Verordening meedoenregeling

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 24-07-2024

Intitulé

Verordening meedoenregeling

De raad van de gemeente Gilze en Rijen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de hiermee volgende ‘Verordening meedoenregeling’.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Participatiewet;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen;

    • c.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Gilze en Rijen;

    • d.

      Financiële tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten voor sportieve, culturele, maatschappelijke of sociale activiteiten om de mentale en fysieke weerstand te bevorderen en mee te doen in de maatschappij

    • e.

      Inkomen: voor de toekenning van de meedoenregeling geldt dat het inkomen niet meer mag bedragen dan 130% van de geldende bijstandsnorm exclusief vakantiegeld. Het inkomen wordt vastgesteld zoals opgenomen in artikel 3 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Gilze en Rijen.

    • f.

      Vermogen: voor de toekenning van de meedoenregeling nemen we het vermogen dat hoger is dan de vermogensgrens uit artikel 34 Participatiewet als draagkracht in aanmerking. Het vermogen wordt vastgesteld zoals opgenomen in artikel 5 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Gilze en Rijen.

    • g.

      Aanvraag: een aanvraag voor de meedoenregeling op basis van deze verordening, die ingediend wordt via een door het college vastgestelde aanvraagprocedure.

Artikel 2 Doel

Het doel van de meedoenregeling is, door het verstrekken van een financiële tegemoetkoming voor sportieve, culturele, sociale en maatschappelijke activiteiten, voorkomen of doorbreken dat inwoners van de gemeente Gilze en Rijen met een laag inkomen in een sociaal- maatschappelijke isolement raken als gevolg van het om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan de maatschappij.

Artikel 3 Uitvoering

Het college verstrekt een bijdrage vanuit de meedoenregeling aan een aanvrager indien voldaan wordt aan de voorwaarden uit deze verordening.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1. Voor deze meedoenregeling komt in aanmerking:

    • a.

      Kinderen tot en met 17 jaar wiens ouder(s)/voogd een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangt of een inkomen heeft niet hoger dan 130% van de geldende norm.

    • b.

      De persoon van 18 jaar of ouder, die een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangt;

    • c.

      De persoon van 18 – 21 jaar die geen bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangt en aangewezen is op een inkomen dat niet hoger is dan 130% van de geldende norm en wiens ouders niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht;

    • d.

      De persoon van 21 jaar of ouder, die geen bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangt en aangewezen is op een inkomen dat niet hoger is dan 130% van de geldende norm.

  • 2. Voor deze meedoenregeling zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:

    • a.

      Studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet Studiefinanciering 2000 mogelijk is;

    • b.

      Vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel.

  • 3. Voor elke afzonderlijke persoon geldt dat er per draagkrachtjaar eenmaal aanspraak kan worden gemaakt op deze meedoenregeling.

Artikel 5 Draagkrachtperiode

  • 1. De draagkrachtperiode is voor bijstandsgerechtigden gelijk aan de periode waarover algemene bijstand wordt ontvangen.

  • 2. In overige situaties (behoudens lid 3 van dit artikel) wordt de draagkracht in het inkomen vastgesteld over een periode van 12 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag. De draagkracht die is vastgesteld per maand, wordt toegerekend naar een periode van 12 maanden.

  • 3. Indien de aanvrager(s) (beiden) de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en er geen draagkracht in inkomen en vermogen is vastgesteld, dan geldt dit ontbreken van draagkracht voor een periode van 36 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag.

  • 4. Indien het inkomen tijdens de draagkrachtperiode daalt tot onder 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, dan wordt de draagkracht in het inkomen opnieuw vastgesteld over een periode van 12 maanden (of 36 maanden conform lid 3), te rekenen vanaf de eerste dag waarop de daling van inkomen ingaat. Een toename van het inkomen tijdens de draagkrachtperiode leidt niet tot herbeoordeling van de draagkracht.

Artikel 6 Draagkracht in inkomen

  • 1. Voor de meedoenregeling geldt dat het inkomen niet meer mag bedragen dan 130% van de geldende bijstandsnorm exclusief vakantiegeld.

