Beleidsregels buiten behandeling stellen aanvragen Participatiewet, IOAW en minimaregelingen gemeente Noordoostpolder

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 20-07-2024

Intitulé

Beleidsregels buiten behandeling stellen aanvragen Participatiewet, IOAW en minimaregelingen gemeente Noordoostpolder

Het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 4:81 en 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de wijze waarop de gemeente Noordoostpolder omgaat met de mogelijkheden om een aanvraag op basis van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en gemeentelijke minimaregelingen op grond van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling te stellen;

besluit tot vaststelling van de volgende beleidsregels: ‘Beleidsregels buiten behandeling stellen aanvragen Participatiewet, IOAW en minimaregelingen gemeente Noordoostpolder’

Artikel 1 - Begripsbepaling

  • 1. In deze beleidsregels worden dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de Algemene wet bestuursrecht, tenzij anders vermeld.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvultermijn: een periode waarin de belanghebbende de gelegenheid heeft om een aanvraag met gegevens aan te vullen;

    • b.

      minimaregeling: inkomensondersteunende voorziening op basis van de Participatiewet, de meedoenregeling of de tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

Artikel 2 - Aanvultermijn

  • 1. Aan de belanghebbende kan meerdere aanvultermijnen worden geboden. Tussen aanvultermijnen moet minimaal een periode van drie kalenderdagen zitten.

  • 2. De duur van de aanvultermijn of een verlenging ervan wordt onder andere afgestemd op de mogelijkheden van de belanghebbende om de gevraagde gegevens in te leveren. De minimale duur van een aanvultermijn is:

    • a.

      10 kalenderdagen als de belanghebbende geen gemachtigde heeft;

    • b.

      14 kalenderdagen als de belanghebbende een gemachtigde heeft;

    • c.

      de helft van het genoemde in onderdeel a of b als de aanvultermijn wordt verlengd.

  • 3. Een verzoek om de aanvultermijn te verlengen wordt ingewilligd als de aanvultermijn nog niet is verlopen en het redelijkerwijs aannemelijk is dat belanghebbende meer tijd nodig heeft.

Artikel 3 - Wijze van bekendmaking

Een aanvultermijn of een verlenging ervan wordt schriftelijk bekendgemaakt. Alleen als de belanghebbende of diens gemachtigde erom verzoekt of ermee instemt kan een aanvultermijn of een verlenging ervan ook via e-mail worden gestuurd. In dat geval moet duidelijk zijn dat de belanghebbende of diens gemachtigde op het opgegeven e-mailadres voldoende bereikbaar is.

Artikel 4 - Besluit buiten behandeling stellen aanvraag

  • 1. Een besluit om een aanvraag buiten behandeling te stellen wordt pas genomen als:

    • a.

      er aan de belanghebbende minimaal tweemaal de gelegenheid is geboden om de aanvraag aan te vullen, en;

    • b.

      er minimaal drie kalenderdagen na de laatste aanvultermijn zijn verstreken.

  • 2. Van het buiten behandeling stellen van een aanvraag kan worden afgezien als het niet, niet tijdig of onvoldoende inleveren van de gevraagde gegevens voortvloeit uit een kennelijke vergissing of een situatie van overmacht.

  • 3. Het ontbreken van gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag leidt niet automatisch tot het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen als uit de feiten en omstandigheden of de wel aanwezige gegevens elke redelijke twijfel over het recht op de aangevraagde voorziening wordt weggenomen.

Artikel 5 - Inleveren gegevens na het verstrijken van de aanvultermijn en nieuwe aanvraag

  • 1. Gegevens die worden ingeleverd na het verstrijken van de aanvultermijn worden alsnog meegenomen in de beoordeling van de aanvraag als op het moment dat de gegevens zijn ontvangen het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen nog niet is genomen.

  • 2. Als belanghebbende tijdens de bezwaarprocedure tegen de buiten behandeling stelling alle ontbrekende gegevens inlevert, dan wordt de aanvraag alsnog inhoudelijk beoordeeld. Het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen wordt dan vervangen door een toekennend of afwijzend besluit.

  • 3. Als belanghebbende na het buiten behandeling stellen van de aanvraag voor hetzelfde opnieuw een aanvraag indient, dan kan de nieuwe aanvraag met maximaal drie maanden terugwerkende kracht worden toegekend. Dit kan alleen voor zover het recht op het aangevraagde over de voorliggende periode kan worden vastgesteld en de aangevraagde voorziening daadwerkelijk met terugwerkende kracht verzilverd kan worden.

Artikel 6 - Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 7 - Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels buiten behandeling stellen aanvragen Participatiewet, IOAW en minimaregelingen gemeente Noordoostpolder’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 9 juli 2024.

