Verordening op de heffing en de invordering van leges en werken voor derden gemeente Brunssum 2024 versie 3

Geldend van 25-07-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges en werken voor derden gemeente Brunssum 2024 versie 3

De raad van de gemeente Brunssum gemeentebladnummer 2024/44;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2024, afdeling Financiën en Control; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges en werken voor derden gemeente Brunssum 2024 versie 3 (Legesverordening gemeente Brunssum 2024).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december. Indien in de tarieventabel voor eenzelfde onderdeel een tarief is vermeld per jaar, per maand, per week of per dag, wordt de voor de belastingplichtige meest gunstige wijze van berekening van het tarief gehanteerd.

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

  • 2.

    Daar waar in deze verordening wordt gesproken over het in behandeling nemen van een aanvraag, wordt bedoeld de inname en verdere afhandeling van deze aanvraag.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De verordening op de heffing en invordering van Leges en werken voor derden 2024 , van 12 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij, met uitzondering van de artikelen 2.4;2.4, b lid 1; 2.6, lid 2a; 2.23, lid 1 ; 2.26; 2.32; 2.50, lid 1b; van de tarieventabel, van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 augustus 2024.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid werken de artikelen 2.4; 2.4, b lid 1; 2.4, b lid.3; 2.6, lid 2a; 2.6, lid 5; 2.23, lid 1 ;2.26; 2.32; 2.50, lid 1b; 2.50, lid 3 van de tarieventabel terug tot en met 1 januari 2024, wat tevens de datum van ingang van de heffing voor deze bepalingen is.

  • 4. Het in artikel 2.1.4 van de tarieventabel genoemde NEN-voorschrift wordt bekendgemaakt door terinzagelegging in het gemeentelijk Klant Contact Centrum.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening en Werken voor derden 2024 gemeente Brunssum.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juli 2024

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Brunssum 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, omzetting van een partnerschap in een huwelijk of het vernieuwen van de trouwbelofte op, waarbij de maximale duur 1 uur bedraagt, met uitzondering van de verplichte kosteloze huwelijken en partnerschappen op dinsdag om 9.00 uur en 9.30 uur (maximale duur 20 minuten):

 

a.

Maandag t/m donderdag van 9.00 tot 17.00 uur en vrijdag 9.00 tot 12.00 uur

€ 189,35

b.

Maandag t/m donderdag van 7.00 tot 9.00 uur en van 17.00 tot 20.00 uur en vrijdag van 7.00 tot 9.00 uur en van 12.00 tot 20.00 uur

€ 252,45

c.

Zaterdag van 7.00 tot 20.00 uur

€ 441,75

d.

Buiten voornoemde tijden

€ 780,70

Artikel 1.1.2 Renewal of the vows

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een renewal of the vows:

a.

Maandag t/m donderdag van 9.00 tot 17.00 uur en vrijdag 9.00 tot 12.00 uur

€ 151,50

b.

Maandag t/m donderdag van 7.00 tot 9.00 uur en van 17.00 tot 20.00 uur en vrijdag van 7.00 tot 9.00 uur en van 12.00 tot 20.00 uur

€ 201,90

c.

Zaterdag van 7.00 tot 20.00 uur

€ 353,40

d.

Buiten voornoemde tijden

€ 605,80

Artikel 1.2.1 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk zonder ceremonie

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder enig decorum

€ 51,55

Artikel 1.2.2 Voor het in behandeling nemen van het aanwijzen van een externe trouwlocatie

a.

Voor het in behandeling nemen voor het incidenteel aanwijzen van een externe trouwlocatie:

€ 47,90

b.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanwijzen van een externe trouwlocatie, telkenmale voor de duur van maximaal een jaar (bedrijfslocaties):

€ 142,65

c.

Het in 1.4 onder a. vermelde tarief is exclusief het tarief voor het gebruik van de externe trouwlocatie Clemensdomein, dat jaarlijks door het bestuur van het Clemensdomein wordt vastgesteld en welk tarief rechtstreeks verschuldigd is aan het Clemensdomein.

d.

Het in lid 1.4 onder a vermeldde tarief voor het gebruik van de externe trouwlocatie Openluchttheater is exclusief de kosten die rechtstreeks verschuldigd zijn aan de externe organisator.

Artikel 1.3

GERESERVEERD

Artikel 1.4 Uitgebreide duur

50% bij het in artikel 1.1 genoemde tarief, indien de maximale duur ten gevolge van een uitgebreider decorum op verzoek wordt verlengd tot maximaal 1,5 uur.

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 65,35

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 37,50

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van vier weken voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 66,90

Artikel 1.8.1 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje

 € 31,30

Artikel 1.8.2 Verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand en opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand is:

conform het legesbesluit akten burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een (tweede) nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

b.

een (tweede) nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40*

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90*

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05*

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 18,00*

* Dit is het maximumtarief (afgerond) vanaf 1 januari 2024.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10*

Artikel 1.13 Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65**

* Dit is vanaf 1 jan 2024 het maximumtarief tarief van € 36,76, vermeerder met het rijkskostendeel van € 14,35 (wordt naar beneden afgerond op 0,05 of 0,10)

** het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt m.i.v. 1 januari 2024 € 39,65.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,60**

b.

tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit basisregistratie personen, bedraagt per verstrekking het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 10, lid 2 van de Regeling basisregistratie personen.

