lansingerland 2023.

Gezien:

• -

  de bestuurlijke rapportages van de politie Eenheid Rotterdam, basisteam Midden-Schieland, 6 oktober 2023, 24 augustus 2022, 31 oktober 2021, 22 januari 2021; en

• -

  onderzoeksrapport “Blackbox” van Bureau Beke, augustus 2020 (https://bureaubeke.nl/wp-content/uploads/2020/08/Download_Bekereeks_Blackbox.pdf.

Overwegende dat:

• -

  artikel 2:35 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de burgemeester de bevoegdheid verschaft om panden, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aan te wijzen als vergunningplichtig, als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken;

• -

  gebleken is uit informatie van de politie en uit eigen informatie, dat de opslagbranche op het perceel Hoekeindseweg 147 te (2661 DP) Bergschenhoek een ernstig gevaar in zich heeft voor (ondermijnende) criminaliteit en daardoor de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid in het betreffende gebied onder druk zet;

• -

  deze branche criminelen onder andere de mogelijkheid biedt om uit het zicht van de overheid te blijven;

• -

  de criminaliteit binnen deze branche tot gevolg heeft dat de openbare orde en veiligheid op het perceel en omliggende omgeving wordt verstoord;

• -

  het perceel als geheel op last van de burgemeester is gesloten begin 2021 en dat daarna in de jaren 2021, 2022 en 2023 meerdere onderdelen van het perceel zijn gesloten wegens in opslagruimten aangetroffen, met misdrijven (waaronder op grond van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie) verband houdende goederen en materialen;

• -

  het perceel diverse keren, waaronder in 2021, onderwerp is geweest of betrokken is geweest in strafrechtelijke onderzoeken;

• -

  de gemeente, politie en Belastingdienst daarnaast los van het vorenstaande de afgelopen jaren diverse signalen hebben ontvangen en observaties hebben gedaan waaruit naar voren komt dat op het perceel het naleefgedrag ondermaats is, dat daarmee de leefbaarheid, openbare orde, veiligheid en ordening in het fysieke domein onder druk staan en het gebied kwetsbaar is voor criminaliteit;

• -

  bij een integrale controle uit de administratie van de exploitant van het opslagbedrijf op het perceel is gebleken dat het jarenlang mogelijk was om anoniem, althans zonder voorafgaande screening een opslagunit te huren op het perceel;

• -

  het fenomeen dat opslagruimten worden gebruikt voor allerhande criminele activiteiten, zoals de opslag en productie van drugs, gestolen voertuigen/voertuigonderdelen, namaakgoederen en wapens, niet op zichzelf staat, omdat ook landelijk blijkt dat de opslagbranche kwetsbaar is voor de invloed van ondermijnende criminaliteit. Dit komt mede omdat in de branche betrekkelijk anoniem en buiten het zicht, criminelen de mogelijkheid biedt om verboden goederen te stallen. Daarnaast gaan er in de branche grote sommen contant geld om, kan omzet eenvoudig worden gemanipuleerd en zijn er weinig tot geen toetredingseisen. Ook anderszins kan de opslagbranche eenvoudig worden gebruikt als een dekmantel voor malafide activiteiten of om ondermijnende activiteiten te ontplooien. Dit volgt onder meer uit het onderzoek “Blackbox” dat in augustus 2020 door Bureau Beke is uitgevoerd in opdracht van de Taskforce mobiel banditisme (https://bureaubeke.nl/wp-content/uploads/2020/08/ Download_Bekereeks_Blackbox.pdf; zie ook https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2346110-van-wapens-tot-drugs-criminelen-maken-graag-gebruik-van-opslagboxen);

• -

  de informatie uit de bestuurlijke rapportages van de politie en de overige hiervoor genoemde aspecten een daadkrachtige interventie noodzakelijk maken;

• -

  de informatie uit bestuurlijke integrale controles en rapportages van de politie namelijk onder andere laat zien dat meerdere huurders van opslagunits op het perceel deel uitmaakten van criminele netwerken;

• -

  het aanwijzingsbesluit onderdeel is van een grotere verbeteropgave van de bedrijventerreinen, zowel maatschappelijk, planologisch als sociaaleconomisch en dat hiertoe onder meer gesprekken met de perceelseigenaar hebben plaatsgevonden en een nieuw bestemmingsplan in procedure is gebracht met daarin aandacht voor veiligheidsaspecten;

• -

  het invoeren van een vergunningplicht een drempel opwerpt voor een malafide partij om op het perceel goederen op te slaan, in de wetenschap dat de overheid hierop streng controleert en daarvoor ook de exploitant van het opslagbedrijf of de opslagbedrijven verantwoordelijk houdt;

• -

  gebleken is dat met minder ingrijpende middelen – met name het telkens individueel toepassen van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke interventies – niet hetzelfde resultaat kan worden bereikt, omdat deze middelen achteraf plaatsvinden en daarmee te laat komen om werkelijk doeltreffend te zijn. De diverse sluitingen van het perceel of onderdelen daarvan hebben zich herhaald en tonen aan weinig effectief te zijn, omdat overtredingen zich blijven(d) herhalen. Van het aanwijzingsbesluit gaat een algemene preventieve werking uit die niet bereikt kan worden met individuele repressieve maatregelen, zoals sluitingen;

