Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden Gennep 2024

Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden Gennep 2024

De gemeenteraad van Gennep,

gelet op het voorstel van het presidium van Gennep d.d. 11 maart 2024;

gelet op:

  • de artikelen 96, eerste en tweede lid van de Gemeentewet;

  • de artikelen 3.1.4., eerste lid en 3,4,2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 25 maart 2024;

besluit:

vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden gemeente Gennep 2024.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    voorbereidende raad: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • 2.

    burgerraadslid: lid van een voorbereidende raad, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3.

    het presidium: het dagelijks bestuur van de gemeenteraad dat zich voornamelijk bezighoudt met de procedures en het functioneren van de gemeenteraad en waarin alle fracties zijn vertegenwoordigd.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en burgerraadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten voor raadsleden

  • 1.

    Een raadslid ontvangt voor de werkzaamheden een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en burgerraadsleden, gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum genoemd in tabel I van dat besluit.

  • 2.

    Een raadslid ontvangt een onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten gelijk aan het bepaalde in artikel 2, derde en vierde lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van voorbereidende raadvergaderingen

Een burgerraadslid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een voorbereidende raad ter hoogte van het bedrag per vergadering als genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in Nederland of de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen worden aan een raads- of burgerraadslid vergoed:

  • a.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een

  • werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of burgerraadslid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of burgerraadslid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    Het presidium kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland, anders dan de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. Het presidium kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en burgerraadsleden

  • 1.

    Een raads- of burgerraadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of burgerraadslid levert na tussentijdse beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

  • 3.

    Per fractie in de gemeenteraad kunnen twee digitale gegevensdragers (tablets) beschikbaar worden gesteld. De fractie kan hiermee burgerraadsleden faciliteren.

  • De voorwaarden worden vastgelegd in een bruikleenovereenkomst. Na afloop van de volle zittingsperiode gaat de gegevensdrager in eigendom over naar het betreffende raadslid c.q. de betreffende fractie.

  • 4.

    Elk raadslid en elk burgerraadslid krijgt een persoonlijk account op het digitale vergadersysteem.

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van burgerraadsleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers jaarlijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen één maand na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of burgerraadsleden binnen een week na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2024.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden Gennep 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 15 april 2024.

De raad voornoemd,

De griffier, Jos van der Knaap

De voorzitter, Hans Teunissen