Reglement van Orde Commissies 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-07-2024

Intitulé

Reglement van Orde Commissies 2024

DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA,

op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta van 19-3-2024;

gehoord het advies van de Commissie Middelen, bestuurlijke zaken en handhaving (MBH) 

van 10-4-2024;

overwegende dat:

  • -

    de verordeningen dienen te worden aangepast aan de huidige inzichten en wet- en regelgeving;

constaterende dat:

  • -

    er twee amendementen met meerderheid van stemmen zijn aangenomen

gelet op:

  • -

    artikel 77 Waterschapswet;

BESLUIT:

  • 1.

    De volgende verordeningen vast te stellen:

    • a.

      Reglement van Orde Verenigde Vergadering waterschap Hollandse Delta 2024;

    • b.

      Reglement van Orde Commissies 2024;

  • 2.

    De volgende verordeningen in te trekken:

    • a.

      Reglement van Orde Verenigde Vergadering Waterschap Hollandse Delta 2023;

    • b.

      Reglement van orde commissies 2023;

Artikel 1 Definities en algemene bepalingen

In dit reglement van orde wordt verstaan onder:

  • a.

    reglement: het Reglement van orde commissies 2024 voor waterschap Hollandse Delta;

  • b.

    Verenigde Vergadering: de Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta;

  • c.

    voorzitter: de technisch voorzitter van een vaste commissie van advies;

  • d.

    college: dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta;

  • e.

    lid: een lid van een van de vaste commissies van waterschap Hollandse Delta;

  • f.

    commissiesecretaris: de secretaris van (één van de) vaste commissies van waterschap Hollandse Delta;

  • g.

    fractie: het lid c.q. de leden van de Verenigde Vergadering die door het stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, alsmede het lid c.q. de leden van de Verenigde Vergadering die zijn benoemd overeenkomstig artikel 14 van de Waterschapswet of een groep leden van de Verenigde Vergadering zoals bedoeld in artikel 5.6 en 5.7 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Waterschap Hollandse Delta

  • i.

    steunfractielid: een door de Verenigde Vergadering op voordracht van een fractie beëdigd persoon, zoals bedoeld in het Reglement van orde Verenigde Vergadering en de Verordening op de fractieondersteuning.

  • j.

    ordevoorstel: voorstel betreffende de orde van de vergadering.

  • k.

    bespreeknotitie: een notitie die ter bespreking door leden van de commissie ingediend kan worden.

Artikel 2 Instelling

De Verenigde Vergadering kent de volgende vaste commissies:

  • a.

    Commissie Waterhuishouding en Waterzuivering (Water)

    belast met het adviseren over beleid op het gebied van waterhuishouding en zuiveren van afvalwater en slibverwerking en afzet, duurzaamheid, innovatie en klimaatadaptatie.

  • b.

    Commissie Waterkering, (Vaar)Wegen en Vergunningverlening (WWV)

    belast met het adviseren over algemeen beleid inzake het beheer van de waterkeringen en wegen en de daarbij behorende kunstwerken, alsmede over de uitvoering van beheersplannen, groen, waterveiligheid en vergunningverlening.

  • c.

    Commissie Middelen, Bestuurlijke Zaken en Handhaving (MBH)

    belast met het adviseren over aangelegenheden die betrekking hebben op onder andere algemene bestuurlijke en juridische zaken, verkiezingen, externe oriëntatie, alsmede over algemene beleidszaken op financieel gebied (inclusief begroting en jaarrekening), handhaving, erfgoed en digitale transformatie.

Artikel 3 Ongevraagd advies

De in artikel 2 bedoelde commissies kunnen ook ongevraagd aan het college en aan de Verenigde Vergadering adviezen uitbrengen en suggesties doen over aangelegenheden, die tot het werkterrein van de betreffende commissie behoren.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De respectieve commissies bestaan uit zoveel leden als de Verenigde Vergadering fracties kent.

  • 2. Iedere fractie vaardigt één lid van de Verenigde Vergadering dan wel steunfractielid af naar een commissie.

  • 3. De fractie geeft na de toelating van de (steunfractie) leden in de Verenigde Vergadering na de verkiezingen aan welk (steunfractie) lid naar welke commissie wordt afgevaardigd.

