Regeling vervalt per 01-01-2025

Vaststelling Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur

Geldend van 17-07-2024 t/m 31-12-2024

Intitulé

Vaststelling Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

gelet op artikel 3, derde lid, en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

overwegende dat het wenselijk is de huidige Drentse culturele basisinfrastructuur te versterken en te verbreden;

BESLUITEN:

de Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur vast te stellen.

Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

adviescommissie: Provinciale Adviescommissie Cultuur Drenthe;

AGVV: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);

boekjaarsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 1 van de Asv;

interdisciplinair: combinatie van twee of meer van de in artikel 3 genoemde disciplines;

reguliere de-minimisverordening: verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352).

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel het versterken en verbreden van de Drentse culturele basisinfrastructuur.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van culturele activiteiten met betrekking tot één van de volgende disciplines:

a. theater

b. beeldende kunst

c. muziek

d. festivals

e. film

f. dans

g. literatuur

h. interdisciplinair

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een vereniging of stichting die gefocust is op een van de volgende disciplines:

a. theater

b. beeldende kunst

c. muziek

d. festivals

e. film

f. dans

g. literatuur

h. interdisciplinair

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van het elektronisch beschikbaar gestelde aanvraagformulier ‘Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur’ en de daarop aangegeven bescheiden.

  • 2.

    De aanvrager kiest maximaal één discipline, als genoemd in artikel 3, waarvoor zij subsidie aanvraagt. De keuze voor de discipline kan na het verstrijken van de aanvraagperiode niet worden gewijzigd.

Artikel 6 Subsidievorm

Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een boekjaarsubsidie.

Artikel 7 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend van 1 september 2024 tot en met 1 oktober 2024.

Artikel 8 Drempelcriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is gevestigd in de provincie Drenthe of indien de aanvraag betrekking heeft op de discipline film in Noord-Nederland;

  • b.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd vinden plaats in het jaar 2025 en in de provincie Drenthe;

  • c.

    de aanvrager is aantoonbaar actief in de provincie Drenthe;

  • d.

    de aanvrager heeft in de periode 2021-2024 een subsidie ontvangen van de provincie Drenthe voor de uitvoering van een culturele activiteit;

  • e.

    de begroting voor het jaar 2025, behorende bij de subsidieaanvraag, is sluitend.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager ten behoeve van het jaar 2025 op de begroting van de provincie Drenthe is opgenomen voor een begrotingssubsidie;

  • b.

    het aangevraagde of het te verstrekken subsidiebedrag minder bedraagt dan € 25.000,- indien de aanvraag betrekking heeft op de disciplines theater of interdisciplinair;

  • c.

    het aangevraagde of het te verstrekken subsidiebedrag minder bedraagt dan € 15.000,- indien de aanvraag betrekking heeft op de disciplines beeldende kunst, muziek, festivals, film, dans of literatuur;

  • d.

    de aanvraag is ontvangen buiten de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 7;

  • e.

    er sprake is van een onvolledige of ongenoegzame aanvraag, als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    de aanvrager een museum is.

Artikel 10 Adviescommissie en toetsingscriteria

  • 1.

    Volledige aanvragen die voldoen aan de artikelen 2 tot en met 8 en waar geen weigeringsgronden op van toepassing zijn als bedoeld in artikel 9, worden voorgelegd aan de adviescommissie.

  • 2.

    De adviescommissie toetst de aanvragen aan de toetsingscriteria zoals opgenomen in de tabel in de bijlage bij deze regeling.

  • 3.

    De adviescommissie geeft per toetsingscriterium gemotiveerd advies aan Gedeputeerde Staten over de toe te kennen punten aan de hand van de tabel in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

Kosten zijn subsidiabel voor zover deze noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het doel van de subsidie en betrekking hebben op investeringen of de exploitatie van de aanvrager.

Artikel 12 Subsidiehoogte

  • 1.

    Indien de subsidie wordt aangevraagd voor de discipline theater, bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 65.000,--.

  • 2.

    Indien de subsidie wordt aangevraagd voor de discipline interdisciplinair, bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000, --.

  • 3.

    Indien de subsidie wordt aangevraagd voor de discipline muziek, bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 35.000, --.

  • 4.

    Indien de subsidie wordt aangevraagd voor de discipline beeldende kunst, festivals, film, dans of literatuur, bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000,--.

Artikel 13 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van rangschikking van de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen die ten minste een totaal van 13 punten hebben behaald.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid geldt, om voor subsidie in aanmerking te komen, dat:

  • a.

    op het toetsingscriterium artistieke kwaliteit ten minste drie punten behaald dienen te worden;

  • b.

    op het toetsingscriterium maatschappelijke betekenis ten minste één punt behaald dient te worden;

  • c.

    op het toetsingscriterium spreiding en bereik ten minste één punt behaald dient te worden;

  • d.

    op het toetsingscriterium kwaliteit organisatie en bedrijfsvoering ten minste één punt behaald dient te worden;

  • 3.

    Onverminderd hetgeen bepaald in het eerste en tweede lid, wordt de rangschikking bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald, waarbij geldt dat de aanvraag met het hoogste aantal punten het eerst voor subsidie in aanmerking komt.

  • 4.

    Indien twee of meer aanvragen hetzelfde puntentotaal hebben behaald en dit betekent dat aan een of meer aanvragers geen subsidie verstrekt kan worden vanwege het bereiken van het subsidieplafond, vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats.

  • 5.

