Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Midden-Delfland

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 23-07-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Midden-Delfland

vastgesteld door gemeenteraad op 2 juli 2024

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83, 84 of 85 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

[gereserveerd]

Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie

[gereserveerd]

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, lid 1 en lid 2 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, lid 5 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers bepaalde.

  • 2. Voor het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd geldt deze vergoeding alleen voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente.

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

[gereserveerd]

Artikel 6. Loopbaanoriëntatie raadsleden

[gereserveerd]

Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 1.000,- per jaar per persoon.

  • 4. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 5. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

  • 6. De in het eerste lid bedoelde commissies zijn:

    • a.

      de vaste commissies van advies en bijstand als bedoeld in de Verordening regelende de instelling, taak, samenstelling en werkwijze van de vaste commissies van advies en bijstand;

    • b.

      de monumentencommissie als bedoeld in de Monumentenverordening gemeente Midden-Delfland.

Artikel 8. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

[gereserveerd]

Artikel 9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1. Het college stelt het raads- of commissielid op verzoek ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raads- en commissielidmaatschap een iPad met beschermhoes in bruikleen ter beschikking.

  • 2. Het raads-/commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 11. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers tweejaarlijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 12. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 4 weken na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 4 weken na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt

Artikel 13. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Midden-Delfland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Midden-Delfland dd 2 juli 2024

de gemeenteraad,

A. de Vos

griffier

F.I. Noordermeer-van Slageren

burgemeester