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 16,60**

Artikel 1.16.1 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 16,60**

Artikel 1.16.2 Portokosten

Indien de in artikel 1.15 en 1.16.1 bedoelde verstrekking per regulier poststuk moet worden toegezonden, wordt het in artikel 1.15 en 1.16.1 vermelde tarief vermeerderd met de daadwerkelijk portokosten welke noodzakelijk zijn voor verzending.

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.18.1 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, persoonskaarten of andere archieven voor ieder daaraan (deel van een) besteed kwartier.

€ 28,25

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.18.2 Geautomatiseerde verstrekking

1.

Voor het verstrekken van schriftelijke inlichtingen uit de basisregistratie personen langs geautomatiseerde weg bedraagt het tarief

a.

Per te ontwikkelen uitdraai:

€ 599,60

b.

Per te wijzigen reeds ontwikkelde uitdraai

€ 52,25

2.

Indien het aantal daaraan bestede uren meer dan acht bedraagt worden deze bedragen per daaraan besteed uur dat het aantal van acht te boven gaat verhoogd met:

€ 109,55

* Dit is het maximumtarief.

** is gelijkgesteld aan tarief “legesbesluit akten Burgerlijke stand, welk tarief telkenmale per 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar per ministeriele regeling wijzigt.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de programmabegroting/-rekening, burgerjaarverslag:

€ 50,25

b.

een afschrift van de tussentijdse Bestuursrapportage (Berap) ex. artikel 5, van de Financiële verordening artikel 212:

€ 23,35

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van het verslag/stukken van een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,40

Indien de in artikel 1.19 lid 1 en 2 bedoelde verstrekking per regulier poststuk moet worden toegezonden, wordt het in artikel 1.19 lid 1 en 2 vermelde tarief vermeerderd met de daadwerkelijk portokosten welke noodzakelijk zijn voor verzending.

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Niet van toepassing

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.26b:

 

a.

per pagina of gedeelte daarvan in zwart/wit A4-formaat:

€ 0,40

b.

per pagina of gedeelte daarvan in kleur A4-formaat:

€ 1,40

c.

per pagina of gedeelte daarvan in zwart/wit A0-formaat (1.000 cm2):

€ 9,10

d.

per pagina of gedeelte daarvan in kleur A0-formaat (1.000 cm2):

€ 10,30

e.

Voor elke 1.000 cm2 of gedeelte daarvan waarmee de oppervlakte van de tekening in zwart/wit de 1.000 cm2 te boven gaat, wordt voorgenoemd tarief vermeerderd met:

€ 9,10

f.

Voor elke 1.000 cm2 of gedeelte daarvan waarmee de oppervlakte van de tekening in kleur de 1.000 cm2 te boven gaat, wordt voorgenoemd tarief vermeerderd met:

€10,30

g.

Tot het verstrekken van een digitaal digitaal bestand van een plan, zoals een omgevingsplan (bestemmingsplan, beheersverordening), voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.26b, omgevingsvisie (structuurplan of stadsvernieuwingsplan):

30% van het in het artikel 1.21 genoemde tarief

Indien de in artikel 1.21 bedoelde verstrekking per regulier poststuk moet worden toegezonden, wordt het in artikel 1.21 vermelde tarief vermeerderd met de daadwerkelijk portokosten welke noodzakelijk zijn voor verzending.

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 27,40

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 13,86

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 13,85

e.

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid onder c, van die wet, voor ieder daar aan besteed (deel van een) kwartier:

€ 27,40

vermeerderd met de bevragingskosten voor het kadaster, per bevraging:

€ 3,00

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

Het tarief zoals dat is vastgesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

b.

tot het legaliseren van een handtekening

conform het legesbesluit akten burgerlijke stand

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn/in leven geregistreerd

d.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

e.

voor het waarmerken van een document

f.

tot het verkrijgen van een document inzake gegevens ten behoeve van het opmaken van een verklaring van erfrecht

€ 20,30

Indien de in artikel 1.25 bedoelde verstrekking per regulier poststuk moet worden toegezonden, wordt het in artikel 1.25 vermelde tarief vermeerderd met de daadwerkelijk portokosten welke noodzakelijk zijn voor verzending.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 28,25

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

a.

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:

€ 0,40

b.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:

€ 0,40

c.

tot het verstrekken van een digitaal bestand:

30% van het in artikel 1.26 genoemde tarief

Het tarief wordt niet in rekening gebracht indien de kosten in redelijkheid niet in verhouding staan tot het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uit het gemeentearchief berustend stuk, per bladzijde of gedeelte daarvan middels een fotokopie ten behoeve van studiedoeleinden.

Indien de in artikel 1.27 bedoelde verstrekking per regulier poststuk moet worden toegezonden, wordt het in artikel 1.27 vermelde tarief vermeerderd met de daadwerkelijk portokosten welke noodzakelijk zijn voor verzending.

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Niet van toepassing

Artikel 1.30 Leegstandswet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 70,80

b.

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet:

€ 70,80

Artikel 1.31.1 Wet op de kansspelen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen

1.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

2.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

b.

voor het wijzigen van de onder artikel 1.31 a genoemde vergunningen.

€ 42,25

De subonderdelen 1.31.1a en 1.31.1b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd worden.

Artikel 1.31.2 Loterijvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 42,25

Artikel 1.31.3 Exploitatievergunning

1.

Bij de indiening van de aanvraag van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de "verordening speelautomatenhallen Brunssum" is de aanvrager een vergoeding voor de kosten verbonden aan de behandeling van de aanvraag en de afgifte van de vergunning verschuldigd van:

€ 1.970,00

2.

