Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie gemeente Beuningen

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-08-2024

Intitulé

Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie gemeente Beuningen

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Beuningen;

Gelet op de bepalingen in:

De Algemene wet bestuursrecht;

De Wet Kinderopvang;

De Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen.

Besluiten vast te stellen de beleidsregels Sociaal Medische Indicatie gemeente Beuningen.

Artikel 1 - Definities

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Basisschoolleeftijd: de leeftijd die kinderen hebben als zij op de basisschool zitten. Gebruikelijk is dit tussen de 4 en 12 jaar, maar wanneer een kind blijft zitten kan het incidenteel een hogere leeftijd zijn;

  • b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen;

  • c. Consulent: een consulent van het Sociaal Team van de gemeente Beuningen;

  • d. Kind: het ten laste komende kind ingezetene van de gemeente Beuningen, dat naar de basisschool gaat;

  • e. LRK: het Landelijk Register Kinderopvang;

  • f. Maximum uurtarief: het jaarlijks door het rijk vastgestelde landelijk uurtarief voor de kinderopvangtoeslag per opvangsoort als bedoeld in artikel 1.7 lid 2 van de Wet Kinderopvang;

  • g. Onderzoek: het door de consulent verzamelen van alle voor het onderzoek en gesprek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over het kind en de gezinssituatie om te beoordelen of een tegemoetkoming op basis van deze regeling noodzakelijk is;

  • h. Ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft;

  • i. Onderzoeksverslag: document waarin de betrokken consulent zijn bevindingen ten aanzien van de gezinssituatie vastlegt en waarin doelen beschreven staan;

  • j. Sociaal-medische (crisis)situatie: medische en/of sociale beperking van ouders, waardoor zij (tijdelijk) onvoldoende voor hun kinderen kunnen zorgen én de ontwikkelingskansen van hun kinderen hierdoor onder druk staan;

  • k. Toegang: toegang tot de regeling wordt vastgesteld door het Sociaal Team;

  • l. Voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een andere wettelijke regeling of wet waarop door de ouder aanspraak kan worden gemaakt, die gezien haar aard en doel, wordt geacht toereikend en passend te zijn. Voorbeelden hiervan zijn bijv. kinderopvangtoeslag en peuteropvang;

  • m. Wet: Wet kinderopvang

  • 2. De in deze regeling gehanteerde begrippen en begripsbepalingen hebben dezelfde betekenis als bedoeld in de Wet kinderopvang en de Algemene wet bestuursrecht tenzij daarvan uitdrukkelijk in deze regeling wordt afgeweken.

Artikel 2 Doelstelling, doelgroep en voorwaarden

  • 1. De ouder, vanwege medische en/of sociale (crisis)situatie, tijdelijk te ontlasten bij de zorg voor een kind om zodoende de ouder in staat te stellen de gezinssituatie duurzaam te verbeteren ten behoeve van de gezonde ontwikkeling van het kind.

  • 2. Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet worden voldaan aan alle hierna genoemde voorwaarden:

  • a. De ouder staat als inwoner inschreven in de Basisregistratie Personen van de gemeente Beuningen;

  • b. De ouder heeft sociale en/of medische problemen waardoor de ouder (tijdelijk) niet voor het kind kan zorgen of er is sprake van een (medische) crisissituatie waardoor de ouder niet in staat is voor het kind te zorgen;

  • c. Het kind voor wie kinderopvang nodig is, heeft de leeftijd van 0 jaar tot en met de basisschoolleeftijd;

  • d. Er is een verband tussen de beperking of problematiek van de ouder en de noodzaak tot gebruik van kinderopvang;

  • e. De ouder kan aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang voorzien, kan geen beroep doen op een voorliggende voorziening en kan geen aanspraak maken op de Wet kinderopvang (kinderopvangtoeslag).

Artikel 3 Aanvraag tegemoetkoming

  • 1. Voor de aanvraag van een tegemoetkoming stelt het college een aanvraagformulier beschikbaar.

  • 2. De consulent vult samen met de ouder een aanvraagformulier ondersteuning in. De consulent beschikt het aantal dagen en/of uren;

  • 3. Bij de aanvraag worden aanvullende gegevens opgevraagd door het Sociaal Team die nodig zijn voor het nemen van een goed besluit. Voorbeelden van bewijsstukken zijn:

  • a. Een kopie van de offerte of plaatsingsovereenkomst van de kinderopvangvoorziening in de gemeente Beuningen die de kinderopvang gaat verzorgen, welke in ieder geval vermeld:

  • I. Het aantal uren kinderopvang per kind per week;

  • II. De kostprijs per uur;

  • III. Het LRK-registratienummer van de kinderopvang;

  • IV. De ingangsdatum en einddatum van de kinderopvang.

