Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning lokale culturele organisaties Lelystad 2024

1. Door middel van deze regeling wil het college een bijdrage doen aan lokale culturele organisaties die te maken hebben met aantoonbaar onontkoombare kostenstijgingen hebben die niet in de reguliere exploitatie kunnen worden opgevangen.

2. Met deze subsidieregeling wordt het culturele leven binnen de gemeente Lelystad ondersteund.

3. Door middel van deze steunregeling worden de middelen ingezet die door de gemeenteraad met de Programmabegroting 2024 voor dit doel beschikbaar zijn gesteld.

1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan lokale culturele organisaties die gevestigd zijn in Lelystad en/of in hoofdzaak in Lelystad culturele activiteiten organiseren, welke een belangrijke bijdrage leveren aan de doelen en ambities zoals genoemd in de van toepassing zijnde Cultuurvisie 2024- 2030.

2. De aanvraag heeft geen louter persoonlijk of individueel oogmerk.

1. Subsidie kan worden verleend als bijdrage in een tekort in de exploitatie van de lokale culturele organisatie als gevolg van onontkoombare kosten en/of uitgaven in 2024 die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de lokale culturele organisatie, en die – wanneer hier sprake van is – niet (volledig) worden gedekt door de (jaarlijkse) subsidie die door de gemeente aan de organisatie wordt verleend.

2. Voordat een subsidie kan worden verleend, dient de aanvrager eerst, voor zover mogelijk zelf alles in het werk te hebben gesteld om de kosten/uitgaven te verlagen dan wel op te schorten of inkomsten naar voren te halen.

1. Aanvragen voor een subsidie zoals bepaald in artikel 5 lid 1, worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

• a.

  De bijdrage is effectief; de lokale culturele organisatie kan aantoonbaar structureel blijven functioneren en draagt bij aan de doelen van de gemeentelijke beleidsvisie cultuur 2024 - 2030;

• b.

  de gemaakte en verwachte kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd zijn onvermijdelijk om deze doelen te bereiken;

• c.

  De subsidie is niet bedoeld voor de financiering van een specifieke activiteit; (zie toelichting)

• d.

  Een lokale culturele organisatie dient aan te tonen al meer dan twee jaar actief te zijn in Lelystad.

• e.

  De subsidie is niet bedoeld voor investeringen zoals bedoeld in de subsidie ‘Tijdelijke subsidieregeling noodzakelijke investering lokale culturele organisaties Lelystad 2024’.

1. De hoogte van subsidie zoals bepaald in artikel 5 lid 1, wordt per categorie bepaald op basis van de hoogte van de onontkoombare kosten in de betreffende periode en bedraagt voor:

• a.

  Voor lokale culturele organisaties zonder winstoogmerk minimaal € 2.500,-- en maximaal € 75.000,--;

• b.

  Voor lokale culturele organisaties met winstoogmerk minimaal € 2.500,-- en maximaal € 25.000,--;

1. De aanvrager kan maximaal één subsidieaanvraag indienen ter compensatie van de kostenstijging zoals bepaald in artikel 5 lid 1.

Hierbij dient de aanvrager rekening te houden, dat:

• a.

  De subsidieaanvraag wordt ingediend vóór 31 december 2024.

• b.

  De subsidieaanvraag in behandeling wordt genomen indien is bijgevoegd:

  • •

    een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

  • •

    de oorspronkelijke begroting van 2024, en;

  • •

    onderbouwing van de extra kosten in de gestelde periode met een toelichting op deze kosten, waaruit tevens ten minste blijkt welke maatregelen de aanvrager heeft ondernomen om de kosten zo mogelijk te beperken.

2. De aanvrager maakt bij indiening van de aanvraag gebruik van het door het college vastgestelde aanvraagformulier dat op de subsidie van toepassing is. Het formulier is beschikbaar via de website van de gemeente Lelystad.