Bij de indiening van de aanvraag van een exploitatievergunning is de aanvrager tevens een vergoeding voor de kosten verbonden aan het toezicht op de naleving door hem van de bij of krachtens titel VA van de wet vastgestelde voorschriften verschuldigd ten bedrage van:

€ 486,25 maal het aantal jaren waarvoor de vergunning geldt

Artikel 1.31.4 Klein kansspel (bingo)

het tarief bedraagt per mededeling, aangegeven op het door van gemeentewege voorgeschreven formulier, inhoudende de mededeling dat een klein kansspel (bingo), als bedoeld in artikel 7a van de Wet op de Kansspelen zal worden gehouden:

€ 4,10

Artikel 1.31.5 Kindercentrum, gastouderbureau, gastouderopvang, peuterspeelzaal

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau of het bieden van gastouderopvang (art.1.45 eerste en tweede lid, Wet kinderopvang):

€ 123,10

Paragraaf 1.10 Telecommunicatie

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 315,20

b.

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 1,95

c.

Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 1,95

d.

Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met:

€ 315,20

Paragraaf 1.11 Wegenverkeerswetgeving

Artikel 1.33.1 Ontheffing

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

1.

geldig voor één dag:

€ 11,75

2.

geldig voor meer dan één dag, doch niet meer dan één maand:

€ 21,95

3.

geldig voor meer dan één maand, doch niet meer dan één half jaar:

€ 51,20

4.

geldig voor meer dan één maand, doch niet meer dan één jaar:

€ 93,30

5.

als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet, niet zijnde een verklaring van geen bezwaar (wedstrijd):

€ 18,30

b.

Voor zover de verleende ontheffing functioneel noodzakelijk is voor gemeentelijke voertuigen dan wel voor voertuigen van derden die namens/in opdracht van de gemeente Brunssum werkzaamheden verrichten, is het tarief als bedoeld in artikel 1.37a:

Nihil

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ten aanzien van art. 25 ( parkeerschijfzones)

1.

één ontheffing parkeerschijfzone voor bewoners van aangewezen gebieden in het Centrum, per adres, voor meer dan één maand doch niet meer dan één jaar:

€ 11,75

2.

een ontheffing parkeerschijfzone voor gesubsidieerde non-profitorganisaties met verzorgende diensten, voor meer dan één maand doch niet meer dan één jaar:

€ 11,75

de leges tot het verkrijgen van een ontheffing als vermeld hierboven onder 1.33.1 c 1 t/m 3 worden gerestitueerd als sprake is van plaatsing op een wachtlijst in verband met een tekort aan beschikbare parkeerplaatsen.

3.

functionarissen die werkzaam zijn voor de gemeente Brunssum en op aangeven van de verantwoordelijk directeur opgenomen zijn in een lijst met ontheffinghouders, alsmede politieke ambtsdrager van de gemeente Brunssum,

i.

voor meer dan één maand doch niet meer dan één jaar:

€ 93,30

ii.

ontheffing geldig voor één dag:

€ 11,75

Waarbij het onder i van dit onderdeel vermelde tarief na verstrekking rechtstreeks ten laste van het afdelingsbudget waarvoor de betreffende functionaris werkzaam is wordt gebracht.

Artikel 1.33.2 Gehandicaptenparkeerkaart

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 75,40

b.

Indien voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart nader geneeskundig onderzoek vereist is wordt het bedrag genoemd in art. 1.33.2a verhoogd met:

€ 149,65

Artikel 1.33.3 Verkeersregelaar

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van de lokale bevoegdheid op te treden als verkeersregelaar voor 5 jaar:

€ 49,85

Artikel 1.33.4 Ontheffing rijverbod voetgangersgebied

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing rijverbod voetgangersgebied Kerkstraat, krachtens artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van het bepaalde vermeld in artikel 10, eerste lid:

1.

geldig voor één dag:

€ 11,75

2.

geldig voor meer dan één dag, doch niet meer dan één maand:

€ 21,95

3.

geldig voor meer dan één maand, doch niet meer dan één half jaar:

€ 51,20

4.

geldig voor meer dan één maand, doch niet meer dan één jaar:

€ 93,30

b.

Onverminderd het bepaalde in 1.33.4 a worden de kosten met betrekking tot een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing rijverbod, bij verlening daarvan verhoogd met een bedrag van € 50,-zijnde een borgsom voor het op correcte wijze retourneren van de verstrekte toegangsbutton.

c.

Artikel 1.33.4 b is niet van toepassing indien de toegang is verleend op basis van het kenteken van het voertuig.

d.

Voor zover de verleende ontheffing als bedoeld in artikel 1.33.4 a functioneel noodzakelijk is voor gemeentelijke voertuigen, dan wel voor voertuigen van derden die namens/in opdracht van de gemeente Brunssum werkzaamheden verrichten, is het tarief als bedoeld in artikel 1.33.4 a:

Nihil

Paragraaf 1.12 Diversen

Artikel 1.34 Verstrekking van overige afschriften, kaarten en stukken

a.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van fotokopieën van stukken, kaarten, tekeningen, al dan niet gewaarmerkt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

per pagina of gedeelte daarvan op papier in zwart/wit A4-formaat:

€ 0,40

2.

per pagina of gedeelte daarvan op papier in kleur A4-formaat:

€ 1,40

3.

per pagina of gedeelte daarvan op papier in zwart/wit A0-formaat (1.000 cm2):

€ 8,80

4.

