Financieel besluit jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 20-07-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Financieel besluit jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen;

gelet op de artikelen 2.6, 2.7, 2.11, 2.12, 4.3, 4.4, 4.5a en 4.5b van de ‘Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024’

besluit vast te stellen het ‘Financieel besluit jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024’.

HOOFDSTUK 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begrippen

  • -

    Nadere regels: Nadere regels jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024

  • -

    Pbg: persoonsgebonden budget.

  • -

    Ppb met formele hulp: pgb voor hulp die wordt uitgevoerd door een hulpverlener met een passende afgeronde opleiding.

  • -

    Pgb met hulp uit het sociale netwerk: Pgb voor hulp die uitgevoerd wordt door iemand die niet voldoet aan de criteria voor formele hulp of door iemand die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt.

  • -

    Verordening: Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024

  • -

    Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • -

    Alle andere begrippen in dit Financieel besluit worden gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wmo, de Verordening en de Nadere regels.

HOOFDSTUK 2. Zorg in natura

Artikel 2.1 Tarieven zorg in natura

De actuele tarieven voor Begeleiding individueel, Begeleiding groep, Hulp bij huishouden, Activerend werk, Behandeling en Verblijf zijn te vinden op: https://www.inkoopsdcg.nl/home+inkoop/inkoop/zoektool+gecontracteerd+aanbod+sdcg/default.aspx

Artikel 2.2 Tarieven Beschermd Wonen en Beschermd Thuis

De tarieven voor Beschermd Wonen en Beschermd thuis zijn met ingang van 1 januari 2024 per etmaal:

  • -

    Beschermd Wonen: €181,02

    • o

      Extra Nabijheid : €47,54

    • o

      Extra Persoonlijke Verzorging: €28,52

    • o

      Afwezigheidsdag: €146,81

  • -

    Beschermd Thuis: €80,07

  • -

    Beschermd Thuis geclusterd / Zelfstandig wonen in gezamenlijkheid: €28,91

HOOFDSTUK 3. Pgb

Artikel 3.1 Hoogte pgb formele hulp

De hoogte van het pgb bedraagt conform de Verordening niet meer dan 75% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening of individuele voorziening in natura. Wanneer de budgethouder kiest voor een duurdere voorzieningen dan het tarief van de goedkoopst adequate voorziening in natura, betaalt de cliënt het meerdere zelf bij. De hoogte van het pgb moet echter altijd toereikend zijn voor een veilige, doeltreffende en kwalitatief goede voorziening.

Artikel 3.2 Hoogte pgb voor informele hulp en/of hulp uit het sociaal netwerk

Bij het bestaan van een dienstbetrekking is de hoogte van het pgb conform de Verordeninggelijk aan de hoogste periodiek voor de benodigde hulp in de desbetreffende CAO, vermeerderd met de vakantiebijslag en tegenwaarde van de verlofuren.

De lonen binnen de CAO VVT zijn te vinden op: https://www.actiz.nl/publicaties/cao-vvt-2022-2024.

Artikel 3.3 Bestedingsvrij bedrag pgb

De gemeente Wageningen hanteert een bestedingsvrij bedrag van € 250,00 per jaar binnen het pgb wat de budgethouder ontvangt. De budgethouder hoeft over deze € 250,00 geen verantwoording af te leggen. Het bestedingsvrije bedrag kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een attentie voor de hulp of aan bemiddelingskosten voor het vinden van goede hulpverleners. Dit bestedingsvrije bedrag geldt alleen voor pgb’s waarbij er sprake is van ondersteuning door (informele) hulpverleners.

Artikel 3.4 Hoogte pgb vervoersvoorzieningen

Het pgb voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief een bedrag voor onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 3.5 Hoogte pgb rolstoel

Het pgb voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief een bedrag voor onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

HOOFDSTUK 4. Eigen bijdrage en bijdrage in de kosten voor voorzieningen

Artikel 4.1 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen Wmo 2015

  • 1. Voor maatwerkvoorzieningen, niet zijnde beschermd wonen en opvang, geldt een eigen bijdrage volgens artikel 2.1.4 lid 3 en artikel 2.1.4a lid 4 van de Wmo 2015. Dit geldt ongeacht inkomen en vermogen. De hoogte van de eigen bijdrage voor deze maatwerkvoorzieningen voor 2024 is € 20,60 per maand.

  • 2. In onderstaande situaties hoeft geen eigen bijdrage betaald te worden:

    • -

      Meerpersoonshuishoudens waarbij minimaal één persoon de AOW-leeftijd nog niet bereikt heeft (conform artikel 3.8, lid 3, onder f, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015);

    • -

      Als de persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt of zijn partner een eigen bijdrage op grond van de Wlz of een bijdrage voor beschermd wonen verschuldigd is (artikel 3.8, lid 3, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015).