De secretaris,

de burgemeester,

Toelichting algemeen

Een uitkering levensonderhoud op grond van de Participatiewet of IOAW is in Nederland het laatste vangnet van het socialezekerheidsstelsel. Hetzelfde geldt voor inkomensondersteunende minimaregelingen die de gemeente uitvoert. Het is de verantwoordelijkheid van elke inwoner om een aanspraak hierop op tijd in te dienen. Zodra een aanvraag is ingediend moet de gemeente onderzoek doen of de aanvrager inderdaad recht heeft op het aangevraagde. Hiervoor zijn gegevens nodig die de aanvrager moet aanleveren. Als de aanvrager deze gegevens niet of onvoldoende aanlevert, dan krijgt de aanvrager de kans om dit alsnog te doen. Als het alsnog niet of onvoldoende wordt aangeleverd, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Dan vindt er geen inhoudelijke beoordeling plaats.

Het buiten behandeling stellen van een aanvraag brengt met zich mee dat de aanvrager een nieuwe aanvraag voor hetzelfde moet doen. Als de nieuwe aanvraag wel wordt toegekend, dan betekent dit niet automatisch dat het met terugwerkende kracht wordt toegekend. Dit kan alleen in uitzonderlijke situaties. Hierdoor verliest de aanvrager eventuele aanspraak over een periode in het verleden.

Naast dat het voor de aanvrager niet wenselijk is dat hij/zij twee aanvragen moet doorlopen en een stuk aanspraak op het aangevraagde verliest, is het behandelen van de aanvragen ook arbeidsintensief voor de gemeente. Het uitgangspunt is daarom dat waar het kan een buiten behandeling stelling wordt voorkomen om daarmee zoveel mogelijk aanvragen in één keer op inhoud te beoordelen. Dit kan zowel een toekenning als een afwijzing zijn. De aanvrager weet dan wel direct waar hij/zij aan toe is.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 - Begripsbepaling

Geen verdere toelichting.

Artikel 2 – Onvolledige aanvraag en aanvultermijn

Elke aanvraag en elke aanvrager zijn uniek. Wat er aan gegevens nodig is, hoeveel gegevens er nodig zijn en hoe gemakkelijk de aanvrager de gegevens kan inleveren verschilt van situatie tot situatie. Daarom wordt in overleg met de aanvrager de duur van de aanvultermijn vastgesteld. Wel geldt er een minimale termijn. Hiermee heeft de aanvrager een basisperiode om de benodigde gegevens te regelen. Ook ondervangt de minimale termijn perioden zoals het weekend of feestdagen waarop gegevens niet kunnen worden geregeld of ingeleverd. De aanvrager kan de gegevens altijd eerder aanleveren. Eerder aanleveren van gegevens zorgt ook voor een snellere inhoudelijke reactie.

Door het stellen van een minimale termijn tussen aanvultermijnen wordt voorkomen dat te snel een nieuwe aanvultermijn wordt gestuurd. Het is voorstelbaar dat de aanvrager wel gegevens inleverde, maar dat dit niet direct bij de juiste medewerker aanwezig is.

Een verzoek om de aanvultermijn te verlengen wordt ingewilligd als de aanvultermijn nog niet is verlopen en het redelijkerwijs aannemelijk is dat de aanvrager meer tijd nodig heeft. De vraag of het redelijkerwijs aannemelijk is dat de aanvrager meer tijd nodig heeft, wordt niet alleen beoordeeld op basis van het algemeen geaccepteerd gemak waarmee gegevens verkregen kunnen worden. De aard en omvang van de gevraagde gegevens en de omstandigheden van de aanvrager, waartoe in de persoon gelegen factoren ook behoren, zijn medebepalend om vast te stellen wat daadwerkelijk van de aanvrager verwacht mag worden. Voorbeelden zijn verminderde digitale vaardigheid, moeite met overzicht, moeite met het bijhouden van een administratie of het halen van deadlines. Als een gemachtigde om uitstel verzoekt gelden, vanwege de verwachten professionaliteit en vakbekwaamheid, hogere verwachtingen.

Artikel 3 –Wijze van bekendmaking

Geen verdere toelichting.

Artikel 4 – Besluit buiten behandeling stellen aanvraag

Door het stellen van een minimale termijn tussen het einde van de aanvultermijn en het buiten behandeling stellen van de aanvraag, wordt voorkomen dat de aanvraag te snel buiten behandeling wordt gesteld. Het is voorstelbaar dat de aanvrager wel gegevens inleverde, maar dat dit niet direct bij de juiste medewerker aanwezig is of dat de aanvrager contact opneemt om een toelichting te geven waarom de gevraagde gegevens (nog) niet zijn ingeleverd. Daarom is het nodig dat, voordat het besluit wordt genomen, ook informatie ingewonnen bij andere medewerkers die vanuit de uitvoering van de Participatiewet bij belanghebbende betrokken zijn.