Per pagina of gedeelte daarvan op papier in kleur A0-formaat (1.000 cm2):

€ 10,00

5.

voor elke 1.000 cm2 of gedeelte daarvan op papier waarmee de oppervlakte van de tekening in zwart/wit de 1.000 cm2 te boven gaat, wordt voorgenoemd tarief vermeerderd met:

€ 8,80

6.

voor elke 1.000 cm2 of gedeelte daarvan op papier waarmee de oppervlakte van de tekening in kleur de 1.000 cm2 te boven gaat, wordt voorgenoemd tarief vermeerderd met:

€ 10,00

7.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 70,80

8.

het verstrekken van een digitaal bestand:

30% van het in artikel 1.34a genoemde tarief

b.

Indien de in artikel 1.34 bedoelde verstrekking per regulier poststuk moet worden toegezonden, wordt het in artikel 1.34 vermelde tarief vermeerderd met de daadwerkelijk portokosten welke noodzakelijk zijn voor verzending.

Paragraaf 1.13 Begraven op eigen terrein

Artikel 1.35 Aanwijzen van een bijzondere begraafplaats op eigen terrein

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

a.

voor het aanwijzen van een bijzondere begraafplaats op eigen terrein, zoals bedoeld in artikel 40, eerste lid, Wet op de lijkbezorging bedraagt

€ 622,30

b.

voor het in gebruik nemen van een bijzondere begraafplaats op eigen terrein, zoals bedoeld in artikel 41 Wet op de lijkbezorging bedraagt per graf

€ 622,30

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, zijnde de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten en bijkomende kosten betrekking hebbende op voorbereiding en begeleiding, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699 of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Dit normblad kan worden ingezien bij het Klant Contact Centrum (KCC) van deze gemeente.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Indien de opgegeven bouwkosten niet overeenkomstig de hierboven genoemde wijze zijn bepaald en dit door de aanvrager desgevraagd ook niet kan worden aangetoond, worden ambtshalve de bouwkosten vastgesteld op basis van de m3-eenhedenprijzen (exclusief BTW) zoals vermeld in paragraaf 2.16 van dit hoofdstuk.

Mocht omtrent de ambtelijke vaststelling van de bouwkosten verschil van mening bestaan tussen de aanvrager en de gemeente, dan worden de bouwkosten alleen herberekend, indien door de aanvrager een accountantsverklaring wordt overgelegd, waaruit de werkelijke bouwkosten, vastgesteld volgens de bepalingsmethodiek als bedoeld dit artikel, blijken.

5.

Onder aanlegkosten wordt verstaan de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg (vooroverleg)

a.

Overleg milieuactiviteiten

€ 1.520,00

b.

Overleg overige activiteiten

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg (vooroverleg) over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 64,35

2.

De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met:

10%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten zouden worden vastgesteld.

3.

voor het beantwoorden van een informatieverzoek, anders dan bedoeld in artikel 2.4 lid a of b, bedraagt het tarief: 

Nihil

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, indien de bouwkosten, rekenkundig afgerond op hele Euro’s, bedragen tussen:

a.

€ 0 tot € 1.000:

€ 50,00

b.

€ 1.001 tot € 2.000:

€ 60,00

c.

€ 2.001 tot € 5.000:

€ 135,00

d.

€ 5.001 tot € 10.000:

€ 304,00

e.

€ 10.001 tot € 20.000:

€ 610,00

f.

€ 20.001 tot € 50.000:

€ 900,00

g.

€ 50.001 tot € 100.000:

€ 1.550,00

h.

€ 100.001 tot € 200.000:

€ 3.855,00

i.

€ 200.001 tot € 500.000:

€ 8.310,00

j.

€ 500.001 tot € 1.000.000:

€ 15.000,00

k.

€ 1.000.001 tot € 5.000.000:

1,75%

van de bouwkosten

l.

€ 5.000.001 tot € 10.000.000:

1,7%

van de bouwkosten

m.

> € 10.000.001:

1,65%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 250.000,00

Indien het bouwen betreft één airco-installatie/-unit of één warmtepomp-installatie/-unit bij of aan één woning, per unit:

€ 65,00

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, indien de bouwkosten, rekenkundig afgerond op hele Euro’s, bedragen tussen:

a.

€ 0 tot € 20.000:

€ 155,00

b.

€ 20.001 tot € 50.000:

€ 225,00

c.

€ 50.001 tot € 100.000:

€ 390,00

d.

€ 100.001 tot € 200.000:

€ 960,00

e.

€ 200.001 tot € 500.000:

€ 2.210,00

f.

€ 500.001 tot € 1.000.000:

€ 5.290,00

g.

€ 1.000.001 tot € 5.000.000:

0,70%

van de bouwkosten

h.

€ 5.000.001 tot € 10.000.000:

0,65%

van de bouwkosten

i.

> € 10.000.001:

0,60%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 100.000,00

2.

De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:

a.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€17,05

vermeerderd met 15,51 % van het in artikel 2.5 2.6 bepaalde tarief met een maximum van € 237,00

b.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 352,85

c.

als moet worden beoordeeld of de activiteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a van de Omgevingswet, verhoogd met:

€ 232,85

3.

Voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 285,20

4.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt het tarief verhoogd met:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij ontheffing-/afwijkingsmogelijkheid (reguliere procedure):

€ 232,85

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 350,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure):

(is de uitgebreide procedure als bedoeld in art. 3:4 Awb aan de orde, zie artikel 2.48)

€ 350,00

5.

Mocht de uitzondering van het verbod, bedoeld in artikel 22.26 van de Bruidschat, om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten, niet gelden voor activiteiten als bedoeld in artikel 22.27 van de Bruidschat, anders dan in artikel 22.28 derde lid van de Bruidschat (activiteit binnen het Beschermd Dorpsgezicht Mijnkoloniën) genoemde uitzonderingen, dan is het tarief als bedoeld in artikel 2.6, lid 1 en 2 nihil.