    • -

      Kinderen tot en met 18 jaar; Ook als de maatwerkvoorziening een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt betreft, wordt er geen eigen bijdrage opgelegd.

    • -

      Voor rolstoelen en collectief vervoer;

    • -

      Bij een inkomen van minder dan 130% van de netto toepasselijke bijstandsnorm (zie artikel 4.2).

    • -

      Als de persoon aan wie de maatwerkvoorziening is verstrekt, volgens het college over onvoldoende betalingscapaciteit beschikt (artikel 3.8, lid 3, onderdeel g, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015)

  • 3. Bij samenloop met opvang en beschermd wonen.De eigen bijdrage wordt opgelegd voor de duur van het gebruik of tot het bereiken van de kostprijs en is:

    • a.

      € 20,60 per maand voor:

      • -

        hulp bij het huishouden;

      • -

        begeleiding individueel en groep;

      • -

        Kort verblijf (logeeropvang, respijtzorg);

      • -

        Huurvoorzieningen, in bruikleen verstrekt, zoals (verrijdbare) douchestoel, transfervoorziening, complex douche- en toiletvoorziening zoals douchebrancard of aankleedtafel, tillift), en

      • -

        Huurvoorziening vervoermiddel, zoals driewielfiets, scootmobiel, handbike.

    • b.

      € 20,60 per maand tot maximaal het bereiken van de kostprijs voor:

      • -

        Woningaanpassingen;

      • -

        Traplift;

      • -

        Koop-voorzieningen (in eigendom verstrekt én onder de €500,-), zoals eenvoudige douchestoel, eenvoudige toiletstoel, sta op hulpmiddelen, woningaanpassingen.

Artikel 4.2 Kwijtschelding eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen Wmo 2015

In de toelichting op artikel 4.5b, van de Verordening is opgenomen dat het college kwijtschelding van de eigen bijdrage verleent als het inkomen van de cliënt minder dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm is.

De geldende bedragen voor 130% van de bijstandsnorm zijn omgerekend naar bruto bedragen en hieronder weergegeven. Deze bruto inkomensgrenzen gelden om voor kwijtschelding in aanmerking te komen. De bruto inkomensgrenzen voor 2024 zijn als volgt:

  • a.

    Eenpersoonshuishouden AOW-gerechtigd: € 22.242

  • b.

    Eenpersoonshuishouden, niet AOW gerechtigd: € 24.840

  • c.

    Meerpersoonshuishouden AOW-gerechtigd: € 30.142

Het CAK stelt de kwijtschelding vast en kijkt bij toepassing van het minimabeleid tevens naar eventueel spaargeld en beleggingen. Zie voor meer informatie: https://www.hetcak.nl/regelingen/wet-maatschappelijke-ondersteuning/wmo-brief-van-het-cak/wat-is-minimakorting.

Artikel 4.3 Eigen bijdrage beschermd wonen

De eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen wordt vastgesteld door het CAK op basis van landelijke regelgeving. Het is afhankelijk van inkomen, vermogen, leeftijd en gezinssamenstelling.

Artikel 4.4 Bijdrage in de kosten Valleihopper

Het vraagafhankelijk vervoer is uitgezonderd van het abonnementstarief. Cliënten met een indicatie voor het gebruik van vraagafhankelijk vervoer betalen wél een bijdrage in de kosten aan de vervoerder. Deze bijdrage is niet meer dan het Openbaar Vervoer (OV) tarief. De verhoging van het opstap- en kilometertarief van de Valleihopper wordt jaarlijks gelijk getrokken aan de indexering van het reguliere OV. Hiervoor wordt de Landelijke Tarieven Index (LTI) gebruikt. Omdat het Rijk geld beschikbaar heeft gesteld aan de NS en provincies om de reizigersbijdrage in het reguliere OV niet te laten stijgen, worden dit jaar de Wmo-tarieven ook niet verhoogd. De tarieven voor 2024 zijn:

  • 1.

    Valleihopper indicatie sociaal-recreatief vervoer (voor klanten ouder dan 18 jaar)

    • a.

      € 1,08 opstaptarief en € 0,19 per kilometer.

    • b.

      Reizen tegen het kortingstarief mag maximaal 2.500 km per kalenderjaar.

    • c.

      Begeleider: Sociaal begeleider en klant betalen ieder de kosten, de medisch begeleider reist gratis mee.

  • 2.

    Valleihopper pas 65+ (voor klanten van 65 jaar en ouder)

    • a.

      € 2,92 opstaptarief en € 0,45 per kilometer.

    • b.

      Reizen tegen het kortingstarief mag maximaal 2.500 km per kalenderjaar

  • 3.

    Valleihopper, Dagvervoer Wmo

    • a.

      Geen bijdrage

    • b.