    Per aanvrager kan maximaal eenmaal subsidie worden verstrekt op grond van deze regeling.

  • 6.

    Het maximaal aantal te verstrekken subsidies per discipline, als bedoeld in artikel 3, is als volgt bepaald:

  • a.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline theater kan aan maximaal drie aanvragers subsidie worden verstrekt;

  • b.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline beeldende kunst kan aan maximaal twee aanvragers subsidie worden verstrekt;

  • c.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline muziek kan aan maximaal twee aanvragers subsidie worden verstrekt;

  • d.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline festivals kan aan maximaal twee aanvragers subsidie worden verstrekt;

  • e.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline film kan aan maximaal twee aanvragers subsidie worden verstrekt;

  • f.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline dans kan aan maximaal één aanvrager subsidie worden verstrekt;

  • g.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline literatuur kan aan maximaal één aanvrager subsidie worden verstrekt;

  • h.

    voor aanvragen met betrekking tot de discipline interdisciplinair kan aan maximaal twee aanvragers subsidie worden verstrekt.

  • 7.

    Indien er op grond van het zesde lid niet aan het maximaal aantal aanvragers binnen een discipline subsidie wordt verstrekt of indien niet de maximale subsidie per aanvrager binnen een discipline wordt verstrekt en dit tot gevolg heeft dat het subsidieplafond niet wordt bereikt, kan in afwijking van het zesde lid het maximaal aantal aanvragers waaraan binnen discipline een subsidie kan worden verstrekt, worden overschreden.

  • 8.

    Indien de situatie, als bedoeld in het zevende lid zich voordoet, gelden de leden één tot en met vijf onverminderd.

Artikel 14 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor het jaar 2024 bedraagt: € 500.000,--.

Artikel 15 Staatssteun

Indien de subsidie is aan te merken als steunmaatregel in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt de subsidie verstrekt met toepassing van artikel 53 of 54 van de AGVV of de reguliere de-minimisverordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na publicatie in provinciaal blad en vervalt op 1 januari 2025.

Artikel 17 Overgangsrecht

Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die zijn aangevraagd voor de vervaldatum van deze regeling.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur.

Bijlage, behorende bij de artikelen 10 en 13 van de Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur

Tabel bij de artikelen 10 en 13 van de Subsidieregeling versterking en verbreding Drentse culturele basisinfrastructuur

Toetsingscriteria

Te behalen punten

  • 1.

    Artistieke kwaliteit:

    Artistieke inhoud van de desbetreffende discipline, originaliteit, aanvulling op bestaand aanbod, visie op eigen plek in het culturele veld, mate van oorspronkelijkheid en aspecten van vernieuwing.

Maximaal 7 punten:

Ruime mate: 7 punten

Gemiddelde mate: 5 punten

Geringe mate: 3 punten

Onvoldoende: 0 punten

  • 2.

    Maatschappelijke betekenis:

    Mate van bijdragen aan maatschappelijke opgaven in Drenthe, mate van betrekken van kwetsbare doelgroepen/inclusie, mate van activiteiten in maatschappelijke sectoren.

Maximaal 5 punten:

Ruime mate: 5 punten

Gemiddelde mate: 3 punten

Geringe mate: 1 punt

Onvoldoende: 0 punten

  • 3.

    Jeugd:

    Mate waarin jongeren van 0 tot 30 jaar de doelgroep zijn, mate waarin deze jongeren betrokken worden bij de totstandkoming van projecten.

Maximaal 3 punten:

Ruime mate: 3 punten

Gemiddelde mate: 1 punt

Niet: 0 punten

  • 4.

    Spreiding en bereik:

    Mate waarin de activiteiten zich richten op heel Drenthe of regio's binnen de provincie. Mate waarin de activiteiten een bovenlokaal bereik hebben en een bovenlokale aantrekkingskracht. Mate waarin (boven)regionale samenwerking wordt gezocht met andere partijen.

Maximaal 4 punten:

Ruime mate (heel Drenthe): 3 punten

Gemiddelde mate (bovenlokaal, in meerdere regio’s, gemeenteoverstijgend): 1 punt

Niet (alleen lokaal): 0 punten

Indien de aanvrager gevestigd is in Zuidoost of Zuidwest Drenthe: 1 bonuspunt.

  • 5.

    Financieel draagvlak:

    De mate waarin de instelling structureel wordt gefinancierd vanuit de Culturele basisinfrastructuur (BIS) of landelijke cultuurfondsen. De mate waarin de gemeente bijdraagt aan de activiteit.

Maximaal 3 punten:

Ruime mate (financiering door Rijk en gemeente): 3 punten

Gemiddelde mate (financiering door enkel het Rijk): 2 punten

Geringe mate (financiering door enkel de gemeente): 1 punt

Geen aanvullende financiering: 0 punten

6. Kwaliteit organisatie en bedrijfsvoering:

  • De mate waarin voldaan wordt aan de Fair Practice Code, Code Diversiteit & Inclusie en Cultural Governance en de mate waarin het gevraagde bedrag realistisch is voor de uit te voeren activiteiten.

Maximaal 2 punten:

Ruime mate: 2 punten

Geringe mate: 1 punt

Onvoldoende: 0 punten

Totaal behaalde punten is de som van de behaalde punten bij de zes toetsingscriteria.

Maximaal te behalen punten: 24

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 4 juni 2024

Kenmerk 4.8/2024000799

Uitgegeven: 16 juli 2024

Ondertekening