• -

  bij dit laatste ook meeweegt dat het invoeren van de vergunningplicht voor het perceel moet bijdragen aan bewustwording van partijen, waaronder in het bijzonder de exploitant(en) van opslagbedrijven, om niet onbewust en onbedoeld criminele activiteiten te faciliteren en tevens betere mogelijkheden biedt voor (gemeentelijk) toezicht en handhaving. Verleende vergunningen kunnen bijvoorbeeld worden uitgedragen als een kwaliteitskeurmerk en worden ingetrokken als niet aan de voorschriften wordt voldaan;

• -

  het aanwijzingsbesluit strekt tot de bescherming van de leefbaarheid, de openbare orde en de veiligheid op het perceel en daarmee gerechtvaardigd is om dwingende redenen van algemeen belang;

• -

  tegenover deze dwingende reden van algemeen belang de belangen staan van de individuele ondernemer en gebruikers van de opslagruimten die aan het aanwijzingsbesluit en daardoor voor hen geldende verplichtingen moeten voldoen, doch dat die belangen niet opwegen tegen de belangen die met het aanwijzingsbesluit worden gediend;

• -

  daarbij wordt betrokken dat het aanwijzingsbesluit de exploitatie van opslagbedrijven op het perceel niet onmogelijk maakt en ook niet beperkt of bemoeilijkt, doch de facto slechts een administratieve verplichting inhoudt. Niet is immers gezegd dat geen vergunning zou kunnen worden verkregen. De ondernemer(s) die onder het aanwijzingsbesluit vallen hebben dat in belangrijke mate zelf in de hand;

• -

  daarnaast slechts een beperkte financiële belasting op de ondernemer(s) die het betreft drukt, in verband met kosten die gemoeid zijn met het indienen en in behandeling nemen van een vergunningaanvraag;

• -

  het aanwijzingsbesluit er juist toe strekt integere en betrouwbare ondernemers en gebruikers in het aangewezen gebied in de opslagbranche te steunen in hun bedrijfsvoering, door malafide gebruik te weren en zo nodig te (doen) stoppen, ten behoeve van een veilig en leefbaar ondernemersklimaat in dit gebied;

• -

  van de reikwijdte van het aanwijzingsbesluit op basis van ingediende zienswijzen (voorlopig) alleen wordt uitgezonderd het perceelsgedeelte waar Vonk Caravanstalling Exploitatie B.V. van oudsher is gevestigd. Dit betreffen de gronden die in het recentelijk vastgestelde Omgevingsplan Lansingerland, onderdeel bestemmingsplan Hoekeindseweg 147 met code NL.IMRO.1621.BP0186-VAST, zijn bestemd als “Agrarisch – Glastuinbouw” en zijn aangeduid als “caravanstalling”. Op dit perceelsgedeelte zijn in het verleden geen strafbare feiten en/of ondermijnende elementen geconstateerd. Deze uitzondering geldt met dien verstande dat, omdat het totale perceel inmiddels in “een hand” is, ook caravan-stalling een vorm van opslag is, dit aanwijzingsbesluit voorziet in de mogelijkheid tot uitbreiding van de reikwijdte ervan zodra gedurende de geldigheidsduur van dit besluit alsnog strafbare feiten en/of ondermijnende elementen worden geconstateerd bij de (exploitatie van de) caravanstalling, die vergelijkbaar zijn met die eerder blijkens de bestuurlijke rapportages (voornoemd) geconstateerd zijn op de andere perceelgedeelten (het zogenoemde voorterrein);

• -

  er (vooralsnog) geen aanleiding bestaat om een vergunningplicht ook in andere gebieden in de gemeente Lansingerland voor de opslagbranche in te voeren, omdat in andere gebieden (vooralsnog) niet, althans niet in de mate waarin dat plaatsvindt op het perceel, sprake is van een onder druk staande leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door die bedrijfsmatige activiteit;

• -

  de duur van het aanwijzingsbesluit vijf jaar zal bedragen, mede omdat vanwege de lange periode dat het perceel in de belangstelling blijkt te staan in het criminele circuit, die tijd nodig is om tot een duurzame beëindiging van dergelijk malafide gebruik van het perceel te komen. De duur van vijf jaar is nodig om het aanwijzingsbesluit daadwerkelijk effectief te kunnen laten zijn;

• -

  een overgangstermijn wordt geboden van drie maanden voor de bestaande gebruiker(s) van het perceel die ter plaatse een opslagbedrijf exploiteren, overeenkomstig artikel 2:35, veertiende lid, van de APV, zodat zij zich kan/kunnen voorbereiden op de vergunningaanvraag.

B E S L U I T:

De opslagbranche op het perceel Hoekeindseweg 147 te (2661 DP) Bergschenhoek, kadastraal bekend als perceel Bergschenhoek A 6928 (met uitzondering van het perceelsgedeelte dat in het Omgevingsplan Lansingerland, onderdeel bestemmingsplan Hoekeindseweg 147 met code NL.IMRO.1621.BP0186-VAST, is bestemd als “Agrarisch – Glastuinbouw” met de aanduiding “caravanstalling”) en perceel Bergschenhoek A 3062 (geheel) als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit aan te wijzen voor de duur van 5 jaar.