  • 4. Bij wijziging in de samenstelling van de fractie geeft de fractie aan welk gevolg dit heeft in de wijziging van de afvaardiging van de fractie in de commissies.

  • 5. Bij afwezigheid van een aangewezen lid, als bedoeld in lid 3, kan deze zich laten vervangen door een ander lid van de Verenigde Vergadering, dan wel steunfractielid, van dezelfde fractie.

  • 6. In afwijking van lid 1 en 2 kan een fractie die meer leden in de Verenigde Vergadering heeft dan dat er vaste commissies zijn, na afvaardiging van leden naar alle vaste commissies, de overige leden ook afvaardigen naar de vaste commissies, zodanig dat deze over de vaste commissies worden verspreid. Per agendapunt kan per partij maximaal 1 persoon woordvoerder zijn.

  • 7. De afvaardiging van de leden van de fractie als bedoeld in lid 6 geschiedt conform het bepaalde in lid 3.

Artikel 5 Zittingsperiode

  • 1. Het lidmaatschap van de leden van de commissie eindigt tegelijk met hun tussentijds of periodiek aftreden uit de Verenigde Vergadering dan wel beëindiging van het steunfractielidmaatschap. Het lidmaatschap van de commissie kan tussentijds worden beëindigd bij besluit van de Verenigde Vergadering, nadat een daartoe strekkend voorstel aan het college is gedaan.

  • 2. De voorzitter en de leden kunnen tussentijds ontslag nemen. De door ontslagneming of overlijden ontstane vacature wordt binnen twee maanden vervuld.

  • 3. De leden van de commissies blijven bij het nemen van ontslag in functie, totdat hun opvolgers hun benoeming hebben aanvaard.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1. De Verenigde Vergadering benoemt uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

  • 2. Degene die in de vergadering van de commissie optreedt als voorzitter maakt geen deel uit van de betreffende commissie en is derhalve geen lid van de betreffende commissie.

Artikel 7 Secretariaat

  • 1. Aan elke commissie wijst de secretaris-directeur een ambtenaar van het waterschap als commissiesecretaris aan een commissie toe. In voorkomende gevallen wordt verdere ambtelijke bijstand geregeld op aanwijzing van de commissiesecretaris.

Artikel 8 Plaats en tijdstip van vergaderen

  • 1. De commissies vergaderen voorafgaand aan iedere vergadering van de Verenigde Vergadering volgens een vooraf vastgesteld rooster.

  • 2. Voorts vergadert de commissie zo dikwijls als haar voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste een derde van de zitting hebbende leden de wens daartoe te kennen heeft gegeven. In het laatstbedoelde geval wordt binnen twee weken na de kennisgeving een vergadering gehouden.

  • 3. In vergaderingen als bedoeld in het tweede lid bepaalt de voorzitter tijd en plaats van de vergadering, zo mogelijk in overleg met de leden.

Artikel 9 Voorstellen

  • 1. Het college bepaalt welke voorstellen aan één of meer commissies worden voorgelegd.

  • 2. Indien het voorstel wordt ondersteund door tenminste drie leden van de commissie, kan de commissie het college verzoeken een door de commissie aangedragen onderwerp voor te bereiden voor bespreking in een volgende commissie.

Artikel 10 Agenda

  • 1. De agenda wordt opgesteld door het college.

  • 2. De agenda vermeldt de onderwerpen die in de commissievergadering behandeld worden, in de volgorde waarin deze aan de orde worden gesteld.

  • 3. Bij aanvang van de commissievergadering stelt de commissie de agenda vast.

  • 4. De commissie kan staande de vergadering besluiten de volgorde van behandeling van de onderwerpen te wijzigen.

Artikel 11 Toezending stukken

De commissiesecretaris stelt de agenda en de stukken tenminste tien dagen voor de vergadering beschikbaar voor de leden van de commissie.

Artikel 12 Presentielijst

De leden die ter vergadering komen, ondertekenen de presentielijst die na afloop van de vergadering door de commissiesecretaris voor afsluiting wordt ondertekend.

Artikel 13 Quorum

  • 1. De commissie kan slechts beraadslagen indien meer dan de helft van het aantal zittinghebbende leden tegenwoordig is.

  • 2. Indien op het tijdstip van de vergadering niet het vereiste aantal leden aanwezig is, wordt de opening tenminste een half uur uitgesteld.