6.

Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van art. 2.6 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, i.v.m. de gemaakte extra kosten, verhoogd met:

€ 225,00

vermeerderd met 0,9% van de bouwkosten zoals bedoeld in artikel 2.6 tot een maximum van € 10.000,00.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 285,20

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 285,20

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit indien de reguliere procedure gevolgd wordt:

€ 285,20

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een rijksmonument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 2 van de Erfgoedverordening gemeente Brunssum 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,20

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 285,20

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,20

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 285,20

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,20

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 285,20

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 285,20

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Brunssum 2013 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,20

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 285,20

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 6 van de Erfgoedverordening gemeente Brunssum 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 285,20

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 285,20

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit indien de reguliere procedure gevolgd wordt:

€ 285,20

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,20

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure):

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (regulier procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Vergunning (reguliere procedure)

€ 2.997,00

Vergunning complex (als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit, zie artikel 2.48.a)

€ 7.992,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,20

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,20

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Brunssum in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,20

2.

[gereserveerd]

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Brunssum 2013, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,20

4.

[gereserveerd]

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde als bedoeld in artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Brunssum 2013, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,20

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft.

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Brunssum 2013:

€ 285,20

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 285,20

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 49,60

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 285,20

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Brunssum in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 49,60

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Gemeente Brunssum in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 49,60

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

Indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 10.000,00

€257,00

Indien de aanlegkosten meer bedragen dan € 10.000,00

€257,00

Vermeerderd met 3,7 % waarmee de aanlegkosten de € 10.000,00 te boven gaan

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

Indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 10.000,00

€ 257,00

Indien de aanlegkosten meer bedragen dan € 10.000,00

€ 257,00

Vermeerderd met 3,7 % waarmee de aanlegkosten de € 10.000,00 te boven gaan

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

Indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 100.000,00

€ 378,40

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

[Gereserveerd]

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand als bedoeld in de Bomenverordening gemeente Brunssum, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 49,60

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

[Gereserveerd]

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Brunssum in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 49,60

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 49,60

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de geldende Algemene plaatselijke verordening Gemeente Brunssum in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

indien deze vergunning wordt aangevraagd voor een commerciële activiteit:

€ 134,45

indien deze vergunning wordt aangevraagd voor een niet-commerciële activiteit (non-profit, ANBI- of SBBI-instelling):

Nihil

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 49,60

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 49,60

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 49,60

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 49,60

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 49,60

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 49,60

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.998,00

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3:

€ 1.998,00

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3:

€ 1.998,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.998,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 49,60

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 361,60

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 361,60

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 361,60

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 361,60

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 44,75

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 44,75

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 44,75

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Gereserveerd

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 2.790,00

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor het volgen van een hogere grenswaarde procedure (geluid):

€ 1.998,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 64,30

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

€ 229,40

Vermeerderd met 0,92% van de bouwkosten zoals bedoeld in artikel 2.1.5, tot een maximum van € 10.570,00

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.407,50

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

Is het tarief voor het volgen van deze procedure bij bouwkosten, zoals bedoeld in artikel 2.1.5, tussen de € 0 - € 100.000

€ 3.105,00

Vermeerderd met 0,67% waarmee de bouwkosten de € 100.000 te boven gaan, tot een maximum van € 9.485,00.

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.031,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 361,60

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 361,60

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 361,60

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 361,60

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 361,60

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 1.567,10

g.

Voor de beoordeling van een Aeriusberekening, indien er sprake is van een:

  • -

    eenvoudige berekening:

€ 90,--

  • -

    gemiddelde berekening:

€ 180,--

  • -

    uitgebreide berekening:

€ 361,60

h.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 361,60

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 64,30

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2023dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 64,30

vermeerderd met 15,52 % van het in artikel 2.6 bepaalde tarief, met een maximum van € 392,00.

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 64,30

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.

Is sprake van een activiteit als bedoeld in artikel 2.6, vijfde lid, dan is het tarief als bedoeld in artikel 2.50, eerste lid nihil.

Artikel 2.51 Instemming

 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 49,60

Artikel 2.53

[Gereserveerd]

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

80%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot acht weken na de indiening van de aanvraag:

70%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf acht weken na de indiening van de aanvraag:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

80%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 52 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 49,60 wordt niet teruggegeven.

 

Artikel 2.62 Teruggaaf in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen

[Gereserveerd]

Artikel 2.63 Borgsom start- en gereedmelding

Onverminderd het bepaalde in 2.5 worden de kosten met betrekking tot een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) als bedoeld in paragraaf 2.3.4 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bij verlening daarvan verhoogd met een bedrag van € 50,--, zijnde een borgsom voor het op correcte wijze melden van de start en het gereedkomen van de werkzaamheden waarvoor de omgevingsvergunning is verleend.

Indien de bouwkosten meer dan € 100.000,-- bedragen, zal dit bedrag met € 50,-- per € 100.000,-- of gedeelte daarvan waarmee de bouwkosten de € 100.000,-- te boven gaan, worden verhoogd.

