Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingswet

Geldend van 03-07-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingswet

De directeur van Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA), voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

Gelet op:

De gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem;

De artikelen 18.6, 18.6a., en 18.7 van de Omgevingswet;

Artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Arnhem 2024

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem - gemeente Doesburg 2024;

Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Duiven 2024;

Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Lingewaard 2024;

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Overbetuwe 2024;

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Renkum 2024;

Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Rheden 2024;

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Rozendaal 2024;

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Westervoort 2024;

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem gemeente Zevenaar 2024;

Provinciaal mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Arnhem 2024

Besluit:

Het volgende vast te stellen:

  • 1.

    De volgende medewerkers van ODRA worden als toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 18.6 van de Omgevingswet en artikel 18.6a Omgevingswet aangewezen:

    a. Toezichthouder

    b. Adviseur (specialist thema in leefomgeving)

    c. Constructeur en afvalspecialist

    d. Informatieanalist en teamleider

    e. De personen van buiten de organisatie die, op basis van inhuur of op een andere basis, werkzaam zijn bij ODRA in de functie genoemd onder a, b, c of d.

  • 2.

    De onder 1. aangewezen toezichthouders zijn belast met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in de mandaatbesluiten (en bijlagen) en de daarvoor in de plaats tredende wet- en regelgeving, te weten:

    de Omgevingswet; de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover deze op grond van het overgangsrecht van toepassing is; de Wet milieubeheer; de Wet vervoer gevaarlijke stoffen; de Wet explosieven voor civiel gebruik; het Vuurwerkbesluit; het Asbestverwijderingsbesluit; Het Besluit geluidsproduktie sportmotoren; De Woningwet;, voor zover deze op grond van het overgangsrecht van toepassing is; de Erfgoedwet; de Alcoholwet; de Wet basisregistratie adressen en gebouwen; de Leegstandwet; de Huisvestingswet 2014; De Wet bodembescherming, voor zover deze op grond van het overgangsrecht van toepassing is; De Wet geluidhinder, voor zover deze op grond van het overgangsrecht van toepassing is; De Waterwet, voor zover deze op grond van het overgangsrecht van toepassing is; de Provinciale milieuverordening; de Provinciale omgevingsverordening; de in de mandaatbesluiten genoemde gemeentelijke verordeningen en omgevingsplannen;

  • 3.

    De op basis van artikel 1 aangewezen toezichthouders zijn bevoegd om, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner (zoals genoemd in artikel 18.7 lid 1 Omgevingswet). Deze bevoegdheid wordt uitsluitend toegekend voor zover het toezicht op de naleving van een bij of krachtens de Omgevingswet gesteld voorschrift dit vereist, gelet op de door dat voorschrift gestelde belangen (art. 18.7 lid 2 Omgevingswet). Hierbij kan, bijvoorbeeld, worden gedacht aan het betreden van een woning omdat moet worden onderzocht of als gevolg van milieubelastende activiteiten of sloopwerkzaamheden gevaarlijke stoffen (zoals asbest) in de woning aanwezig zijn. Voorafgaand aan het binnentreden is in beginsel een voorafgaande machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden vereist, tenzij sprake is van een spoedeisende situatie.

  • 4.

    De onder 1 bedoelde aanwijzing als toezichthouder vervalt met ingang van de dag, waarop het dienstverband met de betreffende persoon is beëindigd, de plaatsing is beëindigd dan wel de inhuur/detachering is beëindigd.

  • 5.

    Aan de personen die bij dit besluit als toezichthouder zijn aangewezen in het kader van de tenuitvoerlegging van het onderhavige besluit, wordt een document ter identificatie verstrekt (legitimatiebewijs voor toezichthouders) als bedoeld in artikel 5:12 vande Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde ‘Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb’.

  • 6.

    Dit besluit treedt in werking nadat dit besluit conform de daarvoor geschikte wijze wordt bekendgemaakt conform artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht.

    7. Eerdere besluiten tot aanwijzing van toezichthouders, onder welke benaming dan ook, voor het houden van toezicht op het bepaalde bij of krachtens de hierboven genoemde wetten of zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals dat artikel luidde direct voor inwerkingtreding van de Omgevingswet, worden ingetrokken op het moment dat dit besluit bekend is gemaakt.

    8. Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingswet”.

Ondertekening

Aldus besloten op 3 juli 2024

Dhr. R.M. Vlaander

Directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem