Nadere regel uitstallingen gemeente Moerdijk

Geldend van 01-08-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regel uitstallingen gemeente Moerdijk

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juni 2024;

overwegende dat,

het gewenst is om een nadere regel vast te stellen die invulling geeft aan het artikel over uitstallingen in Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Moerdijk (hierna: APV);

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2:10 lid 3 onder b van de APV;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende nadere regel:

Nadere regel uitstallingen gemeente Moerdijk

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    APV: De actueel geldende Algemene Plaatselijke Verordening Moerdijk;

  • b.

    Het college: Het college van Burgemeester en Wethouders

  • c.

    Uitstalstrook: Een door het college aangewezen strook waarop uitstallingen geplaatst mogen worden;

  • d.

    Weg: Wegen als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994

Hoofdstuk 2. Uitstallingen

Artikel 2. Eisen aan uitstallingen

Het is toegestaan om zonder vergunning een uitstalling te plaatsen op een openbare plaats indien:

  • a.

    de uitstalling een directe relatie heeft met de betreffende onderneming;

  • b.

    er geen verkoop vanuit de uitstalling plaatsvindt;

  • c.

    de uitstalling onmiddellijk te verwijderen is en niet zonder toestemming van de gemeente (nagel)vast aan of in de grond bevestigd is;

  • d.

    de omvang en locatie van de uitstalling voldoet aan de artikelen van deze nadere regel.

Artikel 3. Locatie uitstallingen

  • a.

    Een uitstalling mag slechts aan één zijde van het pand, de zijde die zich manifesteert als de voorzijde, worden geplaatst.

  • b.

    Een uitstalling moet direct tegen de gevel worden geplaatst;

  • c.

    Wanneer de uitstalling niet direct tegen de gevel geplaatst kan worden, kan het college een uitstalstrook aanwijzen;

  • d.

    Een uitstalling mag alleen vóór en binnen de gevelbreedte van bijbehorend pand worden geplaatst;

  • e.

    Een uitstalling mag alleen geplaatst worden op een trottoir of uitstalstrook.

Artikel 4. Locatie uitstalling ten aanzien van de weg

  • a.

    Een uitstalling wordt zodanig geplaatst dat er rond de uitstalling minimaal 1.5 meter obstakelvrije ruimte overblijft;

  • b.

    Op het plaatsingsvlak voor fietsen achter fietsenrekken, fietsnietjes, e.d. dient minimaal 3 meter vrije ruimte over te blijven;

  • c.

    Gemeten vanaf de deurpost moet er minimaal een ruimte van 2 bij 2 meter voor de deuren vrij worden gehouden;

  • d.

    Bij voetpaden die minder dan 5 meter breed zijn dient te allen tijde een vrije doorgang van tenminste 1,5 meter te worden gelaten;

  • e.

    Bij voetpaden die breder zijn dan 5 meter, moet te allen tijde een minimale doorgang van 3,5 meter open blijven in verband met bereikbaarheid voor hulpdiensten;

  • f.

    Er dient te allen tijde een vrije doorgang van tenminste 3,5 meter te worden gelaten op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.

Artikel 5. Omvang uitstalling

  • a.

    Een uitstalling mag in totaliteit maximaal 1,5 meter hoog, 1 meter breed en 1 meter diep zijn waarbij de hoogte wordt gemeten vanaf de bestrating;

  • b.

    Per onderneming mogen maximaal 2 uitstallingen worden geplaatst.

Artikel 6. Onderhouden uitstalling

De ondernemer zorgt voor een schoon, ordelijk en degelijk aanzien van de uitstalling en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan. Uitstallingen dienen van goede kwaliteit te zijn en geen gevaar te veroorzaken voor verkeersdeelnemers.

Artikel 7. Aanwezigheid uitstalling

  • a.

    De uitstalling mag alleen buiten staan tijdens de openingstijden van de onderneming;

  • b.

    Tijdens evenementen mogen op de locatie van dat evenement geen uitstallingen aanwezig zijn;

  • c.

    Indien werkzaamheden moeten worden verricht aan, onder, op of boven de weg mogen er geen uitstallingen aanwezig zijn tot na het beëindigen van de werkzaamheden;

  • d.

    De uitstalling dient onmiddellijk te worden verwijderd of verplaats op last van de politie, brandweer of toezichthouders van de gemeente in het belang van de openbare orde en veiligheid, de bruikbaarheid van de weg of het doelmatig en veilig gebruik van de weg.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 8. Hardheidsclausule

Als door bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze nadere regel volgens het college onredelijk is, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze nadere regel.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 10. Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als: Nadere regel uitstallingen van de gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk in de vergadering van 24 juni 2024.

De secretaris,

M. de Groot

De burgemeester,

A.J. Moerkerke