  • b. Bij onduidelijkheid over de situatie kan het Sociaal Team de inwoner vragen om een verklaring van een arts/specialist waaruit blijkt dat er sprake is van een (tijdelijke) medische en/of sociale beperking.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist over de aanvraag van de ouder binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens en stelt de ouder hiervan door middel van een beschikking op de hoogte.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3. De behandeling van de aanvraag kan buiten behandeling worden gesteld als:

  • a. De benodigde gegevens onvolledig zijn; en

  • b. De ontbrekende gegevens niet binnen vier weken na de in kennisstelling van de onvolledigheid alsnog zijn verstrekt.

Artikel 5 Vaststellen recht op een tegemoetkoming

  • 1. Het college toetst de aanvraag aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 2 en 6 van deze regeling.

  • 2. Voor het vaststellen van de noodzaak en omvang van de kinderopvang, baseert het college zich op het oordeel van de consulent en het gezamenlijk opgestelde onderzoeksplan.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het college wijst de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie af:

  • a. Indien de ouder niet staat in geschreven in het BRP van de gemeente Beuningen;

  • b. Indien de ouder gebruik kan maken van een voorliggende voorziening;

  • c. Indien er geen sprake is van een (tijdelijk) sociale en/of medische crisissituatie;

  • d. Indien het kind ouder is dan de basisschoolleeftijd;

  • e. Indien de ouder voldoende opvangmogelijkheden heeft binnen het eigen netwerk;

  • f. Indien de ouder onvoldoende bereid is met de consulent een onderzoeksverslag op te stellen;

  • g. Indien de kinderopvangvoorziening die de kinderopvang zou verzorgen niet geregistreerd staat in het LRK.

Artikel 7 Duur, omvang en aard van de kinderopvang

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend voor een periode van maximaal 1 jaar.

  • 2. Indien er na de gestelde termijn nog een noodzaak is om gebruik te maken van deze regeling, kan de ouder een herindicatie aanvragen.

  • 3. De herindicatie dient 6 weken voor het einde van de indicatie aangevraagd te worden.

  • 4. Ouders doen al het mogelijke om de termijn voor de tegemoetkoming zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 5. Indien er aanleiding bestaat kan er tussentijds een heronderzoek plaatsvinden naar de noodzaak en omvang van de indicatie.

Artikel 8 Hoogte tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming van de kinderopvang is maximaal het door het rijk jaarlijks vastgestelde fiscale tarief.

  • 2. Meerkosten komen volledig voor rekening van de ouder.

  • 3. De gemeente betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan de ouder op basis van een aangeleverde factuur.

Artikel 9 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

Het college verleent de tegemoetkoming met ingang van de datum genoemd in het onderzoeksverslag.

Artikel 10 Inhoud van de beschikking

In de beschikking wordt in ieder geval vermeld:

  • a. De periode waarin de ouder een tegemoetkoming van de gemeente ontvangt;

  • b. Het aantal dagdelen kinderopvang per week;

  • c. De hoogte van de tegemoetkoming;

  • d. De ingangsdatum en de einddatum van de tegemoetkoming;

  • e. De vorm van opvang (dagopvang/BSO/kindcentrum/gastouder)

  • f. De verplichting die het college stelt aan de ouder.

Artikel 11 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden.

  • 2. De ouder brengt het college uit eigen beweging danwel op verzoek direct op de hoogte van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming, de omvang en/of de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 3. Het niet nakomen van de inlichtingenplicht kan leiden tot tussentijds beëindigen van de tegemoetkoming.

  • 4. De ouder is na toekenning van een tegemoetkoming verplicht mee te werken aan de uitvoering van deze beleidsregels.

Artikel 12. Terugvordering

Indien blijkt dat de tegemoetkoming onterecht is uitgekeerd, de inlichtingenplicht niet is nagekomen of anderszins achteraf geen recht bestaat op tegemoetkoming wordt het teveel betaalde bedrag bij de ouder teruggevorderd.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen in deze regeling.

Artikel 14. Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 augustus 2024.

  • 2. De ouder die voor 1 augustus 2024 reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie ontving, behoudt deze tegemoetkoming conform de beschikking. Na het aflopen van die periode valt een eventuele herindicatie onder de nieuwe beleidsregels.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels kinderopvang Sociaal Medische Indicatie Beuningen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 9 juli 2024

Het college van burgemeester en wethouders gemeente Beuningen