3. De subsidieaanvraag wordt met een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier ingediend.

4. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het volgende emailadres: subsidiebureau@lelystad.nl.

1. Deze subsidieregeling wordt voor ondernemingen uitgevoerd in lijn met de regels van de- minimisverordening.

2. Bij de aanvraag dient de onderneming te verklaren dat zij voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een de-minimisverklaring, zie ook Voorbeeldverklaring-de-minimis-2016.pdf (europadecentraal.nl).

1. Het college stelt voor de betreffende periode het subsidieplafond van € 300.000,- vast.

2. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschieden in volgorde van indiening, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

3. Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een hersteltermijn geboden van maximaal 2 weken om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

4. Indien de aanvrager met toepassing van het derde lid van dit artikel de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, is bepalend voor het tijdstip van ontvangst subsidieaanvraag, het moment waarop de aanvraag compleet is.

5. Indien er op een dag meerdere aanvragen zijn ontvangen en de honorering van al die aanvragen zal leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, zal het college het op dat moment beschikbare budget evenredig verdelen over de aanvragen.

6. Indien het moment van indiening niet objectief kan worden vastgesteld, kan het college het op dat moment beschikbare budget door middel van loting verdelen over de aanvragen van dat moment.

1. Indien een lokale culturele organisatie voor de eerste keer subsidie aanvraagt, voegt zij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans over het voorafgaande jaar toe aan het aanvraagformulier.

1. Naast de weigeringsgronden genoemd in de Algemene wet en bestuursrecht ASVL, wordt de subsidie niet verleend indien:

• a.

  De activiteiten van de aanvrager:

  • •

    dienen ter opluistering van een specifiek godsdienstige of politieke bijeenkomst;

  • •

    het karakter hebben van een feest of receptie;

  • •

    niet bijdragen aan of niet passen binnen het vastgestelde cultuurbeleid van de gemeente Lelystad;

  • •

    in hoofdzaak zijn gericht op de verkoop van of handel in kunst- en erfgoedobjecten.

• b.

  De aanvrager ten tijde van de aanvraag al in surseance van betaling verkeerde;

• c.

  Niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling;

• d.

  De aanvraag te laat is ingediend;

• e.

  De financiële onderbouwing van de aanvraag naar het oordeel van het college onduidelijk, ondeugdelijk, niet sluitend of onvoldoende is;

• f.

  De kosten al volledig gecompenseerd zijn door een andere subsidieregeling;

• g.

  De hoogte van de algemene reserve per 31 december 2023, bij een verlies vanaf € 20.000,-, minimaal tweemaal de hoogte van het verlies bedraagt, exclusief materiële vaste activa en door de gemeente akkoord bevonden egalisatiereserve.

1. De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na afloop van de gesubsidieerde investering(en) een aanvraag tot subsidievaststelling in, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is vermeld.

2. In afwijking op hoofdstuk 6 van de ASVL dient de subsidieaanvrager bij de eindverantwoording in ieder geval te overleggen:

• a.

  een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht; en

• b.

  een financieel verslag waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen de begrote en werkelijke kosten van de activiteiten en wordt een toelichting gegeven op de eventuele verschillen; en

• c.

  opdrachtbevestigingen en facturen ter onderbouwing van de subsidiabele kosten;

• d.

  bankafschriften waaruit blijkt dat de te verantwoorden kosten zijn betaald.

1. De subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring.

2. De subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd.

1. De subsidie wordt uiterlijk binnen 4 weken na de toekenning volledig uitbetaald.

2. Wanneer de subsidie na de verantwoording lager wordt vastgesteld, wordt het verschil teruggevorderd.

1. Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in de subsidiebeschikking.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag ná bekendmaking.

2. De subsidieregeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning lokale culturele organisaties Lelystad 2024;

3. Deze subsidieregeling treedt uit werking per 31 december 2024.

4. Aanvragen ingediend voor 31 december 2024, zullen worden afgehandeld conform bepalingen in deze regeling.