  • 3. Indien na het in het vorige lid bedoelde uitstel het vereiste aantal leden niet aanwezig is, stelt de voorzitter vast of de vergadering al dan geen doorgang kan vinden. Zo nodig, belegt de voorzitter zo spoedig mogelijk, maar met een tussentijd van tenminste vierentwintig uur, een nieuwe vergadering.

  • 4. De in lid 3 bedoelde vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. De commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het derde lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen, indien meer dan de helft van het aantal zittinghebbende leden aanwezig is.

  • 5. Een commissielid kan zich ter vergadering laten vervangen door een lid van een andere commissie, doch die dezelfde categorie vertegenwoordigt.

Artikel 14 Bevindingen

  • 1. De commissies leggen hun bevindingen over een voorstel voor aan de Verenigde Vergadering.

  • 2. In vergaderingen van commissies worden geen besluiten genomen en wordt niet gestemd.

Artikel 15 Ordevoorstel

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen mondeling een ordevoorstel doen dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een ordevoorstel kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een ordevoorstel beslist de commissie terstond, eventueel na korte beraadslaging.

  • 4. Mocht er gestemd moeten worden over ordevoorstellen in de commissie, dan geschiedt dit via handopsteken. De stemming is ongewogen, elk commissielid heeft één stem.

Artikel 16 Verslaglegging

  • 1. De voorzitter formuleert na de discussie over het voorstel mondeling de bevindingen over het voorstel aan de Verenigde Vergadering en de eventuele afwijkende meningen van de commissieleden.

  • 2. De commissiesecretaris draagt zorg voor het maken van een verslag.

  • 3. Verslaglegging gebeurt voor openbare vergaderingen via videoverslaglegging.

  • 4. Voor de vergadering wordt een overzicht van resultaten opgesteld.

  • 5. Hetgeen in een vergadering met gesloten deuren is besproken, wordt in een digitaal bestand bewaard. Indien en zolang ten aanzien van het in die vergadering verhandelde geheimhouding is opgelegd, worden deze bestanden uitsluitend ten gehore gebracht van degenen die krachtens artikel 37 van de Waterschapswet tot geheimhouding verplicht zijn.

Artikel 17 Aanwezigheid college

De leden van het college kunnen in de vergadering aanwezig zijn ter toelichting van de voorstellen en maken geen deel uit van de commissie.

Artikel 18 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de commissies als bedoeld in artikel 1, zijn openbaar.

  • 2. De deuren van de vergadering worden gesloten wanneer tenminste twee aanwezige leden dit verlangen of de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 3. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

  • 4. Over punten, in besloten vergadering behandeld, kan ook een advies worden afgegeven.

  • 5. De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken geheimhouding opleggen.

  • 6. De geheimhouding wordt door alle commissieleden, ook door hen die niet bij de behandeling aanwezig waren en door alle andere aanwezige leden van de Verenigde Vergadering of steunfractieleden, in acht genomen, totdat de commissie haar opheft.

  • 7. De voorzitter van een commissie kan omtrent de inhoud van de stukken, als bedoeld in het vijfde lid, voorlopige geheimhouding opleggen.

  • 8. De voorlopige geheimhouding vervalt indien zij niet aan de eerstvolgende vergadering van de commissie ter bekrachtiging wordt voorgelegd.

  • 9. In geval van niet bekrachtiging vervalt de voorlopige geheimhouding.

  • 10. Het is beëdigde leden van de VV en beëdigde steunfractieleden toegestaan, het besloten deel van de commissievergadering bij te wonen.

Artikel 19 Toehoorders en inspraak

  • 1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering, op hun verzoek, in de gelegenheid het woord te voeren over in de commissie geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient tenminste 48 uur voor het begin van de vergadering, bij voorkeur schriftelijk, bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van de naam van degene die het woord wil voeren en het agendapunt of de agendapunten waarover men wil spreken.