  • 2. De vaststelling van het inkomen gebeurt op basis van artikel 3 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen waar 110% moet worden gelezen als 130%.

  • 3. In aanvulling op lid 2 wordt de draagkracht voor inkomens tussen 110% en 130% van de geldende norm op peildatum vastgesteld.

Artikel 7 - Draagkracht in het geval van WSNP en minnelijke schuldregeling

  • 1. Wsnp: het college stelt vast dat er geen draagkracht is.

  • 2. Minnelijke schuldregeling: het college stelt vast dat er geen draagkracht is.

Artikel 8 Vermogenstoets

  • 1. De vaststelling van het vermogen gebeurt op basis van artikel 5 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen.

Artikel 9 Vergoedbare kosten

  • 1. De meedoenregeling is bedoeld voor de kosten die zijn gemaakt voor of in verband met sportieve, culturele, maatschappelijke en sociale activiteiten.

  • 2. Inkomensregelingen voor kinderen, zoals Leergeld of Jeugdfonds Sport en Cultuur, worden gezien als voorliggende voorziening.

Artikel 10 Hoogte meedoenregeling

  • 1. De meedoenregeling op grond van deze regeling bedraagt € 200,00 per persoon per jaar.

  • 2. Indien de draagkracht van de aanvrager wordt vastgesteld op een bedrag lager dan € 200 euro op jaarbasis, ontvangt aanvrager het volledige bedrag. Dit is in afwijking van artikel 3 lid 2 van de ‘Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen’.

Artikel 11 Aanvraag

  • 1. De aanvrager kan een meedoenregeling aanvragen voor zichzelf en diens ten laste komende minderjarige kinderen.

  • 2. Indien de meedoenregeling met terugwerkende kracht wordt verleend, dan heeft dit een maximale terugwerkende kracht van 6 maanden vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag wordt ontvangen.

  • 3. De terugwerkende kracht zoals bedoeld in lid 2 wordt gemaximeerd tot de eerste van de maand waarin belanghebbende zijn hoofdverblijf had in de gemeente.

Artikel 12 Uitbetaling

  • 1. Indien de aanvraag wordt ingediend voor 1 of 2 personen, wordt het bedrag van de meedoenregeling volledig in één keer uitbetaald.

  • 2. Indien het bedrag voor 3 personen of meer wordt aangevraagd, wordt het 1/12de deel van het bedrag maandelijks uitbetaald tenzij de aanvrager op basis van zijn persoonlijke situatie vraagt om directe uitbetaling.

  • 3. Deze meedoenregeling gaat uit van vertrouwen derhalve hoeft aanvrager niet achteraf te bewijzen waar het geld aan is uitgegeven. Het college kan een steekproef uitvoeren onder aanvragers.

Artikel 13 Overgangsperiode

  • 1. Deze regeling geldt als vervanger van artikel 7 van ‘Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen 18 januari 2023’. Derhalve kan deze regeling niet worden toegekend naast een lopende toekenning op basis van artikel 7 van ‘Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen 18 januari 2023’.

  • 2. Lopende toekenningen op basis van artikel 7 van ‘Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen 18 januari 2023’, lopen af en behouden derhalve een bedrag van € 150,-. Na ingang van de ‘Verordening Meedoenregeling Gemeente Gilze en Rijen’ heeft deze groep recht op verhoging tot het aanvullende bedrag van € 200,-. Deze aanvulling automatisch uit te betalen.

Artikel 14 – Aanvraagformulier

Het indienen van een aanvraag meedoenregeling is mogelijk middels een door de gemeente beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

Artikel 15 – Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Meedoenregeling Gemeente Gilze en Rijen’.

Artikel 17 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het moment dat de ‘Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen 2024’ in werking treden. Beiden treden in werking per 1 juli 2024. Daarmee komt artikel 7 van ‘Beleidsregels Bijzondere Bijstand Gemeente Gilze en Rijen 18 januari 2023’ te vervallen.

Ondertekening