Indien de aanvrager door middel van de daarvoor bestemde start- en gereedmeldingskaart ten minste twee dagen voor aanvang van de bouwwerkzaamheden dan wel de gemelde sloopwerkzaamheden mededeling doet van de start van de werkzaamheden alsmede binnen twee weken na het gereedkomen van deze werkzaamheden mededeling doet van het gereedkomen daarvan, zal de borgsom ten gunste van de aanvrager worden gerestitueerd. Voor wat de omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel) zoals bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet zullen bij verlening daarvan de kosten worden verhoogd met € 50,-- zijnde een borgsom welke uiterlijk 2 weken na het in gebruik nemen middels een mededeling van de ingebruikname op correcte wijze zijn gemeld en na controle van de ingebruikname, zal de waarborgsom ten gunste van de aanvrager worden gerestitueerd.

Artikel 2.64 Publicatie

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.2 worden de kosten tot een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, per publicatie verhoogd met

€ 11,30

Artikel 2.65 uitzetten peil(en) en rooilijnen

Het tarief voor een aanvraag tot het uitzetten van (een) peil(en) en / of rooilijn(en) bedraagt:

€ 268,85

Artikel 2.66 verstrekken makelaars informatie

Voor het verstrekken van bodeminformatie aan makelaars en het op verzoek doen van naspeuringen in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan:

€ 25,60

Paragraaf 2.15 Tarieven Werken voor Derden

2024

2023

Artikel 2.67 Aansluiting op gemeenteriool.

 

Het tarief bedraagt, per aansluiting, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het tot stand brengen van een aansluiting van gebouwen op de gemeentelijke riolering:

 

Voor een primaire aansluiting

€ 1.035,00

€ 1.003,80

 

Voor een secundaire aansluiting, met dien verstande dat indien een aansluiting op het gemeenteriool buiten de openbare grond wordt gesplitst in meerdere aansluitingen ten behoeve van meerdere zelfstandige gebruikseenheden, de gebruikseenheid met de grootste afvoercapaciteit dan wordt aangeduid als een primaire aansluiting en de overige als secundaire aansluitingen. Onder zelfstandige gebruikseenheid wordt verstaan aan zelfstandige wooneenheid en/of, van bouwwerken, welke niet voor bewoning bestemd zijn, een bouwinhoud van 1.000 m3 of gedeelte daarvan.

€ 246,00

€ 238,65

 

Voor een aansluiting van een uitsluitend industriële vestiging, waaronder werkplaatsen en magazijnen, bestaande uit:

 

PVC materiaal met een diameter van 125 mm

€ 1.035,00

€ 1.003,80

 

PVC materiaal met een diameter van 160 mm

€ 1.062,45

€ 1.030,50

Artikel 2.68Het maken van uitwegen ten behoeve van derden (inritten):

 

Een uitweg zal voor rekening van de aanvrager worden aangelegd nadat door of namens het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke Verordening vergunning is verleend tot het maken van een uitweg naar de weg.

Voor het maken van uitwegen bij woningen, hieronder niet begrepen appartementencomplexen, bedraagt het tarief:

 

voor de eerste 5 m1

€ 942,75

€ 914,40

 

voor elke volgende m1

€ 188,55

€ 182,90

 

Voor het maken van uitwegen bij appartementencomplexen alsmede bij percelen bedoeld voor industriële of bedrijfsmatige activiteiten bedraagt het tarief de geraamde werkelijke kosten, hieronder begrepen de kosten van noodzakelijke infrastructurele aanpassingen, vermeerderd met een bedrag voor beheerskosten ad € 540,00. Indien derden de uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer uitvoeren zijn beheerskosten voor een bedrag ad € 540,00 verschuldigd.

Artikel 2.69Inrichten individuele gehandicaptenparkeerplaats:

Het tarief bedraagt: Voor het inrichten van een parkeerplaats op de openbare weg voor een motorvoertuig van een invalide, als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens:

€ 265,75

€ 250,00

Paragraaf 2.16 Overzicht bouwkosten m3-m2 eenhedenprijzen

Tarief 2024

Tarief 2023

overzicht bouwkosten m3-m2 eenhedenprijzen (tarief 2024 = prijspeil bouwkosten 2023)

Eenheid

Prijs (excl.)

Eenheid

Prijs (excl.)

Ontwikkeling Output prijsindex bouwkosten op basis van CBS :

periode juli 2022/juni 2023

prijspeil 2023: 104,9 % t.o.v. 2022

 

prijspeil 2022: 105 % t.o.v. 2021

1.1 WOONGEBOUWEN

Appartement, drielaags en meer

m3

€ 451,03

m3

€ 429,96

Flat, drielaags en meer

m3

€ 397,60

m3

€ 379,03

Serviceflat, drielaags en meer

m3

€ 419,58

m3

€ 399,98

Urban villa, drielaags en meer

m3

€ 480,89

m3

€ 458,43

1.2 WONINGEN - NORMAAL

 

 

 

Drive-in woning, drielaags

m3

€ 292,30

m3

€ 278,65

Recreatie woning bestemd voor tijdelijke bewoning

m3

€ 92,78

m3

€ 88,45

Geschakeld, eenlaags, plat dak

m3

€ 378,72

m3

€ 361,03

Geschakeld, eenlaags, met kap

m3

€ 341,02

m3

€ 325,09

Geschakeld, tweelaags, plat dak

m3

€ 345,73

m3

€ 329,58

Geschakeld, tweelaags, met kap

m3

€ 311,15

m3

€ 296,62

Geschakeld, eenlaags, plat dak

m3

€ 355,17

m3

€ 338,58

Vrijstaand, tweelaags met kap

m3

€ 386,59

m3

€ 368,53

1.3 WONINGEN - BETER

 

 

 