  • 3. De voorzitter stelt degenen die een verzoek hebben ingediend als bedoeld in lid 1 van dit artikel in de gelegenheid direct na de opening van de vergadering het woord te voeren. De spreektijd bedraagt maximaal vijf minuten per spreker. De spreektijd van alle insprekers gezamenlijk bedraagt niet meer dan 30 minuten. De leden van de commissie krijgen gelegenheid vragen te stellen aan de spreker. Hiervoor is per spreker maximaal vijf minuten beschikbaar, waarbij het vragenstellen aan meerdere sprekers niet meer dan 30 minuten bedraagt.

  • 4. Per belanghebbende kan één persoon het woord voeren.

  • 5. Er kan niet worden ingesproken over:

    • een besluit van het bestuur waartegen een (bestuurs)rechtelijke procedure open staat of heeft opengestaan;

    • benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • een onderwerp waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 20 Rondvraag

  • 1. De conceptagenda van de commissie biedt de fracties aan het einde van de agenda de gelegenheid tot het stellen van vragen tijdens een rondvraag.

  • 2. Rondvragen als bedoeld in het eerste lid dienen actueel, urgent en politiek van aard te zijn en worden alleen gesteld als schriftelijke indiening en schriftelijke beantwoording niet kan worden afgewacht. De voorzitter beoordeelt de rondvraag en mag weigeren deze toe te laten.

  • 3. Een fractie die tijdens de vergadering ten aanzien van een rondvraag een inhoudelijk antwoord van de verantwoordelijke portefeuillehouder beoogt te verkrijgen, dient deze vraag uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de vergadering bij de commissiesecretaris in te dienen. De commissiesecretaris stelt de portefeuillehouder zo spoedig mogelijk van de door hem ontvangen rondvragen op de hoogte. Van de portefeuillehouder wordt een adequaat inhoudelijk antwoord verwacht tijdens de vergadering ten behoeve waarvan de vragen zijn gesteld. Rondvragen die later dan 24 uur voorafgaand aan de vergadering bij de commissiesecretaris worden ingediend, worden door de portefeuillehouder schriftelijk beantwoord.

  • 4. De vragensteller herhaalt de rondvraag in de vergadering kort en bondig. De portefeuillehouder geeft kort en bondig een adequaat inhoudelijk antwoord op de gestelde vraag of vragen. Indien gewenst kan de vragensteller een verduidelijkende vraag stellen. Door fracties kunnen geen aanvullende vragen gesteld worden. Over een rondvraag vindt geen (inhoudelijk) debat plaats.

Artikel 21 Mededeling

  • 1. De conceptagenda van de commissie biedt het college de mogelijkheid een korte mededeling te doen voorafgaand aan de rondvraag.

  • 2. Mededelingen dienen urgent van aard te zijn en kunnen niet via een ander instrument aan de commissie overgebracht worden.

  • 3. Leden van de Verenigde Vergadering of steunfractieleden kunnen eventuele verduidelijkende vragen mondeling stellen.

  • 4. Over mededelingen wordt niet gedebatteerd.

Artikel 22 Bespreeknotitie

  • 1. Leden kunnen een bespreeknotitie indienen ter bespreking in de commissie.

  • 2. Een bespreeknotitie dient schriftelijk te worden ingediend ter attentie van de voorzitter bij de commissiesecretaris van de betreffende commissie.

  • 3. Een bespreeknotitie heeft als doel om:

    • a.

      Inlichtingen in te winnen bij het college of,

    • b.

      Over een onderwerp een met schriftelijke toelichting ingeleid gesprek te voeren met andere leden in de commissie.

  • 4. Een bespreeknotitie bestaat tenminste uit:

    • a.

      Een inleiding van het onderwerp met toelichting waarom en waarover het gesprek met de commissie wordt gewenst.

    • b.

      Vragen aan het college en de overige commissieleden ter bespreking.

  • 5. Tijdens de behandeling van de bespreeknotitie kunnen door overige leden vragen gesteld worden aan zowel het college als de indiener(s)

  • 6. Een bespreeknotitie dient minimaal tien werkdagen voor publicatie van de commissiestukken in het bezit te zijn van de commissiesecretaris.

Artikel 23 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of ingeval enig artikel voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de voorzitter.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag volgend op die waarop het is vastgesteld.

Artikel 25 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement van orde commissies 2024.

Ondertekening

Ridderkerk, 19 juni 2024

De Verenigde Vergadering voornoemd,

secretaris-directeur,

V. Bergsma

dijkgraaf,

J.F. Bonjer