      Begeleider: als er sprake is van een indicatie, dan betaalt de begeleiding geen bijdrage.

  • 4.

    Valleihopper Dagvervoer op grond van Jeugdwet

    • a.

      Geen bijdrage op grond van Jeugdwet

    • b.

      Begeleider: Geen bijdrage op grond van Jeugdwet

  • 5.

    Wmo-pas voor Regiotaxi

    Voor het verstrekken van een pas voor de Valleihopper sociaal-recreatief vervoer of 65+, wordt een eenmalig bedrag van € 7,50 per verstrekte pas in rekening gebracht. Deze kosten worden ook in rekening gebracht bij vervanging vanwege verlies of diefstal.

Artikel 4.5 Kosten in verband met aanvraag gehandicaptenparkeerkaart

Bij de eerste aanvraag van een gehandicaptenkaart voor bestuurders of passagiers, maakt een medische keuring onderdeel uit van de procedure. De kosten voor medische keuring bedragen €148,37 voor een spreekuur en € 214,32 voor een huisbezoek. Deze kosten zijn voor rekening van de aanvrager. Voor minima bestaat een regeling, waarbij kwijtschelding van de kosten kan worden aangevraagd.

De kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart, is opgenomen in de geldende legesverordening.

HOOFDSTUK 5. Waardering mantelzorgers

Artikel 5.1 Jaarlijkse waardering mantelzorgers

De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente is als volgt:

  • -

    Voor volwassenen: een individuele financiële bijdrage van € 100.

  • -

    Voor jongeren tot 18 jaar: een cadeaubon van €50.

HOOFDSTUK 6. Tegemoetkoming

Artikel 6.1 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische ziekte

Personen met een beperking of chronische ziekte die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben en financieel niet-redzaam zijn – waaronder inwoners met een inkomen lager dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm - kunnen bij het college een tegemoetkoming aanvragen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. Het college heeft dit geregeld in hoofdstuk 4 van de “Nadere regels jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2021”.

De feitelijk gemaakte kosten worden vergoed tot een maximum dat gelijk is aan het verplicht eigen risico dat opgelegd wordt door de zorgverzekeraars.

Artikel 6.2 Tegemoetkoming woonvoorzieningen

  • 1. De financiële tegemoetkoming of het pgb voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief een bedrag voor keuringen, onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

  • 2. Het bedrag voor de vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 4.511,64*

  • 3. De maximale aanpassingskosten woonschepen/woonwagens bedragen € 1.766,74*

  • 4. De maximale vergoeding huurderving bedraagt per maand € 881,65*

  • 5. De maximale vergoeding voor tijdelijke huisvesting zelfstandig wonend persoon wegens te verlaten aan te passen woonruimte bedraagt per maand € 881,65*

  • 6. De maximale vergoeding voor tijdelijke huisvesting niet-zelfstandig wonend persoon wegens te verlaten aan te passen woonruimte bedraagt per maand €431,03*

  • 7. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 4.3, lid, 1, van de Verordening bedraagt maximaal €12.098,51*.

  • 8. Grensbedrag afweging primaat verhuizing: Onder een bedrag van € 6.028,54 wordt geen afweging gemaakt over de vraag of de verhuisplicht van toepassing is. Dit bedrag wordt eenmaal per 5 jaren verhoogd met € * 296,67 (voor het eerst zal de verhoging plaatsvinden per 2027).

Artikel 6.3 Financiële tegemoetkoming kosten sporthulpmiddelen

De financiele tegemoetkoming voor de kosten van sporthulpmiddelen bedraagt maximaal €4.056,09*. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf,onderhoud en reparatie van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

Artikel 6.4 Vergoeding vervoerskosten jeugdhulp

De maandelijkse kilometervergoeding voor de vervoersvoorziening voor de jeugdige is gelijk aan de norm belastingvrije kilometervergoeding eigen vervoer zoals vastgesteld door de Rijksoverheid. In 2024 bedraagt de vergoeding € 0,22 per kilometer beladen; twee keer enkele rit (uitvoering hoofdstuk 7 van de nadere regels).

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 8.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2024.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit jeugdhulpen maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2024

  • 3. Met de inwerkintreding van dit besluit wordt het Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wageningen op 9 juli 2024.

de secretaris,

J. de Wit

de burgemeester,

F. Vermeulen

Toelichting

De bedragen die in dit besluit zijn aangegeven met een *, worden jaarlijks met ingang van 1 januari verhoogd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie van het Centraal Bureau van de Statistiek. De consumentenprijsindex (CPI) bestaat uit een 90/10 mix van de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) Prijs Particuliere Consumptie (PPC). De OVA heeft betrekking op de loonontwikkeling en de PPC op de kostenstiging van materialen. Voor 2024 is de OVA 6,00% en de de PPC 3,10%. De CPI komt hiermee op 5,71%.