Landhuis, eenlaags met kap

m3

€ 452,59

m3

€ 431,45

Twee onder 1 kap, met schuin dak

m3

€ 378,72

m3

€ 361,03

Vrijstaand, eenlaags met kap (recreatiewoning)

m3

€ 347,29

m3

€ 331,07

Vrijstaand, eenlaags met kap

m3

€ 405,44

m3

€ 386,50

Vrijstaand, tweelaags met kap (houtskeletbouw)

m3

€ 356,72

m3

€ 340,06

Vrijstaand, tweelaags met kap

m3

€ 400,73

m3

€ 382,01

1.4 WONINGEN - LUXE

 

 

Bungalow

m3

€ 455,74

m3

€ 434,45

Herenhuis, tussenwoning

m3

€ 410,18

m3

€ 391,02

Herenhuis, halfvrijstaand

m3

€ 449,45

m3

€ 428,46

Herenhuis, vrijstaand

m3

€ 449,45

m3

€ 428,46

Landhuis, eenlaags met kap

m3

€ 553,17

m3

€ 527,33

Landhuis, tweelaags met kap

m3

€ 601,88

m3

€ 573,77

1.5 AANVULLINGEN – WONINGEN

Aan- en uitbouw woonruimte, < 100 m3

m3

€ 770,03

m3

€ 734,06

Aan- en uitbouw woonruimte, > 100 m3

m3

€ 584,59

m3

€ 557,28

Carport/overkapping

m2

€ 311,15

m2

€ 296,62

Dakkapel

m3

€ 1429,47

m3

€ 1362,70

Garage/berging, plat dak, aangebouwd

m3

€ 262,44

m3

€ 250,18

Garage/berging, plat dak, vrijstaand

m3

€ 355,17

m3

€ 338,58

Garage/berging, met kap, aangebouwd

m3

€ 235,74

m3

€ 224,73

Garage/berging, met kap, vrijstaand

m3

€ 268,72

m3

€ 256,17

Kelder

m3

€ 971,78

m3

€ 926,39

Serre, géén woonruimte

m3

€ 435,30

m3

€ 414,97

Serre, woonruimte

m3

€ 732,33

m3

€ 698,12

Tuinhuisje

m3

€ 235,52

m3

€ 224,52

Erfafscheiding

m1

€ 126,62

--

€ 120,71

Rolluik

m1

€ 253,23

--

€ 241,40

2.1 BIJEENKOMSTGEBOUWEN

 

 

Multifunctioneel centrum

m3

€ 468,32

m3

€ 446,44

2.2 GEZONDHEIDSGEBOUWEN

 

 

Gezondheidscentrum

m3

€ 501,31

m3

€ 477,89

Verzorgingsflat, vier- of vijflaags

m3

€ 388,15

m3

€ 370,02

Woonzorgcentrum, drielaags

m3

€ 331,60

m3

€ 316,11

Ziekenhuis

m3

€ 518,59

m3

€ 494,37

2.3 HORECAGEBOUWEN

 

 

Café(taria) met bovenwoning

m3

€ 425,88

m3

€ 405,99

Restaurant

m3

€ 419,58

m3

€ 399,98

Wegrestaurant, eenlaags

m3

€ 477,75

m3

€ 455,43

 

 

 

2.4 INDUSTRIEGEBOUWEN

Agrarisch bedrijfsgebouw, wanden metselwerk spouw:

- bruto vloeroppervlakte ca. 250 m2

m2

€ 399,15

m2

€ 380,51

- bruto vloeroppervlakte ca. 750 m2

m2

€ 292,30

m2

€ 278,65

- bruto vloeroppervlakte ca. 1.250 m2

m2

€ 252,35

m2

€ 240,56

Agrarisch bedrijfsgebouw, wanden gevelplaten:

- bruto vloeroppervlakte ca. 250 m2

m2

€ 232,58

m2

€ 221,72

- bruto vloeroppervlakte ca. 750 m2

m2

€ 180,72

m2

€ 172,28

- bruto vloeroppervlakte ca. 1.250 m2

m2

€ 166,59

m2

€ 158,81

Bedrijfshal, 5,4 m. hoog, inhoud ca. 500 m3

m3

€ 243,58

m3

€ 232,20

Bedrijfshal, 7,2 m. hoog, inhoud ca. 750 m3

m3

€ 185,43

m3

€ 176,77

Bedrijfshal, 5,4 m. hoog, inhoud ca. 1.500 m3

m3

€ 185,43

m3

€ 176,77

Bedrijfshal, 7,2 m. hoog, inhoud ca. 2.000 m3

m3

€ 133,57

m3

€ 127,33

Bedrijfshal, 5,4 m. hoog, inhoud ca. 5.000 m3

m3

€ 150,86

m3

€ 143,81

Bedrijfshal, 7,2 m. hoog, inhoud ca. 10.000 m3

m3

€ 113,15

m3

€ 107,86

Veldschuur, ca. 250 m2

m2

€ 100,58

m2

€ 95,88

Veldschuur, ca. 750 m2

m2

€ 91,16

m2

€ 86,90

Veldschuur, ca. 1.250 m2

m2

€ 84,85

m2

€ 80,89

2.5 KANTOORGEBOUWEN

Kantoorgebouw, normaal ontwerp:

 

 

 