Een kennelijke vergissing is de situatie waarin de aanvrager onbedoeld een fout maakte. Dan is een formele buiten behandeling stelling niet altijd wenselijk. De aanvrager wordt dan ‘gestraft’ voor een onbedoelde fout. Daarom kan het buiten behandeling stellen van de aanvraag in sommige gevallen achterwege worden gelaten en krijgt de aanvrager de kans om de vergissing te herstellen. Wel wordt bij het vaststellen of er sprake is van een kennelijke vergissing rekening gehouden met de ervaring en het kennisniveau van de aanvrager. Voor een aanvrager die vaker een aanvraag indiende of waarbij er eerder al sprake was van een kennelijke vergissing gelden iets hogere verwachtingen.

Overmacht is een situatie waarin er sprake is van een niet-toerekenbare onmogelijkheid om de gevraagde gegevens (op tijd) in te leveren. Wat overmacht is, hangt van de omstandigheden af. Wel gaat het om situaties die buiten de invloedssfeer van de aanvrager vallen. Dat de aanvrager de gegevens eventueel eerder had kunnen inleveren maakt niet uit zolang de overmachtssituatie optreedt in de periode waarin de aanvultermijn nog actief is. Door de lengte van de aanvultermijn heeft de aanvrager de mogelijkheid om zelf te bepalen wanneer het gevraagde wordt ingeleverd. Deze keuzevrijheid wordt aan de aanvrager niet tegengeworpen als er sprake is van overmacht welke tegen het einde van de aanvultermijn optreedt. Een voorbeeld is een landelijke technische storing waardoor het onmogelijk is om bankafschriften te downloaden. Wel is het aan de aanvrager om de overmachtssituatie te stellen en redelijkerwijs aannemelijk te maken. Hetzelfde geldt ook voor een beroep op een kennelijke vergissing.

Het ontbreken van gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag leidt niet automatisch tot het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen als uit de feiten en omstandigheden of de wel aanwezige gegevens elke redelijke twijfel over het recht op de aangevraagde voorziening wordt weggenomen. Een voorbeeld is het ontbreken van een schuldenoverzicht. Als het bekende vermogen onder de vermogensgrens blijft en er geen twijfels over het recht bestaan, dan kan een aanvraag levensonderhoud op grond van de Participatiewet inhoudelijk worden beoordeeld.

Artikel 5 – Inleveren gegevens na het verstrijken van de aanvultermijn en nieuwe aanvraag

Het buiten behandeling stellen van een aanvraag is een kan-bepaling en is nooit een doel op zichzelf. Het belang van de aanvrager om te weten of er wel of geen aanspraak op het aangevraagde bestaat, weegt zwaar. Een redelijke uitleg van het evenredigheidsbeginsel neemt dan met zich mee dat te laat ingeleverde gegevens alsnog in de beoordeling worden meegenomen als het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen nog niet genomen is. Voor de gemeente levert dit doorgaans geen extra uitvoeringswerkzaamheden op. Als de gegevens wel op tijd waren ingeleverd, was het ook in de beoordeling meegenomen. Het is hiermee mogelijk om kleine termijnoverschrijdingen te accepteren.

Gegevens die worden ingeleverd nadat het besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen is verstuurd, wijzigen het besluit niet. Dit is anders als de aanvrager de gegevens binnen de bezwaarprocedure inlevert of een nieuwe aanvraag indient. Hiermee geeft de aanvrager aan dat er nog steeds behoefte aan het aangevraagde bestaat. De ingeleverde gegevens worden alsnog in de beoordeling meegenomen. Als hiermee het recht op het aangevraagde kan worden vastgesteld, dan kan het met terugwerkende kracht worden toegekend. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de aanvrager aanspraak op een periode over het verleden verliest.

Terugwerkende kracht kan alleen als de voorziening het ook toelaat om met terugwerkende kracht te worden verzilverd. Het tegoed als bedoeld in artikel 6 of 10 van de Beleidsregels ‘Meedoenpakket Noordoostpolder’ 2018 kan niet met terugwerkende kracht worden verzilverd als het kalenderjaar waarin de buiten behandeling gestelde aanvraag is ingediend is afgesloten. Wel kan dan worden overwogen om ambtshalve het tegoed voor het nieuwe kalenderjaar te verstrekken.

Als de situatie erom vraagt, kan in het individuele geval een langere termijn terugwerkende kracht worden toegekend. Dan wordt gebruik gemaakt van de inherente afwijkingsbevoegdheid volgens artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. In beginsel is het aan de belanghebbende om de bijzondere omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken.

Artikel 6 – Begripsbepaling

Artikel 7 - Begripsbepaling

Geen verdere toelichting.