-Eenlaags, inhoud tot 2.500 m3

m3

€ 567,30

m3

€ 540,80

-Tweelaags, inhoud tot 2.500 m3

m3

€ 526,45

m3

€ 501,86

-Tweelaags, inhoud tot 2.500 tot 7.000 m3

m3

€ 438,46

m3

€ 417,98

-Drielaags, inhoud 2.500 tot 10.000 m3

m3

€ 452,59

m3

€ 431,45

-Vierlaags, inhoud 4.500 tot 12.500 m3

m3

€ 405,44

m3

€ 386,50

-Vijflaags, inhoud 10.000 tot 17.500 m3

m3

€ 372,46

m3

€ 355,06

-Zeslaags, inhoud 30.000 tot 55.000 m3

m3

€ 308,02

m3

€ 293,63

2.6 LOGIESGEBOUWEN

 

Hotel

m3

€ 587,74

m3

€ 560,29

Motel

m3

€ 411,73

m3

€ 392,50

 

 

 

2.7 ONDERWIJSGEBOUWEN

 

 

School, tweelaags

m3

€ 366,15

m3

€ 349,05

School, semi permanent, eenlaags

m3

€ 402,30

m3

€ 383,51

 

 

 

2.8 SPORTGEBOUWEN

Gymzaal

m3

€ 185,43

m3

€ 176,77

Kleedgebouw (al dan niet met kantine)

m3

€ 507,59

m3

€ 483,88

Tennishal, met kantine

m3

€ 133,57

m3

€ 127,33

2.9 WINKELGEBOUWEN

 

 

Doe-het-zelf hal

m3

€ 185,43

m3

€ 176,77

Garage met showroom

m3

€ 276,60

m3

€ 263,68

Meubelhal

m3

€ 271,86

m3

€ 259,16

Warenhuis, drielaags

m3

€ 388,15

m3

€ 370,02

Winkel, tweelaags

m3

€ 491,89

m3

€ 468,91

Winkel met bovenwoning

m3

€ 375,57

m3

€ 358,03

Winkelcentrum, eenlaags

m3

€ 300,15

m3

€ 286,13

Winkelcentrum met bovenwoningen

m3

€ 425,88

m3

€ 405,99

 

 

 

3.0 PARKEERGARAGE

 

 

Parkeergarage gemiddeld

m3

€ 210,74

m3

€ 200,90

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

2024

2023

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:28a]van de geldende Algemene plaatselijke verordening:

i.

voor de “natte” horecabedrijven

€ 134,45

€ 130,40

ii.

voor de “droge” horecabedrijven

€ 389,50

€ 377,80

Voor zover de gevraagde vergunning betrekking heeft op een bestaand horecabedrijf en het betreft de éérste gevraagde vergunning, dan is het tarief voor het in behandeling nemen nihil

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:29, vijfde lid,] van de Algemene plaatselijke verordening:

€134,45

€ 130,40

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 485,15

€ 470,55

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 134,45

€ 130,40

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 134,45

€ 130,40

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 134,45

€ 130,40

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 134,45

€ 130,40

f.

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van de onder 3.2a genoemde vergunning (wijziging leidinggevende(n)):

€ 134,45

€ 130,40

Artikel 3.3 Verlenging sluitingsuur café’s, restaurants, etc.

Een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening.

€ 134,45

€ 130,40

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.4 Vergunning seksbedrijf

2024

2023

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel [3:4, eerste lid] van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2.

a.

voor een escortbedrijf:

€ 806,55

€ 782,30

b.

voor een seksinrichting:

€ 806,55

€ 782,30

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel [3:15, tweede lid] van de Algemene plaatselijke verordening

2024

2023

a.

voor een escortbedrijf

€ 806,55

€ 782,30

b.

Voor een seksinrichting

€ 806,55

€ 782,30

Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.5 Organiseren evenement of markten

2024

2023

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de geldende Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een (B)-evenement, zijnde een evenement met grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer

€ 134,45

€ 130,40

b.

een (C)-evenement, zijnde een evenement met grote impact op de stad en/of regio voor het verkeer

€ 448,00

€ 434,55

c.

Een klein (A)-evenement, zoals bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, onder e van de geldende Algemene plaatselijke verordening, dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25, derde lid van de geldende Algemene plaatselijke verordening

Nihil

Nihil

Paragraaf 3.4 Standplaatsen

Artikel 3.6 Losse standplaatsen

2024

2023

Het tarief voor het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 5:18 van de geldende Algemene plaatselijke verordening, tot het innemen van een standplaats, waaronder mede is begrepen het hebben van een afleveringsloket voor kleine etenswaren, op- of aan een weg of op een van de daar af voor publiek onmiddellijk bereikbare plaats om goederen of waren aan publiek aan te beiden, te verkopen of te verstrekken of om diensten aan te bieden bedraagt:

a.

Indien deze vergunning wordt aangevraagd voor een commerciële activiteit

€ 134,45

€ 130,40

b.

Indien deze vergunning wordt aangevraagd voor een niet-commerciële activiteit (non-profit, ANBI- of SBBI-instelling)

Nihil

Nihil

Paragraaf 3.5 Splitsingsvergunning woonruimte

Niet van toepassing in Brunssum

Paragraaf 3.6 Leefmilieuverordening

Niet van toepassing in Brunssum

Paragraaf 3.7 Brandbeveiligingsverordening

Vervallen

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.7 Niet benoemd besluit op aanvraag

2024

2023

a.

Bruikbaarheid en aanzien van de weg

i.

Het tarief voor het verkrijgen van een vergunning de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan t.b.v. de publieke functie (trottoirvergunning) daarvan bedraagt

€ 134,45

€ 130,40

ii.

Het tarief voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg als bedoeld in artikel 2:11van de Algemene plaatselijke verordening

€ 134,45

€ 130,40

b.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 134,45

€ 130,40

Behorende bij raadsbesluit van 2 juli 2024

De griffier van Brunssum,